eeuwóe
3Cerkbocle
ZENDING
Uit de Pers gepikte graantjes
De nu gesloten Groninger Synode
Mijn ouderling
x
BIJBELZONDAG
18e JAARGANG No. 35
20 MAART 1964
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redactie: Ds. W. H. Gispen, Schagen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven; Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Medewerkers J. A. van Bennekom, MiddelburgDr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. Kats, Goes Ds. A. G. Kornet, Vlissingen
„ik worstel T)r. P- O. Kraan, Vlissingen Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden Ds. D. Ringnalda, Middelburg
en ontkom" Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
f
Abonnementsprijs
3,50 per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
v. J
De generale synode der Gerefor
meerde Kerken in Nederland is dan nu
definitief gesloten. Hoe haar naam in
het vervolg zal luiden Wellicht toch
die van Groningen, ofschoon ze te Lun-
teren in ,,De Blije werelt" vergaderde.
Of deze synode nu voortaan een blij
geval mag heten zullen we eveneens
maar afwachten, we zien het met enige
twijfel aan. Ik heb zo de gedachte dat
de leden der synode nog het meest blij
zullen zijn dat de synode is gesloten.
Ze hebben het namelijk niet gemakke
lijk gehad en niemand behoefde jaloers
te zijn dat hij geen synode-lid was.
Eerlijk gezegd heb ik, met alle respect
voor de hoogeerwaarde heren en broe
ders, toch wel een beetje met ze te doen
gehad. Wat is leiding geven toch een
moeilijke zaak. Neem nu het geval van
de talrijke ingekomen stukken naar
aanleiding van de bekende uitspraak
over de P.v.d.A. Steeds wijst men tus
sentijds ingekomen stukken afm.i.
terecht. Nu deed men dit nietOok
hiervan zeg ik terecht ik prijs het dat
men tot een nieuwe bespreking is over
gegaan de wijze kent tijd en wijze,
heeft deze te betrachten, en dat deed
men.
Ja, leiding geven is moeilijk. Het Ge
reformeerde volk kan lastig zijn, heb ik
de grijze prof. Anema eens horen zeg
gen. En daar moeten de leidslieden re
kening mee houden. Of dit nu steeds
gebeurd is, weet ik niet. Mij dunkt dat
de hoogeerwaarde heren en broeders
van ons vrome synodegezelschap zelf
meermalen in een moeilijk parket zich
gevoelden te zitten. Als ik b.v. let op
het aantal stemmingen en de stemver
houdingen wordt wel duidelijk, dat men
allerminst tot eenstemmigheid was ge
raakt, ook na ampele behandeling der
zaken niet.
Ik noem enkele cijfers de lezers we
ten wel waar ze betrekking op hebben.
Daar is eerst die bekende staking van
stemmen 26—26. Dan die andere
40—13, en de professoren-benoeming,
die m.i. de deur dicht doet. Hoe kan
ooit iemand die bij een dergelijke stem
verhouding 27—26, benoemd werd deze
aanvaarden
't Was op 't kantje af met één blanco
stem. Die wist dus alleen dat hij ze
geen van beide moest. Neen, dat noem
ik geen blij geval. En dan waren er nog
al boze gezichten ook als ik op de pers
mag afgaan. ,,U geeft geen leiding", zei
de één, en de ander vond „verschrikke
lijk hetgeen er gezegd was" enz.
Misschien dat iemand mij nu verwij
tend toevoegt moet ge dit nu zo maar
in de krant zetten Wat moeten de
mensen er van denken Kijk, daar ben
ik nu helemaal niet verlegen mee, en
niet bang voor ook. Juist omdat ik ge-
doof dat ons op zijn tijd zo lastige ge
reformeerde volk dit hebben kan. (Ik
heb het trouwens zelf ook uit de pers
vernomen en ben dus de eerste niet
die dit schrijft.) Bedenk namelijk, dat
al die synode-leden uit onze kerken
voortkomen, 't Zijn onze broeders,
hooggeachte broeders weliswaar, maar
kortzichtige en bijziende mensen als
wij allen. Zondige mensen wil ik maar
zeggen zulken die alleen bij het licht
van Gods Woord kunnen wandelen en
handelen. En dit wilden ze allen wel.
