^.eeuu^^e ^£&rhbocl&
Het verstokkings-proGes en de Evangelisatie-arbeid
Kerkelijke rondblik
Mijn Oudorling
2Öe JAARGANG No. 21
26 NOVEMBER 1965
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
rgr Redactie Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
PjSSg Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. Kats, Goes Ds. A. G. Kornet, Vlissingen
Ik worste] Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Ds. D. Ringnalda, Middelburg
en ontkom" Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
Abonnementsprijs
3,50 per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
j
DS. W. KATS
Het spijt ons oprecht dat Ds. Kats
Goes gaat verwisselen voor Apeldoorn,
omdat hij gesneden is uit het echte
journalistieke hout.
Ds. Kats is een man van zeer weinig
beloften. Toen we hem vroegen 1 maal
per maand een bijdrage te willen leve
ren vond hij dit al aardig veel. Maar
al schrijvende is de journalist in hem
wakker geworden en toen wij hem
vroegen wekelijks een artikel te leve
ren was het antwoord „goed". En
hij deed het. Met de regelmaat van een
klok lag des maandags zijn artikel bij
ons op tafel.
Hij beperkte zich niet tot een bepaald
genre onderwerpen, maar het brede,
volle leven had zijn aandacht.
Meer dan eenmaal namen andere
Iedere predikant, ouderling of evan
gelisatie-werker komt te zijner tijd in
aanraking met mensen, gezinnen, ge
neraties, die het evangelie kennen maar
zich niet bekeren. Zij kennen de waar
heid in uitwendige zin, maar niet in
inwendige zin. Talloze dekmantel mo
tieven worden door hen aangevoerd om
zich vrij te pleiten van schuld. De
zwarte lijst van christenzonden, ambts
dragerszonden en kerkzonden passeert
de revue. De schuldvraag wordt af
gewenteld op de gebreken van de kerk.
De zwarte lijst blijkt evenwel een dek
mantel te zijn om innerlijke afkeer van
God te verbergen. We staan hier voor
de werkelijkheid van de schering der
schuld en de inslag der verstokking.
Sterker gezegd: De goddelijke verstok
king en de menselijke verstokking gaan
hand in hand. Is er in de bijbel sprake
van verstokkingsprocessen?
Volkerenverstokkingsprocessen.
De Kanaanieten
De Kanaanitische volkeren kwamen
diep onder de indruk van de majesteit
van God van Israël in de verdrinkings
dood van Farao's ruiterij, de overwin
ning op de vijanden en de wonderen.
In plaats van zich te onderwerpen aan
dit volk, zoals de Gibeonieten, de He-
vieten, en Rachab de hoer deden, ver
enigden zij zich en vielen als gealli
eerden Israël aan. (Jozua 10: 12). Zij
werden volledig vernietigd naar Gods
bevel. Het werd een bloedig slagveld.
„Immers de Here had het zo beschikt
dat zij met een verstokt hart de strijd
met Israël aanbonden, opdat men hen
verdelgen zou, zoals de Here Mozes
geboden had." (Jozua 11 20). Het ver-
stokkingsproces van de innerlijke vij
andschap werd een goddelijk gericht.
Hier wordt van goddelijke beschikking
gesproken.
Al zijn in deze eeuw enkeling en
volk gescheiden en kerk en volk geen
eenheid, dit neemt niet weg dat er ook
vandaag een verstokkingsproces van
een natie kan zijn. Nog steeds is een
volk een gemeenschap. We dienen ook
nu rekening te houden met dit proces
nu 20 van hët Nederlandse volk God
de rug toekeert. Om van andere volken
waar het percentage hoger is maar niet
te spreken.
Generatie- en
familie-verstokkingsprocessen.
De Omriden
Eveneens lezen we van generatie-
en familie-verstokkingsprocessen. Een
voorbeeld zijn de Omriden, Omri,
Achab, Ahazia, Joram. „Omri deed
wat kwaad was in de ogen des Heren,
ja hij maakte 't erger dan allen die voor
hem geweest waren." (1 Kon. 16 25).
