Officiële Berichten Uit de Gemeenten „DE SLUIKER" De kerkeraad van de Geref. Kerk van Oud-Vossemeer nodigt de kerken van de Classis Tholen uit tot een vergadering op 12 mei 1965, des avonds te 7 uur in de Geref. Kerk van Bergen op Zoom. Stukken voor het agendum gaarne vóór 3 mei 1965 aan ondergetekende. Namens de kerkeraad, de scriba II, J. J. Versluys. L.S. De vergadering van de Kerken in de Classis Zierikzee zal D.V. worden gehou den op woensdag 12 mei 1965 te Haam stede. Stukken voor het agendum te zenden aan de eerst-ondergetekende vóór 8 mei 1965. Namens de samenroepende kerk van Nieuwerkerk, Dr. J. H. BECKER, praeses. J. M. DEN HAAN, scriba. de opzet van het eigen levensbeschou welijke werk, maar ten aanzien van het algemene gezamenlijke beleid. Dit ga randeert ons als kleine groep een be hoorlijke medezeggenschap". Gezien de omstandigheid, dat thans reeds een vrij groot deel van onze (b.v. middelbare) schooljeugd van dit vor mingscentrum gebruik maakt, is het bestuur van onze Geref. Stichting ver heugd over dit bereikte resultaat. Het vertrouwt, dat de Zeeuwse bevolking in de toekomst van dit vormingscentrum een intensief gebruik zal maken en dat allerlei arbeid op het christelijk erf er van zal kunnen profiteren. De twee bestuursleden van onze kant in Hedenesse worden door het Bestuur van onze Geref. Stichting benoemd (en niet door de Particuliere Synode, zoals in de P.Z.C. stond). Wel heeft deze Synode de materie onlangs besproken. Én na toelichting door de deputaten is ze er mee accoord gegaan, dat ook onze kerken dus gaan deelnemen aan de arbeid van Hedenes se. Dit besluit kan voor de toekomst van grote betekenis blijken te zijn. Toerus ting tot dienstbetoon is voor ons allen noodzakelijk. Maar inzonderheid wel voor onze jongeren, en voor allen, die' op een of andere wijze leiding hebben te geven. Het zal in positief Christelijke geest hebben te gebeuren. We zijn blij met de garanties, die we in dit opzicht heb ben gekregen. Christus was aller Die naar, en in Zijn diaconaat hebben ook wij een taak gekregen. Dat we daarbij, met anderen, iets kunnen doen voor de Zeeuwse bevol king in het algemeen, stemt ons dank baar. We zijn er, als kerken, ook voor de medemens, voor de wereld. Moge de arbeid van Hedenesse, nu met een breder draagvlak, velen tot zegen zijn W. KATS. HERVORMD-GEREFORMEERD Je kunt tegenwoordig geen kerkblad inzien, of je stuit op berichten en mede delingen over bovenstaand onderwerp. Ondergetekende, die zelf met veel animo deelneemt aan een Hervormd- Gereformeerde gespreks(bijbel)kring te Middelburg, acht die overal toenemen de kontakten een verblijdend verschijn sel. Reeds in de oorlogsjaren werden de kerken naar elkander toegedreven. Sindsdien is er inderdaad wel sprake van „koerswijziging", die toch echt niet aan een navigatie/ouÉ te wijten is. De Synode van Apeldoorn (1961- '62) heeft onder allerlei restricties de deur geopend voor gemeenschappelijke kerkdiensten, waarvan al vrij veel ge bruik wordt gemaakt. Ik ben het dan ook van harte eens met de eind-redacteur van de Gronin ger Kerkbode, Ds. W. Reeskamp. die een artikel over „Veranderend Getij Onze buren" als volgt besluit „Wie gezien heeft dat de verdeeld heid van allen, die in Jezus Christus geloven, onduldbaar is, omdat de waar heid der H. Schrift de eenheid van hen allen eist („Is Christus gedeeld?"), die zal gedreven worden om naar deze een heid te jagen of hij die ook grijpen mocht. En die zal zich verheugen over gemeenschappelijke kerkdiensten als door de Synode bedoeld. Het mocht eens een wolkje als eens mans hand zijn Hij is ook nuchter en geeft zich niet over aan overdreven enthousiasme, maar hij wil ook de dag der kleine din gen niet verachten". Tot deze „dag der kleine dingen" behoren stellig ook „de eerste voorzich tige stappen naar samenwerking met de Hervormde Kerk, die gezet werden op de Gereformeerde kerkeraadsvergade- ring te Helmond, d.d. 18 maart j.l. Een Commissie-van-zes, bestaande, uit 