Vandaar dat het nog wel weer goed
komt, mits men niet van een bepaalde
zijde in een bepaalde richting drijft.
Dan toch vrees ik voor ongelukken. Als
ik stemmen hoor die beweren dat de
dienst in onze kerken uitgemaakt wordt
door die en die groep langs een bepaal
de lijn als van Amsterdam tot den Haag
om maar iets te noemen dan zeg ik pas
op, en vergis u niet in het gereformeer
de volk. Maar laat ik mogen eindigen
met de wens en bede dat het eind van
de synode beter en blij der moge blijken
te zijn dan het begin en de voortgang.
Rustige lezing van de acta zal wel
licht een voorlopig oordeel tot wijziging
dwingen.
Brouwershaven B. WENTSEL.
en discSpelscfsap
in de pnaktijjk
We hebben op een drietal aspecten
in Mattheüs 28 19 gewezen in verband
met de zending. Zending drijven ver
eist reizen dan betekent zending drij
ven dit niet te doen van de hoogte uit,
maar in de geest van het medediscipel
schap. Ten derde stelden we hoe zen
ding volstrekt voeren moet tot annexa
tie in geestelijk opzicht. Mattheüs
noemt als vierde attentie nog de zen
ding en het discipelschap in de practijk.
De kerk heeft de opdracht al de vol
ken tot discipelen te maken door ze te
dopen als bewijs van de besliste en be
slissende overgang uit jodendom, hei
dendom en Islam tot het christendom.
Vanzelf kan noch mag deze doop zo
maar domweg geschieden er zal
belijdenis moeten worden afgelegd
schuld-, geloofs-, genadebelijdenis.
Maar dan staat men pas aan het begin
van zijn christenzijn.
Vandaar dat nu de practijk aan de
orde komthet discipelschap in de
practijk lerende hen (de volken en af
zonderlijke personen) onderhouden al
wat Ik u geboden heb" (vers 20).
Het merkwaardige is wel dat de ge-
hoorzaamheidseis vóórop staat. Het
gaat om „al wat" Jezus Christus ge
biedt en „geboden heeft". „Al wat"
d.i. heus niet zo weinig d.i. veel
Jezus Christus heeft geboden gegeven
die wel niet zwaar zijn, want Zijn last
is licht, maar we zullen elkander in
verband met het medediscipelschap bij
de vervulling van die geboden blijkbaar
toch wel moeten helpen. We moeten
het onderhouden van „al wat Hij gebo
den heeft" elkander blijkens dit bevel
nog leren. Het zelf leren en het elkaar
leren. Dit wil zeggen dat we bij het
rechte besef van ons medediscipelschap
elkaar niet gemakkelijk loslaten, maar
elkaar zoveel en zo stevig mogelijk
vasthouden. Men kan hierbij zelfs niet
spreken van een zoveel mogelijk, alsof
het ooit niet zou kunnen en niet zou
moeten. We moeten elkaar vasthouden
en elkaar dit maar leren, 't Gaat hier
om de christelijke levenspractijk van
individu en gemeenschap. En 't is met
zeggen niet te doen. Hier geldt een
„doe wat ge doet, gebaren is niet goed".
Christenen uit al de volken kunnen
niet belijden één is onze Meester én
dan elkaar loslatenniet naar elkaar
omzien.
Wel een band aan Christus hebben,
maar niet aan elkaar gaat niet, want
d.i. ongehoorzaamheid. En Hij die alle
macht heeft, stelt in de eerste plaats
de eis van gehoorzaamheid.
Hij vraagt onderwerping aan Zijn
gezag in elk opzicht.
