j£,eeuwóe 3
xxxxv
RONDOM ONZE JONGEREN
Na vijf en tachtig jaar „IN"
Mijn Ouderling
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redactie Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Medewerkers A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. Kats, Goes Ds. A. G. Kornet, Vlissingen
Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Ds. D. Ringnalda, Middelburg
Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
20e JAARGANG No, 18
5 NOVEMBER 1965
„Ik worstel
en ontkom"
r
Abonnementsprijs
3,50 per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
't Is m.i. moeilijk om na al hetgeen
de kranten in proza en plaat, in woord
en beeld vóór en na de twintigste ok
tober 1965 over de viering van het vijf
en tachtigste jubileum der Vrije Univer
siteit hebben gepubliceerd, nog iets
nieuws en iets zinnigs over dit zeven
tiende lustrum (17 X 5) te schrijven.
Dit kan men al dadelijk zeggen dat de
V.U. thans wel wat men noemt ,,in" is.
'k Las onlangs deze woorden „er
gens geweest te zijn maakt menigeen
gelukkiger dan er te zijn". De herinne
ring was dan aangenamer dan de feite
lijkheid. Nu zou ik dit niet gaarne on
derschrijven omdat ik me inderdaad ge
lukkig gevoelde toen ik bij het gevierde
lustrum aanwezig was en blij ben er ge
weest te zijn. Ik wilde wel graag een
persoonlijke indruk geven van het ge
beurde. 'k Was hoog gezeten op het
balcon, zodat ik een prachtig overzicht
over het geheel had en het binnenkomen
van de talrijke senaat, het zich lang
zaam vullen van de zaal, het balcon en
de z.g. blauwe zaal evenals de geruis
loze binnenkomst van de princessen die
er waren en van de Koningin daarna
rustig kon waarnemen.
Dit geruisloze was al dadelijk tref
fend en tekende de sfeer van de samen
komst, een sfeer die Hare Majesteit
zelve ook duidelijk bleek te hebben aan
gevoeld toen ze aarzelde met de zes
doctores samen gekiekt teworden ,,Ik
hoor er immers niet bij", zei ze. Prins
Dr. Bernhard knikte, zeggende ,,Doe
het maar". En ze deed het naar de
foto's uitwijzen, die in een der bijzalen
zijn genomen.
Ik zeg dat dit geruisloze treffend
was en wel omdat anders alles gaat
staan en het Wilhelmus weerklinkt bij
de komst der Koningin. Dat een en an
der achterwege bleef, ja, dat velen het
binnenkomen niet eens opmerkten, te
kent de wetenschappelijke sfeer. De
wetenschap 'was hier de eerste. De Uni
versiteit domineerde, hetgeen al dra
bleek uit de magistrale rede van Prof.
Dr. Lindeboom, de medicus die aan het
slot van zijn boeiende oratie de zo moei
lijke en in discussie zijnde medische
ethiek ter sprake bracht.
Hierna brak het ogenblik aan van de
erepromoties in het vooruitzicht waar
van de duizenden naar het Concertge
bouw waren gestroomd. De spanning
steeg merkbaar en het was een lust om
de geestdrift op te merken waarmee het
publiek deze promoties volgde. Het ap
plaus dat opsteeg als de promotor een
eredoctor gelukwenste en de hand druk
te was een krachtig. Bij de gelukwens
van Prins Dr. Bernhard en Ds. Dr.
King nog wat feller en langduriger dan
bij de anderen, 't Was leuk om te zien
hoe de Koningin met zichtbaar welge
vallen dit alles meemaakte. Ze legde
dunkt me echt haar hart in haar hand
geklap. Al met al prees ik mezelf ge
lukkig er bij te zijn, en nu er bij ge
weest te zijn. Ik dacht zo dat ieder der
aanwezigen dit op zijn eigen manier
meemaakte. Wat mezelf betrof werd ik
van het begin af in beslag genomen
door wat ik in deze zelfde zaal meege
maakt had in het jaar 1906.
