eeuwóe
3£erkbocle
„Oud en Jong, conflict of gesprek"
LITURGIE
19e JAARGANG No. 15
16 OKTOBER 1964
„Ik worstel
en ontkom"
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redactie Ds. W. H. Gispen, TerneuzenDs. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
Correspondentie-adresLittooij 6 Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Medewerkers J. A. van Bennekom, MiddelburgDr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. Kats, Goes Ds. A. G. Kornet, Vlissingen
Dr. P. C. Kraan, VlissingenDs. G. S. Oegema, ArnemuidenDs. D. Ringnalda, Middelburg
Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
Abonnementsprijs
3,50 per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
De tijd dat vader en moeder op een
voetstuk stonden, is voorbij. De goden
en de helden hebben afgedaan. Vroeger
was de wereld om je heen vol hoog
staande, wijze mensen. Vader was een
ijzersterke krachtpatser. En tegenover
je vriendjes verklaarde je vol trots
Mijn pappie pruimt prikkeldraad. Van
je moeder kon je geen kwaad woord
horen.
De eerste juffrouw op school trad je
vol vertrouwen tegemoet. En de mees
ter mocht er wezen. Zo'n kerel.
Om over opa en oma maar te zwij
gen. Lieve oude mensen, die je eens een
keer ektra verwende.
Maar langzaam aan veranderde al
les. Je raakt van school af. Je was ten
slotte geen kind meer. En toch had je
't gevoelze nemen me niet au serieus.
Je voelde je onzeker worden. Je wilde
geen klein kind meer zijn. Je was een
teener geworden. Je kwam op een an
dere school terecht.
En daarmee ging je behoren tot de
meest overbelaste groep in de samen
leving. De groep die 't hardste moet
werken voor 't minste resultaat. Als je
eenmaal de twaalf gepasseerd bent, is
't uit met je rust. Je moet kennelijk zo
gauw mogelijk op je eigen benen staan.
Je wordt vol gestauwd met kennis.
Alle dagen van de week hard wer
ken. En dan 's zondags nog naar de
Kerk ook. 't Is maar onrechtvaardig
verdeeld in de wereld. Iedereen wil je
zo gauw mogelijk volwassen hebben.
Maar toch wordt je nog steeds als een
kind behandeld.
En danverandert alles in je en
om je heen. De zekerheden van vroeger
vallen weg. Kan jij het soms helpen, dat
je zo kritisch wordt Je leert onder
scheiden tussen echt en onecht.
Het vertrouwen maakt plaats voor
wantrouwen. Iedereen valt tegen. Va
der en moeder, de school, de maat
schappij, de Kerk alles. God zal ook
wel tegenvallen (voorbeeld van 't licht
knopje).
Je zit zelf barstens vol kritiek.
Maar aan de andere kant barst ieder
een van de kritiek op jou.
En je mag nog niet eens eerlijk zeg
gen, waar het op staat. Want dan ben
je weer brutaal.
En 't wordt steeds moeilijker om
iemand in vertrouwen te nemen.
Zo moet je heel wat alleen verwer
ken. 't Is een tijd, waarin je man wordt
of vrouw. Je ontdekt opnieuw je eigen
lichaam. Maar als je werkelijk eerlijk
en open wilt praten over het sexuele
leven, dan geven de ouderen niet thuis.
Conflictstof te over.
Maar komt 't ooit tot een gesprek
Wil je eigenlijk wel een gesprek
Bij een conflict kun je veel meer
stoom afblazen. Maar een gesprek
Vaak is 't een botsing tussen de ge
neraties. En dat schijnt nog 't ergste
te zijn als 't over de Kerk gaat.
Wat is er toch hopeloos veel wat
een ander wel mag en jij niet.
En dan al die huichelarij
O ja, conflictstof genoeg.
Maar voor een gesprek is meer no
dig. Voor 'n gesprek moet je kunnen
luisteren.
En als je dan eens begon met de
oudste generatie
't Verschil in wereldbeeld. In wat
voor wereld werd opa geboren.
Wat had hij over voor z'n principe.
