I
A
Wat ziet U in het Kerstfeest
2>e Kerstkring
Kerstfeest zonder Christus
val je van de ene verwondering in de
andere, doe je de ene indruk na de
andere op, waarvan je denkt: daar
moeten we toch eens over schrijven.
En als je er dan een poosje bent, dan
denk je bij je zelf: maar wat is daar nu
eigenlijk over te schrijven? Dan is alles
je ai weer zo vertrouwd, dat je het
eigenlijk niet de moeite waard vindt
om er nog iets van te vertellen. Daar
staat echter tegenover, dat u niet in
Brazilië zit, maar in Holland, waar nu
naar we veilig mogen aannemen -
de kolenman weer op volle toeren aan
het werk is, waar het inderdaad toch
allemaal zo heel anders is dan hier.
En met dit voor ogen is er toch nog
iets te vertellen.
Allereerst dan goed Hollands
iets over het weer. Het is hier in Ca-
rambei nog niet bepaald zomer, hoe
wel het overdag wel lekker kan zijn,
zijn de avonden behoorlijk fris. Men
weet zelfs te vertellen, dat het in geen
tijden zo koud is geweest. Nu, wij
beginnen dan ook wel naar wat war
mer weer te verlangen en hopen dat
de zomer maar niet te lang meer op
zich laat wachten. Typisch is dat, alles
is hier precies omgekeerd aan Holland,
zo hebben we deze maand biddag voor
het gewas gehouden, terwijl dan in
Holland de dankdag gehouden wordt.
De zomervakanties staan nu voor de
deur drie maanden lang terwijl
in Holland de Kerstvakantie in zicht
komt. Het is inderdaad wel even wen
nen, dat je met het lengen der dagen
de adventsweken binnengaat en dat de
langste dag rond Kerstmis valt.
Is zo een heleboel tegengesteld aan
Holland, anderzijds merk je in een Hol
landse kolonie als deze, soms niet eens
dat je in Brazilië zit. Ook niet wat het
kerkelijk leven betreft. Alhoewel je de
vele kerkelijke vraagstukken die je in
Holland had, hier niet vindt. Zo vin
den we in de kerk hier mensen met
verschillende kerkelijke .achtergrond,
maar nu samen lid van de Igreja Evan-
gelica Reformada en het blijkt te kun
nen ook. Dat we helemaal van de Hol
landse problematiek verstoken zouden
zijn is teveel gezegd. Zo hebben we
uit de pers mogen vernemen, dat we
een brief van de Vrijgemaakte Kerken
kunnen verwachten, waarin ons mee
gedeeld wordt, dat men niet wenst in
te gaan op het door de I.E.R. gedane
verzoek om correspondentie. \ye heb
ben ook uit de pers vernomen, met
welke motivering de daartoe benoem
de commissie dit aan de synode dezer
kerken heeft voorgesteld. In de Bra
ziliaanse kerken zouden namelijk veel
leden zijn, die afkomstig waren van de
..gebonden kerken", waarmee dan de
Gereformeerde kerken bedoeld zijn.
Dat er in onze kerken ook nog leden
zijn. die uit de vrijgemaakte kerken
stammen, daaraan schijnt men niet te
denken. Het meest bedroevende ech
ter is, dat uit hee1 het synode-debat
duidelijk geworden is, dat men niet in
de eerste plaats vraagt of een kerk de
Schrift als het Woord des Heren aan
vaardt en of die kerk soms dezelfde
belijdenis heeft als zij: maar dat men
vraagt of zulk een kerk enigerlei re
latie heeft met de Gereformeerde Ker
ken in Nederland, en waar dit het ge
val blijkt te zijn, daar wordt zulk een
kerk eenvoudig afgeschreven. Toch
is het een trieste zaak als je je gaat
realiseren, dat om deze reden de vrij-
gemaakten niet in internationaal gere
formeerd verband wensen samen te
werken en dat heel hun internationale
contact bestaat in het onderhouden van
de relaties met een viertal dochter
kerken. Helaas zal door deze afschrij
ving ook verder contact met de doch
terkerk der vrijgemaakte kerken hier
in Brazilië, in Monte Alegre, eveneens
in de staat Parana, bemoeilijkt worden.
