eeuwóe
3<£erlzbocle
B §2 ISSlffiiSSi»
en ^Urede op aarde B
ks J IS
a
ZO HAAST ALS maar nietTE HAASTIG
WELKOM
Het Diaconaat
P.S.V.G. ZEEUWS VLAANDEREN
18e JAARGANG No. 24
20 DECEMBER 1963
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48.
MedewerkersJ. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, Woerden Dr. P. C. Kraan, Vlissingen
Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Drs. J. Vlaardinqerbroek, Ermelo
s. B. We -
„ik worstel £js g Wentsel, Brouwershaven.
en ontkom
r
Abonnementsprijs
3,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
12 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 12 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
v
Kerstfeest in de loopgraven. Echt een kerstverhaal, dat het altijd wel doet.
'M U weet wel dat verhaal dat zijn hoogtepunt er in vindt, dat de soldaten
!®i van beide partijen hun loopgraven, waarin ze al geruime tijd tegenover am
elkaar liggen, verlaten om samen .Stille Nacht" te zingen enom
daarna weer naar hun loopgraven terug te keren. Echt een kerstverhaal,
een ontroerend kerstverhaal. Een gevaarlijk kerstverhaal. Gevaarlijk om-
dat het een stemmingsverhaal is. Gevaarlijk omdat het het kerstfeest doet
opgaan in een moment van verbroedering, waarin men samen .Stille jj||
Nacht" zingt, om daarna weer als vijanden tegenover elkaar te gaan
liggen. Gevaarlijk omdat het van het Kerstfeest maakt wat het helemaal
niet is, een even ontheven zijn aan het ruwe leven en een even samen op
je tenen staan. Heel dit ontroerende verhaal blijkt ontdaan van alle bij-
zonderheden van tijd, plaats en omstandigheden niets anders te zijn dan |pj
een verhaal, waarin het kerstfeest teruggebracht wordt tot een ontheven f 1
zijn aan het leven van alledag. En dat is het gevaarlijke van dit verhaal.
Alsof de vrede op aarde alleen maar bestaan zou uit het ontheven zijn
aan het gewone leven, uit het even opgetild worden uit alle beslommerin-
gen. Zo maar een eindje wegdromen van vrede op aarde, om straks weer
met een plof in de onvrede wakker te worden. yg*
En is dit niet wat kerstfeest juist voor velen is En is dit het niet, wat
juist het kerstfeest zo onwerkelijk maakt Ml
Maar de engel, die de kerstboodschap brengt en de engelen die de
kersthymne zingen, die komen juist met hun boodschap en met hun lied fH
midden in het gewone leven. In Efratha's velden, waar herders bij hun
kudde waken. En het Kind dat geboren wordt, dat daalt in midden in het
harde leven geboren in een stal. Dat is het kerstfeest, dat het ons niet l&f
uit het leven haalt, maar dat Jezus in ons leven binnen komt, dat Hij zijn gjw,
glans over dit leven gaat spreiden.
Wij draaien het meestal om, wij maken van kerstfeest een paar vrije' IS
dagen, dagen waarin je aan alles ontheven bent. Dat is onze vlucht uit
de werkelijkheid, onze kerstontroering en onze kerstvrede, waarbij we na
kerst ontdekken, dat we geen stap verder gekomen zijn. en dat ondanks gjm
al ons zingen van vrede op aarde het alles bij de onvrede gebleven is. w
Vrede op aarde, daar waar de Here Jezus het gewone leven van ons is
binnengestapt, vrede op aarde, daar waar Hij door onze ogen naar de L-j
ander gaat kijken, daar waar Hij ons vrede gegeven heeft, Zijn kerst-
vrede. Maar dan moeten we niet uit het leven wegvluchten, maar onze
ogen in dit leven wijd open doen, want dit is het kerstfeest
„Al scheurde het kruis uw schouder,
R& al doofde het laatste licht.
i®! De Trooster en Behouder
staat voor uw aangezicht"v. H.
<~7ïledltatie
Want. een Kind is ons geboren.
Een Zoon is ons gegeven
fes. 9 5.