Achab huwde met Izebel en voerde de
Baai-dienst in. Hij werd met zijn ge
slacht vervloekt. „Zie Ik doe onheil
over u komen en Ik zal u wegvegen
en Ik zal van Achab allen van het
mannelijke geslacht uitroeien van hoog
tot laag in Israël". (1 Kon. 21 21). De
honden lekten zijn bloed en de hoeren
Kerkbodes zijn artikelen over. Een be
wijs, dat hij iets te zeggen had.
Nu zijn wij realist genoeg om te
weten, dat door zijn vertrek naar Apel
doorn ook het einde van zijn medewer
king aan de Kerkbode in 't zicht komt.
We zouden hem alleenlijk publiekelijk
willen vragen stop er niet direct mee.
Ga nog een poosje door. Help ons nog
even totdat wij het vacuum, dat door
uw vertrek ontstaat, weer hebben kun
nen vullen.
Zegt u ook ditmaal eenvoudig
„goed", dan weten we hierop te kunnen
vertrouwen. Is het antwoord echter
negatief dan is onze dank voor het vele
dat u voor onze Kerkbode heeft ge
presteerd er niet minder om.
Ds. Kats en familie, het ga u wel in
het Apeldoornse!
DE UITGEVERS.
wiesen zich er in 1 Kon. 22 38). Aha
zia stierf door een val uit zijn boven
vertrek. (2 Kon. 1:4). Ook Joram, de
andere zoon van Achab stierf een ge
welddadige dood en werd geworpen
op de akker van Naboth (2 Kon. 9,
vers 26). Deze Omridengeneratie is het
bewijs van de gerichtsprocessen die zij
zelf door hun onbekeerlijkheid over
zich haalden.
Wie de families in zijn woonplaats
bezoekt en de samenhang der geslach
ten onderzoekt, ontdekt eveneens in
deze tijd dezelfde procesmatige afzak
king. Vele geslachten kennen het evan
gelie, maar wapenen zich er tegen in
verharding. Het lijkt wel alsof de bood
schap afketst op de onbekeerlijkheid.
Een vloed van evangelisatiebladen,
radio- en televisie-getuigenissen ver
ootmoedigt hen niet. Dit verschrikke
lijke proces is een werkelijkheid waarop
wij ook in het heden stuiten.
Individuele-verstokkingsprocessen.
Saul, Judas
Naast volkerenverharding en ge
slachtenverharding, is er ook een in
dividuele verharding mogelijk. De fi
guren van Saul uit het oude en Judas
uit het nieuwe testament vormen hier
van 'n frappant voorbeeld. Het merk
waardige is dat zij beiden heel dicht
leven in de nabijheid des Heren. Zij
zijn beiden verlicht door de kennis
Gods. Zij bekeren en verootmoedigen
zich niet. Zij bijten zich vast in de eer
zucht en geldzucht. Ook van hen geldt
dat er een horizontaal verhardingspro-;
ces is van hun kant en een verticaal
verhardingsproces van Gods kant. Het
goddelijke „moeten" (dei) draagt het
zelfde karakter als het goddelijke „be
schikken" van het oude testament.
Ook nu ontmoeten wij dergelijke fi
guren temidden van gelovige families.
Ze hebben kennis gekregen van de
meest essentiële waarheden en worden
daarmee dagelijks geconfronteerd.
Maar ze komen niet tot verootmoedi
ging ondanks de vermaningen van
ambtsdragers. Hebreeën zegt van hen
iets verschrikkelijks, dat bij velen wer
kelijkheid is. „Want het is onmogelijk
degene die eens verlicht zijn geweest,
van de hemelse gaven genoten hebben
en deelgekregen hebben aan de Heilige
Geest en het goede woord Gods en de
krachten der toekomende eeuw ge
smaakt hebben en daarna afgevallen
zijn, weder tot bekering te brengen,
daar zij wat hen betreft „de Zoon van
God opnieuw kruisigen en tot bespot
ting maken." (Hebreeën 6:4, 5, 6).
Wie deze ervaringen in de praktijk op
doet, dreigt moedeloos te worden onder
zoveel verharding. De vraag is nu
evenwel hoe onze houding tegenover
deze verhardingsprocessen van volk,
geslacht en enkeling moet zijn.
