eeuwóe
3£erkbocle
PREEKST0F
HET GEZANG VAN DE ZONDAG
Mijn Ouderling
xxxx
20e JAARGANG No. 10
10 SEPTEMBER 1965
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redactie Ds. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. Kats, Goes Ds. A. G. Kornet, Vlissingen
„ik worstel Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Ds. D. Ringnalda, Middelburg
en ontW' Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
Abonnementsprijs
3,50 per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
VARIA
Naar aanleiding van het artikel, dat
ik enige tijd geleden over dit onderwerp
publiceerde in ons blad, kreeg ik enkele
reacties.
Een uitvoerig schrijven was afkom
stig van een broeder uit één onzer
Zeeuwse kerken, die mededeelt, dat hij
met bijzondere belangstelling genoemd
artikel heeft gelezen, omdat hij, met een
enkele onderbreking, zelf vanaf 1930
de teksten, waarover hij hoorde preken,
heeft genoteerd.
Hij maakte daaromtrent twee keurige
overzichten, één betreffende de periode
1930—1950, en de tweede 1950—1965
(dit laatste betreft dus dezelfde tijd, die
in mijn vorige artikel werd genoemd).
Nu lijkt het mij niet aanbevelenswaar
dig, om nog weer eens een statistiek
volledig in dit blad op te nemen. Wel
interesseert ons natuurlijk of de conclu
sies uit het overzicht van de Haagse
kerkganger dezelfde zijn als die uit de
noteringen van de Zeeuwse luisteraar.
Op verzoek van de laatste heb ik de
vergelijking gemaakt.
En dan blijkt in grote lijnen treffende
ovreenkomsten. Laat ik er enkele mo
gen vermelden, waarbij ik dan maar het
tijdvak 19301965 als één geheel be
schouw.
Weer kwam het Nieuwe Testament
(1197 maal) veel vaker aan bod dan
het Oude Testament (700 keer).
Weer waren favoriet in het O.H.
de Psalmen (178), Jesaja (93), Gene
sis (65), terwijl b.v. uit Ezra, Nahum,
Zefanja niet één keer werd gepreekt.
Zo lag het ook in den Haag.
Wat het N.T. betreft, weer staan de
evangeliën en de Handelingen aan de
top (totaal 744 maal). Openbaring
(95) en Hebreën (59) volgen daarop.
Het bijbelboek, waaruit het meest ge
preekt werd, was, evenals in den Haag,
Lukas (239), daarna niet Johannes
(149), maar Mattheüs (201).
Toch wel frappante overeenkomsten
tussen twee zeer verschillende kerken.
Nog een kleinigheid mijn briefschrij
ver, die blijkbaar zeer nauwkeurig alles
heeft nagerekend, informeert naar een
mogelijke drukfout in mijn vorige arti
kel. Hij heeft gelijk Achter Handelin
gen stond 57, dit moest zijn 75 Telt
u het nu nog maar eens na Genoeg
hierover. Ook het Zeeuwse" overzicht
stimuleert tot grotere genuanceerdheid
bij de tekstkeus. Dank aan de schrijver,
die er zoveel werk van heeft gemaakt
Randkevkelijkheid.
Eén van de problemen, waar prac-
tisch iedere kerkeraad mee te maken
krijgt is het verschijnsel van de rand
kerkelijkheid. In de ene gemeente is die
natuurlijk groter dan in de andere. In
de classis Hilversum kwam men tot een
percentage van 5 Een hoorcommis-
sie uit een grote-stads gemeente ver
telde mij enige tijd geleden, dat er bij
hen gerekend werd met 30 Ver
ontrustende getallen.
Hoe moet in dit verband de kerkelijke
tucht worden gehanteerd Wanneer te
beginnen met censuur Is er nog wel
aan te beginnen Best mogelijk, dat
,,Mijn ouderling" van collega Oegema
er een gedachte over heeft. Die horen
we dan nog wel eens.
Wat mij trof deze week, was dat
onze Generale Synode zich zo ernstig
met dit vraagstuk heeft bezig gehouden.
