Officiële Berichten Tranen in de Tijbei Mijn Ouderling „DE SLUIKER" OP SABBATH 19 SEPTEMBER IN ISRAËLISCH JERUZALEM. Deze dag is ook weer vol van in drukken. 's Morgens is ons bezoek aan een synagoge. De mannen (en jongens) moeten het hoofd bedekken uit eerbied, de vrouwen (en meisjes) zitten apart. Ook kinderen zijn er, en ze lopen wat vrij rond, want 't moet ook voor de kinderen iets fijns blijven, in de syna goge te zijn. We mogen inkijken in de Hebreeuwse kerkboeken. Ze zijn ver wonderd. Waarderen onze belangstel ling, vragen of we ook soms Joden zijn. We worden door iemand uitgenodigd kunnen nu helaas niet, misschien van middag Toen het volgende interessante be zoek aan het Zweeds Instituut. Leider Dr Kosmala, bekend theoloog. Hij is zelf ook aanwezig, en vertelt ons van zijn werk hier. Eén van onze groep blijft hier een poosje studeren, en zal in dit instituut zijn intrek nemen. Ook gast-hoogleraren komen er wel, Prof. P. A. de Boer, Leiden, en Prof. Th. C. Vriezen, Utrecht. 's Middags kunnen we toch, zij het niet met z'n allen, de gastvrije uitnodi ging aannemen, die ons vanmorgen werd gedaan. Er zou veel over dit ge sprek te zeggen zijn. Onze Israëlische gastheer is goed bespraakt. We spre ken ook over de Messias. Deze is ech ter voor de christenen. Een Mohamme daan heeft weer een andere weg. En het volk Israël heeft de Wet. Het zijn eigenlijk z.g.n. verlichte modernistische opvattingen ieder moet op zijn manier zalig worden. En een Jood blijft een Jood. Wie als Jood christen wordt, pleegt verraad. Daarom kan men de zending niet waarderen laat men de wijde wereld ingaan Daar is nog ge noeg te doen We zijn niettemin onze gastheer en -vrouw dankbaar voor deze uitnodi ging. Hij hoopt ons geen pijn te hebben gedaan door zijn uiteenzettingen Sjalom, sjalom, sabbath sjalom, zo groeten we Dr. J. H. Becker. XXII Neen, U verwacht van mij geen voor lichting. Of er al een schriftelijke ouder lingen-cursus is? Er zijn een paar hand boeken. Reeds Jacobus Koelman schreef een boek Het ambt en de plichten der ouderlingen en diakenen. Uit de „Op dracht en Aanspraak" zal ik een paar regels citeren. „Broeders, gij die het ouderlingen-ambt aanvaard hebt, en misschien nu al meermalen hetzelve naar de sleur bediend hebt, niet recht wetende, wat er al toe behoort, en toch ongenegen, ja afkerig en walgende, te vernemen naar hetgeen getrouwe le raars U zouden' aantonen vereist te worden tot de getrouwe uitvoering van het ouderlingschap, laat nu deze mijn weinige reden tot Ulieden oren en har ten ingaan". Ja, de zweepslagen knet teren. Nog zo'n zware uitspraak. „En al heeft de Heilige Geest Ulieden door een uiterlijke roeping tot opzieners over de kudde gesteld, zo hebt gij toch geen hartelijke liefde tot de schapen, of tot de zielen, over welke U de wacht is aanbevolen, als zullende rekenschap daar voor geven. Het is blijkelijk, dat gij aan 's werelds eer en gunst, en het profijt, en Uw vleselijk gemak geens zins verloochent zijt. Tot de betrach ting van godsdienst, en de bevordering van Gods eer, en der zielen welstand in het oefenen en nakomen van de pri vate en openbare plichten, welke aan dit ambt verbonden zijn, hebt gij noch zin noch hart". Zo schreef Ds. Koelman in 1694. De goede, oude tijd. Maar het ver- Bij priesters gejuich en geween. „Velen van de priesters weenden luid." „Velen verhieven de stem met gejuich." Ezra 3 12. Het boek Ezra vermeldt ons het we nen van de priester Ezra zelf, benevens dat van de priesters en van het volk. We citeren de teksten die hier betrek king op hebben „Maar velen van de priesters, van de Levieten en van de familiehoofden, de ouden die het eerste huis hadden gezien, weenden luid, toen de grondlegging van dit huis voor hun ogen plaats had". Hiertegenover staat dat eveneens „velen de stem verhieven met gejuich en vreugdebetoon, zodat het volk het geluid van het vreugdebetoon niet on derscheiden kon van het luid geween des volks". Gejuich en geween zijn nauwelijks te onderscheiden geweest. Van een uitbarsten in luid geween le zen we ook in 10 1't welk ons een eveneens wenende Ezra