Officiële Berichten Tranen in de JBijbel Mijn Ouderling „DE SLUIKER" volg daarvan rampen gebeuren, is dat niet altijd als directe straf bedoeld. We spreken ook over Gods kastijdende hand. Rampen kunnen een onderdeel van Gods kastijding zijn. Wat er dan met ons gebeurt kan ons onbegrijpelijk schijnen. We zullen er dan echt genoe gen mee moeten nemen, dat wij het niet kunnen begrijpen, maar dat God wéét, waarom Hij ons zo kastijdt. En we zullen er tevens rekening mee moe ten houden, dat door de slagen van de kastijding heentZijn stem klink Keert wedergij afvallige kinderen"De Va der kastijdt Zijn kinderen met de be doeling, dat zij zich weer als kinderen zullen gaan gedragen. Trouwens óók achter de straf schuilt dikwijls déze bedoeling. Het is soms erg moeilijk om het verschil tussen straffen en kastijden aan te geven. We zullen ons hierin ook niet verdiepen. Hoofdzaak is, dat we, bij het zien van ,,de ramp in de stad" zullen moeten er kennen, dat die door de HERE is be werkt. En het feit, dat we vaak voor raadsels staan, mag ons er niet toe brengen om Gods hand maar buiten beschouwing te laten. A. G. K. BERGEN OP ZOOM. Als scriba fungeertH. Klompenmaker, Griegstraat 13, Bergen op Zoom, telefoon (0 1640) 62 63. K APELLE-BIEZIN GE. Adres Ds. H. R. Juch Van der Bilt- laan 63 Kapelle-Biezelinge, Telefoon no. (0 1102) 2 07. KORT VERSLAG van de vergadering van de Classis Zierikzee van de Gereformeerde Kerken, gehouden te Zierikzee op 9 september 1964. 1. Voor de roepende kerk van Brou wershaven opent Ds. Wentsel de verga dering, hij laat zingen Ps. 84 5, leest Ps. 84 en gaat voor in gebed hij spreekt een v/oord van welkom naar aanleiding van de gelezen Psalm. 2. Op zijn verzoek zien de afgevaardig den van de kerk van Bruinisse de opge haalde credentiebrieven na, waaruit bleek, dat de 8 kerken wettig zijn vertegenwoor digd. De kerk van Zierikzee heeft een instructie. De vergadering wordt geconsti tueerd en als moderamen nemen zitting Ds. Q. Huyser, praeses Ds. H. Scholing, assessor, tevens scriba, omdat Ds. W. Hoogsteen, die door de vorige vergadering als zondanig was aangewezen, wegens af wezigheid met vakantie deze functie niet kon waarnemen en br. J. M. de Waal als actuarius. 3. De praeses dankt de kerk van Brou wershaven voor de voorbereiding van deze vergadering en Ds. Wentsel voor de ope ning. Hij roept een hartelijk welkom toe aan Ds. J. H. Nawijn, die sinds zondag j.l. predikant is van de kerk van Zierikzee en voor het eerst ter vergadering is. Ge memoreerd wordt, dat Dr. J. Becker een beroep had ontvangen van de kerk van (vervolg 4e kolom bovenaan) Neen, we zijn er nog niet uit. Moe ten mijn ouderling en ik samen op huis bezoek, of zal hij alleen, en zal ik al leen dit ambtelijk boontje doppen Het twee-mans huisbezoek heeft historische rechten. Je dacht er vóór tien, vijftien jaar niet aan om tegen de regel in te gaan, dat het huisbezoek-rapport op de kerkeraad uit de mond van twee getui gen moest komen. Och, nu tuimelt er in de kerk nog wel eens vaker iets. Als jong predikant kreeg ik van een oude broeder eens de raad, de wijze raad Dominee, roep nooit te hard, want achter elk ,,ja" kan een ,,neen" en ach ter elk „neen" kan een „ja" liggen". Dat was een waarschuwing tegen abso lutisme. Je moet in de kerk wel onder scheiden tussen wat je positief moet houden en wat je relatief kunt stellen. En dan maak je wel eens de gang van ja tot neen, vice versa. Dan gaat er wel eens een huisje branden. Ik heb Rouwklacht over de doorstokene. „Ze zullen over hem een rouw klacht aanheffen over hem bitter leed dragen Zacharia 12 10'—14. De verzen 10—14 geven ons de pro fetie van een algemene rouwklacht het land zal een rouwklacht aanheffen. We zullen in het oog houden, dat we hier niet te doen hebben met een histo risch gebeuren uit het verleden, doch met een feit in de toekomst. Wel wordt er een vergelijking getroffen met een gebeurtenis uit het verleden. Het gaat over een doorstokene en de vraag is over wie zal deze rouwklacht gehouden worden? De grootte van deze klacht wordt op twee manieren aange duid. 