^Zeeuwóe 3£erkbode
1
Doorbraak in
de Huiskamer
J
Heer, waar dan heen 1
20e JAARGANG No. 22
3 DECEMBER 1965
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redactie Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. Kats, Goes Ds. A. G. Kornet, Vlissingen
,ik worstel Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Ds. D. Ringnalda, Middelburg
en ontkom" Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
7
Abonnementsprijs
3,50 per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
Als we het over de doorbraak heb
ben, denken we uiteraard aan een be
paald gegeven, namelijk aan de politiek.
We denken dan aan hen die menen als
christenen zich verantwoord te kunnen
scharen in de gelederen van die partij
of partijen die zich niet als christelijke
partij aan ons volk presenteren. In het
bijzonder denken we dan aan de
P.v.d.A., die onderscheiden werkgroe
pen zoals van Protestanten en Roomsen
binnen haar partijverband heeft. Zij
menen o.i. ten onrechte dat het christe
lijk beginsel hen hiertoe niet in de weg
staat, maar juist veeleer noopt dit uit
te dragen in dit partijverband. Nog
eens gezegd delen we dit inzicht niet
en we bedoelen ook niet hierover te
schrijven.
't Is alleen maar zo dat we bij het
woord doorbraak hier wel allereerst
aan denken, maar het kan ook gebruikt
worden op ander als politiek terrein.
Zo zoeken de kerken in Nederland
sinds enkele jaren stellig meer toenade
ring tot elkaar dan voorheen wel het
geval of niet het geval was. Daar is
b.v. het feit dat onze Generale Synoden
reeds meermalen uitspraken gedaan
hebben en omtuiningen gegeven met
het oog op gemeenschappelijke dien
sten, behalve dan avondmaalsdiensten.
Er zouden samensprekingen aan moe
ten voorafgaan die van een zekere ge
lijkgerichtheid van inzicht omtrent
Schrift en belijdenis moesten doen blij
ken.
De practijk in vooral sommige ge
deelten van ons land, in het ene meer,
in het andere minder, heeft zich of is
bezig zich hiernaar te gedragen. Soms
met een vrijmoedigheid die zeker niet
door de synoden is bedoeld en waar
men de gesteelde grenzen overschrijdt
en de omtuinigen negeert.
Ook dit is doorbraak te noemen, doch
er is meer van die aard. Doorbraak is
er ook b.v. bij radio en televisie-uitzen
dingen. Wie nooit te-voren een mis bij
woonde nooit nog een Roomse kerk
van binnen zag of wie nimmer nog
een Hervormde kerkdienst volgde wie
van oud-Roomsen nauwelijks afwist
wie van doopersen en vrijzinnigen
vernam van horen-zeggen kan deze alle
nu per radio en televisie meemaken.
Jaar en dag is dit reeds het geval. De
omroepverenigingen beginnen al te ju
bileren.
Hier nu is dus al jaren een zo te noe
men doorbraak in de huiskamer aan de
gang. Er worden op deze wijze bressen
en openingen geschoten in muren die
paalvast afgesloten kringen, zelfs encla
ves om zo te zeggen, vormden. Waar
men vaak heel zijn leven tot nog toe
in eigen kring zich bewoog zonder
behalve dan op zijn werk, in zijn winkel
of kantoor, zijn buren met anderen
wat dieper dan oppervlakkig kennis te
maken, had dit sinds het radiobestel uit.
Het knop-omdraaien, het bord-langs-
speuren kreeg voor sommigen iets spor
tiefs zelfs.
Een en ander toch beperkte zich niet
tot bepaalde groepen, maar was over
heel de linie van de menselijke samen
leving het geval. Vaak was de kennis
name van anderer opvattingen en over
tuiging een openbaring.
Veel luisteraars komen door radio en
televsie in een ruimte waar ze nog nooit
geweest zijn en voelen zich dan vaak
als de beroemde kat in het vreemde
pakhuis. Men ging eigen geborneerd
heid gevoelen en zei bij zich zelf of ook
wel tot anderen zijn die lui zo Dat
wist en dat dacht ik niet. Zo herinner
ik me een ingenieur van liberale huize
die uit nieuwsgierigheid enkele kerk
diensten of ziekenuurtjes beluisterde
waarbij gereformeerde dominees voor
gingen. Zijn oordeel luidde toen ik
geef het hier door zonder pretentie
dat deze het beste preekten, althans
het meest begrijpelijke voor hem. Deze
man werd er door uit zijn liberale zelf
overschatting en zijn isolement losge-
peld.
Natuurlijk zit er in dit grensverkeer
geen gevaar omdat niet iedereen vol
doende onderscheidingsvermogen bezit,
hetgeen soms heel onnozel kan zijn.
