^ieeuwóe 3£erkbocle
Wandelingen door de wereld
van het Oude Testament
zoending en medediócipelóchap
Mijn ouderling
r
ONHELDERE SITUATIE
TRANEN in de Bijbel
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redactie Ds. W. H. Gispen, Schagen Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Ds. G. van Wilgenburg, Middelburg.
Correspondentie-adres Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. Kats, Goes Ds. A. Koning, Woerden
Ds. A. G. Kornet, Vlissingen Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. G. S. Oegema, Arnemuiden
Ds. D. Ringnalda, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo.
18e JAARGANG No. 33
6 MAART 1964
„Ik worstel
en ontkom"
Abonnementsprijs
3,50 per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
15 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 15 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
De volken der aarde staan in door
snee genomen heus niet op het gewenste
peil van ontwikkeling. Dat is vandaag
zo niet en dat was gisteren niet het ge
val. We spreken tegenwoordig van ach
tergebleven gebieden en willen daar
mede zeggen, dat vele volken bij ons
vergeleken danig achteraan komen. In
dit zo spreken kan zekere hoogmoed aan
het woord komen wij zijn dan toch
maar zoveel verderEen dergelijke
houding, die velen zich inderdaad had
den aangemeten, is vanzelfsprekend te
veroordelen, wijl ongepast. Ook de leer
meester past bescheidenheid. Mij dunkt
dat Mattheüs 28 19 deze niet uit het
oog verliest als er sprake komt van een
bepaalde leeropdracht. Liever gezegd,
als er sprake is van een veelomvattend
program om namelijk alle volken tot
discipelen te maken. „Maakt alle volken
tot Mijn discipelen" is een betere verta
ling dan alleen te zeggen Onderwijst
alle volken.
De kerk krijgt wel een leeropdracht,
maar dit is er een tot medediscipelschap.
Alle volken zullen opgeroepen moeten
worden om Jezus' discipelen te worden.
Hierbij mag geen volk overgeslagen
worden. En geen enkel volk mag dom
gehouden worden, onwetend blijven
aangaande Jezus Christus. Alle volken
moeten weten dat Hij de Heer der we
reld is.
Door dit te doen worden alle volken
gelijkgeschakeld en opgetrokken tot de
zelfde hoogte. Niet tot eenzelfde cul
tuurpatroon of beschavingspeil, doch
geplaatst in de rei van Christus' leer
lingen. Alle volken komen bij Hem op
school, ze treffen elkander daar aan, en
worden opgeleid tot het medediscipel
schap met anderen.
Mattheüs spreekt hier niet zozeer van
de mensheid in 't algemeen, doch van
de volken afzonderlijk. Hierdoor springt
het veelomvattende van deze kerktaak
wel zeer in. het oog want alle volken
moeten aangesproken worden. De kerk
zal dus alle talen moeten leren om aan
Jezus' opdracht te kunnen voldoen. Het
programma van Mattheüs 28 19 is wel
zeer kort geformuleerd, maar het is ont
zettend veel omvattend.
Dit is geen wonder want het is de
troonrede van de Koning der Koningen,
en de Heer der Heren, van de Heer der
wereld. Een troonrede die nog heden
het programma is voor heel de kerk
over de ganse aarde.
Deze oproep tot medediscipelschap
verheft niet het ene volk boven het an
dere, maar vraagt van alle volken gelijk
geloof en gelijke gehoorzaamheid. Het
bevel hier gegeven blijft van kracht, het
geldt nu en steeds.
En elk volk dat tot medediscipelschap
kwam heeft tot taak weer een ander
volk daartoe aan te sporen en op te
roepen. Een taak die dan pas ten einde
loopt en is als alle volken de roepstem
hebben verstaan en zijn gevolgd.
Brouwershaven B. WENTSEL.
Nog is het rumoer rond de synodale
uitspraak over de P.v.d.A. niet gestild
of een bericht uit Kampen vestigt alweer
de aandacht op het feit van onze on
duidelijke kerkelijke houding ten op
zichte van de christelijke politieke partij.