Het was toen Dr. A. Kuyper, terug
van zijn reis om de oude wereldzee,
zijn bekende rede over „Bilderdijk in
diens nationale betekenis" hield. Een
golf van geestdrift sloeg tegen hem op
toen hij op het podium verscheen om
het woord te nemen. Nu, hem zag ik
op die woensdagmiddag als 't ware al
maar op de achtergrond van dit gebeu
ren. Hem, de redenaar uit de Nieuwe
Kerk op de Dam, de man van het be
kende ,,tot blozens toe verlegen" met
deze Universiteit die van de spot der
wereld van die dagen alles af wist. En
dan nu ditNu, de Prins der Neder
landen eredoctor in tegenwoordigheid
van zijn echtgenote, de Koningin der
Nederlanden met twee van hun doch
ters en twee verloofden.
Toen een handvol hoogleraren en nü
een podium vol. Toen een klein eng
kringetje van belangstellenden en nu
wereldwijd vermaard erepromotie van
een Frans geleerde van naam van een
bekende Amerikaan van de minister
president der Ned. Antillen en van Ds.
neger-dominé King benevens de beide
Nederlanders. Mij dunkt, dat het oecu
menische karakter der Universiteit wel
klaar en duidelijk was. Men zou bijna
de naam der Universiteit willen wijzi
gen in Vrije oecumenische christelijke
universiteit.
Alles naar Kuypers ideaal dat in zijn
dagen niet verwezenlijkt kon worden,
maar waar we nu na 85 jaar aan toe
zijn. Ook de bidstond wees in deze rich
ting. Ze werd gehouden in de Herv.
Westerkerk een Herv. dominé deelde
mee, dat Prof. Van Niftrik door droeve
omstandigheden verhinderd was voor te
gaan. In zijn plaats kwam de Lutherse
De kinderen
Enige weken geleden heb ik in ons
blad een artikel geschreven over de
eredienst en de kinderen. Ik vroeg om
reacties, en inderdaad, die zijn er ge
komen, mondelinge en ook schriftelijke,
de laatste in de vorm van brieven van
jongelui uit Middelburg, Heinkenszand
en Goes. Hartelijk dank, meisjes -ja,
zo moet ik het schrijven, de jongens
moet ik weglaten, want het waren enkel
meisjes, die in de pen klommen Ik heb
jullie brieven met aandacht gelezen.
Het is me duidelijk geworden, ook
uit deze correspondentie weer, dat de
kinderen er echt bij willen behoren. Ik
kan niet op alle vragen en opmerkingen
ingaan, maar ik wil er toch enkele van
doorgeven. De mening van jongeren
horen we niet zo vaak in onze kerkbode!
Dus enkele citaten
,,Ik zou het erg fijn vinden als je
samen in de kerk over de preek mocht
praten. En samen bidden. Hardop, be
doel ik."
,,De preek is vaak veel te geleerd. En
wij jongeren hebben God juist zo no
dig, omdat Hij alleen ons helpen kan
het leven in te gaan."
„Velen van de ouderen denken, dat
de jeugd er toch niet om geeft... Maar
wij denken er net zo goed over na als
de anderen, al durven wij er soms niet
zo over praten."
„Wat mij betreft gewoon met de
ouderen naar de kerk, maar niet zo stijf
en plechtig."
„Ik heb liever, dat de hele preek ook
een beetje voor ons is."
„De aanspraak broeders en zusters,
jongens en meisjes, vind ik heel goed.
Als u het zo zegt, weten wij ook zeker,
dat u ons er bij bedoelt en dat we er
bij horen."
„Ik vind het altijd het fijnste als er
eenvoudig gepreekt wordt en als er veel
voorbeelden worden gegeven, dan luis
ter je vanzelf beter."
„Als j. b.v. raampjes of lampjes zit
te tellen, en de dominee noemt opeens
iets over school op, dan ben je er weer
bij met je gedachten en dan volg je het
verder meestal ook."
