^.eeuwóe ^ICerkbocle HET DECREET over het OECUMENISME <~Poiitieke TERUGBLIK OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND RedactieDs. W. Hi' Gispen, Terneuzen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg. Correspondentie-adresLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, St. Laurens Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. Kats, Goes Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, VlissingenDs. G. S. Oegema, ArnemuidenDs. D. Ringnalda, Middelburg Drs. Vlaardingerbroek, Ermelo. 19e JAARGANG No. 42 14 MEI 1965 „Ik worstel en ontkom" Abonnementsprijs 3,50 per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 15 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 15 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 Zo nu en dan heb ik onze Zeeuwse Kerkbode wel eens een vraagstuk be sproken met politieke facetten. Men zou hier een onverantwoorde vermen ging van kerk en politiek kunnen con stateren, maar ik dacht dat men dan toch de zaak niet juist ziet. Na het verdwijnen van het Zeeuws dagblad is er speciaal voor onze pro vincie geen blad meer, dat vanuit prin- cipieel-Christelijke visie de politieke ontwikkeling en verhoudingen beziet. ,,Onze volksgroep heeft op persgebied in Zeeland weinig of geen uitingsmoge lijkheid", zo schreef Drs. G. M. Kerk hof in Nederlandse Gedachten Juist daarom heb ik in ons blad over kerk en politiek, over ontwikkelingshulp, over Hedenesse e.d. één en ander geschre ven. Nu de kruitdamp rond de kabinets formatie enigszins is opgetrokken, zou ik op enkele aspecten van de huidige stand van zaken nader willen ingaan. Niet om een kerkelijk standpunt aan te geven, maar om een persoonlijke, dus Anti-Revolutionaire visie naar vo ren te brengen. Één van de belangrijkste dingen in dit verband is zeker de teleurstellende gang van zaken, die scheiding bracht tussen de twee grote Christelijke par tijen, de A.R. en C.H.U. De laatste jaren werden vele pogin gen gedaan om tot nauwere samenwer king te komen. Soms gelukte dit ook wel eens. In de persoonlijke sfeer wa ren er goede verhoudingen (b.v. tussen Schouten en Tilanus), plaatselijk waren er (en zijn er gelukkig nog) uitstekende contacten, ook in de Kamer hadden fractieleden nogal eens onderlinge be sprekingen. Jongerenorganisaties stimu leerden een nauwer samengaan, zelfs trokken de professoren Van Niftrik en Diepenhorst er wel eens samen op uit. Maar toch was wel duidelijk dat de C.H.U. wat de hoofdleiding betreft de zaak op de lange baan trachtte te schui ven. ,,De tijd is nog niet rijp." „Eerst moeten kerkelijke geschillen opgelost" enz. Iets wat b.v. een critisch C.H.- journalist D. Houwaart danig irriteer de. Hij viel dan ook journalistiek uit de C.H. (pers.) boot „Liefde kan niet van één kant ko men." Voor een objectief toeschouwer was duidelijk dat de gedachte aan één Christelijk-Nationale partij bij de Anti- Revolutionairen sterker leefde dan bij de Christelijk-Historischen. Maar men kon hier niet forceren. Toch waren we op gang. En nude breuk. U hebt de verslagen van de Kamer debatten in de pers kunnen lezen. Het verwijt van Mr. Beernink dat hij „bui tenspel" gezet was. De reactie van de minister-president Cals, dat Mr. Beer nink zichzelf buitenspel had geplaatst. Voor mijn gevoel werd toch wel duide lijk, dat dit laatste, ondanks mogelijke misverstanden, de juiste visie was. Daar komt iets bij. Wat wel helder geworden is, dat Mr. Beernink ten on rechte de Anti-Revolutionairen verwe ten heeft, dat zij hem hebben losgela ten. Mr. Cals heeft nadrukkelijk ver klaard, dat juist de heer Smallenbroek pogingen heeft gedaan een oplossing te vinden. Maar Beernink wilde niet. In sommige persorganen wordt de