't Is naar ik meen een al heel oude
kwestie die in de kerkeraad van de
Geref. Kerk te Kampen aan de orde
kwam. De A.R. kiesvereniging verzocht
de kerkeraad te mogen vernemen of de
aankondigingen van haar vergaderingen
al dan niet een plaats in het kerkblad
zouden krijgen. Er waren twee partijen:
niet opnemen, wijl de kerk zich niet be
moeit met politieke zaken; wel opnemen,
want de kerk moet in deze tijd haar
voorkeur voor partijvorming op christe
lijke grondslag duidelijk tonen.
Men vond elkander in een afspraak
opnemen als er plaatsruimte is en dan
als ingezonden mededeling. Nadrukke
lijk werd uitgesproken dat de kerk zich
niet aan één politieke partij verbindt.
Tot zover het bericht dat ook in onze
kerkbode heeft gestaan. Nu heb ik geen
behoefte om het Kamper geval te be
oordelen. 't Kan zijn dat daar zovele
Gereformeerden P.v.d.A. stemmen dat
het plaatsen van een vergaderbericht
van de A.R. grote ergernis geven zou.
Ik geloof dit wel niet, maar laat het
voor wat het daar ter plaatse is.
Wat ik wel wil bespreken is het feit
van de onduidelijke stellingname als het
de houding der kerk tegenover de chris
telijke politieke partij betreft.
't Klinkt allemaal zo wonderlijk de
kerk bemoeit zich niet met politieke za
ken. Ja, allicht niet. d.w.z. de kerk heeft
geen stembiljet in de hand, en geen rood
potlood, maar als ik het wel heb kijkt
ze toch wel een bepaalde kant uit. Of
niet soms
Bij Rome is dit in elk geval wel zo.
Daar kijkt de kerk de kant van de
Rooms-katholieke staatpartij uit. En
onze Prot. kerken kijken toch wel niet
die kant uit.
Nu lijkt me een zeggen dat de kerk
zich niet met politieke zaken bemoeit
enigszins gevaarlijk. Dat hoor je b.v.
van politiek onverschilligen zeggen ik
bemoei me niet met de politiek, maar
27. Ut' dev Chaldeeën (2).
De belangwekkendste vondsten van
Ur zijn eigenlijk niet zozeer in de stad
gedaan als wel er buiten niet daar
waar de bewoners tijdens hun leven
verblijf hielden, maar daar waar ze na
hun dood terecht kwamen. Buiten de
muren van de stad, in een terrein dat
als stortplaats van huisvuil gebruikt was
geweest, vond men een begraafplaats,
of eigenlijk twee begraafplaatsen. De
oudste en belangrijkste moet in gebruik
geweest zijn van ongeveer 3000 voor
Chr. tot ongeveer 2700 voor Chr. Hier
zijn ze begraven de rijke burgers in
houten kisten, met sieraden en luxe en
gebruiksvoorwerpen uit het dagelijks
leven en de gewone man, zonder kist.
in een mat gewikkeld, en met veel een
voudiger gaven. Zo kan men aantreffen
kralen en oorringen, een mes of dolk,
een stempel waarmee de eigenaar z'n
handtekening placht te zetten op nog
weke kleitabletten. Verder offergaven
voedsel en drank in aarden of koperen
vasenwapens, gereedschappen, enz.
Voor deze gewoonte aan de doden van
alles mee te geven mogen wij wel erg
dankbaar zijn. Immers, zo komen wij
over het leven van toen heel wat te we
ten. Wij krijgen een tamelijk getrouw
beeld van het dagelijks leven (al wat
men in 't dagelijks leven nodig had ko
men we hier tegen). We krijgen een
goede indruk van de materiële bescha
ving (wat men zo al maken kon). En -
we begrijpen er uit, dat men vast ge
loofde in een leven na dit leven. Men
gaf immers allerlei voorwerpen mee die
de overledene aan de overkant nodig
zou (kunnen) hebben. Helaas ontbreekt
het ons aan gegevens om er uit op te
maken hoe men zich toen in Ur het
hiernamaals voorstelde. Maar in ieder
geval zijn graven voor opgravers zeer
interessant. Vooral die van de burgers.
