eeuwóe
3Cerkbocle
/-
Een moeilijke opdracht voor allen
Weinig weerklank
BRIEVEN uit het
HEILIGE LAND
19e JAARGANG No. 1
9 OKTOBER 1964
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redactie: Ds. W. H. Gispen, Terneuzen; Ds. B. Wentsel, Brouwershaven; Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Medewerkers J. A. van Bennekom, MiddelburgDr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. Kats, Goes Ds. A. G. Kornet, Vlissingen
„ik worstel Dr. P. C. Kraan, VlissingenDs. G. S. Oegema, Arnemuiden Ds. D. Ringnalda, Middelburg
en ontkom" Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
Abonnementsprijs
3,50 per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
vJ
In een vorig artikel (,,Na de Jeugd
dienst") spraken we over 't gemak,
waarmee vele ouderen onze jongens en
meisjes een etiket opplakken. ,,De jeugd
is ongeïnteresseerd wanneer 't gaat om
de grote levensvragen." ,,Ze mist ten
enenmale historisch besef." ,,Ze is
leeg."
We wezen er op, dat 't niet eerlijk
is allen óver één kam te scheren. Men
mag eenvoudig niet aan 't groot geheel
't stempel geven van een tenslotte nog
altijd verdwijnend kleine minderheid.
Al is 't begrijpelijk, dat juist de ex
cessen steeds weer 't meest opvallen.
Vandaag willen we een andere kant
van 't zogenaamde jeugdprobleem on
der de loupe nemen.
Een kant, die vooral in kerkelijke
kringen -nogal eens aan de aandacht
ontsnapt.
Echter niet in de kringen van de
grote zakenlui.
Deze laatsten kijken natuurlijk
heel anders naar de jonge mens van
heden dan degenen doen, die in hem
vóóral de persóón zien. De persóón,
dat betekent voor ons nog steeds in de
eerste plaats de mens, door God ge
schapen om Hem te kennen en te die
nen en daarin in die kennis en
dienst de levensvolheid te vinden
Daarom kijkt de kerk vooral naar 't
hart van de jonge mens en tracht, voor
zover mogelijk op dat hart invloed
uit te oefenen, opdat 't zich opent voor
Christus.
De zakenman kijkt ergens elders. In
de gatzak namelijk. Waar de porte-
monnaie zit.
Hij is er niet slechter om. Zaken
doen, goed zaken-doen, betekent im
mers verdienen.
Voor vele grote zakenlui van onze
tijd is de z.g. teen-ager, in de eerste
plaats, bezitter van een beurs.
En dus een potentiële koper.
Een begerenswaardige klant.
We moeten daar vooral niet te ge
ring over denken.
Wanneer je aan je jongens elke week
enkele guldens zakgeld kwijt bent, rea
liseer je je meestal niet, wat dat in 't
groot geheel betekent, 't Wordt al een
beetje anders, als je jongens hebt, die
zelf met een loonzakje thuis komen.
Maar wist U, dat in Duitsland ruim
60 van de grammofoonplaten ge
kocht wordt door „tieners" Ook de
fiets en de bromfiets staan hoog ge
noteerd. De cosmetische artikelen be
halen een grote omzet bij de meisjes.
Naar schatting hebben de 8 millioen
jongeren tussen 12 en 23 jaar in West-
Duitsland een koopkracht van twaalf
milliard Mark
Men heeft berekend, dat in 1957 door
de jonge mensen van deze leeftijds
groep (met een mooi woord „adoles
centen" genoemd) in Engeland negen
honder millioen pond werd uitgegeven.
1 is iets meer dan 10,50
Over Nederland ontbreken nauw
keurige gegevensde recordomzetten
van bepaalde tophits zijn evenwel niet
geruststellend.
Bovengenoemde cijfers ontleende ik
aan de brochure „de adolescent en de
welvaart" enkele aspecten van het
volwassen worden in het huidige wel-
vaartsbestel een publicatie van het
nationaal protestants centrum voor de
geestelijke gezondheidszorg in Neder
land.
U ziet 't de grote zakenlieden of
laat ik zeggen bepaalde belangengroe
pen in de grote zakenwereld, weten
deksels goed, aan welke kant hun bo
terham gesmeerd is.