't Is een rouwklacht als over een énig kind; en ze is als de rouw over (of van) Hadad-Rimmon in het dal van Megiddo. Beide vergelijkingen zeggen ons, dat de rouw bizonder groot zijn zal. De Schriftverklaarders zijn het hier op geen stukken na met elkaar eens. We lazen de opmerking,,hier heeft ieder, die meent, dat deze klacht een historisch persoon geldt, vrij spel". Zij, die voor een persoon kiezen, verschillen dan weer over de vraag of de doorsto kene vergeleken wordt met een mens als koning Josia, Zerubabel, Mozes, de hogepriester Onias, de derde, of met een god. Hadad-Rimmon zou een god zijn geweest, die in By blos werd ver eerd. Één noemt zelfs als de persoon over wie de rouwklacht gehouden wordt God zelf. Een gestorven natuurgod, een der vele Baals. Hadad is dan de zelfde god, die elders „Baal" genoemd wordt. De rouwklacht is dan een van de heidense gruwelen, die o.a. Ezechiël het nog meegemaakt, en er eigenlijk ook aan meegedaan, dat een broeder niet op het tal voor ouderling kwam, omdat hij bij het gebed in de kerk niet ging staan. Een collega preekte over de tekstZach. 3 :7b en Ik zal U doen verkeren onder hen die hier staan. Dit werd een stuk van de toepassing. „Broeders (de zusters waren dus schot vrij), als de Engelen willen staan, moet U dan uit luiheid onder het gebed blij ven zitten En wat prees Ds. Impeta in de Kamper Kerkbode de kerk van Ambt-Vollenhove, Cadoelen. (Die kerk is bij de vrij-making geheel van de „synodale kaart" verdwenen). Daar werd wel zo aandachtig geluisterd, en zo spontaan gezongen. En zelfs de kleinste jongen stond onder het gebed. Beets zou zeggen Kom daar nu eens om. Dat huisje is wel geheel in vlammen opgegaan. We leven nu al enkele weken bij het woordparade. Heeft het twee-mans huisbezoek alleen maar historische glans G. S. O. in de tempel te Jeruzalem te zien krijgt, namelijk dat vrouwen Tammoez bewe nen. Zo doende kan men vele belang rijke beschouwingen over deze verzen lezen. We laten deze hier voor hetgeen ze zijn, juist of onjuist, louter gissingen of ook inderdaad mogelijkheden. Tot de laatste rekenen we de opvatting dat dezelfde persoon is bedoeld als in Je- saja 53, de lijdende knecht des Heren. Duidelijk is wel, dat de doorstokene, d.w.z. de doodgestokene nadien her leeft, en na zijn herrijzenis het middel punt is van zijn berouwvolle volk. Ook moet het onze aandacht hebben, dat heel de beschrijving van hetgeen staat te gebeuren religieus getint is. Vers 10 is Pinkster profetie, spreekt van uitgieten van de Geest der genade en der gebeden over het huis van Da vid en over de inwoners van Jeruza lem". Hierop volgt dan de voorzegging van de grote rouw des volks daarna. Nu hebben we nog de uitspraak van Joh. 19:37: „zij zullen zien in welke zij gestoken hebben", hetwelk wel niet anders doelen kan als op de kruisdood van de Here Jezus. Twee kanten kunnen we hiermede uit door te denken aan Lukas 23 48 aan het berouw der Joden over Jezus' kruisiging reeds op Golgotha waar ze haastig vandaan vluchten of aan Hand. 2 37—40, de bekering van enkele dui zenden Joden ook aan Hand. 5:14: „tal van mannen, zowel als vrouwen" en tenslotte Hand. 6:7: „een talrijke schare van de priestersal te gader feiten, die de vervulling der profetie betekenen, afgedacht nog van mogelijke eschatologische inlossing op de oor deelsdag. Brouwershaven B. WENTSEL. Enumatil, doch voor onze classis mocht worden behouden. Ds. Huyser zelf is weer terug uit militaire dienst en heeft inmid dels zijn werk in de gemeente van Zonne- maire hervat. In verband met de afwezig heid van Dr. Becker, die 4 september naar Israël is vertrokken voor ongeveer 6 we ken, vermeldt de praeses, dat hij zo nodig hulpdiensten zal verrichten in de kerken van Nieuwerkerk, Oosterland en Bruinisse. 4. De notulen van de vergadering van 29 april j.l. en die van de classis-contracta van 15 juli d.a.v. waren aan de kerken toegezonden en passeren de revue. Na een enkele kleine verandering worden ze goed gekeurd en getekend. 