Troost van de beschikking in de ijver
Deze verstokkingsprocessen zijn voor
de ijverige evangelist en getuigende
christen in zeker opzicht een troost. De
troost is dat wij, onze taak vervullende,
de schuld-vraag op de ander mogen
werpen. Dat volk, die familie, die enke
ling is zelf verantwoordelijk voor de
verharding. Onze verantwoordelijk
heeft een grens. Wij zijn al getuigende,
de boodschap uitdragende, niet verant
woordelijkheid voor de eeuwige onder
gang van 2 miljoen Nederlanders. Zij
laden zelf" deze schuld op zich. De
troost is bovendien dat God het zelf
met hen uitvecht. De verstokking van
Gods kant is de reaktie op het mense
lijke neen. Het neen Gods en het neen
van de mens zijn als schering en inslag
in elkander gewikkeld. Ook het ge-
richtsproces dat zich voltrekt in deze
dialektiek van aanbod der genade en
afwijzing daarvan heeft in zich de
troost dat niets buiten de almachtige
wil Gods omgaat. Daarom spreekt de
bijbel van het beschikken van het
kwaad, het zenden van een dwaling
(2 Thes. 2:11), het moeten van de
raad Gods. Wij mogen het op het mo
ment van onze taak-volharding in zijn
handen leggen. Wanneer wij .jze
plicht gedaan hebben zal Hijzelf het ge
vecht met de zich verhardenden voort
zetten. Wanneer evangelisatiepredi
kanten, evangelisten bezoeken afleggen
en ambtsdragers schier eindeloos met
de zwarte lijst van verwijten gekon-
fronteerd worden, mogen zij er zeker
van zijn dat de evangelieverkondiging
óf bekerend óf richtend zijn werk zal
doen. Wanneer velen moedeloos wor
den over het in verhouding tot het vele
werk betrekkelijk geringe oogstresul-
taat, is de troost dat ook het gerichts-
proces een werking Gods is in de har
ten.
De grenzen van het zelfonderzoek
Natuurlijk dienen wij ons te onder
zoeken in iedere nieuwe tijd of we de
goede methode volgen. Ook dienen wij
de gemeente als de Pinkster-gemeente
tot het getuigenis in het leven te drin
gen. Een niet-getuigende gemeente
heeft niet de volheid van de Geest. De
kracht van de Geest mobiliseert de ge
meente tot getuigen van de Heiland.
Het is zonde van nalatigheid als de on
bekeerde buurman geen woord tot zijn
behoud van ons verneemt. Het zelf
onderzoek legt deze hiaten van na
latigheid voortdurend open.
Maar aan dit zelfonderzoek zijn
grenzen. Het kan ook ziekelijk worden.
Een eindeloze discussie over de metho
de kan wijzen op decadente verschijnse
len. De grenzen van ons zelfonderzoek
liggen daar waar wij in ons blijde ge
tuigenis niettemin rekening houden met
het neen van het ongeloof. De apostel
Paulus houdt zelfs op het maagdelijke
gebied van de zendingsarbeid rekening
met dit hardnekkige verzet van de hei
denen. Hij houdt eveneens rekening
met de afval in 't laatste der dagen
(2 Thes.). We moeten ons ootmoedig
realiseren dat we niet iedereen kunnen
bekeren. We dienen ons voor ogen te
stellen dat in het laatste der dagen de
liefde van velen zal verkillen en er
generaties van de Here God zullen af
dwalen. We mogen onze taak met alle
kracht vervullende het resultaat van
onze arbeid overgeven aan Hem die
daarmee werkzaam- is ten leven of ten
gerichte. „Want wij zijn voor God een
geur van Christus onder hen die gered
worden, en onder hen die verloren
gaan: voor dezen een doodslucht ten
dode, voor genen een levensgeur ten
leven." (2 Cor. 2:15 en 16). In deze
overtuiging staande hebben we het ge
loof dat het evangelie een kracht Gods
is waardoor enkeling en generatie en
volk herboren en vernieuwd kunnen
worden. En daarom verliezen we de
moed niet en koesteren we grote ver
wachtingen in de evangelisatie. In de
zelfde overtuiging staande geven wij
het geringe oogst-resultaat over aan
Hem, die tot de laatste ademtocht zijn
strijd voert met de harten en gewetens
in de dialektiek van genade-aanbod,
afkeer en gericht. En dit is de rust van
een getuige van Christus het verstok
kingsproces aan Hem te mogen over
geven.
