4~,eeuwóe S^erkbode
De grondslag van het Kerkwerk naar buiten
Een Christelijk cultuur-probleem
De eerste vraag van God
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
RedactieDs. W. H. Gispen, TemeuzenDs. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
Correspondentie-adresLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Medewerkers J. A. van Bennekom, MiddelburgDr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. Kats, Goes Ds. A. G. Kornet, Vlissingen
Dr. P. C. Kraan, VlissingenDs. G. S. Oegema, ArnemuidenDs. D. Ringnalda, Middelburg
Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
19e JAARGANG No. 22
4 DECEMBER 1964
„Ik worstel
en ontkom"
Abonnementsprijs
3,50 per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
De oecumenische oriëntering vraagt
in onze tijd wel veel, heel veel van het
meelevende kerklid. Het gaat maar al
te vaak ver over de schreef. Wie ver
mag alles te lezen wat geschreven wordt
in bladen, tijdschriften en boeken In
teresse is er wel. Van de brochure van
ds Van Teijlingen kondigt de uitgever
de verschijning van de derde druk aan.
Prof. Dr. S. U. Zuidema legt ons zijn
,,Op de tweesprong" voor handelend
over ,,De gereformeerde kerken en de
wereldraad van kerken".
Naast deze onofficiële uitgaven zijn
er dan nog de officiële als het rapport
van Prof. Berkouwer en ds v. Teijlin
gen uitgebracht over hun waarnemings-
werk te New Delhi aan de generale
synode.
Dan komt er een schrijven van de
synode waar de mindere en meerdere
vergaderingen van kerkeraden, classes
en particuliere synoden zich mee zullen
moeten bezig houden.
Wie kan dit alles aan? En waar moet
de oordeelskracht vandaan komen om
de rechte weg te wijzen 't Zal er wel
op neerkomen dat de een of ander die
er zich goed ingewerkt heeft, de leiding
neemt en tot een beslissing zus of zo
adviseert. Wie minder op de hoogte is,
zal dan moeten varen op dit kompas.
Mij dunkt dat een en ander een moei
lijke bezigheid is, en een overbelasting
veroorzaakt waarbij hetgeen toch altijd
nog het voornaamste is uit het oog kan
worden verloren.
Men kan voor zijn raam zo aandach
tig naar buiten staan te kijken dat men
niet merkt wat er achter zijn rug ge
beurt. Of men kan zo druk in zijn tuin
tje bezig zijn dat men wat in huis ge
schiedt uit het oog verliest.
Ik denk aan al het kerkelijk gebeuren
waar de bladen ons van op de hoogte
houden als daar zijn Rome met zijn
concilie in diverse fasen de uitspraken
van de synode der Nederlands-Her
vormde kerk Antwoord '64 de cata
strofe van de vrijgemaakte kerken met
haar falende synode enz. enz. Al deze
en dergelijke dingen dreigen de aan
dacht af te leiden van hetgeen naar ik
meen nog altijd de hoofdzaak van ons
kerk zijn uitmaakt, namelijk het uitbren
gen van de stem van het Evangelie.
Deze stem moet boven alle andere
stemmen blijven uitklinken.
't Is wel zo dat men meent dat de
gedeeldheid van ons christendom, de
verscheurdheid van de kerk (in goede
zin de niet-begrepen pluriformiteitsge-
dachte van Kuyper) een zekere doof
heid voor die stem veroorzaakt, zodat
men zich er van afwendt en niet luis
teren wil, de knop omdraait, maar dit
neemt niet weg dat de kerk geroepen
blijft de stem van het Evangelie te doen
horen al behoeft dit niet steeds met een
Bedoel ik Sinterklaas en Zwarte Piet
In de verste verte niet
Laat hen maar rijden over de daken
Om jong en oud eens te vermaken
Wie werkelijk kindervriend wil zijn,
Voelt op 5 december geen
problemen-pijn.