Een rapport van Dr. F. L. Bos kwam
in behandeling, waarin met nadruk
wordt gesteld, dat de gemeente zich
weer van haar roeping waarlijk gemeen
te te zijn, bewust moet worden. Niet
primair de kerkeraad, niet het censu
reren als strafmaatregel, maar de ge
meente zelf zal het moeten doen, zal
actief moeten zijn. Als de gemeente
waarachtig functioneert, zal men de
randkerkelijken weer met het evangelie
kunnen bereiken. De Synode sprak dan
ook uit dat de kerken alles moeten doen
om de onderlinge gemeenschap en ver
antwoordelijkheid te bevorderen. Door
persoonlijk contact en met hartelijk
dienstbetoon zal een vertrouwensrelatie
hersteld moeten worden. Van afsnij
ding zal pas sprake kunnen zijn als vast
staat dat volharding in ergelijke zon
den, ondanks vermaan, totale vervreem
ding van Christus met zich meebrengt.
Staat dit niet vast, dan veel vermanen,
maar als uiterste afhouding van het
Heilig Avondmaal. Zo maant de Sy
node tot voorzichtigheid, vooral ook ten
aanzien van hen, die door allerlei oor
zaken, in onze tijd gelegen, in een gees
telijke crisis zijn geraakt. Aan de an
dere kantmet betrekking tot de vol
komen onverschilligen, die toch zelf de
band niet verbreken, wordt aangeraden
de afsnijdingsprocedure te volgen, en
die vooral niet te lang slepende te hou
den. Een nadere studie van de Synode
zal nog volgen. Het zal van belang zijn,
dat onze kerkeraden zich intensief met
deze dingen bezig houden. Tot heil van
de gemeente, ook van de randkerkelij
ken.
Sociale controle.
Toen ik bovenstaande over de Syno
dale besluiten schreef, moest ik denken
aan wat Prof. Dr. J. T. Bakker onlangs
in het Gereformeerd Weekblad vertelde
over zijn verblijf in Amerika. In.de ker
ken daar stimuleert men ook sterk het
onderlinge contact. ,,Dit heeft tot ge
volg, dat de sociale controle" in veel
plaatsen in Amerika nog net zo werkt
als bij ons, twintig, dertig jaar geleden.
Op één van de zondagen waren we
's morgens naar de Reformed en 's mid
dags naar de Christian Reformed
Church geweest. Prompt vroegen de
volgende dag drie leden van eerstge
noemde gemeente ons waar we 's mid
dags toch geweest waren, want ze had
den ons niet gezien Ik moet er wel bij
zeggen, dat ze wisten, dat we in de
pastorie logeerden en dat we onze ker
ken vertegenwoordigden op de Synode,
en dat ze het mee daarom wel onwaar
schijnlijk gevonden zullen hebben, dat
we 's middags in de tuin waren blijven
liggen -hoewel het weer er wel naar
was maar ook dan blijft het toch een
symptoom van met elkaar meeleven, al
zullen sommigen het er van de weerom
stuit wel eens wat benauwd van krij
gen." Ja, dat geloof ik ook wel De
manier, waarop deze sociale controle
wordt uitgéoefend, is hierbij wel beslis
send. In kleinere gemeenten kwam het
vroeger wel voor, dat de predikant of
een ouderling 's maandags al ging in
formeren We hebben u gisteren niet
in de kerk gezien. Is er iets aan de
hand? Zo zal het, in ieder geval in grote
gemeenten, niet meer gebeuren, noch
mogelijk zijn. Maar het kan ook wel
anders. En dan verwijs ik naar de ge
noemde Synodebesluiten als de ge
meenteleden onderling zich maar weer
eens voor elkaar verantwoordelijk wis
ten En de wijze van benadering zal
van het geval, van de persoon afhan-
EERSTE VERGADERWEEK VAN
GEREFORMEERDE SYNODE
Het probleem van de randkerkelijk
heid vormde een' van de hoofdpunten
op de agenda van de eerste gewone
vergaderweek van de generale synode
van de gereformeerde kerken op De
Blije Werelt te Lunteren. Volgens een
•enquête in de classis Hilversum moet
vijf procent van het totale ledental in
dit ressort als randkerkelijk worden
beschouwd. Men is nog wel lid van de
kerk, maar vrijwel iedere vorm van ac
tief kerkelijk meeleven ontbreekt. Moe
ten zulke mensen zonder meer afge
schreven worden of onder de kerkelijke
tucht gesteld
Dr F. L. Bos uit Vlaardingen, rap
porteur van de synodale commissie, die
de bespreking van dit vraagstuk voor
bereidde, stelde nadrukkelijk dat de
randkerkelijkheid niet in de eerste plaats
om tuchtmaatregelen vraagt, maar om
een kritisch onderzoek van de vraag of
er niet iets mankeert aan de onderlinge
gen.. Maar Liefde (ook tot de mede
mens) is vindingrijk
I.C.C.C.