gedach te geopperd, dat Mr. Beernink hier zijn kans zag wat meer distantie tot de A.R. te scheppen. Dit is natuurlijk niet te bewijzen. Wel is duidelijk, dat hij nu stemming maakt tegenover zijn vroege re coalitie-genoten. Jammer Ik hoorde voor de radio de boven genoemde Prof. Van Niftrik spre ken. Tot mijn verbazing kwamen ook uit zijn mond de verwijten los tegenover de A.R. Er zou machtswel lust achter gezeten hebben Hoe is het mogelijk, dat iemand, die tot voor kort ijverde voor een nauwer samen gaan, dit nu veronderstelt. En dat niet in een persoonlijk gesprek, maar ten aanhoren van ons volk, voor de radio. Was het dan ook machtswellust van de C.H. toen ze jaren geleden zonder de A.R. in de regering zaten Was het machts wellust, toen Smallenbroek probeerde de C.H. er bij te houden Trouwens Prof. v. Niftrik wachtte de regerings verklaringen en Kamerdebatten niet eens af. Misschien zou hij nu anders gesproken hebben. Van A.R. zijde is bij monde van de nieuwe fractievoor zitter B. Roolvink nog eens met nadruk verzekerd, hoe in A.R. kring de breuk betreurd wordt, en hoe deze kwestie als zeer pijnlijk werd aangevoeld. Jammer, dat juist Prof. van Niftrik zo ongemo tiveerd durfde veroordelen. Niettemin hopen wij, dat op de duur de verhoudingen weer beter zullen wor den. Ook in de tijd dat de C.H. wel en de A.R. niet in de regering zat, wa ren er wel goede contacten. Als de wil er maar is. De C.H. zal loyale opposi- Aan het slot van dit decreet haalt de paus enkele punten aan, waarop naar zijn mening, de dialoog fussen rooms- katholieken en protestanten kan wor den aangevat. In de eerste plaats, zegt hij, hebben we niettegenstaande de gro te verschillen die er zijn, één en dezelf de Christus-belijdenis. Weliswaar, zegt paus Paulus, zijn er ook hier niet on aanzienlijke verschillen, maar door het verlangen naar vereniging met Christus worden zij (d.i. de niet rooms-katholie- ken) er toe gedreven steeds meer de eenheid te zoeken. Wij vragen ons na deze passage wel af, wat allereerst de paus bedoelt met de eenheid die door ons gezocht wordt? Het is, ik kan mij van deze gedachten- gang niet ontdoen, alsof de paus hier zegt dat wij meer de eenheid zoeken, terwijl zij (de r.k.) die bezitten. Ik wil echter op alle slakken geen zout leggen, maar ik vraag mij toch wel af of de paus niet al te gemakkelijk in deze, over de verschillen die er zijn, spreekt. Hij noemt zelf het verschil die er zelfs zou bestaan over Christus als over het mens-geworden Woord van God. Waarschijnlijk heeft hij, m.i. hier voor al de vrijzinnigheid op het oog en dan dienen wij ons toch af te vragen als de paus dit als de protestantse leer ziet, welke bronnen hij dan heeft geraad pleegd. Mogelijk heeft hij hier ook iets anders op het oog, n.l. het accentver schil die wel eens gelegd wordt door r.k. theologen van uit hun theologie die zegt dat de r.k. theologie, voor wat aan gaat Jezus Christus vleeswording, meer de nadruk legt op het goddelijke karak ter van deze vleeswording dan het rechtzinnig protestantisme (die meer de nadruk zou leggen op het zijn van Je zus Christus in de gestalte van 'n dienstknecht). Wat hier ook bedoeld wordt, zeker is dat de taak van Maria in het verlossingswerk en ook dit wordt door de paus genoemd, heel anders ligt. In het r.k. wordt vandaag de dag deze taak door de Mariologen van beider zijde (voor- en tegenstanders) goed onder de loupe genomen, terwijl van protestantse zijde Maria in het verlos singswerk geen taak heeft. 