eeuwóe
3Cerkbocle
Op Tele-Visite
Onze Predikanten
LITURGIE 1
bij mensen van gisteren
19e JAARGANG No. 19
13 NOVEMBER 1964
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redactie: Ds. W. H. Gispen, Terneuzen; Ds. B. Wentsel, Brouwershaven; Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
Correspondentie-adresLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
MedewerkersJ. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland
Drs. A. -----
Elshout, Koudekerke Ds. W. Kats, Goes Ds. A. G. Kornet, Vlissingen
„ik worstel P* C. Kraan, Vlissingen Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Ds. D. Ringnalda, Middelburg
en ontkom" Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
r
Abonnementsprijs
3,50 per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
Mogen wij naar televisie kijken
Kunnen wij de Televisie aan Dat zal
per avond en per programma en per
persoon verschillend zijn. De Televisie
is weinig anders dan een verlengstuk
van onze ogen. Zodat wij in de verte
kunnen zien.
Met dit verschil, dat u niet hoeft te
zien wat u niet wil zien. Wij kunnen
onze ogen sluiten voor de werkelijk
heid.
Wij kunnen ons toestel afzetten en
het licht aandraaien. Maar nu brengt
de televisie niet alleen de wereld in uw
huiskamer. Zij brengt ook het evange
lie in de wereld. Zo was de bouw van
de Antwoord-Kerk in Hoogvliet een
manifestatie. Een stuk levende en be
wegelijke verkondiging. Zo kan de te
levisie een mens dichter bij God bren
gen en Hem een nieuwe visie op zijn
leven geven. Niet alleen door T.V.-
dagsluitingen, maar ook door T.V.-
spelen.
Mensen van morgen, mensen van
gisteren staan in het licht van de ca
meras. En zij houden hun parade voor
de mensen van vandaag.
Bij de mensen van morgen kan dat
een proces uitlokken. En dat is ook te
begrijpen. Niemand wil graag in een
étalage wonen.
Maar mensen van gisteren komen
vlakbij. Worden zichtbaar en tastbaar.
Zoals zondagavond. Het is en blijft een
wonderlijk medium.
Cameras leggen de ontroering van
David vast, de liefde van Thomar, de
haat van Achitofel en de dwaze trots
van Absalom.
Mensen die eeuwen geleden leefden,
komen bij ons op televisite. En Davids
ontroering voor ogen zien, is nog iets
anders dan 2 Samuël lezen. Dat geldt
nog sterker, als we ons realiseren, dat
deze mensen van gisteren ook de taal
van gisteren spraken. Een oude, gela
den, maar ook moeilijk te verwerken
taal. Wij kunnen zo onze gedachten
niet meer uiten. Onze woorden tuime
len over elkaar heen. En de taal van
de dichter Joost v. d. Vondel staat nu
al weer eeuwen van ons af.
Des te meer valt het te waarderen,
als een opvoering van Koning David"
een werkelijkheids-suggestie kan op
roepen.
Een bekwaam acteur en een even
bekwaam camera-man breken door de
taalbarrière heen.
En zo kwam een typisch klassiek
stuk opnieuw tot leven.
Typisch klassiek is dit spel alleen
al door zijn opbouw. Ijlboden, die elle-
lange verhalen vertellen om door hun
spel en woorden uit te beelden, wat
niet op het toneel kon worden gereali
seerd.
Het koor, niet te vergeten, dat in het
oude toneelstuk de rol van de toeschou
wer speelde.
Het koor zei, wat de toeschouwer
dacht.
Nu zouden wij anders op de geschie
denis van David reageren. En wij vin
den in de woorden die het koor spreekt,
onze eigen gedachten niet meer terug.
Maar het blijft verbluffend knap, dat
dit televisiespel de geschiedenis van
David vlakbij ons bracht. Is het Gods
bedoeling niet, dat de mensen van gis
teren vlakbij de mensen van vandaag
staan
Achitofel, die met een enkel gebaar
heel de wanhoop van zijn hart wist uit
te drukken.
Thomar, die meer dan wie ook aan
Absalom gehecht was.