Hier vinden wij het meest de neerslag
van het gewone leven, zoals de meeste
mensen dat leidden. Natuurlijk treffen
wij in de graven van koningen veel meer
en veel kostbaarder gaven aan dan in
die van gewone burgers. Maar over het
deze mensen vergeten, dat de politiek
zich wel met hen bemoeit. Zo is het
ook met de kerk de politiek bemoeit
zich wel met haar. Dat was in nazi-
Duitsland d.i. in Rusland, d.i. in nog
vele andere landen het geval.
Ik vind daarom zulk zeggen gevaar
lijk want als de politiek zich met de
kerk gaat bemoeien, is het meestal te
laat voor de bemoeienis van de kerk met
de politiek.
't Is jammer dat er blijkbaar geen
eenstemmigheid en geen helderheid op
dit punt onder ons bestaat. Denk eens
aan Zuid-Afrika en de apartheidspoli
tiek. Bemoeit de kerk zich daar met de
politieke zaken 't Zou wel gewenst
zijn, dunkt me.
Men ziet hieraan hoe op eenmaal de
situatie om grote helderheid kan vragen.
Vandaar dat we ons antwoord gereed
moesten hebben. Helaas is dit niet het
geval en duurt veel onhelderheid op dit
terrein ondanks promoties hier en pro
moties daar al maar voort.
Brouwershaven B. WENTSEL.
In een bepaalde volgorde gerang
schikt zullen onze lezers onder boven
staand opschrift van mijn hand enkele
Schriftstudies aantreffen. Ofschoon er
steeds een tekst boven afgedrukt staat
is 't niet de bedoeling dat u ze als medi-
aties leest. De opschriften wijzen van
zelf uit wat bij elkaar behoort en wat
op zichzelf staat. Ik hoop belangstellen
de lezers er mee van dienst te kunnen
zijn. Volgende week volgt een eerste
plaatsing.
Brouwershaven B. WENTSEL.
„gewone leven" vertellen die ons niet
zo veel. Daar komt bij, dat zulke graven
vaak meer of minder leeggeplunderd
zijn. Grafrover is eeuwen en eeuwen
lang een winstgevend, zij het luguber
en gevaarlijk, beroep geweest. Van hun
werkzaamheden vertoonde ook de be
graafplaats van Ur de sporen. Daardoor
liep het eerste „koningsgraf", dat de
opgravers in Ur ontdekten (tijdens het
seizoen 1926/27) op een teleurstelling
uit. De aanwezigheid van dit graf werd
verraden door een prachtige dolk die
men vond en die sindsdien bekend staat
als de gouden dolk van Ur. Het lemmet
was van goud, het heft van lapis lazuli
(lazuursteen) met gouden knopjes, de
schede van goud met een prachtig open
gewerkt patroon. Maar het graf zelf
bleek grondig te zijn leeggeplunderd,
helaas. De dolk bleef een prachtige
vondst natuurlijk, getuigend van een
vakbekwaamheid en kunstzinnigheid in
het goudsmeden, die grenzen aan het
volmaakte. In de loop van volgende op
gravingscampagnes werden meer „ko
ningsgraven" ontdekt. Sommige waren
leeggeroofd, andere leverden de meest
wonderlijke vondsten op. Ongehoorde
dingen heeft men op kunstzinnig gebied
in Ur oudtijds gepresteerd. Maar ook
minder mooie dingen werden gevonden
en daarmee staan we voor een van de
grootste raadsels waarvoor de opgravin
gen van Ur ons gesteld hebben. In twee,
blijkbaar bij elkaar behorende, graven
vond men namelijk begraven een vorste
lijk persoon en zijn gade compleet
met hofhouding. Of liever, de vorste
lijke persoon zelf vond men niethet
lichaam was verdwenen niemand kan
zeggen hoe en waarom. Rovers sporen
van roverswerkzaamheden zijn inder
daad wel gevonden, maar waarom zou
den ze het lichaam meenemen en de
meeste rijkdommen achterlaten Er is
verondersteld, dat men later, bij wijze
van „opstanding", de koning weer uit
zijn graf heeft gehaald, maar dat is een
veronderstelling waar weinig voor te
zeggen valt. Voor nog moeilijker vragen
stelt ons de meebegraven hofhouding.