Wanneer de leeftijd gepasseerd is
in welke de gang naar de snoepwinkel,
met als hoogtepunt de vraag om „een
cent van 't blad bijna de enige ma
nier vormde om je kapitaal in genot om
te zetten, dan wordt je voor de mannen
der reclame pas werkelijk interessant
Dat je in hun ogen in de eerste plaats
prooi bent, is een tweede. Hoe later dit
tot je doordringt, hoe liever 't hun is.
Vandaar - en ik citeer hier de prog
nose van Dr A. F. W. van Meurs, de
directeur van de Stichting Nederlands
Instituut voor kinderstudie te 's-Gra-
venhage, dat „de druk, uitgeoefend op
deze jonge kopers, dan ook eerder zal
toe- dan afnemen, men behoeft er de
advertentiepagina's maar op na te
slaan".
Maar niet alleen dat.
Van alle kanten worden we bewerkt
met reclame.
En nu zeg ik opzettelijk weer „we".
Ons hele leven wordt begeleid door
allerlei leuzen, die zonder ophouden, in
murw-makende cadans, op ons inhame
ren. Resultaat Menigeen leert 't snel
af met de reclame in discussie te gaan,
als hij 't al ooit heeft gedaan.
En dat moet bij iemand, die werkelijk
iemand is, toch 't geval zijn.
Als de slogans in de advertenties en
tussen de muziek van radio Veronica
't er bij mij trachten in te pompen „dat
ik eerst recht gelukkig ben met een
keukenuitzet van of dat
„alléén echte mannen, maar dan ook
alle echte mannen dat en dat roken",
of dat „mijn lippen, mits bewerkt met
lipstick zó en zó, onweerstaanbaar aan
trekkingskracht zullen uitoefenen etc."
(ga maar dóór, ga maar dóór dan
zal ik dat als ik werkelijk iemand
ben, toch niet zo maar als zoete koek
aannemen
't Minste wat ik zal doen is de vraag
stellen of dat waar is. En waarom 't
waar is. Geldt 't voor mij In mijn om
standigheden Met mijn persoonlijk
heid en aanleg Moet ik werkelijk een
televisie-apparaat hebben Of een tran
sistorradio Of een luxe brommer Of
Even heb ik geaarzeld of ik achter
het bovenstaande een neutrale punt,
een sprekend en nadrukkelijk uitroep
teken dan wel een wijfelend vraagteken
moest zetten. Deze aarzeling hangt
uiteraard samen met het onderwerp, dat
ik wilde aansnijden een onderwerp,
dat allerminst gesneden koek is. 't Heeft
me namelijk reeds lang verwonderd hoe
weinig op officiële kerkelijke vergade
ringen de aanhangige vraagstukken die
toch zozeer het kerkelijke leven raken
ik schrijf met opzet niet beroeren,
want dat doen ze niet aan de orde
komen.
Er wordt veel gepraat en veel ge
schreven over de verhouding van de
kerken onderling, maar op de tafel van
onze kerkeraden, classes en synoden
komen weinig stukken te liggen die om
behandeling er van vragen. Men merkt
er tenminste weinig of niets van on
danks het feit, dat men behalve dag- en
weekbladen nogal wat kerkbodes en
tijdschriften veelal van een kroniek
voorzien, doorneemt.
Ze staan vol met artikelen of losse
opmerkingen over de verhouding her
vormd-gereformeerd b.v., zodat prof.
Polman terecht dit zinnetje lanceerde
op een vergadering van de Noord-
Hollandse ouderlingenconferentie „je
zou bijna zeggen dit afgezaagde, maar
actueel blijvende onderwerp 't welk ook
aan de orde blijven moet".