Joab, door en door de .generaal, die
de worsteling van David wel begrijpt,
maar niet aanvaard.
En David, de grote tragische figuur
in dit drama. Koning en vader. Hij ziet
zich geplaatst voor die verschrikkelijke
konsekwentie wil hij de strijd winnen,
dan moet hij zijn zoon verliezen
Waarom mag hij niet alleen maar va
der zijn
En als zijn zoon gestorven is, ver
oordeelt hij zichzelf ter dood. Hij weet
zich schuldig.
Was hij schuldig Wel, heel deze
opstand is nooit los te denken van zijn
grote zonde als echtbreker en moorde
naar.
Was Achitofel niet de grootvader
van Bathseba En heeft hij bij Absa-
loms opstand niet de kans schoon ge
zien om wraak te nemen Daarom
vanwege Bathseba spreekt David
telkens weer over zijn schuld. Absa
lom, mijn zoon, mijn zoon."
En dit alles kwam weer vlakbij.
Heel deze geschiedenis van eeuwen
geleden brak door de taalbarrière heen.
En brak door de tijdsbarrière heen.
Davids ogen kwamen vlakbij. Absalom
beklom de troon van zijn vader. En wij
maakten het mee. Eén vraag. Het is
geen haarkloverij. Maar waar waren
Absaloms haren
En nogmaals God wil zijn mensen
van gisteren zo dicht bij ons brengen.
Zo dichtbij, dat wij hen niet meer
vergeten. Zo dichtbij, dat wij hen zou
den herkennen, als wij hen tegen kwa
men.
En de mensen van gisteren zijn weg
wijzers. Wegenwachten zijn het. Ze
wijzen van zichzelf af. Naar een Va
der, Die zijn Zoon moest missen om
Zijn Koninkrijk te vestigen.
Naar een Koning die Davids woor
den waar kon maken. Hij kon voor op-
standigen sterven.
De weg wijzen naar Hem, die op
standelingen tot getuigen maakt van de
opstanding.
Zeg maarAbsalom Vader is
Vrede".
W. H. GISPEN.
De nieuwe gezangenbundel.
Dezer dagen is de nieuwe gezangen
bundel van onze Gereformeerde Kerken
uitgekomen. We hebben er wel een
hele tijd op moeten wachten, want reeds
op de Generale Synode van 1961 '62
(Apeldoorn) viel de beslissing over
deze liederen, nadat al op de Synode
van Rotterdam (1953) de wens ter
sprake kwam van verschillende kerke
lijke vergaderingen om de bundel „Eni
ge Gezangen" te herzien en uit te brei
den.
Kerkelijke molens malen soms ook
langzaam. Overigens wel begrijpelijk,
want vele besprekingen moesten wor
den gevoerd. Met de Hervormde ge
zangencommissie was diepgaand con
tact om tot gelijkluidendheid van tekst
en melodie te komen. Musicologen wer
den geraadpleegd, met auteurs moest
worden gesproken, evenals met uitge
vers enz. Er zat heel wat aan vast.
Maar nu is de bundel dan toch uit, en
draagt als naam heel eenvoudig 119
gezangen.
Het getal negen blijkt in de ontwik
keling van deze zaak nogal een grote
rol te spelen Eerst hadden we slechts
negen gezangen achter in onze oude
psalmboekjes overgehouden uit een
aantal liederen, die sinds de tijd van de
Reformatie aan de Psalmen waren toe
gevoegd. In 1933 werd op de Synode
van Middelburg het aantal gebracht op
29. Door de Synode van Leeuwarden
in 1956 werden voorlopig een dertigtal
nieuwe liederen toegevoegd, zodat we
kwamen op 59.
En nu zijn we dan in het bezit ge
komen van 119 gezangen, en een nieu
we fase in dit stukje geschiedenis is in
geluid Hiermee zullen de Gerefor
meerde Kerken het nu wel geruime tijd
moeten volhouden. Dat deze bundel de
finitief is voor b.v. een eeuw zal wel
niemand durven zeggen Maar dat een
voorlopige afsluiting heeft plaats ge
vonden is wel zeker. En daarom is de
verschijning van deze 119 gezangen een
gebeurtenis, waarbij we best even stil
mogen staan.