3 Herv. en 3 Geref. broeders, is op 2 april j.l. weer bijéén gekomen om over mogelijke vormen van samenwerking een oriënterend gesprek te voeren. Een ontmoeting van beide kerkeraden is in voorbereiding evenals een gemeen schappelijke gemeentevergadering. De kerkbladen zullen uitgewisseld worden en in Helenaveen wordt er zelfs naar gestreefd om eens per maand op een ochtend een Geref. kerkdienst te hou den, waaraan de Hervormden aldaar kunnen deelnemen, terwijl het eveneens in de bedoeling ligt eens per maand des ochtends een Hervormde kerkdienst te houden, die bezocht kan worden door de Gereformeerden te Helenaveen. Maar het is niet alleen daar Veel méér voorbeelden zijn te noemen. Zo vertelt Ds. A. C. Scherpenisse te Scheveningen van een gemeenschappe lijke vergadering aldaar en dan schrijft hij onder meer „Als u de besprekingen had kunnen afluisteren, zou u tot de conclusie zijn gekomen, dat hier geen vreemden el kaar ontmoetten, maar broeders en zus ters van hetzelfde huis. De één mag zich dan Hervormd noemen, de ander Gereformeerd, maar allen waren één in het geloof in Jezus Christus. Ik weet het er zijn mensen, die geneigd zijn zorgelijk te kijken als men zo iets zegt, alsof het 't ergste is dat gebeuren kan dat men één in Christus is. Dat is niet erg, maar een reden om God te dan ken. Laten we dit dan niet vergeten Van Hervormde zijde beluisteren wij soortgelijke geluiden. Ds. H. G. Groe- newoud schrijft in het Hervormde Weekblad „De Gereformeerde Kerk", orgaan van de confessionele vereniging, onder meer „Het is een onloochenbaar en verheugend feit, dat er in de Geref. Kerken tegenwoordig een groeiend ver langen naar hereniging ook met de Hervormde Kerk is". Interessant is om daarna te lezen hoe deze confessionele dominee zelf over zijn Hervormde Kerk als volgt denkt (kort samengevat): „Er is ontwaarding van het dogma, de belijdenis, de leer, de kennis, geen lust tot studie er is tekort aan inzicht men accentueert dat het christen-zijn niet een zaak van leer en overtuiging is, maar van leven en levenspractijk ook voltrekt zich een proces van ont kerkelijking de band aan de eigen kerk wordt losser zij, die sterk oecu menisch denken, verwerpen de kerke lijkheid als bekrompen kerkisme tege lijk heeft er een „verroomsing" plaats, waartoe sommigen via de liturgie ko men voorts heerst er in de kerk grote verwarring t.a.v. de vraag naar het brengen van „de Boodschap" aan de wereld er ontstaat een moderne ma nier van denken, spreken en leven in de kerk men wil als het ware in de huid van de moderne mens kruipen om hem zo werkelijk de Boodschap nabij te brengen, kortom we beleven een zeer ingrijpende verandering in het ge hele kerkelijk leven er zijn geweldige vraagstukken aan de orde en dit alles heeft ook te maken met het handhaven van de belijdenis". Tot zo ver Ds. Groenewoud, die hiermee duidelijk en eerlijke taal spreekt. Ik zou toch wel even duidelijk en eer lijk willen zeggen dat de gesignaleerde symptomen zich niet alleen in de Her vormdemaar ook in onze Gerefor meerde Kerken vertonen. Vandaar dat gemeenschappelijke be zinning in Herv.-Geref. gesprekskrin- gen van harte moet worden toegejuicht. Wij hebben t.a.v. de „geweldige vraagstukken" elkander méér nodig dan ooit. Daarbij vinden wij als Herv. en Ge ref. broeders ons „trefpunt" in het „be lijden én beléven". D. R. 1Brood voor het HartIn Afrika ligt Kameroen. In dat land ligt Yaoundé, een plaats waar een christelijk lektuurcentrum is. Want christelijke lektuur moet worden verkocht, aan de man gebracht, en aan de vrouw, vanwege hun leeshonger. En om Yaoundié heen liggen dorpjes, met een boekwinkeltje, zo ook in Saa. Daar woont een zekere Jean. Zullen we hem helpen, bemoedigen, bij zijn christelijke lektuur- verkoop Geef dan in de collecte op 2 mei! 2. Bordje aan de kerktot nog toe was dat niet zo nodig. Maar nu komen er, nu de dam geopend is, rijders langs, om eens een kijkje te nemen op Schouwen-Duive- land. Daar zien ze een