eeuwóe
SCerkbode
De wereld in
Uw huiskamer
SIMON PETRUS EN WIJ
TELE-VISITE
19e JAARGANG No. 2
10 JULI 1964
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
jSSl Redactie Ds. W. H. Gispen, TerneuzenDs. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
SM® Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
MedewerkersJ. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. Kats, Goes Ds. A. G. Kornet, Vlissingen
„ik worstel D** P* C. Kraan, VlissingenDs. G. S. Oegema, ArnemuidenDs. D. Ringnalda, Middelburg
en ontkom" Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
Abonnementsprijs
3,50 per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
v
De mens kan niet alleen zijn. Hij
mag ook niet alleen zijn. Er moet een
ander zijn, die hem ziet. Een ander, die
naar hem luistert. Nu, communicatie is
er, om die eenzaamheid te doorbreken.
De meest eenvoudige communicatie
middelen zijn de zintuigen.
Daarom betekent het missen van één
der zintuigen ook meteen eenzaam
heid.
De blinde heeft zijn eigen wereld ge
kregen. Anderen om hem heen vangen
licht op en kleur. Ze zeggen: Kijk, daar!
Kijk, daar Maar hij ziet 't niet. Alle
dingen verstillen. Hij hoort beweging.
Maar hij ziet geen beweging meer. Dat
betekent voor hem een stuk eenzaam
heid. Een van zijn communicatiemidde
len faalt.
Zo is het ook met iemand, die doof
is geworden.
Ook hij werd teruggedrongen in het
isolement. Anderen luisteren naar mu
ziek. Hij ziet hen genieten. Maar hij
blijft er buiten staan.
Anderen bewegen hun lippen. Maar
wat zeggen ze precies
Soms zie je ze lachen. Maar waar
om lachen ze Lachen ze misschien om
hem Hij hoort bij de anderen en toch
niet helemaal. Hij mist een van zijn
communicatie-middelen zijn gehoor.
En als hij doof is geboren, heeft hij
nooit anderen horen praten. Hij zal zijn
eigen stem nooit kunnen horen.
De eigen stem, waarnaar wij zo graag
luisteren.
Maar de doofstomme is teruggedron
gen in het isolement.
De ogen, de oren, de stem het zijn
allemaal communicatie-middelen.
Alleen, ze hebben hun grens. Als ik
op de hoogste bergtop ter wereld ga
staan, en het is helder weer, dan kun
nen mijn ogen een heel stuk overzien.
Alleen zie ik alles van heel veraf en
heel klein. En bovendien daar is een
horizont. Verder dan die horizont rijken
mijn ogen niet.
Zo kan ik met mijn stem ver roepen,
maar er is een grens.
Buiten die grens dringt mijn stem
niet door.
Maar nu is de techniek er
Nu vallen de grenzen weg. Mijn zin
tuigen worden verlengd.
Ik kan verder roepen dan mijn stem
kan reiken. Want ik heb een telefoon.
Ik kan verder zien dan mijn ogen kun
nen reiken, want er is televisie. Ik kan
verder horen dan mijn oren kunnen rei
ken, want er is een radio.
Zonder deze tele-communicatie-mid-
delen is de mens klein en de wereld
groot. Maar met hen wordt de macht
van de mens steeds groter en de om
vang van de wereld steeds kleiner.
Zijn gemeenschap breidt zich uit.
Hij kan nu spreken met zijn familie in
't buitenland. Hij kan zelfs spreken tot
mensen die 100-den kilometers van
hem verwijderd zijn. Hij kan zien, wat
er vandaag in Parijs is gebeurd. Hij kan
de mensen daar zien lopen. Hij kan
hen diep in de ogen kijken. Hij kan hun
nood zien. Hij kan hun vreugde mee
beleven.
In Hilversum speelt iemand een
piano-concert. En ik kan het in Vlis
singen horen. In den Haag is een violist
een vioolconcert aan 't spelen. En in
Terneuzen zie ik zijn vingers trillen.