Er zullen wel mensen zijn, die hier
van met enige bezorgdheid kennis ne
men. Hoewel het verlangen naar meer
gezangen in onze kerken sterk leefde,
is er toch ook altijd nog een categorie
broeders en zusters, die op dit punt
aarzelen, zelfs zijn er nog wel enkelen
die de gezangen beslist afwijzen.
Nu kan ik hier op de oude gezangen
kwestie niet diep ingaan. Al van af de
Hervorming hebben we „Enige Gezan
gen" gehad, dus principieel waren onze
vaderen ook al verder gegaan dan Psal
men alleen. En het is ons zo langzamer
hand wel duidelijk geworden, dat de
Nieuw-Testamentische gemeente zeker
ook het Nieuw-Testamentisch lied mag
zingen. De apostel Paulus bindt de eer
ste Christenen beslist niet aan de Psal
men, al gaan ze in tijdsorde voorop.
Klassiek is in dit verband zijn opwek
king in Ef. 5 19 „Spreekt onder el
kander in psalmen, lofzangen en gees
telijke liederen", terwijl ongeveer de
zelfde woorden terugkeren in Col. 3:16.
Verboden zijn de gezangen dus zeker
niet. Trouwens in het Nieuwe Testa
ment vinden we ze ook in concreto
de lofzang van Maria, van Zacharias,
van Simeon, de engelenzang, wellicht
ook 1 Tim. 3 16.
Het is trouwens moeilijk in te zien,
waarom de Christelijke kerk alleen
(door mensen berijmde) psalmen zou
mogen zingen, en niet berijmde (of on
berijmde) delen van het Evangelie, of
van de prediking van de apostelen. Het
lied Alle roem is uitgesloten (Nieuwe
Bundel 104) sluit b.v. wel zeer nauw
aan bij een Schriftgegeven (Rom. 15
17, 1 Cor. 1:31 enz.)
Nu wil ik hiermee ook niet zeggen,
dat we alleen gezangen moeten zingen.
We mogen ze zingen Maar laten we
ook de psalmen in ere houden. Wat vin
den we daarin ook niet een rijkdom aan
troost, aan schuldbelijden, maar ook
aan jubel in de vergeving. De verschij
ning van deze nieuwe bundel mag dan
ook zeker niet tot gevolg hebben dat de
psalmen uit onze eredienst gaan ver
dwijnen. Dit behoeft ook in het geheel
niet het geval te zijn. We zouden niet
gaarne de opwekking van Psalm 98
willen missen Zingt, zingt een nieuw
gezang de Here
Ik ben wel van mening, dat er in de
uitbreiding van de gezangenbundel en
kele belangrijke winstpunten zitten.
Allereerst is toch wel van betekenis,
dat we nu weer keuze hebben. Een klein
aantal liederen loopt het gevaar te wor
den „doodgezongen". Ze worden zó
vaak opgegeven, dat men er de rijkdom
en schoonheid nauwelijks meer van op
merkt. Meer variatie was dus geboden
en geen wonder, dat die wens uit de
kerken naar voren kwam.
Straks in de Advent- en Kersttijd zal
dit wel blijken. Wat staan in de nieuwe
bundel een groot aantal liederen voor
deze tijd (19 in totaal). De gemeente,
groot en klein, zal ze gaarne zingen.
Als we ons in die tijd tot de psalmen
moesten beperken, zouden we als Chris
telijke gemeente toch een leemte gevoe
len. Rechtstreeks van de Heiland zin
gen is immers zo rijk, zo vol evangelie!
