eeuwóe
3£erkbocle
De Kerken in Brazilië
Goen droefheid zonder hoop
Wil God ziekte?
De NIEUWE Gezangen
19e JAARGANG No. 27,
22 JANUARI 1965
„Ik worstel
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
RedactieDs. W. H. Gispen, Terneuzen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. Kats, Goes Ds. A. G. Kornet, Vlissingen
Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. G. S. Oegema, ArnemuidenDs. D. Ringnalda, Middelburg
en ontkom- Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
t N
Abonnementsprijs
3,50 per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
II
Een vorig maal heb ik iets verteld
over de kerken in Parana, nu iets over
de kerk in de stad, namelijk de kerk
van Sao Paulo. Deze kerk telde op 1
januari 1964 een zielental van 210,
waardoor dus het totaal zielental van
de Igreja Evangélica Reformada op
1341 komt. De koloniekerken telden
immers 1131 zielen.
De kerk van Sao Paulo heeft niet al
tijd de naam Igreja Evangélica Refor
mada gedragen, evenmin als de kerken
in de landbouwkolonies. De kolonie-
kerken maakten tot hun zelfstanding-
wording in juli 1962 deel uit van de
classis Buenos Aires van de Gerefor
meerde Kerken in Nederland. De kerk
van Sao Paulo was een zelfstandige
kerk onder de naam Nederlandse Pro
testantse Kerk. Na de zelfstanding-
wording van de koloniekerken sloot ook
de kerk van Sao Paulo zich bij het kerk
verband van de I.E.R. aan. Een kerk
van de meest gemengde samenstelling,
die men zich denken kan.
Ik geloof niet dat deze kerk al een
kerkelijk zegel heeft, maar mocht men
er ooit tot over gaan om een kerkelijk
zegel voor de I.E.R. te Sao Paulo te
ontwerpen, dan zullen daar zeker de
woorden uit de 133ste psalm een plaats
in moeten hebben
,,Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het,
als broeders ook tezamen wonen".
Dit blijkt namelijk in Sao Paulo te
kunnen en niet alleen wonen de broe
ders er samen, maar ook werken ze er
samen, getuige het prachtige kerkge
bouw, dat ze weer met andere broeders
samen, namelijk met de Zwitsers, ge
bouwd hebben.
Wanneer we zo eens zien wat de
kerkelijke achtergrond der leden van de
I.E.R. Sao Paulo is, dan komen we een
veelvoud van kerkelijke denominaties
tegen. Daar zijn zij, die gedoopt zijn
in de Nederlandse Protestantse Kerk
van Sao Paulo de kerk van Sao
Paulo dus voor aansluiting bij de
I.E.R. en het zijn er 69, daar zijn
de leden, die uit de koloniekerken naar
Sao Paulo kwamen 9 doopleden en 11
belijdende leden samen 20, maar deze
69 en 20 zijn nog samen niet eens de
helft van het zielental dezer kerk en
waar komen de anderen vandaan Zij
komen uit Nederland 20 belijdende
en 5 doopleden uit de Ned. Herv. Kerk.
15 belijdende en 11 doopleden uit de
Gereformeerde Kerken. 4 belijdende le
den uit de R.K. kerk, 2 belijdende leden
en 3 doopleden uit de Vrij Evangelische
Kerk, 1 belijdende- en 1 dooplid uit de
Geref. Gemeenten, 1 belijdend lid uit
de Remonstrantse broederschap en 1
belijdend lid uit de Chr. Geref. Kerk
ze komen uit Indonesië 31 be-
lijende leden en 14 doopleden uit de
Protestantse Kerk van Indonesië en 11
belijdende leden en 1 dooplid uit de
voormalige Geref. Kerken in Idonesië.
In totaal elf verschillende denominaties,
maar er wordt samen gewoond, samen
gewerkt en samen de Here gediend.
Samen op één basis. Deze basis was
tot aan de toetreding tot het kerkver
band van de I.E.R. de Heidelbergse
Catechismus, thans vormen de drie for
mulieren van enigheid deze basis. En
dan zeggen we wonderlijk, dat dat
allemaal kan dat het mogelijk is, dat
mensen van zo heel verschillende ker
kelijke achtergrond elkaar vinden in het
geloof in dezelfde Here en Heiland.
Nu ik dit schrijf zijn de adventswe-
ken weer ingegaan, en onwillekeurig
wordt je dan herinnerd aan, wat de
profeet Jesaja schrijft zijn naam is
wonderlijke raadgevervredevorst.
En dan ga je beseffen dat dit wonder
lijke in onze ogen van de Here geschied
is, van die Here wiens daden, wonde
ren van genade alleen zijn, en die ons
hoe met schuld beladen, ook kerkelijke
schuld, verzoend voor het oog des Va
ders treden doet. Verzoend met de Va
der door Hem en verzoend ook met
elkaar. Dat is het wonder van Sao Pau
lo. Heus er zijn nog wonderen en er
gebeuren nog wonderen als we er maar
op letten.
v. H.
cÏÏleditatie
„Maar zijn vader noemde hem Benjamin."