Het conflict is gemakkelijker. Van
beide kanten. Als vader getroffen wordt
door de kritische blik van zijn zoon of
dochter kiest hij misschien de gemak
kelijkste weg. Hij slaat met zijn vuist
op tafel. En de kopjes rinkelen. Hij
weet dat het geen indruk maakt. Maar
hij hoeft dan tenminste geen woorden
te gebruiken. Hij gaat het gesprek uit
de weg.
En zijn zoon of dochter kiest vaak
ook dit medium. Uw kinderen vinden
het ook gemakkelijker om even fijn af
te reageren.
Maar van een conflict wordt niemand
wijzer. En een gesprek kan soms bij
zonder waardevol zijn.
Nu zijn voor een gesprek een paar
voorwaarden. De dingen uitpraten
dat stelt hoge eisen.
Eerst moeten we bereid zijn om naar
elkaar te luisteren. Dan moet de jonge
mensen geboeid gaan luisteren naar de
oudere. En ze zullen ontdekken, dat het
een gesprek wordt tussen twee werel
den.
Groeide ze niet allebei op in een an
dere wereld Wat voor veranderingen
onderging het leven van vader en moe
der. Laten we eens aannemen dat ze nu
40 jaar zijn. Dan werden ze dus ge
boren in 1924.
Toen de oorlog uitbrak, waren ze
zestien jaar.
Misschien zo oud als jij nu.
Ze hadden hun idealen. Ze hadden
hun dromen. Maar hun dromen zijn
vervlogen.
Hun idealen zijn in de kiem gesmoord.
In plaats van de romantiek en het
ongedwongen samenzijn, ondergingen
ze heel de verschrikking van de oorlog.
Toen de bevrijding kwam, waren ze 21.
En juist in die jaren, kwamen de vra
gen van dood en leven fel op hen af.
Het was een tijd van bloed, zweet en
tranen. Daar praten ze liever niet over.
Maar vergeten doen ze het niet. Veel
van jullie ouders hebben toen geleerd
wat het was om te vechten voor de
vrijheid
En misschien wie zal het zeggen
hebben ze gedacht: Na de oorlog wordt
alles anders. Dan hebben we leergeld
betaald. Dan vinden de Kerken elkaar.
Dan komt er een veel grotere openheid
tegenover elkaar.
Maar na de oorlog viel alles bitter
tegen. Soms vroegen ze zich af Heb
ben we daarvoor nu gevochten Heb
ben wij dat allemaal doorstaan, opdat
iedereen vandaag weer zijn eigen ego-
istische leventje zou leiden
Nu kunnen ze bepaalde dingen van
jullie maar niet begrijpen. Als jullie
met je klachten komen, denken ze
,,Die kinderen hebben zoveel meer dan
wij, toen we zo oud waren.
En daar hebben ze ook wel gelijk in.
Maar bovendien zijn ze wat cynisch
geworden. Ze geloven niet zo erg in
al die veranderingen. Het is niet, dat
ze allerlei dingen niet graag anders
zouden willen. Maar ze voelen er wei
nig voor om ergens warm voor te lopen.
Misschien denken ze laat anderen
dat nu maar eens doen. En heel mis
schien heeft de Kerk hen teleurgesteld.
Zó kan het bij hen liggen.
Maar nu moeten zij ook weten in
wat voor wereld hun zoon of dochter
van zestien is opgegroeid. Nu, dat we
ten ze wel. Maar ze realiseren het zich
niet altijd. Hun kinderen werden gebo
ren in 1948. Drie jaar na de atoombom
van Hieroshyma. Ze groeiden op in een
welvaartstaat. Dat ben ik met u eens.
Maar ook in een wereld van angst en
onzekerheid. Zij hoorden van een schip,
dat onder het ijs door kon varen. En
ze zagen foto's in de krant van raket
ten en ruimtevaarders. Ze maakten de
snelle ontwikkeling mee van de televi
sie. Dacht u, dat al die dingen hun
denken niet bepalen Ze komen met
hun kritische vragen in een tijd, waarin
wij zelf met die vragen niet goed raad
weten
En dat merken ze
Ze denken anders dan u. Ze voelen
anders. Ze hebben andere behoeften.
Ik geloof niet, dat ze nergens warm
voor te krijgen zijn. Maar ik geloof wel,
dat ze te weinig warmte ontdekken in
ons.