Sommigen zouden wel aparte kinder
diensten willen, maar, zo schrijft een
van mijn correspondentes „Ik vind het
wel juist, als de kinderen ook wel ge
woon naar de kerk gaan, anders zouden
ze gaan denken, dat de kerk enkel iets
voor de ouderen is, en dat is toch niet
zo". Een schot in de roos
Een goede afsluiting van deze kin
derrubriek „Ik vind het leuk, dat u ons
in de gelegenheid heeft gesteld onze
Prof. Kooyman met een uitstekende
preek. Ik dacht zo bij mezelf hoe het
toch altijd weer God de Here is die de
dingen van Zijn kerk en koninkrijk doet
komen op Zijn tijd. Je kunt vragen
waarom mocht het destijds niet en gaat
het nu wel Uiteraard is hier dan van
allerlei over te zeggen, hetgeen niet
wegneemt dat het Gods hand is die de
dingen zó en niet anders leidt, zoals
Hij ook de gedachten der mensen be
ïnvloedt en hun denken beheerst. Het
is Zijn gave dat de V.U. nu zo „in" is.
We danken het aan Zijn genade
Hij geeft genade en ere, niet om der
wille van mensen, zondige mensen ook
die aan een Universiteit arbeiden, men
sen met zonden en gebreken, met fou
ten en tekortkomingen enz., maar die
leven en werken willen tot Zijn eer.
Moge onze nog jonge universiteit tot
in lengte van jaren gezegend voort-
arbeiden tot een zegen voor de wereld.
Tenslotte moet nu nog een opmer
king misschien wel een heel dwa
ze via het hart n.l. de vraag of het
zo onmogelijk zou zijn Prins Dr. Bern
hard als hoogleraar aan de V.U. te
verbinden Het wetenschappelijk ge
documenteerde van zijn redevoeringen
pleit daar m.i. voor.
Brouwershaven B. WENTSEL.
mening eens te geven". Graag gedaan,
jongelui, en ik vond het prettig, dat jul
lie me schreven.
Nogmaals dank We zullen er nog
eens weer over nadenken
Openbare belijdenis.
In verschillende plaatselijke contact
blaadjes van de kerken kun je in deze
tijd lezen, dat de belijdeniscatechisatie
weer begint.
Toch altijd een bijzonder ogenblik fn
het ambtelijk bestaan van een predikant.
Wie zullen er komen Hoeveel Van
sommige weet je het wel, van anderen
niet. En het is ook voor de jonge men
sen zelf een gewichtige beslissing Ik
ga belijdenis doen van mijn geloof
Immers, zo'n beslissing wordt vaak
genomen ondanks het feit, dat men nog
niet met alle vragen klaar is. Wie is
dat trouwens wel Ook oudere leden
van de kerk hebben hun problemen. Die
zullen er wel blijven. En wat is het dan
mooi, dat er elk jaar weer jonge (en
soms enkele oudere) mensen zijn, die
het besluit nemen om openlijk voor de
Heer te kiezen.
Want dat is het toch ten diepste. Het
is niet het afronden van enkele catechi
satiejaren om nu een getuigschrift te
ontvangen, en er dan van af te zijn.
Het is niet de redenering Ik heb nu
de leeftijd, anderen doen het, dus ik
sluit me maar aan. Het is geen middel
om stemrecht te krijgen in de kerk, al
heeft dat er wel wat mee te maken.
Het is de principiële keuze van je
leven, welke weg je wilt volgen Met
of zonder God. Geloven in de verzoe
ning van Christus, of zonder Hem je
eigen gang gaan. Het laatste brengt ons
steeds verder in het moeras, het eerste
maakt ons steeds rijker, want de enige
troost is voor lichaam èn ziel, geldt in
leven èn sterven, geeft rust ook in (on
opgeloste) vragen van ons menselijk
bestaan.