De Hollandse problematiek zijn we dus
nog niet helemaal te boven.
Tussen onze kerken en andere Bra
ziliaanse kerken heerst een goede ver
standhouding, voornamelijk is er con
tact met de Presbyteriaanse kerk,
waarmee ook op zendingsgebied wordt
samengewerkt. Voor diensten in het
Duits mag de Lutherse kerk over het
kerkgebouw in Carambei beschikken.
Dit bracht met zich mee, dat de Lu
therse kerk ons gaarne haar kerkge
bouw in de stad Ponta Grossa afstond,
voor Nederlandse diensten. Met deze
diensten zijn we vorige maand begon
nen. omdat in deze stad het aantal Hol
landse gezinnen toenam. De eerste
dienst werd reeds goed bezocht, een
kleine vijftig mensen; dit geeft goede
hoop. Zelf hebben we onlangs twee
diensten in het Duits gehouden, één
huwelijk, waarbij de bruid van Duitse
origine was en een rouwdienst. Deze
laatste bewees wel hoe ver we hier
van Holland verwijderd zijn. De over
ledene behoorde namelijk tot de R.K.
kerk, hij was in het ziekenhuis van
Ponta Grossa overleden, na het sacra
ment der zieken gebruikt te hebben.
De familie eveneens rooms katho
liek wenste echter een begrafenis
vanuit de protestantse kerk. We heb
ben met vreugde aan dit verzoek vol
daan en het Woord gebracht van
Hem. die de Heer is van levenden en
doden. Daar ook deze familie van
Duitse origine was, werd de rouw
dienst in het Duits gehouden, een
dienst waar een groot aantal aanwezi
gen, meest Duitsers, waren. Daags na
de begrafenis kwam de familie bedan
ken voor het Evangelie, dat ze hadden
mogen horen.
We willen nu deze brief weer af
sluiten om u een volgende keer eens
iets te vertellen over de kerken hier en
over het zendingswerk, vanuit het nog
steeds niet warme Carambei 1 al zit
ten we dan in hemdsmouwen een
hartelijke groet en de Here bevolen.
Uw vH.
II
Een kindje in een stal of grot.
Op een bed van stro.
In een kribbe.
Bijna 2000 jaren geleden.
Daarin kan men van alles zien wat
men maar wil.
Er komen ook nog herders bij te
pas. En Engelen.
Ook nog astrologen, wijzen uit het
oosten", in wie de dwazen uit het wes
ten 3 koningen zagen.
Al met al is het wat sprookjesachtig
geheimzinnig.
Sukarno (zie de vorige week) zei
mij anno 1950 iets over ,,het roman
tisch aroma rondom de stille nacht".
De dichter Jan Eekhout zong: „Wij
u Walen tastend door de nacht". Koos
Doorne klaagde, toen het kerst-
£P til was:
/eer haast tot ons zult komen
liets dan mijn angstig hart,
door verdriet en dromen:
fcl in het net verward
minder pessimistisch ziet
fd in het kerstfeest het
kiddel om „van 't grauw
|tven weer een droom te
^biecht ons dan onder
dn onze boom gaan
keuren,
^een bar-gezellig werk.
wsselijk vindt,
|je geloof te leuren,
kind'ren
aaar naar de kerk."
tijdje door om
bnd als volgt te
boom nu maar
versieren.
Jou, kijk me
niet zo aan
[ts ga ik kerst
feest vieren,
pmt opeens
cht vandaan
Ik vind deze dichtregels van De
Weerd een meesterlijke weergave van
wat bij de nadering der kerstdagen in
veler hart omgaat: We doen mee, we
doen allemaal mee, natuurlijk doen we
mee, want wat we er ook al dan niet
in zien. kerstmis heeft een attractief
geheim: ,,Waar komt opeens dat Licht
vandaan
Deze vraag mag door het geloof be
antwoord worden: Het ware Kerst-
licht onthult het Levensgeheim als het
grote Kerstgeschenk van de Heilige
Geest.
Nu is er geen sprake meer van een
exotisch sprookje. Evenmin van een
eilandje in de stormachtige levenszee.
Ook niet van een droom, die wij wel
graag zouden omzetten in werkelijk
heid.