Het congres van de I.C.C.C. te Ge
neve is weer achter de rug. We hebben
in de persverslagen van de zittingen
kunnen lezen. Deze International coun
cil of Christian Churches (internatio
nale raad van Christelijke kerken) is
een tegenhanger van de Wereldraad en
pretendeert bijbelgetrouwe Christenen
en kerken bij elkaar te brengen, zoals
nu te Geneve. Verder niet, want echt
zoeken naar de eenheid van de zicht
bare kerk is er blijkbaar niet bij (zie
ook Gemeenschap der Heiligen, pag.
42).
Nu zal ik niet ontkennen, dat er op
dit congres wel eens goede dingen zijn
gezegd. Dat is te verwachten van Bij
belgetrouwe Christenen.
Maar het was weer het bekende wit-
zwart schema. We lazen uitspraken
,,De Wereldraad grootste gevaar, dat
de kerken ooit heeft bedreigd". Hoe is
het mogelijk, dat men dit stellen kan
Als men op schaduwzijden, op zwakke
plekken zou wijzen, goed. Maar het
grootste gevaar Dat moet je toch wel
blind zijn voor andere, veel grotere ge
varen, die de kerk bedreigen. Verder
hoorden we weer,,De Wereldraad
dekmantel voor het Communisme". Om
dat de Oosterse Christenen er nu bij
zijn Kerken, die ook hun martelaren
kennen, juist door het communistische
regime Laat men zich toch wat voor
zichtiger uitdrukken. Zoals ook in een
typering van tegenwoordige zending
,,Er is meer interesse voor het fokken
van betere soorten koeien en kippen
dan voor het winnen van zielen". Alsof
men hier scheiden mag tussen Daad en
Woord, en alsof de I.C.C.C. niet ook
zelf hulpprojecten heeft
Rome is weer op de korrel genomen.
Geen gesprek met, wel getuigenis tegen
Rome. Het was wel frappant, dat en
kele Nederlandse Christelijke Gerefor
meerde afgevaardigden zich tegen be
paalde felle resoluties verzetten, maar
ze kregen niet voldoende steun. Rome
kan immers niet veranderen Nee
Maar de Geest waait, waarheen Hij
wil, dacht ik. Of beter De Schrift zegt
het
Ook onze Gereformeerde Kerken kre
gen er van langs. Officiéél waren onze
kerken er niet vertegenwoordigd, maar
kerkleden waren er wel. Sommigen de
den mee met het typeren van de afval
enz. (Waarnaar b.v., maar juist hij wist
toch goed hoe ernstig het oecumenisch
vraagstuk op onze eigen Synode is be
sproken.) Jammer. Men zal het goed
bedoelen, maar op deze wijze komen we
niet veel verder.
Ds. Van Hattem besloot indertijd
zijn beoordeling van het I.C.C.C. con
gres 1962 aldus: „Staande op dit stand
punt, komt men tot een veroordeling
van een ieder, die de inzichten van de
I.C.C.C. niet wil delen, vallen er harde
woorden ten aanzien van dezen en ver
heft men zichzelf tot de enige, zuivere
kerkelijke gemeenschap. Ontstaat rand
kerkelijkheid vaak niet door een tekort
aan gemeenschapsbeleving in de kerk
Liefdevol geduld is nodig met hem, die
in een geestelijke crisis raakten of die
door onvoldoende zorg voor elkaar in
de gemeente langs de kant kwamen te
staan.
De discussie in de synode had tot
gevolg, dat men besloot een speciaal
studiedeputaatschap voor deze proble
matiek in te stellen. Ook sprak de sy
node uit, dat de plaatselijke kerken al
les moeten doen om hen, die formeel
het lidmaatschap van de kerk niet op
zegden, maar die praktisch wel buiten
de kerk leven, toch te bereiken. Ver
sterking van de onderlinge gemeenschap
en van het wederzijds hulpbetoon in de
gemeente achtte men eerste voorwaar
den in de bestrijding van de randker-
kelijkheid. Van afsnijding kan pas spra
ke zijn, wanneer vast staat, dat volhar
ding in ergerlijke zonden ondanks alle
vermaningen tenslotte tot een totale
vervreemding van de gemeenschap met
Zondag 12 septemberGezang 78.