Gen. 35 18b.
Op het front van de orgel-galerij in de Hervormde kerk te Zandvoort
staat een vier-regelig versje
Van 't droef vergane schip, d' in storm bezweken mast
Draagt hier in 's Heren huis een Hem gewijde last.
Zo worde, wat op aard in ramp of nood ons treft
Een pijler, die ons hart naar 't eeuwig Godshuis heft.
Het orgel in die kerk wordt gedragen door twee pilaren, die gemaakt
zijn van de masten van een schip, dat daar aan de kust vergaan is. Een
treffende gedachte de masten van onze gestrande schepen moeten
gemaakt worden tot pijlers, die ons hart naar boven heffen.
In Bethlehem wordt Jacob getroffen door de felle slag van zijn leven.
Hier dreigt het schip van zijn levensgeluk te stranden. Het kraambed van
Rachel wordt een sterfbed. En in mateloze droefheid ziet Jacob zijn ge
liefde vrouw van deze aarde heengaan. Als laatste woord heeft hij de
naam opgevangen, die de stervende moeder voor haar kind bestemd heeft:
Ben-oni, zoon van mijn smart.
Het is geen gebrek aan piëteit, het is een geloofsdaad, dat Jacob deze
naam verandert. Het kind zal heten Benjamin, zoon van mijn rechter
hand. Onder de nevelen van droefheid en rouw en eenzaamheid ziet het
geloofsoog van Jacob de toekomst van de zaak des Heren. Ook uit deze
zoon zal de kerk van God gebouwd worden. Jacob is in Pniël, maar ook
in Bethlehem Israël een vorst Gods. Hij heeft Rachel verloren, maar
het geloof behouden. Door Gods kracht, naar Gods genade.
Nooit mogen Gods kinderen treuren zonder hoop. In Christus hebben
zij de belofte en de waarborg, dat ook smart en eenzaamheid gebruikt
zullen worden tot hun levensbloei en hun levensheerlijkheid. Naar Paulus
zegt de verdrukking werkt volharding uit, en de volharding beproefd
heid, en de beproefdheid hoop.
Deze weg van de droefheid tot de hoop is alleen te vinden in ,,de
heiligdommen Gods", psalm 73. Alleen in Gods licht zien wij het licht
in onze smart en in onze verlatenheid. Zal Hij, die zijn Zoon voor ons
tot de grote Ben-oni, tot de grote Smartenzoon gemaakt heeft, ons met
Hem niet alle dingen schenken Kan Hij, die zijn Zoon niet gespaard
heeft, ooit iets anders bedoelen en bewerken dan ons heil en onze heer
lijkheid Dan mag de smart aan het woord komen, dan mag het gedenk
teken van onze droefheid opgericht worden (vers 20). Maar de smart
mag niet het laatste woord hebben, we mogen bij het gedenkteken niet
blijven zitten.
Daarna brak Israël op vers 21a. Let op die naam De geslagene, de
gebeukte. En toch hij in Israël, een vorst Gods.
Het gedenk-teken van onze smart wordt het uitroep-teken van Gods
liefde over ons.
Zo worde, wat op aard' aan ramp en leed ons treft
Een pijler, die ons hart naar 't eeuwig Godshuis heft.
G. S. OEGEMA.
We willen enkele artikelen wijden
aan de gave der genezing"
Het is echter niet mogelijk om daar
over iets te zeggen, zonder eerst ge
sproken te hebben over de ziekte in het
algemeen, en over de vraag, of God de
ziekte wil of niet.
De meeste evangelisten, die in de
loop der jaren zijn opgetreden met de
boodschap der genezing, hebben met
grote nadruk gezegd, dat God niet wil.
dat wij ziek zijn. Vanzelfsprekend volg
de daarop de oproep, om zo spoedig
mogelijk de ziekte te ontvluchten. Het
zou helemaal niet nodig zijn, dat je
maagklachten had, aan rheuma of asth
ma leed, of onder welke kwaal dan ook
gebukt ging. Ik heb het Osborn op het
Malieveld in den Haag zijn duizenden
hoorders horen toeroepen, dat zij van
hun brancards en uit hun invalidewa
gentjes moesten opstaan, en dat de in
validen hun krukken moesten weggooi
en, omdat God de ziekte niet wil. Jezus
Christus heeft voor ons geleden, en dus
kan ieder, die in Hem gelooft, gezond
worden. Hij heeft immers al onze ziek
ten gedragen
Vooral dit laatste schijnt een steek
houdend argument. Jezus Christus, Die
gisteren en heden Dezelfde is, en Die
alle zieken genas, heeft onze ziekten op
Zich genomen. Hoe zou een kind van
God dan nu nog ziek kunnen zijn
Tóch is er alle reden, om zich met
die vraag bezig te houden.