toont. Ezra's rouw en gebed maken zoveel indruk, dat het volk met zijn priester mee weent. In 312 treft ons een generatie- verschil de oude generatie weent, ter wijl de jongere juicht. Deze oude gene ratie heeft Salomo's tempel gekend, be wonderd en liefgehadook de verwoes ting er van aanschouwd. En deze her bouwde tempel is zeker in haar oog zoveel minder fraai, de mindere in schoonheid. Zo let de ene generatie op wat ze achteruitgang noemt, terwijl de andere in hetzelfde feit als vooruitgang roemt. Aan welke zijde is het gelijk Moet er geweend of gejuicht worden Haggaï, de bode des Heren, bespreekt met Judas landvoogd, Zerubbabel, de heerlijkheid van de nieuwe tempel't is een heerlijkheid die ook de tempel van Salomo ver te boven gaan, want, zo zegt hij„de toekomstige heerlijkheid van dit huis zal groter zijn dan de vo rige, op deze plaats zal Ik heil geven" Met dit woord kiest de profeet geen partij, maar wijst hij de oude en de jonge generatie naar de toekomst om daarnaar uit te zien. Ook uiterlijke ver fraaiingen zullen voor deze tempel niet uitblijven, zodat een later geslacht zal vragen ziet gij al deze schone gebou wen Volkenkundig gerekend zullen heugt me toch, dat ik in 1964 zo geheel anders over mijn ouderling kan schrij ven. Alleen maar koek en ei ervarin gen We zijn nog in de kerk bene den. Onvolkomen is ons kennen, onvol komen ons profiteren, onvolkomen is ook het met elkaar werken van ouder ling en predikant. Het mag echter als een zegen Gods gezien en aanvaard worden, dat van dit werken met elkaar en naar elkaar heen, vooral op het huis bezoek, zo heel veel goeds en aange naams te zeggen is. G. S. O. vele proselieten deze tempel betreden. De volkerenwereld zal er notitie van nemen. Maar wat alles overtreffen zal, is het feit dat Israels Messias deze tempel be treden, er Zijn heerschappij tonen, en hem zal noemen „het huis Mijns Va ders" In dit huis zal Hij met een zweep van touw de rechten Zijns Vaders voorop stellen. In deze toekomstige heerlijkheid ligt ook de verzoening tus sen de lach en de traan van beide ge neraties. Intussen zou deze herbouwde tempel toch eeuwen lang de plaats der aanbid ding voor het volk en middelpunt van Gods verering bij de grote Joodse fees ten zijn. Ook tonelen van grote droefheid ge tuigend, zouden zich hier afspelen. En zulk een geval vermeldt ons het boek Ezra als deze priester maatregelen neemt tegen de vele gemengde huwe lijken. Brouwershaven B. WENTSEL. VACATUREDIENSTEN CLASSIS AXEL. Aardenburg 24 januarids. Gispen. 28 februarids. Verbeek. 28 maartds. Heemskerk. 25 aprilds. den Boer. 23 meids. Hoogerwerf. Breskens 31 januarids. Verbeek. 28 februarids. den Boer. 4 aprilds. Hoogerwerf. 2 meids. Gispen. 30 meids. Heemskerk. 27 junids. Verbeek. Oostburg 31 januarids. den Boer. 28 februarids. Heemskerk. 28 maartds. Gispen. 25 april ds. Hoogerwerf. 30 meids. Verbeek. 27 junids. den Boer. Zoutespui 31 januari: ds. Heemskerk. 28 februarids. Hoogerwerf. 28 maartds. den Boer. 25 april ds. Verbeek. 30 meids. Gispen. 27 juni ds. Heemskerk. In opdracht der Classis, A. J. VERBEEK. NAJAARSREKRUTENDAG VOOR ZEELAND Er wordt dit jaar een tweede rekruten- dag gehouden, en wel op dinsdag 20 ok tober in de Gereformeerde Westerkerk in Goes (deze keer niet in Middelburg); aan vang 10.15 uur. Korte toespraken van officieren, een dokter en een legerpredikant, enkele films, gelegenheid tot informatie en tot persoon lijk onderhoud over maatschappelijke pro blemen, kortom een keuf van noodzake lijke voorlichting en belangwekkende in lichting wordt gegeven, die geen toekom stige militair zal willen missen En dit alles, inklusief koffie (van half tien af), thee en broodmaaltijd,je gratis aangeboden door je kerk, omdat we het als een belangrijk punt van onze taak zien, de christen-militair zo goed mogelijk voor bereid de dienst in te laten gaan. Hartelijk welkom Voor de depütaten, M. BOOT. KORT VERSLAG van de vergadering van de Classis Axel van de Gerefor meerde Kerken, gehouden te Schoon- dijke op dinsdag 15 september 1964. Van her en der waren op dinsdag 15 september „mannenbroeders" uit