Neen, wij mogen door de verlich
ting met de Heilige Geest van het
Woord en met het Woord van de
Heilige Geest in de Kribbe van Beth
lehem de onthulling zien van het Le
ven, dat, dwars door de eeuwige dood
heen, nooit meer sterven kan.
Het Kind van Bethlehem is de Man
van Smarten, die wilde sterven op
Golgotha in ons menselijk vlees om
het met God te verzoenen.
Maar deze Man van Smarten over
won als de Heer der heerlijkheid de
dood door zijn opstanding.
Hij, die ,,de dood van onze dood"
wilde zijn, werd het Leven van ons
leven.
Kerstfeest en Paasfeest vallen sa
men. Het doel van kribbe en kruis
was het ledige graf. De zin van de
geboorte is het leven.
Wat ziet u in het kerstfeest
Niets minder dan de gedachtenis
viering van het .grote Wonder aller
eeuwen in de onthulling van het Le
vensgeheim als „de verborgenheid der
godzaligheid" (1 Tim. 3:16, St.Vert.)
als het groot geheimenis der gods
vrucht" (nieuwe vert). Dit mysterie
is „buiten twijfel":
„O Jezus, mens en God
Bij U is wél geborgen
Ons aards en eeuwig lot."
Dat en dat alleen en niet minder dan
dat ziet ons geloofsoog in het Kerst
feest: het Levensgeheim van de Incar
natie: ,,God, Die Zich geopenbaard
heeft in het vlees".
Deze ..Vleeswording des Woords"
bewijst duidelijk dat de verlossing van
de mens niet een aktiviteit van bene
den naar boven is, maar een goddelijk
ingrijpen van boven naar beneden.
„Wat ziet u in het kerstfeest?"
De overwinning van het Christen
dom op het humanisme.
D. RINGNALDA.
In de liturgiek, de wetenschap aan
gaande de eredienst in de Christelijke
kerk, spreekt men ook over liturgische
tijden.
We weten allen, dat regelmatig ge
sproken wordt over het kerkelijk jaar,
dat niet precies samenvalt met het bur
gerlijk jaar. Begint dit laatste op 1 ja
nuari (de datum is al weer dicht bij,
alvast onze goede wensen!), het ker
kelijk jaar vangt enige weken eerder
aan.
De vierde zondag voor het kerst
feest is in de gemeente nieuwjaar, dan
hebben we de eerste van de vier ad
ventszondagen, waarna wij de vreugde
van het kerstfeest op 25 december mo
gen vieren.
We zijn aan deze gang van zaken
gewoon, maar de vraag komt wel eens
naar voren: Hoe is deze liturgische tijd
er gekomen Vierden de eerste Chris
tenen het kerstfeest ook al op 25 de
cember Is dit werkelijk de geboorte
dag van Jezus Christus En hoe zijn
de Adventsweken ontstaan
Verschillende studies zijn aan deze
vragen gewijd. Wij kunnen er hier niet
diep op ingaan, alleen zullen we pro
beren u de resultaten ervan in hoofd
lijnen door te geven.
In het middelpunt van de liturgische
tijd staat de zondag, de dag des Heren,
zoals die in het Nieuwe Testament al
wordt genoemd. Het is niet de Nieuw-
Testamentische Sabbat, zoals men wel
eens denkt. De Sabbat is in Christus
vervuld (Col. 2:16, 17). Het is de
dag van Jezus' opstanding, en de ge
meente komt ,,in nieuwe stijl" bijeen
rondom Woord en Avondmaal (Hand.
20 7 e.a.)
De viering van de zondag is, ook
liturgisch van de allergrootste waarde.
Het kerkelijk jaar bestaat uit zondagen
die in principe aan elkaar gelijk zijn.
Het is telkens delen in Jezus' overwin
ning, gemeenschap ervaren met de le
vende Heer. Zo heeft de zondag be
tekenis voor elke dag van ons leven,
dat heeft bijv. ook de Catechismus dui
delijk gezien.
Maar in het kerkelijk jaar zijn in de
loop der tijden hoogtepunten gekomen.
Hier heeft een gelijdelijke groei plaats
gevonden, op dezelfde wijze als we dit
bijvoorbeeld ook zien in de ontwikke
ling van het dogma.
