^eeutütfe 3£erkbode INTERCOMMUNIE Onze Ouderlingen OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND RedactieDs. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg. Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. Kats, Goes Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, VlissingenDs. G. S. Oegema, ArnemuidenDs. D. Ringnalda, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo. 19e JAARGANG No. 4i 7 MEI 1965 „Ik worstel en ontkom" Abonnementsprijs 3,50 per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 15 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 15 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 Er is enige tijd geleden een belang rijk rapport verschenen over een zaak, die in één woord met intercommunie wordt aangeduid. U zult de betekenis van dit woord wel uit de samenstelling inter (tussen) en communie (Avondmaalsviering) kunnen afleiden Het gaat over de ge meenschappelijke Avondmaalsviering met andere kerken. Onze Generale Synode heeft enige jaren geleden gemeenschappelijke dien sten met andere kerken toegestaan, mits aan bepaalde voorwaarden wordt vol daan. (1. Er moet een voortdurend ge sprek plaats hebben over fundamentele zaken. 2. De gemeente moet worden in gelicht. 3. Er moet zekerheid zijn aan gaande Schriftuurlijke prediking. 4. De classis moet haar goedkeuring geven.) Het vraagstuk van gemeenschappe lijke Avondmaalsviering is toen ter be studering aan een aantal deputaten ge geven, die dan nu met hun rapport zijn gekomen. Het gaat over een gewichtige zaak. De gescheurdheid van de Kerk wordt juist rond het Heilig Avondmaal zo pijnlijk zichtbaar Terwijl Paulus zegt omdat het één brood is, zijn wij, hoe- velen ook, één lichaam (1 Cor. 10), is deze eenheid bij ons doorbroken. Ieder viert in eigen kerk Avondmaal, los van de anderen. Iets wat ons zeker moet verontrusten, en wat de verdeeldheid van de kerk zo beschamend maakt. Maar kan het anders Die vraag is door de deputaten bestudeerd. Ik wil u enkele hoofdlijnen van hun rapport doorgeven, en tenslotte een paar noti ties maken. Eén van de belangrijkste overwegin gen in het rapport is In die plaatsen waar men gemeenschappelijke kerk diensten houdt, is ook de intercommunie binnen de horizon gekomen. Het Sacra ment is immers teken en zegel bij het Woord, en -er niet van los te maken. De gave, die in Woord èn Sacrament wordt geschonken is dezelfde het éne heil. De deputaten willen een gemeen schappelijke Avondmaalsviering niet zien als een vertrekpunt (want er moet eerst toch van ware gemeenschap spra ke zijn), maar ook niet slechts als eind punt of bekroning (het Avondmaal is voor zondaars, ook in het kerkelijke, en we hebben samen zoveel vergeving no dig). Zo wordt het mogelijk „ergens onderweg" tot intercommunie te komen. De beslissing aangaande de inter communie valt dus volgens deputaten reeds bij een besluit tot een gemeen schappelijke kerkdienst. Overveel din gen dient vooraf te zijn gesproken, over eikaars leertucht, over de Avondmaals- opvatting, waarbij b.v. het Avondmaals- formulier zou kunnen worden doorge sproken. Vooral over opzicht en tucht wordt gehandeld. Kerkleden èn ambten heb ben een taak Het beproeven van zich zelf (1 Cor. 11 28) en van anderen (1 Joh. 4 7 v.v.). In dit verband wordt gewezen op het „gesloten" karakter van het Avondmaal. Daarover is in theorie meestal wel overeenstemming. Anders wordt het, als we de practijk na gaan. Hervormden zouden ons standpunt Wettisch kunnen noemen, wij kunnen wijzen op de geringe trouw in de tuchtoefeningen van de Hervorm de kerk. We zullen van elkaar moeten vra gen doen, wat gedaan kan worden. Naar een woord van Calvijn, dat men „wijs en barmhartig moet handelen, wanneer men met een menigte van zon daars te doen heeft. Strengheid moet worden aangewend tegen de zonde van weinigen" (Institutie IV, 12, 13). Maar, zo beseffen deputaten, zullen b.v. in de Hervormde kerk niet velen verschijnen, tegen wie wij bezwaar moe ten maken Ze wijzen echter op het volgende: 1) Velen in de Hervormde kerk zijn geen belijdend lid, en dus uit gesloten. 2) Anderen doen aan zelf- excommunicatie, men verschijnt uit zichzelf niet meer. 3) Van de prediking van het Woord, als eerste sleutel, moe ten we meer verwachten. Overigens zullen voor intercommunie dezelfde voorwaarden moeten gelden als voor het houden van gemeenschap pelijke diensten. Enkele slotopmerkingen van de de putaten 1. Niet in elke gemeenschappelijke dienst zal men het Avondmaal moe ten vieren. 