Zeeuws- Vlaanderen naar Schoondijke getogen, en het was waarlijk niet om daar „parade" te houden. Het waren de afgevaardigden van de kerken in dit ressort, die in „Laus Deo" hun septembervergadering gingen houden. Van die vergadering krijgt u hier een kort verslag. Nadat we elkaar in de „wandelgangen" hadden begroet één nieuw gezicht was er bij, nu ja, nieuw we kenden hem al uit de „Omroepgids" en sommigen hadden hem al gezien en gehoord bij zijn intree, ds Gispen van Terneuzen opende na mens de roepende kerk van Axel ds Heemskerk de vergadering, op de wijze, die we gewoon zijn hij las psalm 2, liet ons zingen psalm 19:7, en bad om Gods zegen op het werk, dat we gingen doen. De afgevaardigden van Oostburg, zagen de credentiebrieven na, waaruit bleek, dat alle kerken wettig vertegenwoordigd wa ren, en dat twee kerken een instructie hadden, n.l. die van Aardenburg en Schoon dijke. Hierna werd de vergadering geconsti tueerd. Het moderamen zag er iets anders uit dan het agendum vermeldde. In plaats van ds Verbeek, wie het spreken wat moeilijk viel door een lichte keelaandoening, nam ds Heemskerk zitting als praeses. Voorts fungeerde als scriba ds Hoogerwerf, als assessor ds Verbeek, en als 2de scriba ds Den Boer. Nu kon de afwerking van het agendum beginnen. De praeses begon met ds Gispen harte lijk te verwelkomen. Hij sprak er zijn vreugde over uit, dat deze vakature ver vuld is, en de kerk van Terneuzen weer een eigen Dienaar des Woords heeft. De kerken van Oostburg en Aardenburg- Breskens, die nog steeds vakant zijn, wens te hij Gods zegen toe op het beroepings- werk. In dit verband u ziet, we hielden ons niet zo strak-formeel aan het agen dum rapporteerde ds Verbeek over de intree van ds Gispen, waarbij hij de clas sis heeft vertegenwoordigd en ds Den Boer over de te Axel gehouden classis- contracta, waar de stukken van ds Gispen waren nagezien en in orde bevonden. Naar aanleiding van de notulen brengt de kerk van Schoondijke kanselruil ter sprake met de vrije evangelische gemeen- FEUILLETON Vrij bewerkt naar P. Visser Jzn. 39) De emoties van de boer zijn ook van zijn gezicht af te lezen nu eens tintelen zijn ogen van verontwaardiging, dan weer tonen zij een diep medelijden zijn open gelaat is geen moment in rust. Als Jacob Heilman zover met zijn verhaal gekomen is, dat hij het toneeltje van die morgen in Antwerpen be schrijft, is het stopwoord van de boer „Wel seldrement" niet van de lucht en davert het klappen op zijn knie. „Wel, seldrement", roept hij in vervoering uit, „daar aan herken ik mijn zwager Da's kranig Juist zó is zijn manier van doen. Wat heeft die slimme guit de Fransen weer aardig bij de neus gehad. Gelukkig, man, dat je nu hier bent. Vooreerst zal men je hier niet zoeken. En doen ze het al, dan zullen zij ondervinden, dat een oude rat zo licht niet in de val loopt. Want als het op het punt van praatje aankomt, ga ik voor mijn zwager niet uit de weg, zie je." „En toch bezwaart het mij", merkt Zijier op, „dat jullie goede lieden, zoveel voor mij waagt en daarbij telkens de toevlucht moet nemen tot leugen en bedrog." „Ho, ho, vrind, wat het eerste betreft, met „wagen" loopt het zo'n vaart niet. Tot op vandaag is mijn zwager volstrekt niet verdacht en ik al evenmin. En toch hebben we op dit gebied al aardige stukjes uitgehaald, dat ver zeker ik je. En leugen en bedrog Maar mijn beste kerel, dat kan niet anders. Je doet er zelf aan mee. Je voert twee, misschien wel drie namen. Nou, me dunktdat is nog al wat." „Ja, dat is nu wel zo. Maar „Man, hou op Als we dat niet deden, hoe zouden we dan moeten helpen en wie zou er geholpen worden Of had mijn zwager eerlijk en oprecht moeten zijn en toen hij in verhoor werd genomen, moeten zeggen „Ja wel mijnheer de Commissaris, die man is de sluiker Frits Zijier, die diefstal en misschien wel moord op zijn ge weten heeft en die tot de galg moet veroordeeld worden. Maar hij is gelukkig tot nu aan de handen van de justitie ontkomen. Uit medelijden heb ik hem in dienst genomen en vanmorgen is hij, met mijn medeweten, gevlucht. „Ik heb hem mijn