Voor de lijdenstijd zijn er speciaal
tien liederen, voor Pasen zes, voor He
melvaart drie. Zo kan de kerk zingen
van de heilsweg van haar Middelaar
Wellicht zal iemand zeggen Er zijn
weer allerlei grote of kleine wijzigingen
in bekende liederen aangebracht. Dich
ters uit onze tijd gaven hun bewerkin
gen, zoals Jan Wit, Willem Barnard,
Evert Louis Smelik e.a. Waarom moest
dat nu Geeft dat geen verwarring
Nu kan men van mening verschillen
II
In Goes heeft Professor H. Ridder
bos de Zeeuwse predikanten aan het
luisteren gekregen en aan het luisteren
gehouden. Nu zijn dominee's geen luis
teraars van professie. Ze moeten vaak
zelf aan het woord en het kan hun
tweede natuur worden, dat ze steeds
aan het woord willen. Een classisver-
gadering geeft dikwijls geen zuiver
beeld van vertegenwoordiging. Je gaat
soms denken, dat de ouderlingen daar
van de zwijgende kerk zijn. Ze denken
fiks, maar zeggen niks. En dit kan de
domino-cratie in de hand werken.
Op de conferentie het één en al luis
teren bij de weleerwaarde broeders.
Prof. Ridderbos had beslag op hen.
Als deze Hooggeleerde doceert naar
hij refereert, dan zijn de studenten wel
met hem te feliciteren. Of hun „prof."
wel altijd de schuldige waardering ont
vangt O wat deden wij vroeger met
onze professoren We hadden veel,
veel meer aan hen kunnen hebben.
Het referaat over „De aard van het
Schriftgezag" was boeiend en eenvou
dig. Och, de gedachte is wel eens in
geroest, dat geleerde mensen alles on
begrijpelijk moeten zeggen. Prof. Hoek
stra kreeg in een gemeente van z'n
gastvrouw te horen „Uw preek viel
me eigenlijk tegen, want ik kon er alles
van begrijpen". Toen heeft de profes
sor geantwoord„Groter lof kan ik
niet krijgen".
Via Prof. Ridderbos kregen we de
problemen helder en eerlijk voor onze
aandacht. Het scheelt ons een paar
boeken, dat we dit referaat mochten
horen. Neen, dit referaat heeft onze
begeerte versterkt om ons met liefde op
onze studie te werpen. Want wat we
aan de gemeente zeggen, op de kansel
en in het catechisatielokaal, moet bijbels
verantwoord zijn. We mogen niet op
onze stokpaardjes zitten en met enkele
dogmatische termen onze woorden ste
vig stellen. We moeten achter het
Woord terug-treden.
G. S. O.
over de noodzaak van een bepaalde
verandering. Maar doorslaggevend is
geweestMen wenste een verantwoor
de tekst, die gemeenschappelijk door de
Hervormde en Gereformeerde Kerken
wordt gezongen. De Hervormde bundel
is helaas nog niet in nieuwe editie uit
gekomen, maar als dit straks gebeurt,
dan zal men zien, dat de gemeenschap
pelijke liederen uit beide bundels gelijk
luidend zijn. Dat is wat waard, vooral
b.v. bij het leren van de gezangen op
Christelijk-Nationale scholen, trouwens
telkens, wanneer we als Hervormden en
Gereformeerden samen onze liederen
gaan zingen. Tot nu toe waren er hin
derlijke verschillen. Deze onaangename
situatie is dan straks (als de Nieuwe
Hervormde bundel ook verschenen is)
voorbij.
Het aantal Algemene liederen is flink
uitgebreid. Er komen prachtige verzen
in voor. Nieuw is voor ons b.v., nr. 99,
de berijming van Jesaja 35 De dorre
vlakte der woestijnen, toch al bekend
uit andere bundels. Gaarne zullen ook
worden gezongen Ach, blijf met Uw
genade (85); De Heer in mijn Herder
(101); Ruwe stormen mogen woeden
(105); Van U zijn alle dingen (108)
enz.
Nieuw voor ons zijn eveneens enkele
Avondmaalsliederen, en een bede bij de
huwelijksbevestiging (115—118). Ook
uit de schat van oud-vaderlandse gees
telijke liederen zijn er enkele opgeno
men, zoals: Komt nu met zang (96),
en Wilt heden nu treden (97), beide
van Valerius. Van het Wilhelmus wer
den drie coupletten opgenomen (119)
ten gebruike bij nationale feest- en ge
denkdagen. Over de opname van dit
lied was indertijd nog al verschil van
mening. Het vormt nu de afsluiting van
de bundel.