eeuwóe 3£erkbode HANDHAVING DER BELIJDENIS De vrouw in het Ambt r r~ 19e JAARGANG No. 44 28 MEI 1965 OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND RedactieDs. W. H. Gispen, TerneuzenDs. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg. Correspondentie-adresLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. Kats, Goes Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, VlissingenDs. G. S. Oegema, ArnemuidenDs. D. Ringnalda, Middelburg „Ik worstel - en ontkom" Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo. Abonnementsprijs 3,50 per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 15 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 15 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 L Ik ontving enkele brieven in verband met of naar aanleiding van het in ons blad uit de, Scheveningse kerkbode overgenomeL artikel over de synode. We plaatsten dit artikel van wijlen dr. Holtrop met het oog op de a.s. opening der synode te Middelburg. Uiteraard wil overnemen van een ar tikel niet bepaald zeggen dat men nu precies alles wat er in staat zo zonder meer letterlijk voor zijn rekening neemt. Elk vogeltje zingt zoals het ge bekt is en we vonden het bovendien zeer gepast om aan een achtenswaar dig en bekwaam doctor theologiae die inmiddels overleden was, het woord te geven over de synode. Dat er maar weinig meeleven met het synodale werk is, kan men een sub jectieve mening noemen. Men kan ook vragen wat er mee bedoeld wordt. Soms het bijwonen van de zittingen der synode Uit de brieven die ik ontving blijkt wel verschil hierom trent; we laten het dus maar voor wat het dan zijn moge. Wel klaagt men meer dan een kerk bode over een weinig geïnteresseerd zijn van het brede kerkpubliek. Bij de opening te Middelburg was de kerk vol. De aangekondigde m.i. vreemde zaak van viering van het avondmaal door de synode-leden alleen plus een deel van de kerkeraad zal hieraan zeker niet vreemd zijn geweest. Maar goed, ik laat dit verder rusten. Of er nu velen naar Lunteren zullen gaan in augustus Allicht wat studen ten; vakantiegangers zijn dan wel weer aan het werk, maar overlopend vol als bij kamerzittingen, neen, dat zullen de tribunes wel niet zijn. Intussen is dit niet de reden waarom ik dit artikel begonnen ben, hetgeen het opschrift al aanwijst. Laat ik eerst zeggen dat de brieven zeker het mee leven van de lezers bewijzen; meeleven met de synoden en met ons blad, het geen ons deugd doet. De belangstelling blijkt ook verspreid te zijn, want de brieven komen uit St. Laurens, Ter- neuzen en Utrecht. Bovendien is een der broeders zeer goed op de hoogte van vroegere synoden. Hij eindigt met de wens: Moge het ook onder de zegen des Heren onze Middelburgse synode van 1965 in haar vergaderingen te Lunteren gegeven worden besluiten te nemen ter bevordering van de eenheid onzer kerken. Dat de openheid onzer synode in on derscheiding met de Hervormde het meeleven bevordert, is juist. Op het totale aantal vergaderweken maken de comité-zittingen slechts enkele procen ten vergadertijd uit. Veruit het meren deel der zaken wordt publiek behan deld. Van geheimdoenerij is geen sprake. Niettemin vraagt het toch wel grote inspanning van onze kerkleden om alles wat zo ter synodale tafel komt met oordeel des onderscheids te vol gen. De zaken liggen nu eenmaal in het leven niet zo eenvoudig. Hieraan schrijf ik het ook toe dat een van mijn briefcorrespondenten een beetje doorslaat wil ik niet zeggen, maar toch wel kras zich uitdrukt. Hij leeft intensief mee, maar aldus zijn schrijven, met grote bezorgdheid. Hij neme me niet kwalijk dat ik het wel even een lachertje vond toen ik bij hem in volle ernst las: Ik had nooit gedacht dat het nodig zou kunnen worden, maar ik zou hier willen voorstellen te Jcomen tot oprichting van een Gerefor meerde Bond in de Gereformeerde Kerken. Als eerste activiteit van deze ,,Bond" zou ik willen voorstellen een persoonlijk geadresseerd schrijven aan alle .ambtsdragers" in de Geref. ker ken, of, indien dit niet praktisch uit voerbaar is, tenminste aan alle leden der Synode om deze te herinneren aan hun handtekening onder de ,,Drie For mulieren van Enigheid", daar geplaatst bij het aanvaarden van hun ambt. Kijk, d.i. nu echt aardig van de synode, want deze heeft reeds bij voorbaat aan het verlangen van deze broeder vol daan doordat alle synodeleden door opstaan hun instemming met deze Drie Formulieren betuigen. De praeses, wil men het moderamen, houdt hieraan zo streng de hand dat een tussentijds inkomend secundus b.v. verzocht wordt door opstaan