2. Omdat het in „kerkelijk niemands land gebeurt, zal de Heilige Doop niet in zulk een dienst bediend kun nen worden. 3. Als men éénmaal is begonnen, kan men niet meer voorgoed afscheid van elkaar nemen. 4. Verzwakking van het kerkelijk be sef behoeft evenmin als bij gemeen schappelijke diensten bij intercom munie gevreesd te worden. (Zie Verdeeldheid en Gemeenschap 35— 38). 5. Het kerkverband moet zo zuinig zijn, dat de éne kerk zich door de ander wil laten waarschuwen of aansporenen zo eng, dat geen kerk bereid mag zijn van de aan Gods Woord genomeerde belijdenis af te wijken. De classes hebben hier weer een belangrijke taak. Ik heb getracht u in hoofdlijnen iets door te geven van wat het rapport In tercommunie bevat. Wilt u er meer van weten, dan leze u het zelf, het is ver krijgbaar bij het Algemeen Kerkelijk Bureau in Utrecht 1,25, giro 513153) Nu enkele voorlopige opmerkingen over de inhoud er van, al zal ik me ook hier moeten beperken. Ik wil beginnen met die punten, die onze instemming verdienen en waar we van harte achter kunnen staan. 1. Het lijkt mij juist te stellen, dat de gescheidenheid van de kerk juist rond de viering van het Heilig Avond maal zo pijnlijk wordt gevoeld (pag. 3). Het lichaam van Christus is niet ge deeld. Er zijn toch ook gelovigen in andere kerken Zouden, we met hen niet samen Avondmaal moeten vieren We hebben er dan ook begrip voor dat soms dit verlangen heel sterk kan zijn. Speciaal in de tijd, waarin weer vele (jonge) mensen belijdenis deden. Be lijdenis van de éne Heer, het éne ge loof, van één toekomstEn toch zit ieder in eigen kring aan bij het Avond maal. Wat is de gedeeldheid onschrif tuurlijk, tegen de bede van Christus in: dat ze allen één zijn 2. „Hebben we als leden van met elkaar in gesprek zijnde kerken op weg naar de eenheid niet voortdurend veel vergeving nodig (pag 6). Geheel ac- coord. Laten we in een houding van ootmoed, wetend van onze persoonlijke tekorten, elkaar ontmoeten. 3. „Op het program zal zeker moe ten staan het toetsen van eikaars leer in het licht van het Woord van God" (pag. 7). Een belangrijke opmerking. Het Woord Gods zal steeds beslissend moeten zijn, daar zullen we samen voor moeten buigen, in ons persoonlijk èn in ons kerkelijk leven. 4. „Het Avondmaal draagt in een bepaalde zin altijd een gesloten karak ter" (pag. 9). Hier wordt dus duidelijk de gedachte van open Avondmaalsvie ring afgewezen. En niet alleen moet dus de openbare belijdenis zijn afgelegd (pag. 8), er moet ook zijn „trouwe zorg van de vanwege Christus aangestelde ambtsdragers, die haar ernst zo nodig zal moeten bewijzen in het weren en bannen van het gemeentelid". Het was goed van de deputaten, om dit zo hel der te formuleren. 5. Als het rapport de mogelijkheid van intercommunie stelde met kerken van de Gereformeerde gezindte, waar duidelijke trouw aan Schrift en belijde nis aanwezig is, en waar ernst met Schriftuurlijke" tucht wordt gemaakt, zou ik me graag geheel bij hun stand punt aansluiten. Dat in dit geval inter communie noch beginpunt noch eind punt behoeft te zijn (pag. 5 en 6), bikt me goed te verdedigen. Al zou ik liever dichter bij het eind- dan bij, beginpunt willen staan, vanwege' echte gemeenschap, die bij het Avo: maal gevraagd en verondersteld en g ook gegeven wordt. Helaas is het in practijk zo, dat juist die kerken, die dicht bij elkaar staan in theorie, in de practijk elkaar niet kunnen (soms blijk baar niet willen) vinden. Dat is de gro te nood van de Gereformeerde gezind te. Vandaar dat velen zich met teleur stelling en desillusie afwenden, en hun blik richten op de Hervormde Kerk. En zo kom ik tot enkele vraagpunten ten aanzien van dit rapport. Punten, die de Generale Synode zeker ook nog zorgvuldig zal overwegen. 1Is het juist om als uitgangspunt te nemen het reeds houden van gemeen schappelijke diensten, en dan te stellen: Omdat Woord en Sacrament bij elkaar horen, moet dan ook in zon dienst (zo nu en dan, en onder voorwaarden) het Avondmaal kunnen worden gevierd De Synode had indertijd juist de dien sten toegestaan, los van het Avond maal. Dan moet men mijns inziens daarin ook niet zijn uitgangspunt ne men. Want dan trekt men consequen ties, die de Synode zelf niet trok, al wordt in Verdeeldheid en Gemeenschap wel op het onbevredigende van de si tuatie gewezen (pag. 54, 55). Maar heel de gescheurdheid van de Kerk is abnormaal en onbevredigd. Men zou ook andersom kunnen redeneren Als Woord en Sacrament zó bij elkaar be horen, dan worden gemeenschappelijke diensten met b.v. de