Tenslotte zouden wij de fakkel over
dragen, weet u wel. Brandt de fakkel
nog Of is het vuur er uit
Merken ze aan ons, die hen leiding
moeten geven, dat wij zelf in vuur en
vlam staan voor de zaak van de Heer
Denkt u er om, zij beoordelen de waar
de van uw kerkgang naar het gezicht,
waarmee u uit de Kerk thuis komt.
Als wij en zij elkaar eens konden
vinden doordat de warme gloed van de
Geest van ons op hen over zou slaan
En van hen op ons
Wat zou het gesprek tussen jong en
oud dan zinvol zijn.
Trouwens, het krijgt alleen zijn zin,
als er een derde bij het gesprek tegen
woordig is. In Gods nabijheid kan zo'n
gesprek het begin worden van een
►nauwe samenwerking tussen jonge en
oude mensen. De Heer, die.ouderen en
jongeren begrijpt. Die hun problemen
kent. Die hen in vuur en vlam zet door
Zijn Geest.
Dan zullen de jeugd en de ouders
elkaar in de bijbel ontmoeten. En hun
gesprek zal als vanzelf overgaan in een
gebed.
„Wat wilt u, dat wij zullen doen
W. H. GISPEN.
V- VERDERE UITBOUW
In onze vorige artikelen hebben we
stilgestaan bij enkele hoofdmomenten
in de geschiedenis van de liturgie.
Wij hebben getracht enkele Nieuw-
Testamentische gegevens te verzame
len, die ons een beeld geven van de
gang van zaken in de eerste Christe
lijke gemeenten. Gegevens die zeker
niet zonder betekenis zijn bij verdere
bezinning.
Daarna gaven we een overzicht van
het liturgisch handelen in de Rooms-
Katholieke mis, en we ontdekten naast
deformatie verschijnselen toch ook aan-
rakingsvlakken met onze eredienst.
Vervolgens bespraken we de liturgie
bij Calvijn, de grote Reformator, op
wie we ons voor veel zaken zo gaarne
beroepen.
Het is een teleurstellend verschijnsel
dat na Calvijn aan de liturgie niet meer
die aandacht werd gegeven, die haar,
gezien het grote belang, toekomt.
Nu is dit wel enigszins te verklaren.
In de periode na de Reformatie kreeg
de uitbouw van de zuivere leer een
zwaar accent. Begrijpelijk natuurlijk,
want leer en belijdenis zijn voor een
kerk essentiële dingen.
Maar dit had gevolgen voor de li
turgie. Uitbouw op dit terrein bleef ge
ruime tijd achterwege, omdat men
meende belangrijker zaken te moeten
behandelen.
Formulieren, die men wel moest op
stellen, kregen een sterk leerstellig en
onderwijzend karakter. Alweer begrij
pelijk, omdat de gemeente de betekenis
van doop, Avondmaal enz. opnieuw
moest leren. De rijkdom van het Evan
gelie werd ook in de formulieren uit
gestald. En wie zou van die rijkdom
iets af willen doen Maar liturgisch
werden deze formulieren door hun uit
voerigheid wel een probleem.
In de kerkdienst zelf kreeg de preek,
of de leerrede, zoals men ook wel zei,
de allesbeheersende plaats. Ook hier de
reactie op de Roomse verschraling van
de prediking. Maar bij velen leidde dit
tot de gedachte, dat feitelijk alleen de
preek belangrijk is, en dat de rest in
een kerkdienst in zekere zin bijzaak is.
Je kunt die mening, als je over liturgie
spreekt, nog wel eens tegen komen.
Een andere barrière voor de verdere
uitbouw van de liturgie na de Reforma
tie was toch wel de angst om weer in
Rooms vaarwater verzeild te raken. Een
overvloed van onbegrijpelijke liturgische
handelingen hadden het beleven van
de ontmoeting met God toch wel moei
lijk gemaakt. Is het een wonder, dat
men dan maar liever koos voor de een
voud, de soberheid
We moeten voor al deze aspecten
begrip hebben. Maar het is v/el duide
lijk, dat verdere uitbouw van de litur
gische beginselen der Reformatie daar
door geruime tijd is tegengehouden.
Later kwamen daar nog bij de stro
mingen van individualisme en subficti-
visme, die ook hun invloed in de kerk
gehad hebben en soms nog wel hebben.