Maar anders staat het met 25 decem
ber, want Christelijke kerstviering
brengt wel degelijk een cultureel pro
bleem. Nauwelijks zal straks Sint Ni-
colaas zijn terugreis naar Spanje heb
ben gemaakt, of de „sfeer" van de ge
zellige Advents- en Kerstdrukte komt
tot explosie volle etalages in winkels
en super-markten, dennentakken, ere
poorten voor het „Kerstmannetje",
overal vergaderingen en repetities, ju
bilerende orgels en schone zangen, dui
zenden Kerstpakjes voor zieken en be
windkracht 9 als op de Pinksterdag in
de storm des Geestes te geschieden.
Maar roepen zal ze Hoor, iemand
roeptbereidt in de woestijn de weg
des Heren en klim op een hoge berg,
vreugdebode Sion verhef uw stem met
kracht, vreugdebode Jeruzalem. Oud
en Nieuw Testament getuigen hetèn
Jesaja èn Johannes de Doper, voorlo
pers van Hem die nodigtKomt allen
tot Mij.
Bij alle aandacht die we aan kerke
lijke zaken hebben te wijden, neige ons
oor zich tot Hem, richte ons oog zich
op Hem die onze aandacht vraagt on
beperkt en onverdeeld, 'k Meen het zo
te mogen stellen dat het kerkwerk bij
uitstek toch altijd weer is de prediking
op elke rustdag.
Conferenties, congressen, kerkelijke
vergaderingen en wat u maar wilt zijn
nodig en nuttig (misschien niet steeds
zo nodig en nuttig als de organisatoren
wel menen), maar de Evangeliepredi
king op de 52 zondagen des jaars op
die duizenden kansels in die duizenden
kerken, die vergaderingen van Gods
volk, ja, d.i. toch wel heel belangrijk,
omdat allereerst daardoor wordt ver
kregen een weltoegerust volk.
Het fundamentele kerkwerk ge
schiedt in de prediking en dan zo, dat
het gepredikte woord, dat de stem van
het Evangelie resulteert in de evange
lische daad.
Deze daad moet goede grondslag
hebben, omdat het breed opgezette bui
tenwerk nooit blijvende waarde zal heb
ben als er geen innerlijke kracht aan
wezig is. Prof. Hoekendijk spreekt van
„de kerk binnenste buiten" keren, maar
men kan het buitenste nooit losmaken
van het binnenste. Keer je zak maar
eens binnenste buiten of de mouw van
je jas. 't Blijft dezelfde zak en mouw.
Ze behoren bij elkaar.
Ik denk nu even aan de wereldraad
van kerken, die in zijn grote opzet ver
baast, maar als de kerken die deze raad
vormen niet zelf de stem van het Evan
gelie zuiver laten doorklinken zal Ga-
maliëls woord er op van toepassing zijn
dat mensenwerk verbroken wordt.
Als de leiding des Heiligen Geestes
als de klem van het Woord er bij ont
breekt (ik wil niet zeggen dat dit zo is)
dan behoeven we ons er niet druk over
te maken. Niet dat we in onze eigen
gereformeerde kerken zoveel stof tot
roemen zouden hebben alsof daar het
innerlijk geestelijk leven op hoog niveau
zou staan zo van de hoogte uit be
doel ik het niet. Alleen maar de blik
naar buiten gericht zonder naar binnen
te kijken en op te letten, neen, dat niet.
Wel het een èn het ander. Zo wilde ik
het aanbevelen biddend te doen.
Brouwershaven B. WENTSEL.
jaarden, voor onze militairen in West-
Duitsland, tal van „wijdingen" en de
boterletters maken plaats voor de
Kerstkranseneen geroezemoes-
van—je-welste bij brandende kaarsen
en klingelende klokjesrose roman
tiek, die de schaduwen moeten verdrij
ven, de zwarte schaduwen van de dood
in de Kongo en in heel de wereld.
Ben ik nu met mijn verkeerde been
uit bed gestapt
Wil ik als een spelbreker op het we-
reldfeest de zuurpruim uithangen en
versmaad ik op 25—26 december een
Kerstkalkoen
Stellig niet
Maar ik ben ook niet blind voor de
verwereldlijking van het Kerstfeest.