zijn in stemming hiermede te betuigen. Neen, daar behoeft niemand zich zorgen over te maken. Dat zit wel goed; de be lijdenis wordt wel degelijk voor ogen gehouden. De eens afgelegde belofte wordt ter synode opzettelijk in herin nering gebracht ten aanzien en ten aanhore van velen. We kunnen rustig vertrouwen dat de synode bij het nemen van haar be sluiten zich willen houden aan de af gelegde belofte. Voorop sta bij ons de volstrekte eerlijkheid onzer hoogeer waarde heren, zowel bij de leden als bij de adviseurs. Eén briefschrijver zoekt naar een term die men in het zakenleven heeft voor iemand die zich niet houdt aan een schriftelijk afgelegde belofte. Misschien is deze broeder er intussen achterge komen; indien al dan geloof ik toch dat hij deze met het oog op onze sy node niet nodig heeft te gebruiken. Dat de boze, ,,Der alt böse Feind mit Ernst er's jetzt meint, grosz macht und viel List sein grausam Rüstung ist". Ja, allicht, de boze laat nooit af de kerk te knauwen en te benauwen. Maar dat weet dé synode en ze houdt een bidstond en opent elke dag haar zit tingen met gebed; eveneens de sluiting. Moge het medeleven van onze mensen vooral in een dringende voorbede be staan. Daarmee is de synode het meest gebaat, dacht ik zo. Biddend meeleven doet altijd deugd en zij iedereen aan bevolen. Er komen in de brieven nog andere dingen naar voren die wat men noemt de ,,libèrtas profetandi", de vrijheid van exegese enz. betreffen, maar d.i. een andere en niet zo eenvoudige zaak die ik hier liefst laat rusten. Brouwershaven. B. WENTSEL. dl) De vorige maal heb ik getracht u in hoofdlijnen de positie van de vrouw in de loop der eeuwen te schetsen. Dit als achtergrond van het deputaten- rapport dat aan de Synode van Mid delburg is aangeboden en dat handelt ,,over de plaats van de vrouw in dienst van de kerk". Dit keer wil ik u dan een en ander uit het genoemde rapport doorgeven. Er zijn twee hoofddelen, waarvan het eerste in 22 punten de zienswijze van de deputaten bevat en het tweede ons de situatie in andere kerken schetst. De visie van de deputaten interesseert ons ditmaal het meest. Uitgangspunt is, dat met Pinksteren de profetie van Joël in vervulling is ge gaan, dat de Heilige Geest zou wor den uitgestort op zonen én dochters, dienstknechten èn dienstmaagden. (Hand. 2:16-18). Zowel mannen als vrouwen worden voor hun taak als mensen Gods weer ten volle toegerust. Het was dan ook zeker opvallend, dat de apostel Paulus in zijn tijd (zie ons vorige artikel) toch poneerde: in Chris tus is geen mannelijk of vrouwelijk (Gal. 3:28). Discriminatie van de vrouw is dus uitgesloten, al wordt ook de ongelijkheid niet ontkend. Daarover straks. In de gemeente werd dit dan ook dui delijk. In de profetie spraken vrouwen mee, b.v. de dochters van Philippus (Hand. 21 :9), en vrouwen in Corin- the 1 Cor. 11 5) Ook in andere verbanden werken vrouwen mee aan de opbouw van de gemeente. Priscilla wordt vier maal vóór haar man vermeld, samen zijn ze speciale medewerkers van Paulus (Rom. 16:3). Euodia en Syntyche streden samen met Paulus in de predi king (Phil. 4:3). En zo zijn er meer voorbeelden te geven. Het charismatische (spontane uitingen als Geestesgave) moet men niet accen tueren ten koste van het institutionele (georganiseerd ambtelijk optreden). Phoebe wordt als diakones aangeduid (Rom. 16:1). In 1 Tim. 3:8 wordt wellicht ook aan vrouwelijke diakenen gedacht. Weduwen hadden soms een geregelde functie (1 Tim. 5:3-16). Zo werd de vrouw duidelijk als ge lijkwaardig beschouwd. Niet dat ze daarom gelijk aan de man wordt. In tegendeel er is materiaal waaruit blijkt dat Paulus ook het verschil accentueert. Soms sluit zich daarbij aan de zede van die tijd (1 Cor. 14 35: het staat lelijk om te spreken), soms wijst hij terug naar de schepping (1 Cor. 11:8-12). Duidelijk is dat Paulus wijst op weder zijdse aanvulling, waarbij meestal de man voorop gaat en de vrouw volgt. En zo komt het rapport tot de uit spraak dat de vrouw gezien moet wor den als complement van de man. In Waarheid van Eenheid kwam ik een leuke drukfout tegen: de man als com pliment van de vrouw! (23-4-1965. Bewijs van het feit met hoeveel aan dacht we genoemd blad lezen.) Moge het zo zijn, dat vele mannen werkelijk een compliment voor hun vrouw be tekenen! Ter zake: Vanuit het completerend ka rakter van de dienst der vrouw in de kerk valt dan ook licht op de differen tiatie (verscheidenheid) van de functie van de vrouwen in de gemeente. In een vrouwenvertrek hadden mannelijke ambtsdragers geen toegang, en zo zul len de genoemde weduwen