't Oudste feest, in de eerste eeuwen
het enige in de Christelijke kerk (als
we dan even niet denken aan de zon
dag als telkens terugkerende feestdag)
is het Paasfeest.
De zondagen in het kerkelijk jaar,
die daaromheen liggen, noemen we wel
de Paaskring.
Het paasfeest wordt voorafgegaan
door de lijdenstijd, en gevolgd door een
periode, die met Pinksteren wordt af
gesloten. Over deze liturgisqhe tijd
hopen we het later nog wel eens te
hebben.
Nu interesseert ons meer speciaal de
tweede kring, nl. de kerstkring. Deze
is van later datum. Er is hier verschil
in ontwikkeling in de kerk van het
Oosten en van het Westen geweest.
In het Oosten kende men sinds de
derde eeuw het Epifaniëfeest. Het
woord epifanie betekent verschijning.
Hier dus de verschijning van God on
der de mensen, en de datum die men
daarvoor had gekozen was 6 januari.
Ook in oude mysteriereligies kwam
deze dag voor, en het Christendom in
het Oosten gaf er een eigen inhoud
aan. Men dacht dan niet alleen aan de
geboorte van de Here Jezus, maar ook
aan zijn doop en zijn eerste wonder te
Kana. Zo verschijnt God in deze we
reld, wonderlijk, verlossend, heiligend!
In het Westen ging de datum 25 de
cember een rol spelen. Waarschijnlijk
is deze dag gekozen tegen het einde
van de derde eeuw te Rome. Geboor
tefeesten werden bij de Grieken en Ro
meinen niet gevierd op de kalender
datum van de geboorte, maar men koos
een dag uit, die een symbolische bete
kenis had.
Zo had in het heidendom (de zgn.
Mithrascultuur) 25 december de naam
diës natalis solis in victi, de dag van
de onoverwonnen zon, en men vierde
het Midwinterfeest van de „zonne
wende". De dagen gaan weer lengen,
de zon wint het tcjch weer
Welnu, zo redeneerden de Christe
nen in het Westen, dat is een bij uit
stek geschikte dag voor het kerstfeest.
Christus is immers de zon der gerech
tigheid, die opgaat voor allen, die Gods
naam vrezen (zie Maleachi 4:2). We
behoeven dus niet aan te nemen, dat
de Heiland inderdaad geboren werd op
25 december, dit is historisch niet meer
na te gaan. Maar de symboliek spreekt
ook ons nog wel toe. Al is het dan.
geschiedkundig niet waar te maken als
gezongen wordt: „Midden in de win
ternacht ging de hemel open", toch
geloven wij in de overwinning van het
Licht, het Licht der wereld, dat Jezus
zelf is.
En steeds weer horen wij de oproep:
Sta op, word verlicht, want uw Licht
komt (Jesaja 60 1). Geen wonder,
dat men voor deze dag als liturgische
kleur wit gekozen heeft.
Tussen de kerk in het Oosten en
Westen vond later uitwisseling plaats,
en beide data kregen betekenis: 25 de
cember als geboortefeest, 6 januari
werd in het Westen de dag waarop de
komst van de drie wijzen uit het Oos
ten werd herdacht (Driekoningen).
Dit laatste feest is in de Reformato
rische kerken nooit gevierd.
In dit verband moet echter worden
opgemerkt, dat ook het kerstfeest niet
direct door de Reformatie is aanvaard.
..Aangaande feestdagen naast de zon
dag is besloten, dat men met de zon
dag alleen tevreden zal zijn (Synode
van Dordrecht, 1574). Wel houdt men
enige rekening met de datum 25 de
cember, door te bepalen dat op de zon
dag voor de kerstdag over Christus'
geboorte zal worden gehandeld. Op
de beroemde Dordtse Synode (1618—
1619) wordt echter bij de te onder
houden dagen ook de kerstdag ge
noemd. Tevens vond men het toen
stichtelijk ook op deze dag het Avond
maal te vieren.