paard geleend. Maar hij is de weg naar Mechelen niet op. En dat briefje van mij is ook al een leugen en bedoelde alleen, u om de tuin te leiden. Neen, ik heb hem naar mijn zwagër Bram Schreuver in Putten gezonden en die zal wel zorgen, dat hij verder komt. Zou hij dat soms hebben moeten zeggen Heilman glimlacht om de nonsens en de radde tong van de boer, die onverstoorbaar verder gaat. „Natuurlijk had hij dan de waarheid gesproken, maar het gevolg was geweest, dat jij aan de galg was gekomen, en mijn zwager en ik in het cachot. Ennezijn de Fransen iets anders waard dan om bedrogen te worden Doen zij het zelf niet op grote schaal en nog wel op officiële wijze, die geen tegenspraak verdraagt Wat zijn al die bulletins over daverende overwinningen van het grote leger (die later blijken nederlagen te zijn ge weest) anders dan grove leugens Om de waarheid te weten, moet je precies het omgekeerde geloven van wat er staat. Men streelt een valse hond niet, maar legt hem aan de ketting, al zijn de schakels van die ketting ook leugen en bedrog." „Ja, baas Schreuver, dat is nu goed en wel, maar voor mijn geval is er iets stuitends in. Mijn vorige patroon is in de grond der zaak een edele kerel. God moge hem vergelden wat hij voor mij gedaan heeft, maar hij zou er geen been in zien, er een eed op te doen, dat hij mij niet kent. En dat is zo niet. Kijk, tegen zo'n handelwijze, hoe goed bedoeld ook en hoe dankbaar ik hem ben voor zijn hulp, komt mijn gevoel van eerlijkheid, komt mijn gewe ten op." „Maar man, hoe heb ik het nu met je Je geweten Maar dat kun je toch ontlasten in de biecht Kijk eens hier als je een goed Vlaamsgezinde pastoor hebt, dan teken je al die dingen, waarom het gaat, op in je memorie en met Pasen (of als de rekening al te groot wordt, doe je het nog een paar keer tussenbeiden) breng je al die zonden, als het zonden zijn in de biechtstoel en je krijgt van alles absolutie, man. Maar je moet een Vlamink tot biechtvader hebben wij hebben hier een uitnemen de van die andere spreek ik nietdie zijn niet waard. En kijk dan heb je weer een schone lei en kun je op nieuw beginnen met die vreemde onderdrukkers de voet dwars te zetten. Altijd met de nodige voorzichtigheid, snap je Is het al lang geleden, dat je gebiecht hebt „Baas Schreuver, ik moet u zeggen, dat ik Protestant ben." „O zo. Ik dacht het al. Die zitten gewoonlijk met hun geweten in de knoop. Maar je bent er mij geen zier min der om, hoor. Alleen zou ik je aanraden word Katholiek, dan leef je wel zo gemakkelijk, als je maar zorgt, dat je je kerkelijke plichten vervult. De rest neemt de kerk wel voor haar rekening. Waar zou die anders voor dienen Maar genoeg, Protestant of Katholiek, je moet geholpen worden en bij de heilige Servatius, mijn schutspatroon, en met zijn hulp zullen we het doen ook. En nu maar eens gaan praten, hoe we het zullen doen." „Je zult er wel wat op vinden", meent de boerin la chend. „Kijk eens, mijn zwager schrijft mij, dat hij het paard over een week of vier terug verwacht. Dat is natuurlijk onzin. De eerste, de beste spion in Antwerpen, die het paard kent, en die zijn er genoeg, zou hem in ongelegen heid brengen. Neen, ik weet wat beters. Het gouverne ment is op het ogenblik druk bezig in Brabant remonts- paarden te kopen. Naar ik hoor, komen ze overmorgen in Bergen op Zoom. Mijn zoon kan er wel heen gaan. Die ziet wel kans de ruin voor een goede prijs te ver kopen. Dan is het beest uit de weg en er kraait geen haan naar, waar het beland is. Er worden, naar ik hoor, hoge prijzen besteed, want ze hebben meer gebrek aan paarden dan zij weten willen. Ik reken, dat Dirk er een duizend francs voor maakt, en dan zal Klaas in zijn vuistje lachen, want hij weet best, dat het dier dampig worden zal en aanleg heeft om spatten te krijgen. Het is immers beter, dat de paardendief Jacques Huysser nooit meer iets van zich horen laat Daarop kan mijn zwager dan wel een eed doen zonder zijn geweten te bezwaren, vind je niet? Verder blijf je hier een dag of drie uitrus ten(Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1964 | | pagina 2