Radio en televisie overbruggen de
afstanden. Ze maken de wereld kleiner.
Ze vergroten de gemeenschap. Ze ma
ken ook de verantwoordelijkheid groter.
Wij kennen een Nederlands spreek
woord „Wat niet weet, wat niet
deert".
Nu weten wij steeds meer.
Dit zien door de televisie en dit ho
ren via de radio vraagt om het mee
leven met heel de wereld. Een meele
ven met een veel grotere gemeenschap.
Dit meeleven heeft ook een andere
kant.
De grote gemeenschap mag geen
heer en meester zijn over de kleine.
Moeten uw kinderen werkelijk alles
zien, wat zich op uw televisiescherm
afspeelt U neemt ze toch niet overal
mee naar toe
Maar nu komt heel de wereld naar
hen toe. Zorgt u er voor, dat ze niet
meer te zien krijgen, dan ze kunnen
verwerken Denkt u er om, dat de
kleine gemeenschap van uw gezin altijd
nog belangrijker is dan de wereld, die
uw huiskamer binnen dringt. Weet u,
dat uw radio en uw televisietoestel een
knop hebben, die je om kunt draaien
Wat zou u er aan hebben, om ge
boeid te worden door de nood van de
wereld, terwijl de nood van uw jongens
en meisjes u ontgaat
Als het uw radio- of televisie-avond
is, betekent dat dan een stopsignaal
voor elk persoonlijk gesprek met uw
man of uw vrouw, of met uw vrienden?
Betekent communicatie met uw verre
onbekenden, dat de gemeenschap met
uw bekenden van vlakbij er onder lij
den gaat
En wordt de eenzaamheid zo juist
niet groter dan tevoren
Ik luister naar de stem van Nieuw-
Guinea, maar de stem van mijn vrouw
dringt nauwelijks tot mij door.
Waarom zet u de radio aan
Doet u dat wel eens omdat u bang
bent voor een gesprek met de ander
Of omdat u bang bent voor de stilte
Voor het gesprek met uzelf
Voor het gesprek met God misschien?
Waarom schalt de stem van Elvis
Presly door de duinen en waarom pro
beren wij met onze draagbare radio's
zelfs het geluid van de golven te over
stemmen
Het is niet ondenkbaar, dat vandaag
of morgen een of andere nerveuze va
kantieganger de zee toebuldert,,Hou
je mond jö, ik kan de radio niet meer
horen
Communicatie-middelen mogen nooit
hulpmiddelen zijn voor een vlucht.
Voor een overstemmen van de angst
of van de onrust.
Als wij die gevaren eerlijk hebben
onderkend, betekent dat geen onder
waardering van de communicatiemid
delen.
Juist niet. Als radio en televisie wer
kelijk in dienst staan van de communi-
IN HET LESLOKAAL TEN HUIZE
VAN SIMON, DE LEERLOOIER
TE JOPPE
't Profetenkamertje aldus heb ik
meermalen het nachtverblijf voor de
dominé van elders die ter plaatse des
zondags zou voorgaan horen noemen.
Te Joppe was het dimaal geen profe
ten, maar een apostelkamertje, want
Simon Petrus, één der twaalven, lo
geerde tijdens zijn verblijf te Joppe te
midden van enige broeders in dit huis
bij de zee. Dit verblijf was nogal in
grijpend van aard door de opwekking
van Tabitha die niet alleen bij de hei
ligen en weduwen te Joppe grote ver
wondering en dankbaarheid veroor
zaakte, doch bekend werd door geheel
de stad. en velen tot geloof in de Here
bracht.
We kunnen wel zeggen dat de apos
tel Petrus zich hier in volle kracht des
Heiligen Geestes mocht betonen. Hij
mag echt als leraar en herder dezer
broeders en zusters werkzaam zijn en
wordt allicht door Simon de leerlooier
als een voorname gast beschouwd.