en andere vrouwen juist daar een taak gehad hebben. Eveneens in het diaconaat en in de verkondiging (medewerksters in de prediking (Phil. 4:3). Zo kwam men ook in de na-aposto lische tijd nog profetessen tegen, en een aparte weduwenstand. Langzamerhand treden ze echter terug, of .beter: werd hen een institutionele functie ontzegd, (Synode van Orange 441); wellicht omdat vrouwen in sec- tarische bewegingen juist een voor namen plaats (als verleidsters!) had den! Het Convent van Wezel (1568) gaf weer de vrijheid aan de Calvinistische kerken in Nederland om diakonessen te benoemen. De Synode van Middel burg (1581) kwam op dit besluit terug en achtte het weer niet raadzaam. Op vallend dat er nu weer een Synode van Middelburg is, die over de plaats van de vrouw heeft te handelen. Die van 1581 heeft meer minder gelukkige be sluiten genomen (naast afschaffing van het diaconessenambt ook het af wijzen van een aparte genadeverkondi ging in de eredienst). Moge die van 1965 het beter doen! Tegen het diaconaat van een vrouw zijn dus op grond van Schrift en his torie weinig bezwaren in te brengen. Vrouwelijke hulpverlening is hier bij zonder op haar plaats, en bij een taak verdeling zijn er binnen dit ambt zelfs Op vrijdag 11 juni zal geen Kerk bode verschijnen. In het nummer van vrijdag 4 juni worden dus de predikbeurten op genomen van 6 en 13 juni. Vriendelijk verzoek aan onze cor respondenten hiermede rekening te houden. De Uitgevers. vele mogelijkheden, waarin de speciaal aan de vrouw verleende gaven tot heil van de gemeente kunnen worden inge zet. De kwestie spitst zich dus toe op de vraag of ze mag meedoen in de rege ring van de kerk. Deputaten bezonnen zich daarop. Ze stellen dat deze rege ring noch bij mannen noch bij vrouwen mag betekenen: heerschappij voeren over de gemeente (1 Petr. 5:3). Ook hier gaat het over een dienende taak. En hier hebben mannen en vrouwen gezamenlijke verantwoordelijkheid. Zo was het in de apostolische tijd, zo zou den ook nu de zusters helpend en aan vullend, naar de aard van het vrouw zijn, moeten worden ingeschakeld. De deputaten achten het dus gewenst, dat ook vrouwen als medeleden van een kerkeraad fungeren. De differentiatie in de herderlijke zorg is zeer wel mogelijk. Waren vroeger de vrouwenvertrekken" speciaal voor de zusters van de gemeente werkter rein, ook nu is zo'n arbeidsveld aan te wijzen: zusterhuizen, meisjesinternaten, bejaardenhuizen, opgroeiende kinderen enz. Wat de prediking betreft, hier ligt het minder eenvoudig. Toch had Paulus ook medewerksters in de verkondiging. We hebben nu al (niet-ambtelijke) functies van predikantsassistentes, evangelistes e.d. Men zou dus een eigen taak van de vrouw op dit punt duidelijk tegenover die van de man moeten afgrenzen. Dat is nu in de prak tijk niet zo eenvoudig. Het complete rend karakter moet tot uitdrukking worden gebracht. Hoewel de deputa ten overigens grote eenstemmigheid tonen, op dit punt is er enige nuance ring in de gedachtengang. Het is ge makkelijker een theoretische lijn te trekken dan die in de praktijk te con cretiseren. Daarover moet verder wor den nagedacht. De conclusies van dit rapport zijn cen traal de volgende: Er is geen gegronde bijbelse reden aan te voeren waarom de vrouw met de haar geschonken ga ven niet zou mogen meewerken in de ambtelijke dienst. Rekening moet wor den gehouden met de haar in de Schrift aangewezen positie als complement van de man, zodat ze een bij haar pas sende taak moet ontvangen. Tot zo ver de redenering van het rap port. Er is een duits spreekwoord: ,,In der Beschrankung zeigt sich der Meis ter". In beperking is de meesterhand te herkennen. Dat kan van dat rapport gezegd worden. Ik had een lijvig boek deel verwacht. Het is een korte, bon dige uiteenzetting geworden. Naar mijn gevoelen ook overtuigend. De Synode van Middelburg krijgt het in behandeling. Omdat het voor de kerken een ingrijpende zaak is, zal er nog wel geen definitieve beslissing worden genomen. De gedachtengang van het rapport zal ook gemeengoed" in onze kerken moeten worden. Van daar dat ik al vast getracht heb u de hoofdzaken te vertellen. Denkt u met de Synode mee, met een open Bijbel? Want hier beslissen geen gevoelsover wegingen (vaak van mannen), maar de principes van de Schrift. Het is de verdienste van het rapport, dat deze principes helder zijn geformu leerd. Toepassing er van in deze tijd, waarin we alle krachten tot opbouw en uit bouw van de gemeente nodig hebben, is dringend noodzakelijk. W. KATS.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1965 | | pagina 1