't Eerste, waar we mee te maken krijgen op 't Kerstfeest, is de onont
koombaarheid. Daarbij denk ik nog niet eens zozeer aan de drukte van
de voorbereidingen, die overal getroffen werden. Je kunt in deze dagen
geen winkel en geen warenhuis binnengaan of van alle kanten flonkert
en schittert 't zilver tussen 't groen en rood. 't Is niet wel mogelijk je te
onttrekken aan 't besef, dat de wereld Kerstfeest viert.
Maar ik denk vooral aan 't feit, dat de komst van Christus in het vlees
een realiteit is. Een realiteit, die men loochenen kan, of waar men als een
onverklaarbare, wat onbegrijpelijke zaak, de schouders over ophalen kan,
een realiteit, waarover men spotten kan (wat is dat goedkoop of die
men kan proberen te negeren in z'n leven maar met dat alles een reali
teit, een werkelijkheid, welke zich niet terugdringen laat. Zijn geboorte
is nooit meer ongedaan te maken. Ze is geschied.
Want een Kind is ons geboren
Als 't kind geboren is, dan zul je van stonde aan daarmee te rekenen
hebben. Dan is de kring uitgebreid, 't gezin vermeerderd. Dan zijn de
zorgen vergroot, de lasten verzwaard, hopelijk de vreugden vermenig
vuldigd. Dan is 't heden anders geworden en 't zicht op de toekomst
gewijzigd.
Er is iemand binnengekomen in 't leven. Iemand met wie gerekend zal
moeten worden of men wil of niet.
Zo is 't bij elke geboorte.
Zo is 't ten volle bij de geboorte van Hem, Die later zeggen zal, dat
Hij van ons onherroepelijk de positiekeuze vordert ,,Wie niet vóór Mij
is, die is tégen Mij".
Het tweede, waar we mee te maken krijgen op het Kerstfeest is
de door God gewilde feestelijkheid er van.
't Is Zijn bedoeling niet, dat we ons toesluiten voor de vreugde. Van
daag mogen we niet vreemd zijn aan de blijdschap.
Want ziet, zegt de engel in Effratha's velden, ik verkondig u gróte
blijdschap, namelijk dat u heden geboren is de Heiland, Christus de Heer.
Gods bedoeling is niet, dat ons leven desolaat wegebt, maar dat 't
juichend voortstuwt naar de volkomenheid.
Onze tekst begint niet zonder reden met ..Want". Want een Kind
is geboren, een Zoon gegeven. In dit feit van Zijn geboorte ligt de ver
klaring voor de vreugde.
Als overal donkerheid, schrik en angst heerst, dan zal er géén donker
heid zijn voor 't land, dat in benauwdheid was (8 23).
't Volk dat in duisternis wandelt, ziet een groot licht (9 1).
Dat volk verheugt zich voor uw aangezicht (9:2).
Want 't juk dat het drukte en de stang op z'n schouder, hebt Gij ver
broken (9:3).
De bevrijding is gekomen.
't Geweld is teniet gedaan, eens en voor altijd (9:4).
Waarom Waardoor
Welaan omdat een Kind ons is geboren en doordat een Zoon ons is
gegeven
Zo lief heeft God de wereld gehad, heeft Hij ons gehad, dat Hij Zijn
eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die gelooft, niet ver-
derve, maar 't eeuwige leven hebbe
't Derde, waar we mee te maken krijgen op 't Kerstfeest is, dat God in
dit Kind niet zo maar ergens in de ruimte is gaan staan, maar dat Hij
ons heeft opgezocht.
Christus heeft in de grote wereld der mensen Zijn adres.
Hij wil bij ons zijn.
Hij wil niet slechts bij anderen wonen. Dat ook. Wat dat betreft, is er
geen discriminatie. Geen rassendiscriminatie Hij klopt aan de deur bij
blank en bruin, in 't Oosten en 't Westen. En ook geen discriminatie op
ander niveau. Hij vraagt niet naar hoog of laag (wat betekent ons hoog
en laag voor God naar arm of rijk, begaafd of simpel. Hij vraagt een
voudigweg naar het hart. Hij zoekt de méns.