5. Ingekomen stukken a) een schriftelijke groet van Dr. Becker bij zijn vertrek naar Israël, de classis hoopt op een goede reis voor hem b) van br. Boogaards van Kapelle over het restant van de interclassikale kinder- geldregelingspot. De beslissing, die de classis daarover al in een eerdere verga dering had genomen zal hem worden mee gedeeld c) van het A.K.B. over reeds ontvangen collecten en de wens wordt uitgesproken, dat alle collecten in 1964 gehouden zoveel mogelijk per 31 december e.k. overgemaakt zullen worden aan dit adres d) van de classis Dokkum, dat Ds. J. van der Schaft van de vrijgemaakte Geref. kerken naar onze kerken is overgekomen, die inmiddels al een beroep heeft aange nomen e) van de classis Deventer een derge lijke mededeling wat betreft Ds. J. v. d. Haagen, die ook reeds een beroep aan vaardde f) van de particuliere synode van Zee land de nieuwe huishoudelijke regeling g) van de classis Assen is er de mede deling, dat Ds. K. L. van Stegeren van Een tot een andere staat des levens is overgegaan en daarom zijn radikaal als predikant heeft verloren h) van de stichting Maatschappelijk Werk in Zeeland over het aanwijzen van een deputaat voor dit werk i) van de Generale Synode mededelin gen over diverse aangelegenheden, waar over ter synode beslissingen zijn gevallen, deze zijn ook aan de afzonderlijke kerken toegezonden j) een opgestelde overeenkomst van de kerk van Haamstede en de classiskerken wordt teruggewezen naar deze kerk en de desbetreffende commissie. Dit handelt over archiefruimte in de nieuwgebouwde kerk van Haamstede. 6. De quaestor br. Capelle stelt voor de begroting voor deze vergadering vast te stellen op 200,Dit wordt aanvaard en over de kerken omgeslagen. 7. Br. de Waal doet als actuarius mede deling van de uitgegane stukken van de classis. Van de P.S. van Zeeland is ant woord ontvangen voor hulpdiensten aan de kerk van Bruinisse, omdat Ds. den Heeten reserve-legerpredikant is. Wordt aan deze kerk doorgegeven om in overleg met de deputaat voor vakaturebeurten naar bevind van zaken te handelen. Tweede mededeling betrof de beslissing van de synode om in 1965 één collecte te houden voor evangelisatie in de provincie, een 2e collecte kan worden gebruikt voor eigen evangelisatie. 8. De kerk van Zierikzee vraagt per instructie preekconsent voor Dr. M. J. Mulder, voorheen te Vlaardingen, voor zondag 27 september e.k. Wordt toege staan. 9. Rapporten Ds. Scholing brengt ver slag uit over de gehouden particuliere sy- FEUILLETON Vrij bewerkt naar P. Visser Jzn. 38) „Al goed, al goed", valt de Commissaris hem in de rede. „Je had beter gedaan te zwijgen tot je wat gevraagd werd. Je bent een stommeling, als je het weten wilt. Te drommel, dat gaat op eigen houtje handelen, inplaats van mij direct op de hoogte te brengen. Dan was de vogel onmiddellijk geknipt. Nu zijn er uren voorbij gegaan. De vent heeft een voorsprong van jewelste. Wat je hebt gedaan, doet een goed afgerichte spion niet. Een ezel kan het nog beter. Je schijnt oud te worden. Of je gezond verstand is op de loop. En sinds wanneer heb je een compagnon gekregen Wat hebben we met die man te maken? Ik ken hem niet. Ik beschouw de stalhouder Ter- munten als de aanbrenger van de misdadiger. Heb je nog andere zaken Zo niet, dan kun je gaan." Daar kan Nardus het mee doen. Als een géslagen hond druipt hij af, terwijl de stalhouder zich inwendig ver kneutert van plezier. Het politieapparaat wordt in werking gesteld. Mare chaussees rijden pijlsnel naar Mechelen. Termunten grinnikt: over enkele dagen keren die na tuurlijk onverrichterzake terug HOOFDSTUK XV. „Wel, seldrementWat is dat voor een kerel Die komt me daar aanrennen als een gek. Reken maar, dat dat beest een rit achter de rug heeft." Boer Schreuver staat voor één van de kleine ruitjes van zijn grote boerderij in de buurt van (Belgisch) Put ten, als hij deze woorden uit. Het begint te donkeren, want het zal ongeveer half zes in de avond zijn. Met een na die uiting loopt de boer naar buiten, waar de ruiter, bezweet van de snelle rit, hoewel het januari is, van het paard springt, dat eveneens met zweet over dekt is. „Goeie avond, vriend. Te drommel, man, je paard ziet er uit, of het een rit van honderd mijl achter de rug heeft. En jijzelf Het is of de duivel je op de hielen zitWaar mee kan ik