Weinig hebben gastheer noch gast
kunnen vermoeden, dat de Heer der
Kerk deze apostel, deze leraar der kerk,
hier ter plaatse een betekenisvolle les
zou komen leren. Weinig hebben ze
catie, dat is van de gemeenschap, kun
nen we er alleen maar blij en dankbaar
om zijn. Dan is het goed, als de wereld
in mijn huiskamer komt.
Dan zal ik er mijn gezin op wijzen,
dat vrije mensen een offer moeten bren
gen voor de gevangenen.
Ze zullen leren, dat zij wel lekker
eten, maar dat er zoveel honger is.
De wereld in uw huiskamer.
Een rechtstreekse reportage van de
wereld-noodgebieden zal ons meer zeg
gen dan een collectebus van de Simaei,
ook al wil die bus uw aandacht even
zeer vragen als uw beeldbuis.
Maar wat kan ik doen voor mijn
verre naaste
Ik kan hem liefhebben, voor hem bid
den én alles voor hem doen, wat in
mijn vermogen ligt.
En dan weet ik, van één mens, die
heel de nood van de wereld in één oog
opslag heeft gezien en in één seconde
heeft gehoord. Van een mens, die de
wereld heeft gered. Ver buiten de gren
zen van zijn horizont, ver buiten de
mogelijkheden van zijn eigen tijd.
De Mens, die de wereld gered heeft,
Jezus Christus.
En geen telecommunicatiemiddel is
in staat om dit diepe geheim zo duide
lijk te maken, dat iedereen het zo maar
gelooft.
Want wat geen oor heeft gehoord
en wat geen oog heeft gezien, dat heeft
God bereid.
W. H. GISPEN.
COMMUN1CA TIE-LIEDJE
Er is een raket naar Venus gegaan.
Er zijn foto's genomen van de maan.
Maar wij weten niet meer waar we
staan.
Er zijn geen afstanden meer.
Toch zijn wij ver van huis.
Want we hebben de hemel op aarde,
Maar de hemel heeft ons niet meer.
Wij hebben een brede visie.
Een téllstar-televisie.
Maar wie zijn de mensen van vlakbij
Ik zie hen te ver voorbij.
Communicatie.
Is er bij de gratie
van alles wat ik al wist.
Maar de hemel op aarde
heeft geen enkele waarde
voor wie de liefde mist.
W.H.G.
kunnen vermoeden, dat dit apostelka
mertje tot een leslokaal zou worden van
wereldbetekenis.
Toch is dit zo geschied, want Jezus
Christus kiest dit dakkamertje uit als
leslokaal voor een tijdens dit lesuur
niet eens zo gemakkelijke en meegaande
leerling. Simon ontvangt aanschouwe
lijk onderwijs en het trefpunt waardoor
de les klaar en duidelijk voor hem komt
te staan is zijn maag. Hij is namelijk
op het dak om zijn gebed te verrichten,
is hongerig en verlangt te eten, en ter
wijl men beneden iets voor hem klaar
maakte, geraakte hij in zinsverrukking.
Waarschijnlijk heeft de apostel bid
den en vasten verbonden, zodat zijn
honger hieruit is te verklaren. De Here
toont hem nu een laken met allerlei
viervoetige en kruipende dieren der
aarde en allerlei vogelen des hemels.
Simon krijgt aldus een heel menu voor
gezet met de uitnodiging toe te tasten
en te eten. Als hij ziet wat hem wordt
voorgeschoteld trekt hij er echter de
neus voor op en weigert aan de nodi
ging Petrus sta op, slacht en eet, te
voldoen. Geenszins, Herewant ik heb
nog nooit iets gegeten, dat onheilig en
onrein was.
Pas nadat hem tot driemaal toe is
toegevoegd wat God rein verklaard
heeft, moogt gij niet voor onheilig hou
den, werd de lakenschotel weer opge
nomen in de hemel. Dan is het lesuur
voorbij.