'n Tweede verschil, of liever, 'n twee de manier om tot 'n dialoog te komen zou dan, aldus de paus, kunnen gelegen zijn in het feit dat wij, protestanten, nog 'n diepe eerbied hebben voor de Heilige Schrift, 'n eerbied die, aldus paus Paulus, aan 'n cultus voor de Bij bel grenst. Het verschil zou dan hierin bestaan, dat men anders denkt over de verhouding Schrift-Kerk met dien ver stande, dat volgens de r.k. kerk het leergezag (paus en bisschoppen) de onfeilbare leer van de Bijbel met on feilbaar gezag kunnen uitleggen. Tot tie voeren. Maar na het eerste Kamer debat kreeg de minister-president niet de gebruikelijke handdruk van de C.HMaar misschien dat Roolvink en Beernink elkaar nog eens vinden Het kabinet „van sterke mannen", zoals het wel is genoemd, is er dan nu. De start was goed, dacht ik. We zullen aan het samenwerken met de socialisten nog weer wat moeten wennen. Maar met de liberalen was het televisievraag- stuk niet op te lossen. Dus moest men verder. En een samen-regeren met libe ralen of socialisten is een kwestie, niet van principe, maar van beleid, zo is ge steld. En dat is juist, meen ik. De heer Roolvink heeft een goed de buut gemaakt als A.R. fractie-voorzit ter. Juist het principeële uitgangspunt kwam duidelijk naar voren. Het tele visie-vraagstuk heeft voor ons een le vensbeschouwelijke achtergrond. En wat het geheel van het beleid betreft, stelde hij „Als de Here het huis niet bouwt, tevergeefs is al uw zwoegen". Ja, dat heeft ook met Christelijke poli tiek te maken. Tweede voorzitter van de A.R. frac- hiertoe kunnen we het hier in grote lij nen met eens zijn. In de laatste drie lijntjes echter, waar de paus over de Bijbel spreekt, noemt hij de Bijbel ineens 'n hulpmiddel om tot 'n dialoog te komen. Het spijt mij voor hem, maar wij zien in de Bijbel meer dan 'n hulpmiddel, wij zien er de basis in waarop de dialoog plaats moet hebben. Hier wordt dus in één penne- streek de bakens geheel verzet, daar heet het hulpmiddel, bij ons heet het en is het de grondbasis. Als derde middel noemt de paus dan het sacramentele leven. Het spreekt vanzelf dat de paus zich hier op glad ijs begeeft omdat ook juist hier de ver houding Woord-Sacrament heel anders geladen wordt. Nog daar latend het aantal der sacramenten, moeten we zeggen dat hier het verschil zo groot is, dat men, wil men dit tot dialoogpunt maken, men zal moeten beginnen met van r.k. zijde het uit zichzelf werken van de sacramenten uit de sacramen tenleer te verwijderen. Nu weet ik wel da't er op dit gebied vooral, veel aan het wankelen is binnen Rome. Dat dit gebeuren kan is, dank zij de Thomiti- sche wijsbegeerte. Men zal echter toch van de andere kant moeten inzien dat het ex opere operato het uit zichzelf werken van de sacramenten) toch nog 'n geloofspunt is. En nu weet ik wel, dat men daar veel kan aan dokteren, men kan b.v. zeggen dat de sacramen ten toch niet werken wanneer er 'n be letsel is die het sacrament buiten wer king stelt of het zelfs ongeldig maakt, b.v. wanneer iemand die r.k. getrouwd is, opnieuw r.k. zou trouwen, terwijl het andere huwelijk nog geldig is. Maar de schuld dat het sacrament niet werkt ligt dan niet aan het sacrament, maar aan de huwenden, die het beletsel niet wegnamen. Houdt het beletsel dan ook op b.v. doordat de partner waarmee men vroeger gehuwd was, komt te over lijden, dan treedt dit sacrament alsnog in werking, omdat het uit zichzelf werkt. Ik weet dat deze laatste uitleg voor 'n geboren protestant niet zo mak kelijk is, maar omwille van het verschil die er op dit gebied is was ik verplicht even de zaak uiteen te zetten. Het is dan ook wel duidelijk dat dit aanra- kingsvlak misschien het meest zwakke is. Wij zullen, al met al, van deze pun ten moeten zeggen dat zij nog heel wat onoverwonnen klippen inhouden. Het decreet over het Oecumenisme is dan mijn inziens ook niet meer dan 'n schuchtere poging om de dialoog op gang te brengen. Mijn