Niet alleen prof. Polman is van deze
mening niet minder prof. Nauta, die
met een hardnekkige volharding als van
een terrier die beet heeft, bezig is op
hetzelfde aambeeld te hameren. En
diens hamer is van zwaar kaliber, zoals
de lezers van het Centraal Weekblad
en van het ouderlingenblad kunnen ge
tuigen. Ook prof. Bakker liet zich te
genover ds Vlaardingerbroek met diens
herverkavelingsgedachte horen, terwijl
drs. Plomp dit eveneens deed. Zo ware
er nog meer van die strekking te noe
men. Nu denk ik er niet aan hierop ook
maar enigszins captie te maken. Ik kan
heel wel instemmen met hetgeen prof.
een auto van dat en dat merk, in die
en die klasse Om nog méér dan te
voren mezelf te kunnen zijn En nog
beter te beantwoorden aan de bedoelin
gen, die God met me had, toen Hij mij
't leven gaf
Je zou niet zeggen, dat er veel van
deze discussie-met-de-moderne reclame
terecht komt, wanneer je loopt door de
straten, waar je een kijkje aangeboden
krijgt in allemaal eendere interieurs
Wanneer je merkt, dat de reclame de
volwassenen bij horden geveld heeft
Als de ouderen zo makkelijk voor de
bijl blijken te gaan, wat kun je dan van
de jeugd verwachten
'k Citeer weer, nu voor 't laatst, Dr
van Meurs „Nog nooit is er zoveel
„communicatie" geweest, radio, televi
sie en drukpers brengen de lokroep van
de producten bij de kinderen. Het kind
staat thans open voor allerlei invloeden
van buiten, die vroeger niet konden
doordringen tot het veilige plekje in het
gezin.
Hoe moet een kind de kans krijgen
de vreugde te smaken van het verwer
ven van een kostbaar bezit waarvoor
lang gespaard moest worden, wanneer
het kopen op afbetaling aantrekkelijk
gemaakt wordt Hoe moet 't leren, dat
geld niet het hoogste goed is, in een
tijd die vol is van voorbeelden van geld-
verheerlijking Wanneer de opvoeders
niet opletten, nemen handel en indus
trie hun het heft uit handen.
Een oplossing voor de moeilijkheden,
waarin de adolescent in deze tijd ver
keert, is niet makkelijk te geven".
Nee niet makkelijk.
't Gebed van de negentigste psalm
„leer ons zo onze dagen tellen, dat wij
een wijs hart bekomen stelt ons voor
een geweldige opgave.
Ons allen, volwassenen en adoles
centen
G. VAN WILGENBURG.
Ridderbos schrijft naar aanleiding van
de brochures van ds van Teylingen
„er moet naar mijn gedachte een breed
veld zijn in de kerkelijke discussie, waar
de kerkelijke vergadering buiten moe
ten blijven".
Van het Franse „frappez, frappez
toujours" herhalen maar, herhalen, ben
ik evenmin afkerig als deze diverse he
ren. Als ik hier dan ook een „weinig
weerklank" plaats heb ik het oog op
het verschijnsel dat de onderhavige
dingen toch blijkbaar niet leven bij de
massa van ons kerkpubliek en van onze
kerkeraden of mindere vergaderingen.
Er zijn inderdaad ontstellend veel
zaken aan de orde, maar in de omgang
en het verkeer, in het gesprek met de
gemeenteleden komt er naar ik meen
maar weinig uit de bus.
Vandaar dat ik met genoegen een
andere uiting bij prof. R. in een en het
zelfde artikel las „anderzijds val ik ds
Van Teylingen bij, dat, wanneer de
kerken zich in haar mindere vergade
ringen nader zullen hebben uitgespro
ken, de Generale Synode er goed aan
zal doen op dit aangelegen punt wel
met bijzondere zorg af te wegen wat
het meest in het belang van de kerk
in haar geheel is".
Ik dacht dat ook haar dit woord dient
te worden geluisterd. Het één sluit im
mers het ander niet uit. Koren moet rij
pen, maar het lijkt er soms op, alsof
men dit koren liever niet naar de ker
kelijke molens vervoeren wil, het liever
nog wat op het veld wil laten staan
roosteren, rijpen door een verkwikken
de zonnewarmte.
De Synode wil wel de weg naar de
mindere vergaderingen op dacht ik. Ze
heeft b.v. als een kerk met enige herv.
kerk gemeenschappelijke diensten wil
beleggen, aanbevolen daar de classes
bij te betrekken.
Nu daar hebt u al zo iets er komt
dan een instructie ter tafel en er is aan
leiding tot breder gedachtenwisseling,
waarbij éénzijdigheid en vooropstellen
van eigen mening achterwege dient te
blijven.
