geeuwde SN HET BURGERPAK Van die Veluwe Mijn Ouderling 20e JAARGANG No. 28. 21 JANUARI 1966 tf#'' OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND IIIW Redactie: Ds. W. H. Gispen, Terneuzen; Ds. B. Wentsel, Brouwershaven; Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg. Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen J. Bosman, Vrouwenpolder Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Ds. H. Eikelboom, Heinkenszand Drs. A. Elshout, Koudekerke „ik worstel ^s- W. Kats, Apeldoorn Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen en ontkom" Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Ds. D. Ringnalda, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo. Abonnementsprijs 4,— per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 15 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 15 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 Neen, een anti-uniform-actie is het niet, zo dacht ik bij mezelf toen ik de twee berichten las van een pater en een predikant die hun uniform hebben uit getrokken om zich voortaan in 't burger te vertonen. U hebt het ongetwijfeld ook gelezen. Mijn krant legde het me zo voor Pa ter wordt een gewone meneer" en „Le- gerpredikant verwijdert sterren van uni form". Van de laatste, de dominé, is het zeker geen degradatie waarbij voor het front van de troep de insignes wer den verwijderd van de uniform. Immers deed de legerpredikant het zelf en uit eigen aandrift. En wat de pater betreft, schrijft mijn krant „Ka pucijnen zoeken stijl-1966". 't Is bij bei den geen modegril of zo iets, dat ze nu wel eens wat anders willen. Integen deel, er zit wat meer achter zelfs dan stijl zoeken, ofschoon dit laatste er m.i. wel in zit. Merkwaardig vind ik dat we dit van twee theologen beleven mogen. De dominé is immers candidaat in de theologie en de pater doktor. U kent waarschijnlijk de Kapucijner dracht niet, want men moet deze mensen meer in Brabant en Limburg zoeken of in de steden, 't Zijn mannen met baarden in een bruine pij gekleed en op sandalen lopend. Als jongens maakten we elkaar wijs, dat ze op erwten of kapucijnders liepen. Voorzover je het geloofde vond je het weer echt Rooms en griezelig. Ja, er zit meer achter dat voel je met je klompen. Dat voel je steeds als zo iets aan de orde is en dat is nog al eens het geval. Zeiden sommige mensen niet als ze het over 't onderscheid tussen Her vormd en Gereformeerd hadden en er niet al te goed uit konden komen nu bij de Hervormden is leervrijheid en bij de gereformeerden kleervrijheid. Zeiden sommige oud-gereformeerden niet dat de dominé's van tegenwoordig zich voor hun uniform daar heb je dat akelig woord weer schaamden Ze droegen geen steek en geen kuit broek meer later zelfs geen zwart pak in de vorm van een geklede jas. 'k Meen dat Ds. Bone die ik er eens op het sta tion in Dordt mee gezien heb, de laat ste was die ze droeg. Hij heeft ze, zo zegt men mij in Bruinisse, mee gekregen in zijn kist. Kan ik in komen. En de oude Gispen voetbalde, zegt men, met zijn steek toen hij overging in zijn jonge jaren tot het gewone burgerpak voor de dominé. Was het in De Lier Welk een ru moer was er niet in enkele kringen toen de witte das niet meer gedragen werd. Nu, wie het verder wil uitzoeken iets voor Henk de Jong in Centraal Week blad kan zijn hart er aan ophalen en 't publiek er mee vermaken, hetgeen overigens mijn bedoeling hier verder niet is. Van de pater kregen we in de krant zijn gezicht te zien in 't burger dan. Een gewone meneer met een sympathiek ge zicht, prettig zelfs om naar te kijken eerlijke ernstige ogen, helemaal geen Rooms gezicht zoals we alweer als jon gens meenden dat het altijd zien kon of iemand Rooms was. Nu meen ik dat er over die verkleed partij van de pater in onze pers verder wel het stilzwijgen aan toe