kerk staan. Ah, Gereformeerde Kerk. En wanneer zijn de diensten? Ah, zomers 10 en 5 uur. Het kan zijn nut hebben. Voor de heilbegerige kerkganger, die 't graag weten wil. En misschien ook wel voor een ander, die net nog zo'n kleine herinnering nodig had, om wèl te gaan. Het bord is precies op de kop af op 1 april aangebracht. Dank daar voor. 3. Er is een conferentie in Goes, voor ambtsdragers en belangstellenden, a.s. za terdag 10 april, Oosterkerk, 10 uur voorm. Spreker Ds. Y. J. Tiemersma, ons wel bekend, over „Getij en Bakens". Wie kan, kome. 4. Volgende kerkeraadsvergadering D.V. woensdag 28 april, half 8. Bevrijdingsdag, 5 meiHerdenkings dienst (gemeenschappelijk), 's morgens 9 uur. Classis woensdag 12 mei. Hemelvaartsdag, 's morgens 9 uur dienst, alhier. Pinkster10.30 en 5 uur diensten. Alles D.V. 5. Openbare Geloofsbelijdenis D.V. af te leggen alhier door 3 personen Coby Noordhoek, Ad Roskam, Jaap Schiette- katte, a.s. zondag 11 april 6. Tenslotte een hartelijke groet aan zieken, ouden en eenzamen, thuis of in een ziekenhuis, uit Nieuwerkerk, Ooster- land of Bruinisse, of waar dan ook. J. H. B. OOSTBURG. De beroepen kandidaat J. Paksy van Kampen werd in de morgendienst door de em. pred. ds. H. A. Munnik van Zwolle, in het ambt bevestigd. Ds. Munnik had tot tekst Joh. 3 29 en 30. Het Schriftgedeelte was uit Joh. 3 22—36. De inhoud van die preek was saam te vatten in het thema „De hoogste blijd schap van de Evangeliedienaar", verdeeld in de drie volgende punten die le haar oorzaak is in het feit, dat de bruidegom de bruid heeft die 2e opkomt bij het doen luisteren naar de stem van dc bruidegom die 3e in staat stelt om zichzelf geheel weg te cijferen. le. Hier het beeld van de bruidszwerver. Als voorbeeld Abrahams knecht, die voor Izak een vrouw moet zoeken. Johannes de Doper heeft dooprecht. En de discipelen kunnen het niet heb ben, dat Jezus ook doopt. Daardoor komt hun Meester in de schaduw. Maar het is de Bruidegom die de Bruid heeft. En de bruidszwerver Jo hannes de Doper vindt daarin zijn blijdschap. Hij heeft de Bruid tot Je zus mogen brengen. FEUILLETON Vrij bewerkt naar P. Visser Jzn. 62) Die brief luidt „Waarde vriend Voor alle dingen wens ik, dat je gezond en welvarend bentwij zijn het hier ook. Al de weken, die er voorbij gegaan zijn sedert die noodlottige dag, je weet wel, toen je zo beteuterd was, dat je vergat de marechaussees, die je als een schooljongen inpakten, met de koevoet, die toch in de stal aanwezig was en daartoe extra had kun nen dienen, de hersens in te slaan sedert al die weken zeg ik, heb ik mij verkneuterd over de handige wijze, waarop de koetsier, die je naar „het Sloe" moest bren gen, je hielp ontsnappen. Een kranige vent, die Jan Hek man Iemand, die wat op zijn kar durft laden en met wie men wat kan uitvoeren. En hij moet een flink koetsier wezen ook, wie ik graag als je plaatsvervanger in mijn dienst had, maar daar is geen kijk op. Hij, die ik nu heb, is geen knip voor de neus waard en „Jans" kan hem niet luchten of zien. Eigenlijk ben ik niet buiten vrees, dat jij het. dier be dorven hebt. Was ze een mens, ik zou zeggen ze treurt over een en ander, misschien wel over haar vorige stal meester maar nu kan ik daarvan geen uitslag geven. An ders is het met de oude Marina. Die sloof heeft zich de zaak van je „inpakking", zal ik maar zeggen, zo erg aan getrokken, dat ze hevige zenuwkoortsen kreeg en het niet veel scheelde, of ze was naar het „onbekende land" heen- gereisd. En hoewel dat verlies nu wel niet onoverkomelijk zou zijn geweest, want van goede huishoudster is de we reld vol, had het geval me toch weer op kosten komen te staan. Wat drommel, ik had ze toch niet van de „Ar men" kunnen laten begraven Dat zou mijn eer te na zijn gekomen. Nu heeft ze mij maar alleen 'n schat van geld aan quini ne gekostzodat ik, wanneer de boeren er niet op be dacht zijn, deze zomer wat veel galziekten te krijgen, het vooruitzicht heb, een slecht jaar te zullen