Dit laatste heeft geen ingang ge
vonden. Tegen het einde van de ze
ventiende eeuw was wel het vieren van
het kerstfeest algemeen gewoonte ge
worden. Er kwamen zelfs kerstdagen
met vijf diensten, waarin Lucas
2 1-20 werd behandeld. Soms kwam
men een zesde keer bijeen, in een
zangdienst, waar men de kerstliederen
zong
Ook tweede kerstdag werd later in
gevoerd.
Onze nieuwe kerkorde schrijft geen
zes diensten voor. In art. 67 wordt be
paald, dat de gemeente tenminste een
maal op de kerstdag zal samenkomen.
De tweede feestdagen worden in de
vrijheid van de kerken gelaten.
Wat betreft de Adventstijd, sinds
de vijfde eeuw kende men in het Wes
ten (in navolging van de kerk in het
Oosten) een tij_d van boetedoening,
voorafgaande aan het kerstfeest (van
daar de liturgische kleur: paars, even
als in de lijdenstijd, kleur van boete en
berouw). Ook verdiepte men zich in
de Oud-Testamentische Messiasver-
wachting, zodat toch ook iets van het
feestelijke van het naderende kerst
feest op de adventszondagen afstraal
de. Eerst waren het er drie, later (in
de elfde eeuw) kwam men op vier zon
dagen.
De laatste zondag van het kerkelijk
jaar ging daarbij nauw aansluiten, en
men dacht dan na over wederkomst en
gericht.
De Gereformeerde kerken in Neder
land gaven ook aan de Advent in de
beginperiode geen plaats. Pas in de
negentiende eeuw wordt het weer ge
woonte zich in deze Adventstijd bezig
te houden met het komende feest, de
verwachting ervan in Oud- en Nieuw-
Te^tament, en als vanzelf komt het
perspectief van Christus' wederkomst
naar voren. Onze kerkorde kent voor
de Advent geen bindende bepalingen.
Wat betreft Oudejaarsavond en de
Nieuwjaarsmorgen, deze vallen feitelijk
buiten het kerkelijk jaar. Toch is het
goed, dat de kerk op 31 december des
avonds bijeenkomt om het burgerlijk
jaar te besluiten.
„Oudjaar ligt nog onder de glans
van kerstmis" merkt prof. v. d. Leeuw
op. Wel komt de gedachte van de
vergankelijkheid op de mens af, maar
de kerk mag prediken: Immanuel, God
met ons
Nieuwjaar werd al door de Israëlie
ten gevierd. Het Christendom heeft
getracht deze dag. die in de heidense
omgeving met bijgeloof omringd was,
te kerstenen. Men plaatste op deze
datum het feest van Jezus' besnijdenis.
De Reformatie voelde er eerst na
tuurlijk weer niet veel voor, maar in
1586 besloot een Synode te Den Haag
weer tot viering van de besnijdenis, en
men moest „prediken tegen de ledig
gang". De Synode van Dordt (1618
1619) bepaalde dat er twee diensten
zouden zijn, 's morgens moest over de
besnijdenis, 's middags over de naam
geving worden gehandeld. Doch dit
gebruik verdween vrij spoedig, en de
Nieuwjaarspreek hield zich bezig met
het nieuwe begin. Onze kerkorde geeft
aan de kerkeraad nu de taak, zoveel
mogelijk zorg te dragen dat kerkdien
sten worden gehouden op de oude- en
nieuwjaarsdag, (art. 67)
Zo is de periode rond het kerstfeest
een rijke tijd. Al is het elke zondag
Pasen, toch is het bijzonder gedenken
van Jezus' komst in deze wereld van
grote betekenis. Als dit dan ook maar
in de eerste plaats gebeurt Dan komt
tot ons weer de oproep:
Komt, verwondert u hier, mensen
Ziet, hoe dat u God bemint
W. KATS.
Ter verduidelijking van deze eigen
aardige titel moet ik u allereerst vertel
len, dat het mijn bëdoeling is om in
't kort iets te schrijven over de wijze
waarop de Getuigen van Jehova en de
Mormonen de geboorte van de Here
Jezus bezien.
Hiermee probeer ik in de eerste plaats
te voldoen aan het verzoek van de uit
gever, om iets in verband met het
Kerstfeest te schrijven, en in de tweede
plaats is dit een gedeeltelijke inlossing
van de belofte om iets over bovenge
noemde secten te vertellen.