zal worden gedaan, maar over de dominé legerpre dikant zul je wel meer horen en is het al aan de gang „Diekerhof pal achter Ds. Bartlema" lees ik. Rondweg gezegd ben ik een beetje blij met die verkleed partij in het leger, want die krijgsmacht dominees in hun uniform en dan nog van onderscheiden rang, heb ik nooit gemogen. Dat het Leger des Heils zo iets doet, is tot daarentoe en bedoelt iets heel anders, maar in het leger gaf het meermalen capsones tussen de he ren die toch collega's waren in dienst des groten Konings. Die aan de top wilden persé niet als collega's aangesproken en ontmoet we zen. Zij waren immers in hoogheid ge zeten. Ja, ja, dan volgt de val. Er zit meer achter. Ik geloof het graag, maar uniformen voor dominees 't heeft me nooit geleken, zodat ik van harte hoop dat ze deze plunje straks als oude plun je aan de kapstok hangen. Desnoods vermaken laten door de kleermaker of tweedehands wegdoen, want voor de lorreboer zal de stof wel te goed zijn. Kortom, hoe eenvoudiger en gewoner des te beter lijkt het me, als ze er maar netjes uitzien. Dit kon je van de vroe gere geklede jas niet zeggen omdat deze ouder geworden, hoezeer dan ook een net burger pak, uiteindelijk toch weer militair ging lijken, namelijk er uit kwam te zien als uniform van de groene ja gers vanwege de oudheid. De zwarte stof bleek niet steeds kleurecht te zijn, en de dominé die als student begonnen was met een groentje te zijn, eindigde vaak met als emeritus of reeds eerder weer een groentje te wezen. Brouwershaven B. WENTSEL. Volgens belofte zou ik zo nu en dan nog eens iets van me laten horen, op verzoek van de uitgever. Gaarne wil ik de band met de provincie Zeeland, die ons lief geworden is, nog wat aanhou den. Als ik boven dit artikel zet ,,Van de Veluwe", zou u kunnen denken, dat ik wat zou gaan gaan vertellen over onze nieuwe gemeente, Apeldoorn, die wel ,,de parel van de Veluwe" wordt ge noemd. Maar we zijn nog in onze in- werkperiode, boeiend én vermoeiend. Misschien dat ik later nog eens door geef, hoe alles in een grote gemeente reilt en zeilt, met een K.A.Z. (kerkeraad algemene zaken), wijkkerkeraden, bouwplannen, opzet evangelisatie-werk e.d. Ik wil dat nu nog niet doen. Met het opschrift bedoel ik ditmaal iets anders. Óp de Veluwe ligt namelijk ook Lunteren, en zoals u weet, wordt daar de Generale Synode (van Middel burg) gehouden. Het zal Zeeuwse men sen wel interesseren, hoe het daar toe gaat. Ik ben er eens een middag op bezoek geweest. Vooral in verband met het voorstel van de Classis Goes over de ontwikkelingshulp e.d. Maar over het onderwerp zelf zal ik verder niet hande len, er is nu een nieuwe medewerker aan de Kerkbode verbonden, die u waarschijnlijk de resultaten van de be sprekingen wel zal doorgeven. Midden in de bossen, bereikbaar via kronkelende wegen, ligt ,,De blije we- relt", een prachtig conferentie-oord. In dertijd koos men deze plaats, omdat die centraal gelegen is. (Alhoewel de af stand van en naar het station te Lunte ren toch nogal behoorlijk is, mijns in ziens. Maarer stonden vele „wa gens", in soorten.) De Synode van Middelburg, in de Zeeuwse hoofdstad geopend, is nu aan haar tweede grote zittingsperiode be gonnen. Het grootste deel van de maand januari zal er wel mee gemoeid zijn. De vergaderingen zijn meestal open baar. Zo nu en dan zijn er zaken, waar zeer nauw bepaalde personen bij be trokken zijn (censuurgevallen, conflict situaties e.d.), dan gaat men „in comi té". Behandeling „met gesloten deuren" dus. Maar toen ik aankwam was er een publieke zitting, en dan is iedereen wel kom. Als je binnenkomt door één van de twee grote deuren aan de achterzijde van de zaal valt je onmiddellijk een soort driedeling op. Het achterste gedeelte van de zaal biedt direct plaats aan belangstellenden, met gemakkelijke stoelen, en