Deze verwereldlijking zit echt niet in
het eten van een gebraden konijn en
plumpudding.
Er zijn tal van Kerstgebruiken, waar
mee men in de midwinter met tal van
attributen de donkerheid-in-de-natuur
compenseert door huiselijke gezelligheid
bij kaarslicht, hulst, sparregroen en cho
colademelk of iets anders, dat best
smaakt.
AllrightWaarom niet
-Ik ben een warme voorstander van
de intimiteit der gezellige huiskamer.
Maar waar blijft nu mijn Christe
lijk cultuurprobleem
Hier is hetHoe kunnen wij voor
komen dat het Kerstfeest een maske
rade wordt
Dit is niet meer te voorkomen, maar
het is wel te bestrijden, vooral ook door
„Alleman" in Kerk en wereld goed dui
delijk te maken dat de kern van ons
Christelijk cultuurprobleem rondom
Kerstmis gelegen is in die datum van
25 december.
Is deze datum de verjaardag van het
Kind-in-de-kribbe
Geen sprake van
De geboorte-datum van het Kerst
kind is volslagen onbekend.
.De heidenen vierden op 25 december
hun ,Sol invictus", hun zonnewende-
feest.
Vandaar al dat „licht"
Het bracht de Synode van Dordrecht
in 1574 er toe te vermanen tot afschaf
fing van het Kerstfeest en alleen de
zondag, dus het Opstandingsfeest te
vieren.
Gelukkig wist ook reeds deze Synode
uit de dagen van Olim één van
haar besluiten te herroepen. Toch bleef
het probleem en de Kerkgeschiedenis
heeft er telkens weer aan gedokterd.
In 1618 sprak de Synode zich bij ver
nieuwing tegen de. Kerstfeestviering uit.
Het „herroepen" werd „herroepen".
Anno 1623 verwiepen de puriteinen
in Engeland alle Christelijke feestda
gen, maar vooral Kerstmis. Zelfs werd
de kerkstrijd tussen puriteinen en epis-
copalen bij Parlementsbesluit van 1644
beslecht door annulering van het Kerst
feest.
Dit zat Karei II niet glad, zodat hij
het Parlementsbesluit in 1660 introk en
zijn onderdanen elkander op 25 decem
ber weer mochten omhelzen onder de
misletoe en naar hartelust het „Nu zijt
wellekome met het „Komt allen te
zamen weer konden zingen, afge
dacht van de al-of-niet juiste interpre
tatie van deze Kerstliederen.
Met dit al is het probleem er nog
steeds.
V/ij juichen het vieren van onze
Christelijke feestdagen van, harte toe,
maar laten we er dan voor zorgen de
maskerade te bestrijden door met name
het Kerstfeest in Christelijke stijl te
beleven.
Een kerstboom speelt daarbij geen
rol, evenmin als de kerstlichtjes, want
per saldo mag de symboliek gerust mee
doen in de uitingen van onze geloofs-
vreugde dat „uit 's werelds duistere
wolken het Licht der lichten is opge
gaan".
Dat men de geboortedag van „het
Licht der wereld" gesteld heeft op de
datum van het oude Licht- of Midwin
terfeest is een factor, die we gerust
voor kennisgeving kunnen aannemen,
want als het voor ons wezenlijk „Kerst
mis" wordt, staan wij méér dan wiè
of wat in het Licht
Moeten we er dus rustig aan mee
doen dat de mensen veel meer drukte
maken van het Kerstfeest dan van de
andere Christelijke feestdagen
In mijn antwoord op deze vraag mag
ik echt wel staan „tussen ja en neen"
Ik zeg „Neen wanneer we door
dat meedoen met tal van Kerstattribu
ten ons waarachtig Christen-zijn zou
den verzwakken in al die drukte en in
veel oppervlakkig gedoe, waarop me
nigeen in de commerciële „business"
partiseert.