je dienen Maar dat behoef ik eigenlijk niet te zeggen. Wat voer voor je paard zeker en een dronk voor zijn berijder. Maareik draaf weer door, zoals een fout van mij is, naar mijn zegt. Eerst mag ik wel eens weten, wie je bent en waar je vandaan komt. Er loopt tegenwoordig zoveel rapalje bij de weg. Maar je hebt een eerlijk gezicht. Je lijkt mij geen schavuit. Vertel op, man, wat heb je en waarmee kan ik je dienen Zijn woorden zijn heel vriendelijk en de opgewekte toon, waarop zij uitgesproken worden, boezemen te meer vertrouwen in. Frits Zijier, die zich onderweg al eens heeft afgevraagd, aan wiens genade hij nu weer over geleverd zou worden, krijgt onmiddellijk vertrouwen in de joviale, Vlaamse boer, die er welgesteld uitziet. De grote hoeve zegt dit laatste trouwens ook. „Mijnheer, als ik het genoegen heb in u de heer Schreu ver te zien, dan ben ik hier terecht." „Niet helemaal vriend. Een mijnheer Schreuver is hier niet bekend. Wel een boer Schreuver. Je mag ook wel baas Schreuver tegen mij zeggen." „Nu, dan baas Schreuver. Ik kom van uw zwager Ter- munten in Antwerpen en heb een dringende boodschap van hem. Hij heeft mij deze brief meegegeven. Als u die lezen wilt, kent u de boodschap en weet u, wie ik ben." „WatKom je van mijn zwager in Antwerpen, van Klaas Termunten? Man, man, kom binnen." „Jeannette!" roept hij naar binnen. „We krijgen onverwachts nog goed volk in huis. Deze man brengt je de groeten van je broer Klaas. Wat zeg je daarvan? Toe, steek de kaarsen in de zijkamer aan en laat wat vuur aanleggen." En dan tot een jongeman, die komt aanlopen „Teun, zet fluks het paard op stal en geef het goed voer dek het goed toe, want het beest is flink bezweet. Ziezo, en kom nu binnen, vriend, en houd je voor welgekomen of voor „le bien- venue", zoals onze vrienden, de Fransen, zeggen." De radde bevelen worden onmiddellijk uitgevoerd in de zijkamer branden de kaarsen en vlamt weldra een lustig vuurtje, dat de dienstbode heeft aangelegd. Een kop goede, warme koffie smaakt de vluchteling uitstekend, terwijl de boerin brood, boter, kaas en ham op de tafel zet. „Eet zoveel je lust, man", noodt zij vriendelijk. „Zon der complimenten alsjeblieft." Nu, dat laat de gewezen sluiker zich niet tweemaal zeggen. De tocht, die hij onafgebroken heeft voortgezet, om spoedig een eind uit de voerten te zijn, heeft hem hongerig gemaakt. Een en ander smaakt hem uitstekend. Intussen leest de boer de brief van zijn zwager uit Ant werpen, die hem blijkbaar machtig veel plezier doet, want zo nu en dan slaat hij met de vlakke hand op zijn knie en roept dan „Wel seldrement, vrouw, daar is je broer weer met één van zijn geliefkoosde zaakjes bezig het voorthelpen van een arme, gejaagde drommel Ja, ja, hij heeft al aardig wat van die karweitjes aan de hand gehad, maar de brave kerel is er niet minder om." „Help een handje, Bram, om brenger dezes aan de klauwen van die vervloekte „je weet wel" te ontrukken, de kerel is het waard", zo leest hij een paar regels uit de brief voor. „Accoord, zwager, ik ben je man", roept hij dan uit, met weer een daverende slag op zijn knie. En dan tot Zijier „Ik zie, vriend, dat je er twee namen op nahoudt en, al naar de gelegenheid zich voordoet, dan de één en dan weer de ander gebruikt. Mag ik dan weten, hoe je op het ogenblik heet En als je dan genoeg gegeten hebt nee, nee, eet maar raak je bent uitgehongerd, man wil je dan op je gemak mij eens wijd en breed vertellen, hoe de vork in de steel zit Ik ben brandend nieuwsgierig, wat je hebt uit te staan met de heren Fran^oisen. Voor mijn vrouw behoef je je niet te ont zien, want in dergelijke zaken zijn we twee handen op één buik. Nietwaar, vrouw De goedige boerin geeft als antwoord alleen een lachen de hoofdknik. Frits Zijier, die nu weer Heilman zich noemt, heeft zijn maal beëindigd en gaat dan vertellen. In hoofdzaak deelt hij zijn ganse geschiedenis mee en het is waarlijk geen wonder, dat de gevoelige boerin van top tot teen een Vlaamse vrouw, droeve blikken op hem werpt en dat er zelfs tranen in haar ogen komen. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1964 | | pagina 2