een goed uitzicht op het moderamen (en op de ruggen van de Synodeleden). Tijdens de zitting ga je vanzelfsprekend niet verder dan deze „voorhof". Niet de „voorhof der heidenen" natuurlijk, dan zou je verder terug moeten. (Dat kan, door de deuren, dan kom je in de hal, bij het biljart, of b:ij de bar terecht). In het „gastenverblijf" is alles goed te vol gen, dank zij de aanwezige luidsprekers. Het tweede, veel grotere gedeelte, is het domein van de Synodeleden. De ressorten zitten goed geordend bijeen, de mannenbroeders uit Zeeland hebben een plaats rechts achteraan, wat ver van de katheder, waar men zijn visie g&elt, _maar dicht .bij de. deur,, zodat -ze practisch onopgemerkt de zaal even kunnen verlaten. Tot uw geruststelling, ze maakten van deze mogelijkheid nau welijks gebruik, maar concentreerden zich op de zaak, die werd behandeld, weerstonden dus manmoedig verlokkin gen van biljart en bar. Dat middelste gedeelte van deze tent der samenkomst zou ik, om in stijl te blijven, het heilige kunnen noemen. Maar omdat Synodeleden toch ook weer niet heiliger zijn (wellicht) dan gewone kerkleden, zie ik er maar van af. Want ik zou, verder redeneren dan moeten komen tot het derde deel, het podium, waar het moderamen (h^t „be stuur") zetelt, en de mensen daar zou den dan „de heiligen der heiligen" zijn, en deze moderamenleden zouden, zich zelf kennend, daartegen zeker proteste ren. Wel wil ik toegeven dit modera men heeft een verantwoordelijke taak. Een Synode leiden is niet eenvoudig. Ds Van Strien, de praeses, heeft er goed slag van. Hij is geestig, hij geeft alle gelegenheid tot discussie, maar weet ook te bekorten, af te remmen, en soms te corrigeren. Dr. Kunst, de prae ses van de vorige Synode, zit vlak bij hem (assessor), en die weet er natuur lijk ook heel veel van. Mocht er nog iets niet duidelijk zijn, dan is Ds. Van Andel (Utrecht), de actuarius van de Synode, in de buurt, om te zorgen, dat alles correct gaat, en wordt genotuleerd (ivoor de Acta, die later verschijnen). Links vooraan, dicht bij de katheder, zit de pers, die dus alles van nabij mee maak, en geen woord behoeft te missen! Br. Scheps van „Kerknieuws" zit prac tisch naast de sprekers, en kan uit de eerste hand zijn kolommen vullen met betrouwbaar Synodenieuws. Al hebben we dan een eigen kerkelijke Informatie dienst, dit sluit de taak van de pers niet uit. In tegenstelling met de Her vormde Synode, die niet voor publiek en pers toegankelijk is, zijn de zittingen van onze Synode zo openbaar als het maar kan (behoudens „Comité", waar het niet kan Het A.K.B., het algemeen kerkelijk bureau, verricht voor de Synode bijzon dere diensten. Rapporten, brieven, voorstellen worden snel vermenigvul digd. De service gaat zover, dat ook belangstellende gasten een in behande ling zijnd rapport al snel ontvangen. Ik was nog maar net binnen of ik kreeg van de directeur, de heer Bovenberg, al de benodigde papieren en informatie. We hadden trouwens jaren geleden al een prettig contact. Maar de dienst verlening van het A.K.B. is op de Sy node wel een heel bijzondere. Ontzaggelijk veel wordt er op zo'n vergadering gepresteerd. Wat in de commissies besproken is, soms uren lang, komt in de vorm van een rapport op de Synodetafel. Soms gaat er een deputatenrapport aan vooraf, waarover de commissie, die het stuk kreeg, dan weer zijn visie moet geven. De Synode leden moeten stapels stukken bestude ren, willen ze goed mee kunnen „spe len". De rapporteur van een commissie, neemt bij de katheder plaats, en daarna kan ieder zijn oordeel geven. Soms is er een lange rij sprekers. De vrolijke noot ontbreekt niet gelukkig, want bij zoveel stof dreigt eentonigheid. Zijn alle op- en aanmerkingen gespuid, dan komen, als ze er zijn eerst de deputa- ten, om hun werk te verdedigen, daarna de rapporteur, die op