hebben en half geruïneerd ben. Ongelukkig heeft de ouwe ziel zich in het hoofd gezet, dat je zwervende en dolende bent over de rond der aarde, zoals een harer kennissen uit de Schrift namelijk ik meen, dat ze hem Kaïn noemt, ook overko men is, die ook wat op zijn kerfstok had, hoewel niet bij de Fransen. Ze denkt, dat ik uit bezorgdheid voor haar welzijn nota bene haar de waarheid verzwijg en ze wat op de mouw speld. Al welke onheilen intussen voorkomen zouden zijn, in dien je op die bewuste dag de koevoet had gebruikt, om... enz. (zie boven). Nu zit er niets anders op dan dat je zo gauw mogelijk naar hier komt en wel met dezelfde gelegenheid als waarmede je vertrokken bent, nl. met de beurtschipper Moerman, aan wie ik deze brief toever trouw en die de volgende week vaart. Niet, dat ik zo naar je verlang, of om je verlegen ben maar alleen ter- wille van „Jans", die anders kans loopt zo mager te wor den als een geraamte, en van mijn oudje, die mooi weg is om me te ruïneren vanwege de quinine. Ook op de molen zou een daar te brengen bezoek, naar ik meen ge merkt te hebben, misschien gunstig worden opgenomen. Er bestaat op dit ogenblik geen vrees hoegenaamd, dat de Fransen, onzaliger gedachtenisse, je ook maar één haar van je hoofd zouden krenken, eenvoudig omdat er in het gehele land van „Ter Goes" zelfs geen Franse muis meer op vier poten loopt. Uit vrees voor de Engelse luipaard en laat mij er bij voegen zo ik hoop, ook een weinig voor de Hollandse leeuw, is al wat Franse cocarde draagt, met pak en zak over de Schelde getogen, tot je vrienden de marechaussees incluis. Van dit zijde bestaat er dus niet het minste bezwaar. Anders is 't in Walcheren en het land van Cadzand. Daar heeft de gier zijn klauw nog op gevestigd. Laten we ho pen, dat het niet lang meer duren zal. Ik zeg je dat al leen, omdat je het niet in je hoofd zou krijgen, een bezoek te willen afleggen bij een zekere onbestorven weduwe, met zo ik meen, twee kindertjes, die daar ergens in dat landje vertoeft, en waarvan ik mij herinner, dat ze je en voor zeker niet ten onrechte gans niet onver- schillg zijn. Nog denk ik weer aan die heldendaad van Jan Hek man, Jaap Hij heeft je er toch maar prachtig doorge holpen, hé Je hadt anders al lang voor de haaien ge weest, kameraad Je hebt zeker de Voorzienigheid wel gedankt voor de gunstige afloop van het zaakje. Nu daar bestonden redenen voor. Ik heb het de'eigen avond ook geprobeerd, en hoewel ik er niet in geroutineerd ben, ging het nog al, al zeg ik het zelf. Op de molen verstaan ze zich daar beter op, en ik vind dat gelukkig. Nu, ofschoon ik niet weet, wat hier met je te beginnen, zal ik je wachten, al was het alleen maar terwille van die twee oude schepsels mijn „Jans" en de oude Marina, welke laatste je hartelijk groet. Ook ik doe het bij deze. LIw vriend en voormalig patroon, Dr. Stellaard." Natuurlijk moet Heilman glimlachen als hij dit epistel leest. Wat heeft die dokter weer heerlijk op z'n stok paardje gezeten, denkt hij. Zou er wel ergens op de wereld een tweede man ge vonden worden, die zo edel, gulhartig en menslievend is En dan geeft hij die Hekman alle hulde, alsof niet hij het hele ontvluchtingsplan heeft bedacht en in elkaar ge zet heeft Intussen hij kan zonder gevaar naar Zuid-Beveland reizen enals Walcheren en het Land van Cadzand straks ook vrij zijn, kan hij naar huis, om daar te gaan opbouwen wat door zijn schuld teloor is gegaan Een week later meert schipper Moerman zijn schuit aan zijn vaste ducdalf in de haven van Goes. Zijn enige passagier is Frits Zijier. Op de kade staat een sjees te wachten dokter Steellaard, die met de hoed zwaait. Onstuimig springt zijn voormalige koetsier op de wal, drukt hem de hand met een „Hoe vriendelijk van u, dokter, om mij te komen halen". De dokter schreeuwt de schipper een „Adieu" toe, dat men wel tien huizen ver kan horen en zegt tot Zijier al leen „Stap in (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1965 | | pagina 2