B. WENTSEL.
(XL VII)
Op de ouderlingen-cursus te Middel
burg heeft Ds. Meyer van Meliskerke
gesproken over Exercitium piëtatis
de oefening in de godsvrucht. Zorgt de
ambtsdrager ook geestelijk voor zich
zelf? En zorgen we voor elkaar, als
predikanten en ouderlingen en diake
nen? Ds. Meyer memoreerde in grote
dank, dat hij van een ouderling in zijn
eerste gemeente veel geestelijke steun
had ontvangen. Hij had met ontroering
bij het sterfbed van deze broeder ge
staan. Och, je hebt als ambtsdrager
heel wat ervaringen. Al is de gemeente
ook nog zo klein, overal zijn er de vele
dingen, die ons „bekommeren en ver
ontrusten" kunnen. Soms hoe kleiner
de gemeente, des te talrijker de neste-
rijen. En het zijn lang niet altijd geeste
lijke, zelfs lang niet altijd kerkelijke
zaken, die bij de kerlceraad gebracht
worden. Je hebt vaak het idee, dat
sommigen het college van ambtsdragers
zien als een zeer goedkoop advocaten
bureau. Je kunt hier pleiten voor een
koe en geeft er niet één toe. Iedere
dominee, iedere ouderling moet op zijn
tijd over advocaten-wijsheid, en soms
over dokterswijsheid beschikken. Waar
de goe-gemeente je al niet voor nodig
heeft! En dan gaat de vraag wel eens
branden kwamen die ambtsdragers
wel voldoende aan hun eigen gezin,
wel voldoende aan zichzelf toe?
Het is zo goed en zo leerzaam, het
kan zo tot zelfontdekking leiden om
dit als ambtsdragers eens met elkaar
te bespreken.
Van kerkeraads- en classes-vergade-
ringen niets dan goeds. Maar op een
conferentie, op een cursus zit je wat
meer ontspannen, wat meer ontwapend
bij elkaar. Je bent er eens uit, en daar
om misschien echt „in". Laat ik zo'n
nieuwe uitdrukking ook eens gebruiken.
In een volgend artikel D.V. meer
over die cursus. U weet Ds. Ring
nalda en ik moeten de kort-schrijvers
blijven. Met mij zult u het heel jammer
vinden, dat één van de lang-schrijvers,
Ds. Kats, onze provincie gaat ver
laten. De redactie zal hem wel uit
leiden. Eén van de redactieleden komt
trouw met zijn artikelen. De andere
twee hebben gewacht op de comple
tering van een team in hun pastoraal
bestaan. Intussen kreeg Middelburg de
vierde, en Terneuzen de tweede predi
kant. Nu gaat de pen daar vloeien.
Heeft Da Costa het niet gehad over
een lier, die sinds lang niet meer ruiste,
en toen in stromende galmen het stil
zwijgen brak?
G. S. O.
Elke kerkformatie heeft zo zijn eigen
zorgen. In onze Gereformeerde Kerken
is een proces van heroriëntering gaan
de, waarbij we allen betrokken zijn, en
waarin we allen moeten meedenken.
Niet slechts afbrekend critisch, maar
positief, opbouwend, opdat we klaar
komen met de vragen, die deze tijd aan
ons voorlegt.
Maar ook in andere kerken heeft
men zijn moeilijkheden. Op enkele er
van zou ik in dit artikel willen wijzen.
Allereerst noem ik dan de vrij-
gemaakt-Gereformeerde Kerken. We
kunnen daar een drietal „modaliteiten"
tegenkomen, die ieder hun eigen blad
als spreekbuis hebben. In „De Refor
matie" is de meest felle en consequente
groepering aan het woord (met als
hoogleraren Prof. Kamphuis en H. J.
Schilder). „Opbouw" is heel wat ge
matigder (Prof. Veenhof) en steunde
b.v. een aantal Synodeleden, die de
Generale Synode van Rotterdam uit
protest verlieten. Dan is er het blad
„Contact", waaraan o.a. de A.R. Dr.
Meulink meewerkt, en waarin (soms)
mildere geluiden ten opzichte van ons
te beluisteren zijn.
Er zijn veel kwesties in deze kerken.
In sommige plaatsen zijn twee kerke-