één en ander nog eens weer reageert. Soms is er een tweede ronde en tenslotte komen de voorstellen in stemming (als ze tenmin ste niet teruggaan naar de commissie, ter verbetering En zo arbeid men daar, uren, dagen aaneen (met slechts korte pauze's), om Ds Vellinga van Meppel zou eens een heel goede morgen hebben. Hij kwam bij een oude broeder op bezoek, die hem vertelde, dat het Kerkblad van Drente en Overijssel, waarvan Ds Vel linga hoofd-redacteur is, geen minuut 'in hét" bandje bleef. „Als Uw krant komt, dominee, laat ik er alles voor staan". In het verdere gesprek bleek het, dat deze broeder alleen de feuille ton maar las. „Ik ben er toch zo nieuws gierig naar, of die Kees en die Clara elkaar nog krijgen." Och, je moet als hoofd-redacteur er maar rekening mee houden, dat het dessert wel eens eerst, en soms enkel maar genomen wordt. Wie voor een tuimel bang is, moet echt niet in een krant schrijven. Mijn ouderling laat de feuilleton voor wat die is, hij voedt zich met de hoofd artikelen. Of die echter altijd de eerste beurt krijgen Ik heb zo'n idee, dat mijn ouderling zijn dessert ook wel eens het eerst neemt. Dat is dan de lijst van predikbeurten. Hij heeft een brede in teresse. Heel Zeeland wordt bestudeerd. En nu hij van mij het Kerkblad van Drente en Overijssel krijgt, hebben ook die provincies zijn aandacht. Zo weet hij precies, welke dominee's erg ruil- lustig zijn en in welke gemeente haast altijd de eigen pastor op de stoel staat. Als je de krant tenminste geloven kunt. Mijn ouderling heeft zo'n vermoeden, dat lang niet alle ruil-verkanseling ge publiceerd wordt en dat in de zaterdag se nood van de predikanten nog heel wat transacties tot stand komen. Mijn ouderling is goed-Zeeuws, goed-mild. En het is zijn Zeeuwse eer, dat er hier zo goed voor de dominee's gezorgd wordt. Maar toch heeft het dessert in de Zeeuwse Kerkbode, in het laatste nummer van '65, hem niet zo lekker gesmaakt. In twee en twintig kerken van Zeeland op Nieuwjaars morgen geen dienst. En als ik dan de pijn van zijn verontwaardiging wat ver zachten wil door mijn opmerking, dat de dominee's in drie dagen vier keer moesten preken, komt mijn ouderling met de tegen-opmerking „Soms zien ze er geen been in om op één zondag vier keer te preken". Het Noorden heeft het nu bij mijn ouderling van het Zuiden gewonnen. Daar, in Drente en Overijssel, heeft hij bij geen enkele kerk het zakelijke geen dienst gevonden. En nu zit mijn ouderling met de vraag, of we in het Zuiden ook wat te veel medelijden met de dominee's en het kerk-volk hebben. G. S. O. de dingen van het kerkelijk leven zo serieus en grondig mogelijk te behan delen. Zo werd aan het voorstel van de Classis Goes bijzondere aandacht ge geven. Gelukkig was er veel lof en meer dan één Synodelid liet merken Hier past een ja zonder neen Wij moeten de arme landen helpen. Met genoegen was ik een middag in Lunteren. Veel meer mensen moesten van de gastvrijheid van onze Synode gebruik maken om er eens een kijkje komen nemen. De „afgevaardigden" van de Classis Goes werden wel met een bijzondere service omringd, wat we zeer waardeerden. Ook van de Synode-arbeid kan men, geloof ik, wel zeggen Boeiend en ver moeiend. Wat wordt er veel concentra tievermogen gevraagd. En wat zijn soms ingrijpende zaken aan de orde. Laten we niet te snel zijn met onze critiek. Hier wordt nauwgezet gewerkt, in trouw aan de Koning der Kerk, om het profetisch Woord, dat zeer vast is, te bewaren. Belangrijke vragen zullen nog aan bod moeten komen. De dynamiek van deze tijd gaat aan de kerken niet voor bij. Maar goed ook De Synode van Middelburg heeft onze voorbede nodig. Deze knechten maken zich gereed en bouwen. Moge God van de hemel het hen doen geluk ken (Neh. 2:20.) W. KATS.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1966 | | pagina 1