Men lette er op dat er in deze melo
die, hoewel niet direct verwacht, tussen
de regels wel rusten genoteerd staan.
en ware oecumene. Maar daar heeft
men ook het punt bereikt, dat wij ons
helaas de vraag moeten stellen,
of hier inderdaad nog van oecumene
sprake is".
Van het congres 1965 kan zeker
weer hetzelfde gezegd worden.
W. KATS.
Je hebt huisbezoeken, die met geen
mogelijkheid geestelijk en gezellig zijn
te maken. Soms denk je -er ligt hier
ergens een tijdbom. En als die bom dan
nog maar ontploft. Dan weet je in ieder
geval waar je aan toe bent. En zelfs
kruitdamp kan soms zuiverend werken.
Nu is het een koude kunst om een
huisbezoek-fiasco steeds te wijten aan
de ontvangende partij. Weer denk ik
aan mijn ouderling, die boos werd. Hij
kon het niet hebben, dat een jongen uit
dat gezin eens met de dominee alleen
over het belijdenis-doen wilde praten.
Toen werd mijn ouderling kif tig en
nering-ziek en maakte de schampere op
merking „Zo, is een ouderling jou niet
voornaam genoeg Ik zéi al mijn
ouderling had een zeer drukke dag
achter zich en was over z'n toeren. Dan
is er maar weinig voor nodig om de zelf
beheersing kwijt te raken. En dan wil
het vaak nog zo treffen, dat je gaat af
reageren op iemand, die dit wel het al
lerlaatst verdiend heeft, O, en zelf doe
ik het soms geen haar beter dan mijn
ouderling. De ambtsdrager moet steeds
achter Christus terug-treden. Het gaat
niet om mijn „stand". En als ik per
soonlijk eens een duw of een por krijg,
mag toch verwacht worden, dat ik dit
ambtelijk en geestelijk verwerk en mijn
„eer" ondergeschikt maak aan de op
bouw van de kerk. Al ben ik op het
huisbezoek in de strikte zin niet de ont
vangende partij, toch moet ook ik willen
ontvangen, en moet ik bedenken, dat
niet alleen ik het weet en dat niet al
leen ik het lean. We kennen de vers
regel „O van mij-zelven verlost te
zijn Alleen dan is er zegen op de
ambtsweg te verwachten, als u ons-zelf
elke dag weer verliezen willen. Er moet
veel strijds gestreden zijn en veel ge-
beds gebeden om te komen en te blijven
op de hoogte van Johannes de Doper,
die de gouden woorden gesproken en
beleefd heeft„Christus moet wassen,
en ik minder worden". De weg naar
deze hoogte voert door de diepte. Ik
ben ook maar een mens. Maar wil zo
graag een mens Gods zijn, wil zo graag
zijn een ambtsdrager bij de gratie Gods.
G. S. O.
Christus leidde. Waar een kerkeraad
hiervan bij het licht van Gods Woord
niet overtuigd is, dient met vermanin
gen en ten uiterste met afhouding van
het avondmaal te worden volstaan.
Bij verschillende punten kwam tijdens
de eerste synodeweek de verhouding
tot andere kerken ter sprake. Veel
moeite heeft het moderamen van de
vorige synode zich getroost om samen
met het moderamen van de hervormde
synode de mogelijkheid van een raad
van kerken voor Nederland te onderzoe
ken. Hiervoor zou op 29 april van dit
jaar een vergadering gehouden worden,
waarvoor vrijwel alle reformatorische
kerken en de oud-katholieke kerk zou
den worden uitgenodigd. Op het laat
ste moment trok de hervormde kerk zich
echter terug, omdat men het kerkelijk
klimaat niet gunstig achtte vanwege de
moeilijkheden rondom het legerpasto-
raat, waarover men in hervormde kring
van mening verschilde met de gerefor
meerde partners.
Dr P. G. Kunst, assessor van de sy-