Er zijn immers zieken, die van een
diep en rijk geloofsleven blijk geven,
maar die niet beter worden. Moeten
we nu tegen of over zulke mensen zeg
gen, dat het met hun geloofsleven niet
in orde is, omdat zij anders wel gene
zen waren Tot zo'n conclusie zóu men
uit de hierboven genoemde redenering
moeten komen.
In de tweede plaats moeten we ons
afvragen, of we niet eenzijdig één facet
van de bijbelse boodschap beklemtonen,
wanneer we zo stellig zeggen, dat God
de ziekte van niet één Zijner kinderen
wil. Door deze stelling wordt te kort
gedaan aan de wijsheid van God, en
aan de leiding, die Hij aan ons leven
geeft. Als God beslist niet wil, dat
iemand van ons ziek is, en als Hij met
onze ziekten en kwalen niets te maken
heeft, is er een andere macht aan het
werk, die, zelfstandig, Hém in Zijn god
delijke bedoelingen tegen werkt. Op de
ellendige consequenties van een derge
lijke opvatting heb ik al gewezen in de
serie: Pinksterkritiek op Zondag 10".
In de derde plaats (dit houdt met het
vorige punt verband) moet de vraag
gesteld worden, om het wel waar is,
dat géén gelovige ziek behoeft te zijn,
omdat Jezus alle zieken genas.
Wanneer men de zin ,,God wil de
ziekte niet" zó gaat interpreteren, dat
géén gelovige ziek behoeft te zijn, zelfs
niet ziek behóórt te zijn, doet men groot
onrecht aan de gelovigen, die ongene
selijk ziek zijn, en men kan hen daar
door zelfs zeer schaden. Maar wat het
ergste is men verkondigt een bood
schap, die in de Bijbel niet te vinden is.
Om misverstand te voorkomen moet
ik er op wijzen, dat in de Pinksterbe
weging niet iedereen de conclusie trekt,
dat je het wel zonder medische bijstand
stellen kunt. In Kracht van Omhoog"
van 18 dec. 1964 heeft evangelist Ben
Hoekendijk een artikel geschreven
,,Onze vijand Fanatisme". Daarin waar
schuwt hij o.a. tegen de opvatting, dat
ieder het in geval van ziekte zonder
dokter zou kunnen stellen. Dat zou wel
eens bedenkelijke gevolgen kunnen heb
ben. ,,Wist u, dat Oral Robers, waar
van u toch wel zeker weet dat hij in
gebedsgenezing gelooft, openlijk in zijn
blad schrijft dat hij een huisdokter heeft
en zijn medewerkers ook. In een ander
nummer van Abundant Life staat dat
hij gelooft dat een mens genezen kan
worden door klimaat, rust, medicijnen
en gebed."
De opvatting, dat ziekte onnodig en
zinloos is, omdat God niet wil, dat we
ziek zijn, komt echter dikwijls voor. En
is deze uitroep nu waar
Ja, die is waar Het is niet Gods
bedoeling geweest, dat de kroon op
Zijn schepping ziek zou zijn. Evenmin
als de zonde met Gods wil overeen
stemt, is het lijden volgens Zijn wil.
Maar nooit mag men daaruit aflei
den, dat God niets met het lijden te
maken zou hebben. Hij wil de ziekte
en het lijden niet, omdat ze in verband
staan met de zonde. Maar ze gaan niet
buiten Hem om. Hij gebruikt ze in Zijn
dienst.
Dit is voor velen een groot struikel
blok. Waarschijnlijk voor allen We
kunnen niet ontkennen, dat we hier te
maken hebben met dingen, die wij met
onze menselijke logica niet rijmen"
kunnen. Dat moeten we trouwens ook
niet proberen. Daardoor juist zouden
we in eenzijdige redeneringen verstrikt
raken. Deze twee dingen zijn beide
waar. God wil de ziekte niet, en laat
die tóch ergens dienstbaar toe zijn.
Natuurlijk begrijpen we dat nietnet
zo min als we een logisch verband kun
nen leggen tussen het feit, dat God
Judas' verraad niet wilde, terwijl dat
tóch een plaats had in Zijn heilsplan.
Een eenzijdige redenering heeft som
migen tot de redenering gebracht, dat
een zieke in de macht van de duivel is,
óf tot de bewering, dat iedere gelovige
gezond kan worden wat tot veler gro
te ontsteltenis niet waar bleek te zijn.
Slechts wanneer we ons, ondanks de
raadsels waarvoor wij soms komen te
staan, blijven realiseren, dat we in onze
ziekten in Gods hand blijven, en dat
we door Gods liefde omringd blijven,
en dat géén ding ons van die liefde
scheiden kan, zullen we (geen doffe
berusting maar) rust vinden.
A. G. K.
Op de muzikale gevolgen van de
nieuwe gezangenbundel zijn onze gere
formeerde kerken niet voorbereid. Dit
heeft in de kring van de Gereformeerde
Organistenvereniging geleid tot een be
zinning op de meest verstandige aan
pak. Het moet namelijk uitgesloten wor
den geacht dat de gemiddelde kerkgan
ger zonder goede voorlichting, vakbe-