De volken moeten doen wat Hij heeft
bevolen hier geldt nu eens ten volle
hetbevel is bevel. Mij dunkt dat wie
dit zich goed indenkt het benauwend
vindtwant wat is er van deze eis,
Het is dus voor de opbouw van het
kerkelijk leven van groot belang, dat
ik weet, hoe mijn ouderling over mijn
preek denkt. Ik ben in een gemeente
geweest, waar als vast punt op het
agendum van de kerkeraad stond
Dienst des Woords. Een van mijn
voorgangers, die later hoog-geleerd zou
worden, had gemeend, dat dit punt
nooit ontbreken mocht. En bij dit punt
wat van dit medediscipelschap in de
practijk terecht gekomen
De kerk heeft er te weinig mee ge
rekend, is tekort geschoten. Niemand
zie hierin een zondebok of bliksemaf
leider gevonden, zodat we persoonlijk
vrijuit gaan zouden. Neen, wie met
ernst dit Mattheüs' woord leest en het
bestudeert, kleurt van verlegenheid. Nu
laat ik nog daar dat het „al wat" hier
niet wordt aangewezen naar zijn in
houd. De aanduiding is voldoende dui
delijk. We willen liefst de nadruk hier
op leggen, dat de gehoorzaamheid wel
allereerst gevraagd wordt voor hetgeen
Jezus hier beveelt „Gaat dan henen,
maakt al de volken tot mijn discipelen
en doopt hen in de naam des Vaders
en des Zoons en des Heiligen Geestes
en leert hen onderhouden al wat Ik u
bevolen heb".
Brouwershaven B. WENTSEL.
Het „Secretariaat Contact Kerken"
van 't Nederlandsch Bijbelgenootschap
richtte zich met een verzoek tot predi
kanten en kerkeraden om zondag 8
maart als Bijbelzondag te beschouwen.
Het vroeg daarin twee dingen van be
tekenis namelijk om van enige op het
goede Bijbelgebruik gerichte preken ge
bruik te willen maken, dit dan aan de
dominees en om een kollekte, hetgeen
dan tot de kerkeraden gericht was.
Ongetwijfeld was de week in welke
men dit wilde laten gebeuren goed ge
kozen als boekenweek namelijk. Dan de
aandacht te vestigen op het boek dat
als énige titel heeft boek, Bijbel, of
boeken, Biolia, is ongetwijfeld juist. Te
gen had men dat het in de lijdensweken
gevraagd werd. Ds. Impeta vestigde in
De Bazuin er reeds de aandacht op dat
hij er als dienstdoend predikant (hij is
zoals men weet, emeritus, maar nog
lang niet uitgediend) moeite mee zou
hebben gehad.
Ook de aanvrage om een kollekte
valt wat moeilijk daar het rooster voor
dergelijke zaken zo tussentijds weinig
of geen plaats biedt.
Hoe het verlopen is met deze Bijbel
zondag op 8 maart is me uiteraard niet
bekend. De Contactkommissie had een
drietal preken in schets gegeven achter
eenvolgens over Gods Woord in een
boekhet goede bijbelgebruik en het
lees- en hoorboek. Schetsen die niet al
leen op 8 maart te gebruiken zijn, maar
later in dit jubeljaar van het genoot
schap kunnen dienen. Ds. Impeta ves
tigt zelf nog de aandacht op bijv. een
preek over de verzoeking in de woestijn
in welke de betekenis van het Woord
Gods, waarop Christus zich gedurig
beroept, mede in het licht kan worden
gesteld.
Misschien mag ik wijzen op een heel
geschikte tekst in lijdenstijd, nl. Johan
nes 19:19 En Pilatus liet ook een op
schrift schrijven en op het kruis plaat
sen er was geschreven Jezus, de Na-
zereeër, de Koning der Joden, 't Is wel
heel treffend dat Pilatus om zo te zeg
gen nog kopie voor de Bijbel heeft
moeten leveren. Een klein stukje bijbel
tekst is van deze heiden afkomstig. Hij
heeft het laten schrijven het is gelezen
en verklaard juist zoals het met de Bij
bel geschied is en geschiedt.
De Bijbel werd geschreven,1 is gele
zen en wordt verklaard.
kon je opmerkingen over de preek ver
wachten. In die gemeente kreeg ik een
collega, die intussen ook al hoog-ge
leerd geworden is. Toen het bewuste
punt weer eens aan de orde kwam,
maakte hij de opmerking: „Broeders, het
is geen stijl om iemand in een vergade
ring een standje te geven. Is een chef
op een kantoor over één van de be
dienden niet tevreden, dan zal hij die
in zijn privé-afdeling bij zich roepen.