Maar Hij wil heel bewust Heer zijn van ons leven. Daar ligt 't ge
heimenis van Gods eeuwige liefde eer ik nog was geboren, eer Zijn hand.
die alles schiep iets uit 't niets in 't aanzijn riep, heeft Zijn liefde mij
verkoren.
Ja. want hierin is de liefde, niet dat wij God hebben liefgehad, maar
dat Hij ons heeft liefgehad en Zijn Zoon gezonden heeft tot een ver
zoening voor onze zonden (1 Joh. 4 10).
En 't vierde, waar wij mee te maken krijgen op t Kerstfeest is, dat wij,
als 't er op aankomt, alleen maar de ontvangende partij zijn.
Een Kind is ons geboren. Een Zoon is ons gegeven.
Wat hebben we er voor gedaan In hoeverre hebben we er aan mee
geholpen
We hebben er niet eens om gevraagd
't Initiatief en de uitwerking kwamen alléén van Gods kant.
Ik lag machteloos gebonden. Gij komt en maakt mij vrij. Ik was bevlekt
met zonden, Gij komt en reinigt mij.
Gods Kerstgeschenk aan deze wereld, is een grote verrassing. Niemand
blijkt er zelfs klaar voor te zijn. De herders niet. En de stad Bethlehem
niet. Om van Jeruzalem maar te zwijgen.
Als 't Kind komt en de Zoon verschijnt is er geen plaats voor Hem
in de herberg.
Dan is er nergens plaats.
Zo is 't nog steeds.
Zolang we ons niet gewonnen geven aan de genade.
Gebeurt dat, dan rijdt de Koning der ere 't leven binnen,
En met Hem de vreugde, die nooit vergaat.
Middelburg G. VAN WILGENBURG.
De Heilige Doop behoort te geschie
den zo haast als men dezelve hebben
kan. Dat wil zeggen, zij mag niet node
loos worden uitgesteld. Dit geldt na het
besluit van de synode van Groningen
nu niet meer slechts van de eigen kin
deren der gelovigen, doch ook van die
kinderen, die door hen volledig en duur
zaam als eigen kinderen aangenomen
zijn. De synode sprak immers uit, dat
kinderen, die door leden onzer kerken
wettig geadopteerd zijn, recht hebben
op de Heilige Doop en daarom behoren
gedoopt te wezen. Als deze kinderen
behoren gedoopt te wezen. Dan mag
dus ook hun doop niet nodeloos worden
uitgesteld doch zal deze moeten plaats
hebben zo haast men deze hebben kan.
Toch heeft het er de schijn van dat
in plaats van het ,,zo haast" een ,,te
haastig" treedt, wat voortkomt uit een
onjuiste interpretatie of een niet ver
staan van het synodebesluit. De synode
spreekt namelijk van kinderen, die wet
tig geadopteerd zijn. en dat zijn die kin
deren, die, volgens de overwegingen,
die aan de besluitvorming vooraf gin
gen, volledig en duurzaam als eigen
kinderen aangenomen zijn. Dit betekent,
dat er niet eerder van wettig geadop
teerde kinderen gesproken kan worden,
voordat alle formaliteiten vervuld zijn
en aan alle voorwaarden is voldaan. Dit
neemt nog al geruime tijd in beslag. Na
dat adoptie-ouders een kind toegewezen
hebben gekregen moeten er minstens
drie jaar verlopen zijn voordat zij deze
kinderen als hun wettige kinderen mo
gen beschouwen. Overweging e) zegt
dan ook dat een volledige en duurzame
adoptie metterdaad, maar ook uitslui
tend gewaarborgd wordt, wanneer de
kinderen krachtens de burgerlijke wet
de status van wettige kinderen hunner
adoptief-ouders ontvangen. En in over
weging f) lezen we: dat bij wettige
adoptie door gelovigen de mogelijkheid
van een duurzame christelijke opvoeding
gegeven is.