Practisch iedereen heeft wel één of
meerdere malen de met een tas vol
boeken en tijdschriften gewapende man
nen en vrouwen aan de deur gehad, die
kwamen vragen, of u ook interesse
heeft voor het evangelie. Het kan je
zelfs gebeuren, dat kinderen van om
streeks tien jaar op je stoep staan, die
zeggen, dat ze je het evangelie komen
verkondigen. Al heel gauw worden uit
die tassen boeken van het Wachttoren
genootschap gehaald, plus het blad „De
Wachttoren", en dan weten we wel wie
er voor ons staan Jehova-getuigen.
We hebben wel wat respect voor
deze mensen. Het moge dan waar zijn,
dat ze gedwongen worden om dit col-
portagewerk te doen (ze moeten rap
port uitbrengen van een bepaald aan
tal bezoeken, dat ze gebracht hebben),
ze gaan toch maar van huis tot huis,
en ze beginnen toch maar met wild
vreemde mensen over de Bijbel en hun
geloof te prateniets, dat menigeen
van ons niet zo gemakkelijk zou doen.
Nu horen we wel eens zeggen, dat
we de Jehova-getuigen moeten zien als
mensen, die in hun beschouwingen wel
iswaar sectarisch zijn, en veel afwijkin
gen vertonen, maar die we toch als
mede-christenen broeders en zusters
zouden kunnen noemen. Wanneer we
echter nagaan, wat zij op het Kerstfeest
gaan herdenken, moeten we helaas tot
de conclusie komen, dat er tussen hen
en ons geen enkele geestelijke verwant
schap bestaat. Christenen, in de strikte
zin van het woord, zijn zij niet, omdat
zij niet in Christus geloven. Dat lijkt
een uitspraak, die te sterk is, omdat zij
toch wel dikwijls over de Christus spre
ken. en Hem ook de Verlosser noemen,
maar als we hun „belijdenis" goed be
kijken merken we, dat het hier alleen
maar een kwestie van gelijkluidende
woorden is. en dat er geen sprake is
van een gelijk geloof.
U kunt de Jehova-getuigen, nét als
wij. horen spreken over de Zoon van
God. Maar denkt u niet, dat de beteke
nis van het Kerstfeest voor hén is, dat
Gods Zoon mens geworden is. God
heeft geen Zoon, zeggen ze. God kan
onmogelijk een Zoon hebben, omdat er
dan twee goden zouden zijn, terwijl de
Bijbel duidelijk leert, dat er maar één
God is. Nee, Christus is het eerste en
voornaamste schepsel van God. Van
wege Zijn belangrijkheid wordt Hij
Zoon van God genoemd. Dat is een
eretitel, die Hij ontvangen heeft. Hij is
Zoon van God honoris causa.
Dat schepsel-zijn wordt nog wat pre-
cieser omschreven. Vóórdat de mensen
er waren, werden de engelen gescha
pen. De eerste engel, die door God ge
maakt werd, was de Christus.
Dit is maar een klein onderdeel van
de „leer" der Jehova-getuigen. Om er
iets meer van te vertellen zouden ver
schillende artikelen nodig zijn. Maar
uit het bovenstaande wordt toch wel
duidelijk, met wat voor een „leer" we
hier te maken hebben. Het hart is uit
het evangelie weggesneden, en daar
door is er geen evangelie meer over
gebleven.
Misschien zult u in deze dagen nog
wel van zulke mensen aan uw deur
krijgen. Het heeft vaak weinig zin om
met hen een discussie te beginnen. Zo'n
gesprek kan uren duren, terwijl je er
niets mee opschiet, doordat ze uitslui
tend over de hün bekende teksten wil
len praten, en hardnekkig vasthouden
aan de exegese, die zij ervan geleerd
hebben. Toch is het niet goed, om hen
altijd maar van uw deur weg te sturen
met het argument, dat de Wachttoren
u niet interesseert (U kunt natuurlijk
nooit zeggen, dat u geen interesse heeft
voor het evangelie). Laten we maar
eens vertellen, wat het Kerstfeest voor
óns betekent. Het is goed om tegenover
de „kunstig verdichte fabelen" de