(Een kritisch rubriekje voor radio
luisteraars en T.V.-kijkers.)
Zo nu en dan wil ik in deze rubriek
uw aandacht vragen voor radio en tele
visie. Wie eenmaal televisie heeft, haalt
uiteraard de wereld in zijn huis
kamer. Hij krijgt ook vaak een andere
kijk op veel dingen. Wij zullen ver
schillende radio- en T.V.-rubrieken de
revue laten passeren.
Sport, amusement, hoorspel of tele
visie-spel, het journaal etc.
Hebt u zelf vragen of problemen
naar aanleiding van radio of televisie,
uw redactie staat open voor elk eigen
initiatief.
Dan aan de slag. Onder het motto
H O Houd ogen en oren open
W. H. G.
Wat moeten we van deze tegenstrib
belende en betweterige leerling zeggen?
Tegenspreken, althans niet zo maar
critiekloos iets aanvaarden, ligt wel in
de lijn van zijn karakter. Mattheüs
16:1 v.v. vermeldt hoe Petrus na de
eerste lijdensaankondiging van Jezus
deze terzijde neemt en Hem bestraft,
zeggendeDat verhoede God, Here,
dat zal U geenszins overkomen Doch
Jezus keerde Zich om en zeide tot Pe
trus Ga weg, achter Mij satan gij
zijt Mij een aanstoot, want gij zijt niet
bedacht op de dingen Gods, maar op
die der mensen.
Dat was toen na zijn „geenszins" en
nu spreekt hij hetzelfde woord weer en
zegt ook nu geenszins, Here. Petrus
leeft in zijn eigen gedachtenwereld en
houdt daar streng aan vast. Hij laat
daar zich niet gemakkelijk uit verdrin
gen, geeft zijn idee niet zo maar prijs.
Hij pleegt verzet.
Hij doet dit hier in dit leslokaal met
een beroep op Schrift en traditie, want
zijn verweer ik heb nooit iets gegeten
dat onheilig of onrein -was, vindt grond
in de Schrift die hem reinigingswetten
deed kennen.
Evenals de rijke jonge man die tot
Jezus komt en zegt alle deze dingen
heb ik onderhouden van mijn jeugd af
aan, zegt Petrus dit ook met betrekking
tot het voor hem hangende menu.
Uit Petrus' duidelijke ,,nog nooit"
blijkt wel, dat men zich in de kring ron
dom Jezus aan de joodse spijswetten
had gehouden, zodat de apostel in de
zelfde houding als voorheen wil blijven
volharden.
Intussen had het feit, dat dezelfde
Heer van destijds nü anders wil hem
minder volstrekt moeten doen spreken,
en zijn beslist „geenszins" verzwakken.
Dat dit niet het geval is, nog niet het
geval is, valt te verklaren uit de blijk
baar streng joodse opvoeding van Si
mon Petrus.
Al was zijn leven dan wel niet gelijk
aan dat van Paulus die opgevoed werd
naar de strengste secte der Farizeën,
en dus niet als geconfijt in de zuurdee-
sem dier secte, toch was hij maar al te
zeer ingekapseld in norm en vorm van
de joodse traditie.
Petrus moest ook na de uitstorting
van de Heilige Geest op Pinkster en
zijn rede te Jeruzalem gehouden, -nog
uitgepeld worden uit de bast van het
jodendom een feit dat later nog ac
tueel voor hem blijkt te zijn. Petrus is
meermalen bang geweest voor een af
vallige jood gehouden te worden. Hij
is iemand die de voorvaderlijke ge
woonten maar node prijsgeeft. Men
denke aan Galaten 2:11 v.v., waar
Paulus zijn optreden tegen Cefas-Pe-
trus vermeldtik heb mij openlijk tegen
hem verzet, omdat het ongelijk aan zijn
kant was. Want vóórdat sommigen uit
de kring van Jacobus gekomen waren,