Zolang volgens de burgerlijke wet
het kind nog niet de status van wettig
kind der adoptief-ouders verkregen
heeft, zolang kan men nog niet van een
wettig geadopteerd kind spreken.
Toch hoort men van tijd tot tijd van
doopsbedieningen aan adoptief-kinde-
ren, die pas enkele weken in huis zijn
van hun pleegouders, waarbij nog alle
mogelijkheid bestaat, dat dit kind door
eigen ouders wordt teruggevraagd,
waarbij dus geen garantie aanwezig is
noch voor een volledige en duurzame
adoptie, noch voor een duurzame chris
telijke opvoeding. Daarom hebben deze
doopsbedieningen te haastig plaats. Het
gaat in het synode-besluit om wettig
(dat wil zeggen volledig) geadopteer
de kinderen.
Dit betekent in de praktijk, dat in de
meeste gevallen, de Heilige Doop aan
adoptie-kinderen niet voor het derde
jaar bediend zal kunnen worden. Mocht
men van mening zijn, dat dit toch wel
een erg lange tijd is, dan kunnen we
het daar van harte mee eens zijn. Deze
termijn heeft echter de kerk niet ge
steld, maar de overheid, zij is van me
ning, dat er minstens drie jaar verstrij
ken moeten alvorens tot werkelijke
adoptie kan worden overgegaan. Zolang
deze termijn niet verstreken is ontbre
ken daarom alle garanties èn voor adop
tie èn voor een duurzame christelijke
opvoeding.
Er is naar onze mening alles voor te
zeggen, dat deze termijn drastisch be
kort wordt. Maar dit heeft de kerk niet
in haar handen, hoewel zij zeker bij de
overheid kan aandringen en naar
onze mening moet aandringen op
verkorting van deze termijn. Zolang
echter de adoptie niet volledig geregeld
is, zal men daarom niet tot de bediening
van de Heilige Doop kunnen overgaan,
tenzij dan dat het pleegkind dat men
ontvangt een kind van gelovige ouders
of moeder is. die te kennen hebben ge
geven de doop voor dit kind te begeren.
Dit laatste zal echter niet of sporadisch
voorkomen. v. H.
in de kolommen van de kerkbode roe
pen we toe aan ds. Oegema te Arne-
muiden, die ons zal vergasten op een
aantal artikelen over zijn ouderling. In
dit nummer nemen we het eerste artikel
van de hand van ds. Oegema op en we
hopen, dat er nog vele uit zijn pen zul
len vloeien. v. H.
Ook in Zeeuws Vlaanderen is thans
een afdeling van de P.S.V.G. (Protes
tantse Stichting voor Verantwoorde Ge
zinsvorming)Het Stichtingsbestuur be
staat uit leden die zijn aangewezen door
de in de Stichting samenwerkende pro
testantse kerken. Als alle andere afde
lingen van de P.S.V.G. in ons land be
oogt de stichting de bezinning op ver
antwoorde gezinsvorming in het licht
van de bijbelse boodschap en het voor
deze gezinsvorming beschikbaar stellen
van alle mogelijke en gewenste bijstand.
Twee consultatiebureaux zullen hun
deuren in het nieuwe jaar openen en
wel in Terneuzen in het Juliana-zieken-
huis op iedere eerste maandag van de
maand van half zeven tot half acht
's avonds en in Oostburg in het Groene-
Kruisgebouw op iedere derde woensdag
van de maand, eveneens van half zeven
tot half acht.
In een schrijven, dat we van het be
stuur van de Stichting Zeeuws Vlaan
deren ontvingen, lezen we o.m.
,,In ieder huwelijk en ieder gezin komt
namelijk het punt van de verantwoorde
lijkheid der ouders voor de vorming van
het gezin en voor de opvoeding van
verantwoordelijkheid der ouders voor de
vorming van het gezin en voor de op
voeding van eventuele kinderen aan de
orde. Iedere man en vrouw, vader en
moeder, weet dit uit eigen ervaring. Ter
zelfder tijd weet men ook, dat het vol
komen normaal is, dat in zeer veel hu
welijken en gezinnen vragen bestaan
rond deze onderwerpen, welke het mens
zijn zo wezenlijk raken.