Dat heeft te maken met het feit, dat
je gedoopt bent. Je kunt stellen Voor
mijn doop ben ik niet verantwoordelijk
Nee, je ouders lieten je dopen. En zij
wezen je, als ze hun plicht deden, op de
beloften van Gods verbond. Als je be
lijdenis doet, zeg je daar ja en amen
op. Zoals men wel eens zegtJe neemt
je doop voor eigen rekening. Feitelijk
is het dan een aanvaarden van het won
der Christus nam mij voor Zijn reke
ning „Prijs de Heer", zeggen de Pink*
ster-christenen na zo iets. En dat mag
in zo'n geval inderdaad wel onze jubel
zijn
Belijdenis doen heeft ook wat met het
„Dit heb ik wel geschoten je kunt
beter loco-burgemeester dan loco-domi
nee zijn." Dit is nu eens niet een citaat
uit een of ander boek, maar een opmer
king, ik zou haast zeggen een verzuch
ting van een ouderlings-vrouw. Voor
deze zuster was de vergelijking erg ac
tueel. In een naburig dorp was haar
broer al enkele maanden loco-burge
meester. En die broer had verteld: „Een
baan, die weinig tijd vraagt. Je hebt
overal ambtenaren voor. En het brengt
een aardige cent in het laadje". Nu
was onze ouderlingsvrouw niet kiftig,
en ze gunde haar broer wel een extra-
inkomen. Maar ze vond toch wel, dat
haar man er wel wat bekaaid af kwam.
Die was al bijna een jaar, tijdens de
predikants-vacature, voorzitter van de
Kerkeraad. Er was, zeker, een consu
lent. Maar wat bleef er in de gemeente
van ruim achthonderd zielen nog wat
te doen voor haar man. En ze stond
hem graag af voor het ambtswerk. Als
er echter één blij zou zijn, dat er weer
een dominee kwam, dan zij wel.
Niet alleen de speciale situatie van
het loco-domineeschap brengt de vrouw
van mijn ouderling er toe, dat zij wel
eens zuchten moet. Zij heeft haar kerk
lief, en zij heeft haar man lief. Soms
legt het ambtswerk drie avonden in de
week beslag op haar man. En de vorige
maand heeft hij een snipperdag geno
men voor de classisvergadering. Ze zal
dat geen verloren dag noemen. Toch
vindt ze het een goede zaak in de kerk,
dat er verplichte aftreding is. Zij wil
haar man werkelijk wel eens wat meer
in huis hebben.
Ook in de schaduw van het ambt
moet de offer-weg betreden worden. De
ouderlingsvrouw weet, dat haar man
niet alleen veel tijd, maar ook veel ge
dachten aan zijn ambts-taak wijdt. Hij
schendt het ambts-geheim niet, maar
ook zonder dat hij het zegt, merkt ze
wel, dat er weer iets is, waarmee hij
niet klaar kan komen.
Dr de Vrijer heeft van de predikants
vrouwen eens gezegd, dat ze mogen
zijn „draagsters in gebed van het werk
Uwer mannen". Dit is het geheim van
alle blijmoedigheid, van alle offer
bereidheid, in de schaduw van welk
ambt ook.
G. S. O.
Heilig Avondmaal te maken. Als je
Christus wilt volgen, luister je ook naar
Hem, als Hij zegt Doe dat (Avond
maal vieren), tot Mijn gedachtenis, tot
dat Ik kom In sommige kringen wor
den belijdenis en Avondmaal geschei
den. Je wordt „lidmaat", meer niet.
Maar hier klopt iets niet. Het klopt niet
meer op het volgen van Jezus. Zijn wil
is wet. Niet onze interpretaties. Trou
wens, wie gelooft, zal gaarne gesterkt
willen worden, want zwakheid en strijd
blijven. En als Jezus gastheer wil zijn,
verwacht Hij de gasten. Mensen, die
hongeren en dorsten naar de Gerech
tigheid. Avondmaalsgang is voortgezet
te belijdenis van schuld en verlossing
En dan heeft de openbare belijdenis
zeker ook wat met de kerkgang te ma
ken. Boven schreef een meisje „Wij
jongeren hebben God zo nodig
Dat was open en eerlijk. Zo zal ook de
kerkgang heen leiden naar een bewuste
keus. En later ons in die keus verster
ken. „Zij zal ons niet berouwen, want
we kennen de Getrouwe
Ik hoop, dat er zich dit jaar weer
heel wat belijdeniscatechisanten zullen
aanmelden
Jeugd slechter
Een vraag, die nogal eens gesteld
wordt, is deze „Is de jeugd van tegen
woordig slechter dan vroeger Som
mige mensen zijn geneigd hierop snel
bevestigend te antwoorden.
Laten we voorzichtig zijn. Hier volgt
een citaat„De jeugd zoekt haar ver
maak bij het ogenblik, ze heeft geen