Men vond mannen, met dolken bewa
pend. Hofdames, rijk met sieraden be
hangen. Prachtige muziekinstrumenten
(o.a. 3 verschillende harpen). Een slee
wagen, waarop het lichaam langs een
soort hellende glijbaan naar beneden,
de grafkamer in, vervoerd was de bak
was versierd met rood, wit en blauw
mozaïek aan de zijkanten waren gou
den leeuwenkoppen aangebracht. Prach
tig ingelegde speelborden, in vakken
verdeeld, waarover schijven verschoven
moesten worden. Een zilveren boot,
misschien bestemd om er de doodsrivier
mee over te steken. Wagens, met de
skeletten van de ossen er nog voor.
Soldaten met koperen helmen en kope
ren speren. In een aparte grafkamer het
lichaam van de koningin, bedolven on
der de sieraden een gouden beker
naast haar hand. Volgens een stempel-
cylinder die men er aantrof heette ze
Sjoebat. Twee kamerdienaressen verge
zelden haar. Poederdozen, in de vorm
van schelpen, met poeder en verf er nog
in, ontbraken niet. De bewondering
voor al deze vondsten maakt al gauw
plaats voor afschuw. Dit betekent im
mers een mensenoffer op grote schaal
Bij een der koningsgraven trof men niet
minder dan 74 lichamen van dienaars
en dienaressen aan Hoe is men, in een
zo hoog ontwikkelde beschaving, tot
zulke barbaarse dingen in staat ge
weest Of heeft men het misschien
niet als iets barbaars gezien Er zijn
tekenen, die in die richting wijzen.
Vooral ditdat er aan de geraamten
geen spoor van geweldpleging is te vin
den. Geen ingeslagen hersenpan of an
dere verwondingen. En dat de licha
men keurig op orde gerangschikt zijn.
Niets wijst op gevechten of pogingen
tot vluchten. Het is net alsof ze vrijwil
lig zijn meegegaan in de dood en vrij
willig (bijvoorbeeld) de gifbeker hebben
gedronken. Mogelijk speelde een sterk
geloof in de onsterfelijkheid en in het
leven hierna een grote rol. Hiermee kan
samenhangen dat wij van mensenoffers
alleen horen bij koninklijke graven. An
dere bevatten niets van die aard, zelfs
geen kleifiguurtjes, die het mensenoffer
moeten vervangen, zoals in Egypte wel
worden aangetroffen. Dit kan beteke
nen, dat men in gezelschap van de ko
ning, die ook in de godsdienst een be
langrijke rol speelde, de onsterfelijkheid
hoopte te verwerven. Maar het is alle
maal niet veel meer dan veronderstel
ling, bewijzen ontbreken.
Eén ding is zeker toen Abraham be
vel kreeg zijn zoon te offeren, was dat
niet iets dat hem volslagen onbekend
was. Helaas heeft het mensenoffer in
het oude Oosten door de eeuwen heen
een niet onbelangrijke plaats ingeno
men. Tot zelfs onder Israël toe. Daar
hopen we op onze volgende wandeling
het een en ander van te zien.
J. V.
VIII
Als je tot ouderling gekozen bent,
kun je het er erg moeilijk mee hebben.
Ik weet van een broeder, die dit als een
leeuw en een beer op de ambtsweg zag,
dat hij als ouderling van dienst z'n pre
dikant de hand niet zou kunnen geven
op de preek. Maar z'n predikant het
was Ds. Duursema van Nieuw-Amster-
dam stelde tegenover al die angst en
al die onrust deze nuchtere opmerking
„Broeder, Uw hand niet te gauw bij
U houden. U kunt zelf ook mis zijn".
Tot het drama van de hand-weigering
komt het gelukkig niet zo vaak in onze
kerken. Maar het minder-hevige is aan
de orde van de dag, dat de ouderling
de preken van z'n dominee wel eens
anders wil hebben. En hoe moet je dit
dan de weleerwaarde, soms ook nog
wel zeergeleerde heer zeggen Niet elke
dominee kun je zonder handschoenen
aanpakken. Er was een dominee, die
z'n ouderling weer heel gauw op de
stoep had. Och, de ouderling was het
niet altijd met de preken eens. Dat vond