Het gaat dan in de kerkdienst enkel
om het „persoonlijk ontvangen van een
zegen". Dat het ook is de samenkomst
van de gemeente in de ontmoeting met
God en met elkaar komt dan op de
achtergrond.
Ook het Rationalisme (verheerlijking
van het verstand) heeft een tijdlang
grote invloed gehad. Ik noemde boven
al even de andere naam voor de preek,
nl. de „leerrede", en dit was wel ty
perend. Voor de verdere aspecten van
de eredienst bleef weinig aandacht over.
Toch is er na enige eeuwen van stil
stand, of misschien moeten we wel zeg
gen verschraling, verandering geko
men. Er komen tegen het einde van de
vorige eeuw en in deze eeuw liturgi
sche bewegingen" op, in het buitenland
en ook in Nederland. We kunnen deze
in het kader van deze artikelen niet
uitvoerig bespreken.
In de kring van onze kerken is het
vooral Dr Abraham Kuyper geweest,
die een stoot gaf tot nieuwe bezinning.
Zijn artikelen, over de liturgie geschre
ven, verschenen in 1911 in boekvorm:
Onze Eeredienst. Het is nog steeds de
moeite waard om kennis te nemen van
dit werk. Kuyper wilde aan de mensen
weer leren, dat de gehele kerkdienst
eredienst is, samenkomst van God en
de gemeente. Uitvoerig doet hij pogin
gen het liturgisch besef in onze kerken
te verlevendigen en te verdiepen. En
al hebben wij op het ogenblik op som
mige punten weer andere inzichten,
toch moeten wij veel waardering heb
ben voor het feit, dat Kuyper gebracht
heeft tot verdere uitbouw te komen.
Helaas kwam de gedachte'nwisseling
ook na dit boek slechts langzaam op
gang. In dit verband moet ik toch zeker
nog de naam van Prof. Dr. K. Dijk
noemen, die vele artikelen over de li
turgie schreef, en ons in onze studen
tentijd gedocumenteerd inleidde in de
Liturgiek.
Tegenwoordig wordt er gelukkig
weer veel meer over gesproken.
In de Hervormde kerk verscheen al
in 1934 een Handboek voor de Eere
dienst, en na de oorlog kwam (in ont
werp) uit het Dienstboek voor de Ne
derland Hervormde Kerk, met (wel wat
erg) veel variaties in orden van dienst.
In onze kerken is de bezinning ook
-aan de gang. Een werkgroep heeft vele
aspecten van de liturgie onder de loupe
genomen, en ook op de Generale Sy
node kwamen liturgische vragen aan de
orde. Het zal nog wel even duren voor
ons „Dienstboek" klaar is, maar er
wordt toch in die richting gewerkt.
Nu is het noodzakelijk, dat het door
denken van allerlei vragen niet aan en
kelingen of aan een werkgroep wordt
overgelaten. Nog maar al te vaak kom
je de gedachte tegen, dat het zich be
zighouden met liturgie een zaak is van
enkele kenners, die er een soort hobby
van maken.
Zo mag het niet zijn Liturgie is im
mers een zaak van de gemeente. Niet
maar „versiering" van de eredienst,
maar het kader, waarin de ontmoeting
tussen God en de gemeente verloopt.
Eén van de oorzaken, dat de kerk
gang in sommige plaatsen terugloopt,
is zeker ook, dat men deze dingen niet
meer naar waarde schat.
Als de eredienst alleen maar een
soort van agendum is, dat moet worden
afgewerkt, met als middelpunt een spre
ker, dan komt er niet veel meer van te
recht. Dan is het belang, de noodzaak
om mee te doen ook niet zo dringend
meer.
Verdere bezinning is dus uitermate
van betekenis. Elke kerkganger heeft
er uiteindelijk mee te maken. Niet de
predikant alleen is liturg, maar de litur
gen zitten allereerst in de kerk zelf.
Nu kan ik mij wel voorstellen, dat
velen wat kopschuw zijn van allerlei
experimenten. Er gebeurt op dit terrein
ook wel eens iets, dat niet verantwoord
is.
Daarom is het zo van belang, dat wij
ons op de hoogte stellen van de ge
gevens van het Nieuwe Testament, van
de historie (Calvijn b.v.) en van de