vraag is echter: kan men dit terwijl men toch eigenlijk ter plaatse blijft trappelen M. V. J. DE CRAENE. ZONDAG 16 MEI: GEZANG 69. Deze tekst die hier en daar herinnert aan die van psalm 121 is onder ons op een andere melodie bekend dan die hier gebruikt werd. Ook deze melodie is mooi en niet moeilijk te leren. Men lette op de eerste noot van de zesde regel dit is een fis. En wel omdat de laatste noot van de vijfde regel ook een fis is. Het kruis voor deze noot geldt nog omdat de maat nog niet uit is. Het ware veiliger geweest voor deze eerste noot van de zesde regel een kruis tus sen haakjes te plaatsen als herinnerings teken. tie is geworden de heer Elfferich, Ned. Hervormd. Dat A.R. Gereformeerd is, is daarmee weer duidelijk ontkend. Al wil de C.H.U. graag gezien worden als de specifiek-Hervormde partij, dit is in de practijk niet waar te maken. Ook vele Hervormden zijn trouwe aan hangers van de A.R. partij. Gelukkig wel Opvallend is, dat het blad Doorbraak (orgaan van de werkgemeenschap van protestantse Christenen in de Partij van de Arbeid) schrijft over het nieuwe kabinet „Veel reden om niet te jui chen" (aprilnummer, J. H. Scheps). De bestaansgrond van de confessio nele partijen wordt in dit blad (natuur lijk, zie de naam geregeld aangevoch ten. Zoals de heer Nederhorst het ook al weer direct bij zijn debuut als frac tievoorzitter van de P.v.d.A. in de Ka mer meende te moeten doen. Uit de breuk tussen A.R. en C.H. bij de formatie wordt in Doorbraak een conclusie getrokken. „Samen één ge loof samen voor de christelijke poli tiek. Dat is sterker dan allesMaar neen, dat ideaal is geweken. Ze zijn uit elkaar gegaanWat politiek niet bij elkaar past, moet je niet in één hok drij ven onder het motto Samen naar de kerk, dan ook samen in deze partij. En samen in de regering. Welnu, dat laat ste gaat over. En het andere ook wel..." (J- T. V.) Blijkbaar, gezien het slot, een profe tische geestVoor het overigewe kennen die geluiden. En de argumen tatie van de doorbraak is al zo vaak weerlegd. Wij zouden ook een artikel kunnen schrijven Samen socialisme Samen voor socialistische politiek. Ster ker en beter dan alles enz. Maar helaas. Gewone socialisten zit ten in de regering. Pacifistisch-Socialis- ten in de oppositie. Communisten (die ook, en zelfs zeer consequenter, socia listen willen zijn) eveneens, al zorgen ze door de heer Bakker nogal eens voor een lachertje in de Kamer. Het past dus toch niet allemaal. Ook socialisme ver bindt niet zonder meer. „Het gaat wel over" zouden we kunnen profeteren. Zoals Prof. Zijlstra indertijd eens stel de, dat socialisme en liberalisme elkaar kunnen naderen. In ieder geval geeft een socialistisch uitgangspunt lang niet altijd de garantie voor een gelijke poli tieke houding. Nee, de conclusies van Doorbraak zijn zwak. Wij blijven het liever houden op christelijke politiek, en partij formatie op levensbeschouwelijke grondslag. Dan kunnen er wel eens verschillen zijn, maar je weet ten diepste wat je aan el kaar hebt. Omdat we samen het Woord Gods erkennen en aanvaarden als richt snoer, ook voor het politieke handelen, ook in de partij. En dan blijf ik de droom dromen van één Christelijke nationale partij. Mogen bestaande kloven gedempt worden En laten we ons allen weer voor deze zaak inzetten, in Zeeland, en in heel ons volk, straks wellicht in Europees ver band. Tot behoud van de christelijke invloed op samenleving en natie. Tegen elke verzwakking en vervlakking daar van zullen we moeten blijven vechten. W. KATS. Is daar met gebruikname van de laat ste der Mohikanen, onze Kerkbode, niets iets te realiseren De Uitgevers. (2)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1965 | | pagina 1