In verband hiermee staat wel de op
merking van prof. Polman „het is een
eis van God dat elke ouderling, om 't
even wat hij zelf er van vindt, véél be
grip opbrengt voor alle kerkleden, die
sterke toenadering tot de hervormde
kerk verlangen".
Overigens is het wel aardig juist deze
week twee uitspraken te kunnen lezen
die wat het verleden aangaat het tegen
gestelde zeggen.
Prof. Polman geeft als zijn overtui
ging te kennen dat men nu na alles wat
in de hervormde kerk heeft plaats ge
had, nooit tot doleantie zou zijn over
gegaan. Prof. I. A. Diepenhorst schrijft:
mogelijk zou ik mij in 1834 hebben af
gescheiden vrij stellig had ik zoals
ook de Savornin Lohman deed mij
in 1886 naast Kuyper geschaard. Men
ziet dat er discussiestof te over is en
ze is nog interessant ook. Toch blijft
het alles de mening van deze of gene,
hooggeleerd of eenvoudig, geletterd of
ongeletterd.
Opmerkenswaard is ook wat ik al
weer bij Prof. Polman las De gerefor
meerden (met een scheuring in de
oorlog achter de rug) herkrijgen
iets van hun oude élan, maar ook nu
weer is de sterkste kant het activisme
(kerkbouw, werelddiakonaat enz.), ter
wijl we nog niet innerlijk die gemeen
schap der heiligen vertonen, die olie in
de lamp is (cursivering van mij, B. W.).
Dit is naar mijn gedachte een in hoge
mate in gebreke stellen van het officiële
organisatorische kerkelijke leven, het
geen me alweer doet denken aan het
z.g. verschralingsrapport waar niemand
het meer over heeft, dat in de ijskast
schijnt te zijn gezet of als diepvries er
gens wordt bewaard. Geen wonder als
de olie in de lamp ontbreekt
Ik zoek een verklaring hiervoor in de
divergentie die er m.i. bestaat tussen
het officieuse en officiële kerkleven,
hetgeen ik als een gevaar zie, het ge
vaar van kortsluiting, waarbij een voor
hoede het contact met de achterban,
met de troep kwijt raakt.
Zo nu ben ik weer aan mijn punt,
uitroep- of vraagteken toe.
Misschien fieb ik de lezers wat stof
geboden om uit te maken wat het van
deze drie zijn moet. Dat hoor ik dan
wel eens van wie dan ook. Bij voorbaat
dank
Brouwershaven B. WENTSEL.
We verlieten elkaar bij aankomst in
Jeruzalem, en inmiddels zijn meerdere
dagen weer voorbij. Daarom zal ik in
deze brief niet veel zeggen over deze
grote stad, waar allerlei heilige plaat
sen zo omgeven zijn door tradities,
kruisen, kaarsen en kapellen, dat we
wel veel moeten wegdenken, om te
kunnen mediteren over Jezus' lijden en
sterven, eenmaal hier geschied. Daar
om, liever wil ik u even meenemen op
een tocht door de woestijn, naar Kum-
ran, de plaats, waar de beroemde Dode
Zee-rollen gevonden zijn.
We dalen met onze autobus zeer
sterk, tot ver beneden de zeespiegel.
Al verder de woestijn in. Een troep
dromedarissen verspert even de weg.
Straks wordt de weg zó, door het mulle
zand, dat de chauffeur het niet verder
wil wagen, althans niet met onze per
sonen er in. We lopen verder. En ja,
daar staan we bij grot 4. Een gids biedt
zich aan om ons langs het moeilijke pad
te geleiden. Aan zijn hand dalen we
af in de grot. In deze en andere grotten
zijn dus rollen bewaard gebleven, de
eeuwen door, die dus nu gevonden zijn,
een van de grootste vondsten ooit ge
daan Het is om de adem in te houden.
Vlak daarbij zien we de resten van het
klooster der Essenen, een sekte in Je
zus' dagen, wien de rollen toebehoor
den, en die ze in kruiken bewaarden...
We vertrekken, en gaan dan naar
Jericho. Wat 'n palmen Maar heet die
plaats ook niet Palmstad
Een groet uit Jericho aan allen.
(vervolg op pag. 2)