Maar ik zeg „Ja voorzover ik mij
bepaald niet kan losmaken van de
schone gedachte dat het Kind van Beth-
vervolg op pag. 2)
<~ïYleditatie
En de Heere God riep Adam
en zeide tot hem Waar zijt
gij Gen. 3 9.
Er is vóór enkele jaren een boek uit
gekomen van een Zwitserse theoloog,
dat de titel draagtDe vlucht voor
God. In dit boek toont de schrijver aan,
waar de tragiek van ons aller leven ligt.
Wij allen zonder onderscheid zijn op
de vlucht voor God. Hij heeft het
eeuwige in het hart van de mens ge
legd. God is er en omspoelt ons, gelijk
de zee een eiland omspoelt. Maar we
zijn bang voor Hem. We moeten van
Hem weg. Van Hem los. Wij kleine,
nietige schepselen kunnen niet op tegen
Gods grootheid, Gods geweldige ma
jesteit. En daarom trachten wij aan God
te ontkomen, op elke wijze, door aller
lei middelen.
Reeds in het Paradijs is dit begonnen.
Als de eerste mensen gezondigd heb
ben, verbergen ze zich voor de Heere,
in het midden van het geboomte van
de hof. Ze hebben het gebod van God
overtreden, en nu vluchten zij voor
Hem.
Die vlucht voor God, waarmee de
eerste mensen begonnen zijn, gaat door.
Alle eeuwen. Dit is de tragiek van het
leven der mensen, dat ze aan God wil
len, maar niet kunnen ontkomen.
Waar zou ik Uw Geest ontvlien,
Waar zou me, o Heer, Uw oog niet
zien
De vlucht voor God is reeds begon
nen in het Paradijs. Maar daar is ook
reeds begonnen het andere", dat God
de mens op zijn vlucht tegen houdt, dat
God tot Zich roept de mens, die zich
verbergen wil.
„Waar zijt gij God wil de Eer
ste zijn, Hij houdt de mens nog vast.
Bij deze eerste vraag van God grijpen
de Engelen het klokketouw en gaan
reeds de Adventsklokken beieren.
De klanken, vol van kracht, ruisen
over de aarde, ze klinken wijd en zijd
in 't ronde, en doen alom verstaan, dat
God gedachten des vredes heeft, dat
Hij de mens weer bij Zich wil hebben.
„Waar zijt gij die vraag heeft
God gesteld aan de eerste Adam, ons
aller vader, en met die vraag is God
in de volheid des tijds gekomen tot de
tweede Adam. Waar zijt gij zo
heeft de Rechter van hemel en aarde
gevraagd aan Christus. De heilige God
heeft in Christus geheel de diepte van
het mensenleven gezocht, en Christus
heeft de stem des Vaders gehoord. Hij
heeft niet, als de eerste Adam, getracht
aan de schuld te ontlopen, met zijn
schuld anderen te belasten.
Neen, Jezus Christus heeft de schuld
der Zijnen aanvaard en op Zich geno
men, naar we zingen
Hij doet ons, hoe met schuld beladen.
Verzoend voor Zijne Vader treên.
In Christus mogen we heel ons leven
open leggen voor God. Hij zal ons niet
vernietigen en verderven, als we de
vlucht opgeven, als we de struiken ver
laten.
O, dat we nog steeds de vlucht wil
len handhaven, dat er nog zoveel ont
breekt aan de onvoorwaardelijke over
gave.
In de Advents-dagen zal van Chris-
tuswege weer de sterke nodiging tot
ons komen, om niet voor God, maar tot
God te vluchten, om de eerste vraag
van God, waaruit ons tegenklinkt de
muziek der eeuwigheid, zijn voornemen
om zondaren te redden, te beantwoor
den met ons vertrouwen, met onze
overgave.
Moede kom ik, arm en naakt
Tot de God, die zalig maakt.
Hij roept ons tot Zich om ons te
behouden.
Wie verbergt zich nog, wie is nog
bang
G. S. OEGEMA.