'k Maakte hiervan een merkwaardig
geval mee van een oude dame die ik
geregeld bezocht, en me op zulk een
bezoek meedeelde dat ze toch zo veel
had aan de toespraken van de oude
Prof. Lindeboom. Ik zei dat kan niet,
Men zou, dacht ik, een lans kunnen
breken voor de leuze Ieder Christen
adventist
Dat klinkt op het eerste horen mis
schien wat vreemd. Advemtisten, dat
zijn immers mensen, die tot een be
paalde groepering buiten <de officiële
want die is al lang ter ziele. „Nee", zei
ze, „ik hoor hem nog iedere vrijdag
avond met genoegen." O, ik begrijp u,
maar dat is niet de oude Lukas Linde
boom zoals u denkt, doch de vrijzinnige
Prof. uit Groningen
Inderdaad zijn er dus risico's van
misverstand en verkeerde beïnvloeding
mee verbonden, maar wie dit niet in ge
loof aandurft, moet uit de wereld gaan;
kloosterling en soms duisterling worden.
We zullen er voor waken en bidden dat
de doorbraak in de huiskamer niet een
doorbraak in de hoofden en harten
wordt. Maar het oor toestoppen en het
oog sluiten voor anderer overtuiging
brengt geen mens voordeel aan. Met
open oog en oor toezien en luisteren en
de geesten beproeven of ze uit God zijn
is nog altijd het christelijk voorschrift
welks navolging, dunkt me, nog nooit
iemand kwaad heeft gedaan.
Brouwershaven B. WENTSEL.
i
J
kerken behoren, of, zo u wilt, een secte
vormen. In de geschiedenis hebben ze
allerlei berekeningen gemaakt aangaan
de de wederkomst van Christus, die
dan later weer niet bleken te kloppen.
Soms kwam en komt daar een Sabbat-
tisme bij, het onderhouden van de Sab
bat, zonder het vieren van de zondag.
Nee, in die betekenis kunnen we het
Adventisme niet steunen.
En dan toch ieder Christen adven
tist En de gemeente Adventsgemeen-
te Ja, maar dan in een andere, een
bijbelse zin.
We zijn nu weer in een periode van
het kerkelijk jaar, die we de Advents-
weken noemen. Het is een tijdsbestek
van vier weken voorafgaande aan het
Kerstfeest. De tijd waarin de kinderen
behalve de St. Nicolaas- ook weer de
Kerstversje gaan zingen. Waarin de
predikanten voor hun prediking de Ad-
ventsstoffen kiezen. Ook spreekt men
wel van de „donkere dagen voor het
Kerstfeest". In Zeeland hoorde ik de
uitdrukking de zes donkere weken
„We gaan de nachtschuit weer in",
zeggen anderen. Ondanks veel kunst
licht overheerst het donker.
De dichter Gabriël Smit zei het eens
zo mooi
Vader, het donker heimwee van dit
laat getijde
heeft alle dagen van hun glans beroofd.
Waar is de ster, die Gij toch hebt
beloofd,
Waar zijn het zingen en het diep
verblijden
en even later merkt hij op
Wij zijn vermoeid en onze zwakke stem,
breekt in de stormen dezer grauwe
dagen
Zo voelt u het misschien ook wel
eens aan. De boodschap van de advent
heeft een adres een volk, dat in duis
ternis wandelt
Vandaar dat men van ouds in deze
tijd opriep tot boete en berouw. Een
adventsgemeente weet schuld te belij
den. Wat komen wij ontzaglijk veel te
kort, tekort in liefde vooral.
Ik las eens dat iemand schreef: „Wat
een afschuwelijke maand, december,
vol eenzaamheid, die soms ondragelijk
wordt. De mensen geven elkaar ca
deautjes, maar geen liefde". Blijkbaar
was hij door zijn omgeving gewond, of
vergeten
En onze relatie tot God Is er niet
vaak verkoeling, verschraling, of hoe
men het noemen wil Er zijn kerstlie
deren, die eindigen met„Kyraëleis",
dat is „Eleer, ontferm U Een Ad
ventsgemeente zal waarachtige veroot
moediging kennen niet slechts als deel
van een goede liturgie, maar als levens
houding.
Maar dan wordt de situatie toch an
ders. Dan zullen we ook het licht zien.
Uw licht komt (Jes. 60 la), het is een
belofte, die al in vervulling is gegaan.
Een Adventsgemeente zal niet doen,
alsof Christus nog niet gekomen is
Zijn aanwezigheid in deze wereld als
mens onder ons mensen is het grote
historische heilsgebeuren. Ondanks alle
neo-modernisme van onze tijd houden
we dit vast. Immanuël God met ons
Iedere keer weer komt de majesteit van
dit wonder op ons af. Zo demonstreerde
God zijn liefde De echte Adventsge
meente ziet telkens Jezus als het Licht
der wereld. Zo heeft Hij zichzelf aan
ons geopenbaard. Zo hebben wij Hem
te aanvaarden, ook in ons leven, ook
in onze tijd.