Als U bezwaren tegen mijn collega en
mij hebt, moet U dat onder vier ogen
zeggen".
PAASNUMMER KERKBODE.
Volgende week zal de Kerkbode in
vergrote uitgave verschijnen.
Dit in verband met het feit, dat op
vrijdag 3 april in de Paasweek geen
Kerkbode verschijnt.
In het nummer van vrijdag 27 maart
worden dus de predikbeurten op
genomen van 29 maart en 5 april.
Vriendelijk verzoek aan onze cor
respondenten hiermede rekening te
houden.
De Uitgevers.
Er is aan de voet van het kruis ge-
debateerd over het opschrift, zoals nog
steeds de discussie over de Bijbel aan
de orde is en blijft.
Tenslotte zou ik willen zeggen, dat
we als Nederlandse christenen hebben
te zorgen dat het Bijbelgenootschap zijn
werk in de wereld van het boek met
blijdschap en vreugde mag verrichten.
't Is honderd vijftig jaar geleden ge
sticht, moge het nog tot in lengte van
jaren voor velen tot een zegen zijn.
Brouwershaven. B. WENTSEL.
Over 't Heilig Avondmaal uit een
kerkeraadsverslag
„Tans wordt een punt behandeld dat
reeds eerder onze aandacht vroeg, n.l.
de viering van het H. Avondmaal op
de Goede Vrijdag. Daar de kerkeraad
tot een besluit wenst te komen, en er
geen overwegende bezwaren naar voren
kwamen, zal worden overgegaan tot de
viering van dit Sacrament op de e.k.
Goede Vrijdag. Dit mede ingevolge het
besluit der Gen. Synode om de kerken
vrijheid te geven het Avondmaal meer
dere keren per jaar te vieren".
Uit „Woord en Wereld"
,,Men late zich niets Wijsmaken. Vier
honderd jaar stilzwijgen over het avond
maal en de frequentie van de viering
daarvan, is in ons Nederland, dat zéér
snel reageert op religieus-existentiële za
ken, een zó opvallende bijzonderheid,
dat ik wel moet aannemen dat de
viering van het avondmaal geen exis
tentiële zaak is in het leven van het
gros van de kerkmensen.
Ondanks de betuigingen van 't tegendeel!
G. P. Hartvelt"
Uit „De Bazuin"
„Calmentoren door Jamin Wentsel.
Idem (2) Predikant 2 X 52 X 35.
Kan een predikant 35 jaar in dezelfde
gemeente creatief werkzaam zijn Ja,
als hij creatief is. Het materiaal is de
Bijbel en het leven. Dit moet hij om
scheppen, combineren, versieren, schil
deren. Heeft hij deze eigenschap, dan
is een produktie van 2 preken per week
in dezelfde gemeente mogelijk. Maar hij
heeft een klankbodem nodig in de ge
meente. Anders verstilt zijn stem. Mist
de predikant de creatieve drang en is
zijn gemeente een slechte klankbodem,
dan is 5 jaar voldoende en produceert
hij slechts één goede preek per maand."
Uit een kerkbode (toch geen prikkel
lectuur):
„Och, mocht gijallen de prikkel
gevoelenuw vernuft te scherpen
en zo a.s. zondag op de u welbekende
plaats aanwezig te zijn. Secr."
Och, het moet op zichzelf wel kun
nen, dat er eens een preek-bespreking
op de kerkeraad is. Maar ik vind de
vergadering-sfeer nooit erg vrolijk en
verkwikkend. Op een' vergadering her
ken ik vaak mijn ouderling en mijn
collega en mij-zelf niet. Je hebt soms
het idee, dat we voor een vergadering
aparte gezichten gehuurd hebben. Ik
ben nooit verder geweest dan de Par
ticuliere Synode. De Generale is alleen
voor de vorsten. Ja, ik weet op een
vergadering moet je soms zeer gewich
tige zaken behandelen. Dan krijgt het