Hervormde Kerk onmogelijk. Maar omdat men toch mag onderscheiden, èn omdat we in de prac tijk Woord en Sacrament bijna elke zondag scheiden (hoewel een probleem apart), zou ik liever bij het laatste Sy nodebesluit inzake gemeenschappelijke diensten willen blijven en niet verder willen gaan, althans niet met de Her vormde Kerk. 2. Een gewichtig punt lijkt mij dat op de bediening van het Woord ge makkelijker toezicht kan worden uitge oefend. Men kent de predikant uit een andere kerk persoonlijk men weet, na gesprekken, wat men aan hem heeft. Bij het Avondmaal krijgt men met veel meer mensen te maken, en bij gezamen lijke viering heeft men toch gezamen lijke verantwoordelijkheid. 3. Het is nu eenmaal een feit, dat de Hervormde Kerk volkskerk wil zijn, nu wel belijdend, maar toch met ver schillende modaliteiten. Het rapport stelt dat velen afvallen, doordat ze geen lid zijn, doordat ze zichzelf excommu niceren, en wijst op de waarde van de eerste sleutel (de verkondiging). Maar ook notoire vrijzinnigen in een „geïnte greerde" Hervormde gemeente zullen belijdenis doen, zich niet excommuni ceren, en wat dan Hier liggen toch vragen die verder moeten worden door gesproken. Want hier zal toetsing bij het licht van Gods Woord, door het rapport zelf nadrukkelijk voorop ge steld, zeer dringend nodig zijn, voor men tot intercommunie met de Her vormde Kerk (al is die plaatselijk nog zo goed, er is toch een landelijk ver band) overgaat. 4. Zoals nu gesteld wordt dat men Woord en Sacrament niet scheiden mag, kan later met evenveel recht de volgende stap worden gedaan Avond maal en Doop zijn niet te scheiden. Ook dit vraagstuk zal nader overwogen moe ten worden. Tenslotte Over de intercommunie is zeker het laatste woord niet gesproken. Ik heb groot vertrouwen in de Generale Synode, die dit rapport krijgt voorge legd. Wellicht zal nog geen beslissing genomen worden, want de tijd voor de kerken om er over na te denken is kort geweest. En wat de materie zelf be treft, de Synode zal zich zeker op bo vengenoemde punten diepgaand en bij het licht van de Heilige Schrift bezin nen, en zo zal onder leiding van de Heilige Geest een overtuigend stand punt worden ingenomen. Laten we veel bidden om wijsheid voor de kerkelijke vergaderingen in het algemeen, en voor de Generale Synode van Middelburg, die binnenkort bijeen komt, in het bijzonder. W. KATS. ran een oude boer in de buurt van Kampen ging het verhaal, dat hij zijn knechten wel het eten gunde, maar niet de tijd om te eten. Nu, op de ouder lingen-conferentie moesten we ook eten, en passant, onder de bedrijven door. Dit vermeld ik om te signaleren hoe intens en hoe onafgebroken we op deze conferentie geluisterd en gedis cussieerd en gedebatteerd hebben. Van tien uur in de morgen tot vier uur in de middag. We kregen wel van de Voorzitter een lange pauze, van twaalf tot twee. Die voorzitter heeft de gave om je op een charmante wijze aan het werk te zetten. We weten dat van .hem en waarderen dat in hem. Dat we geen overspanning kregen, is te danken aan de rust, die br Rouw zelf heeft en ook kan meedelen aan een vergadering met zo'n stoer agendum. Het klonk zo heel gezellig: „We gaan in discussie-groepen uit elkaar, groep I hier, groep II daar, enz., en zijn we klaar met de discussie's en de maaltijd, dan hebben we tot twee uur de tijd om te wandelen. Het is mooi weer gewor den". Wie heeft er gewandeld? Ik laat U het papier zien, dat we naar onze zaal meenamen. Over de vier stellingen sprak ds Tiemersma gere formeerd. Hoe de maaltijd verlopen is en dat de wandeling er bij ingeschoten is, kan een kind begrijpen. Leest U het papier maar: Stelling I: De kerk als „zout der aarde" komt on voldoende tot haar recht. Discussievragen: A. Hoe denkt U over de volgende middelen tot verbetering: a. organisatorische scheiding tus sen kerkregering en pastoraat. b. vorming van ambtsdragers. c. hulp van beroepsgroepen. d. persoonlijk gericht huisbezoek. e. discussie huisbezoek met een aantal gezinnen. B. Welke suggesties heeft U mogelijk verder nog. Stelling II: De leefbaarheid van sommige gemeen ten is twijfelachtig. Discussievragen: A. Welke normen gelden voor de leefbaarheid. B. Welke oplossingen ziet U in een overwegend R.K. samenhang. C. Hoe denkt U over schaalvergroting door kombinatie van kleine ge meenten. D. Welke andere oplossingen stelt U zich voor. Stelling III: De toenemende recreatiebehoefte stelt bijzondere eisen aan de kerk.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1965 | | pagina 1