Maardat heeft consequenties
voor de christelijke levenspractijk. Je-
saja zei het al Sta op en word ver
licht Er wordt activiteit van ons ge
vraagd. Berouw alleen is niet voldoen
de. Met je verstand weten, dat Jezus
het Licht is, ook niet. Je moet ook wil
len staan in de lichtkring van de ge
nade. „Hoe breng ik Kerstsfeer in mijn
huis was eens de titel van een tele
visieprogramma. Met de kerstboom met
fel gekleurde ballen en engelenhaar
Allemaal prachtig Maar kerstsfeer,
Christussfeer komt er toch pas, als je
bij Hem komt, omdat Hij bij ons kwam.
De Adventsgemeente zal zich opstellen
in de lichtkring van Bethlehem, in de
lichtkring van het kruis
We doen een volgende stap Als je
IJdelheid der IJdelheden, zegt de prediker
ijdelheid der ijdelheden, het is al IJdelheid
Pred. 1 2.
Men heeft het boek Prediker wel genoemd het boek van de afgevallen
bladeren. En zoals het afgevallen blad z'n taal heeft, zo heeft ook dit
diepe boek z'n eigen taal. Als een herfstmens ziet de Prediker terug op
lang vervlogen dagen, hij ziet achterom naar 't bijna geleefde leven, en
hij giet de wijsheid van de zo ervaren levensgang uit in een boek vol
zinnen en spreuken. Zwaar is dit boek van geestelijke waarheid en wijs
heid. Dit boek predikt, het is prediker. En het predikt van de late levens
gang uit tot jong en oud, het waarschuwt en vertroost, het speelt in diepe
accoorden, het klinkt als het overtuigingswoord van een oude grijze, die
uit de schat van ervaring grijpt en vertelt en levenswijsheid geeft.
De Prediker kent tweeërlei wereld. Hij kent een wereld onder en één
boven de, zon, en tussen die beide ziet hij een scherp contrast. Boven de
zon is de wereld van het hemelse, daar is zaligheid, daar dienen de En
gelen met vreugde, daar zingen de verlosten God ter eer.
Maaronder de zon, in dit aardse, aanschouwt de Prediker die rust
en die zaligheid niet, voor die wereld weet hij maar één oordeel IJdelheid
der ijdelheden. Eigenlijk staat er onzinnigheid der onzinnigheden.
De Prediker worstelt om het doel, de betekenis te vinden, maar hij
kan tot geen andere conclusie komen dan tot deze, dat het leven onder
de zon op zichzelf zinloos en doelloos is, troosteloos en somber, besloten
onder de cirkelgang, bestemd om weg te zinken. En daarom de herhaling:
ijdelheid der ijdelheden, ijdelheid der ijdelheden, en nog een flinke streep
er onder het is al ijdelheid.
De klacht van de Prediker is de Advents-roep, de bede tot God Och,
dat Gij de hemelen scheurdet dat Gij nederkwaamtVan beneden, van
het leven onder de zon kan het heil niet komen. Heer, waar dan heen
De Prediker wijst de weg tot God, z'n boek eindigt met de sluitrede
Vrees God en houd Zijn geboden. De doelloosheid en de zinloosheid
hebben niet het laatste woord, in Jezus Christus heeft God het leven
gered van het verderf. Geen mens kan weer vinden de weg van beneden
naar boven, geen mens kan door eigen inspanning aan de ijdelheid ont
komen. Maar God doet het heil komen van boven naar beneden, z'n
Zoon op deze aarde zendende. In Hem stelt God een nieuw begin, in
Hem is de vervulling van Gods belofte, dat er zijn zal levensredding en
levensheerlijkheid.
Die belofte heeft de Prediker in z'n sombere klacht van verre gezien
en geloofd en omhelsd, zijn klacht is de klacht tot God Heer, waar dan
heen
En wie zo klaagt, betoont klaarlijk dat hij begerig is naar een ander
bezit, dan wat het onderzonse hem biedt.
Sursum Corda de harten omhoog, ook in de Advents-dagen van '65.
Het aardse leven met z'n spanningen en teleurstellingen, met telkens
nieuwe noden, kan ons zo onrustig en zo moe maken.
IJdelheid der ijdedlheden je kunt het nergens vinden, je kunt op
niets staat maken. Wat we vandaag hebben, kan ons morgen ontnomen
zijn. Het duurzame geluk kan de aarde ons niet geven.
Te beklagen zijn allen, die het nog verwachten van het leven onder de
zon. Uit de onvoldaanheid moeten we komen tot God, tot wat Hij in
Christus ons bereid heeft. De vrede met Zich, de troost en de kracht van
Zijn gemeenschap, de hoop van het eeuwige leven. De klacht wordt ver
slonden tot de jubel we zullen de schatten en de sieraden niet kunnen
tellen, we zullen ons «eeuwig verwonderen over Gods heil in Christus
Jezus, in het onbegonnen en nimmer eindend lied, dat eeuwig ruist door
's hemels sferen.
Heerlijkheid der heerlijkheden, heerlijkheid der heerlijkheden, o God,
het is al heerlijkheid. G. S. O.
Zijn wij AdvGntsgemeente