Het doel is dus het bevorderen van een
gelukkig gezinsleven, waarbij het gaat om
het gezin in zijn geheel.
De P.S.V.G. bureaux zijn dus ook be
doeld voor ieder normaal gezond en ge
lukkig echtpaar, dat juist omdat het zo
gezond, normaal en gelukkig is, behoefte
kan hebben aan advies of hulp. Ieder die
dan ook in deze situatie verkeert, aarzele
niet om zich tot één onzer bureaux te
wenden. Men wachte niet tot er moei
lijkheden of huwelijksproblemen zijn ont
staan in de veronderstelling, dat onze
bureaux er alleen maar zouden zijn om
deze huwelijksmoeilijkheden en proble
men te helpen oplossen".
OEFENE ZICH
IN DESKUNDIGHEID
Dat het diaconaat zich niet in de tra
ditionele paden van voorheen kon blij
ven bewegen, werd door de uitbreiding
die aan de Overheidssociale wetgeving
werd gegeven, wel heel duidelijk.
Als gevolg daarvan immers werd
steeds meer charitatieve en andere zorg
van haar afgenomen. Zoals we al schre
ven, kunnen we ons daarin alleen maar
verheugen. De Overheid trad hier op als
handhaafster van de sociale gerechtig
heid, als „schild voor de zwakken".
Maar het gevolg daarvan was. dat de
diakenen zich van al die veranderingen
op de hoogte hebben te stellen.
Zij zullen de nieuwe „grensregeling"
goed hebben in te denken. Onze kerken
in Generale Synode hebben daarover
in Leeuwarden bereids richtlijnen gege
ven. en daarmee de nieuwe koers ge
stalte gegeven.
Dat de diaconie niet het alléénrecht
heeft van in de voorziening van mate-
riale noden, maar dat er ten dezen ook
een plicht bestaat van andere organen,
sprak zij uit in punt 5 van haar richt
lijnen.
De diaconie eerbiedige, zo ging zij
voort, o.m. ook de welvaartszorg der
Overheid.
„Eerbiedigen" betekent echter niet,
dat zij zich van haar eigen verantwoor
delijkheid ontheven kan achten, zo is
vastgesteld in richtlijn 7.
Neen, zo vervolgt de volgende richt
lijn, zij moet er steeds op bedacht zijn.
dat de Overheid de zelfstandigheid van
de diaconie eerbiedigt. Deze grenser-
kenning kome van beide kanten.
En verder zij zij er op bedacht, dat zij
geheel en alleen steun verleent, met be
sliste afwijzing van overheidshulp, wan
neer deze zou leiden tot een bemoeiing,
die schadelijk ware te achten voor het
leven en de eer voor de kerk van Jezus
Christus.
En dan komt het
„dat de diakenen het tot hun verant
woordelijkheid zullen rekenen voor de
nodige deskundigheid te zorgen, opdat
zij goede raad en voorlichting kunnen
geven en bij het ontmoeten van de ver
heid in het wederzijds benaderen van
de maatschappelijke noden, de zelfstan
digheid en de waarheid van de dienst
der kerk weten te handhaven."
Terwille dus van de eer en de reputa
tie der kerk, als orgaan van haar Hoofd
Jezus Christus, dient dus het diaconaat
te streven naar zo groot mogelijke des
kundigheid (uitspraak 8d). Dat klemt
voor bet ambt der diakenen veel meer
dan voor dat der ouderlingen, omdat de
laatsten de wereldlijke overheid niet op
hun weg ontmoeten.
Ik geloof, dat we er erg blij mee kun
nen zijn. dat onze breedste kerkelijke
vergadering zó waakt voor de eer en
waardigheid der kerk dat zij bij de eis
tot deskundigheid is terecht gekomen.
Het kan zijn, dat er in de praktijk een
zekere spanning ontstaat tussen de ge
meentelijke sociale dienst en hem die
bijstand ontvangt. Het kan ook zijn. dat
die spanning overslaat op de diaconie.
Zulk een spanning is mogelijk bij de