eeuwóe
3£erkbocle
VAN
ALLES WAT
IN MEMQRIAM Professor Brillenburg Wurth
18e JAARGANG No. 22
6 DECEMBER 1963
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48.
MedewerkersJ. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, Woerden Dr. P. C. Kraan, Vlissingen
Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo
„ik worstel £)s jg Wentsel, Brouwershaven.
en ontkom
Abonnementsprijs
3,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
12 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 12 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
Vy
CIJFERS, DIE SPREKEN
werden ons verschaft door het Alge
meen Diaconaal Bureau ten aanzien van
de opbrengsten voor het werelddiaco-
naat over drie kwartalen van 1963. In
totaal kwam er niet minder dan
1.175.536,94 binnen. Ruim de helft
hiervan kwam uit de kerkcollecten
582.480,13). Aan giften kwam een
bedrag binnen van 171.837,42. Daar
naast kwam uit collecten en giften een
bedrag van 184.792,13 binnen voor
de ramp op Bali en 236.427,26 voor
de leniging van de nood in Skoplje.
Natuurlijk zou het wel eens de moeite
waard zijn om te weten, wat via andere
kerken voor de wereldhulpactie is bin
nengekomen. Helaas zijn die cijfers ons
niet bekend. Er is echter alle reden aan
te nemen, dat onze kerken in dezen niet
bepaald achteraan komen of een slecht
figuur slaan. Het totaalbedrag, dat na
melijk uit alle protestantse kerken voor
de slachtoffers in Skoplje bijeengebracht
werd ligt namelijk rond de 313.000,
zien we dat uit onze kerken een goede
236.000,'bijeen werd gebracht, dan
blijft er voor de andere kerken een
77.000,-^ over. Was door de andere
kerken naar evenredigheid van zielental
bijgedragen, dan zou dit bedrag onge
veer 1.000.000,'— (één miljoen) heb
ben moeten bedragen. Er is dus heus
geen aanleiding voor om te zeggen, dat
gereformeerden altijd op oecumenisch
terrein overal achteraan komen. De cij
fers wijzen nu eenmaal anders uit. Zij
wijzen op oecumenische daden onzer
kerken, waarvoor wij dankbaar zijn mo
gen.
9
VERBLIJDEND
was de inhoud van een overlijdensad
vertentie, die wij deze week aantroffen
in de Volkskrant. In plaats van de nog
steeds veelvuldig alhoewel reeds
minder dan vroeger voorkomende ti
rade heden overleed, na nog tijdig de
sacramenten der stervenden te hebben
ontvangenlazen we het volgende:
„Om in het huis van de Heer te wonen
in lengte van dagen is geheel onverwacht
vanuit de slaap overgegaan in de eeuwi
ge rust
Ook het slot van de advertentie was
geheel anders, dan gewoonlijk. De mis
voor de zielerust van de gestorvene was
geheel in overeenstemming met de aan
hef van de annonce vervangen door een
plechtige eucharistieviering, waarin de
overledene bijzonder herdacht werd.
We zien hier een bewuste ombuiging
van de begrafenisliturgie der R. Kerk
naar de lijn van de oud-christelijke kerk,
waarin de gestorven gelovigen tijdens
de avondmaalsviering na de begrafenis
herdacht werden.
Geheel in overeenstemming met de
geest der overlijdensadvertentie werden
ook aan het slot de missen die gaarne
gevraagd worden achterwege gelaten.
Wanneer wij zulk een advertentie
als deze zien, dan verheugen wij ons,
daar hieruit blijkt, dat in de kerk van
Rome krachten werkzaam zijn, .waar
door het bijbels denken een steeds gro
tere plaats krijgt. Vooral trof het ons,
dat de eerste ondertekenaar van de bo
vengenoemde advertentie een bekend
r.k. theoloog is. Waaruit blijken mag,
dat juist in de r.k. theologische kringen
een grote openheid voor het bijbels spre
ken en denken gekomen is.
Het meest verblijdend echter vinden
wij, dat uit deze advertentie de geloofs
zekerheid spreekt. Het weifelende ge
loof, dat nog om heilige missen voor de
zielerust van de overledene vraagt heeft
hier plaats moeten maken voor de ze
kerheid van het van stonde aan. Dit is
niet alleen verblijdend voor ons, die als
reformatorische christenen zulk een ad
vertentie lezen, maar in de eerste plaats
voor hen, die in deze zekerheid hun
dode aan het graf mochten overgeven.
ELKANDER NAVOLGEN.
Berichtten we een vorig maal, dat het
orgaan onzer zusterkerken in de Ver.
Staten, ons kon aanbevelen het voor
beeld van haar synode na te volgen en
op een vaste plaats te vergaderen.
Thans beveelt de Wachter aan de Ame
rikaanse kerken aan om de uitspraak
van onze synode over de doop van ge
adopteerde kinderen over te nemen. De
synode van de Christian Reformed
Church heeft namelijk uitgesproken, dat
geadopteerde kinderen gedoopt mogen
worden. Met als gevolg, dat de ene
kerkeraad wel, de andere echter niet ge
adopteerde kinderen tot de doop toe
laat.
Ds. John van Harlelen schrijft nu
in de vragenrubriek blij te zijn met de
uitspraak van Groningen, want
,,Het geeft weerklank aan de gedachte,
dat wij en onze wettige kinderen (ook
dus wettig geadopteerde kinderen) erf
genamen zijn van de belofte, zodat de
oude regel des verbonds weer opgeld
doet„gij en uw nageslacht", maar ook:
„gij en uw huis"."
Daarom acht hij dat nu de tijd ge
komen is, dat de Christian Reformed
Church een einde maakt aan de prak
tijk van deze en gene kerkeraad, hier
wel en daar geen geadopteerde kinderen
te dopen, door hetzelfde uit te spreken
wat in Groningen gezegd is „dat kin
deren, die door leden onzer kerken wet
tig zijn geadopteerd recht hebben op
de doop en daarom behoren gedoopt te
wezen".
SPAANS RECHT.
Het volgende is een knipsel, dat
waarschijnlijk vele boze brieven van
„oecumenisch-voelende" lezers aan de
redactie teweeg gebracht zou hebben in
dien het bijv. in de Zeeuwse Kerkbode
als artikel was verschenen. Men zou de
redactie er op gewezen hebben hoe waar
we juist zo heerlijk naar elkaar toe
groeien een dergelijk artikel alleen maar
verwijdering schept en de kloof weer
dieper maakt, hoe veel oecumenisch
werk weer jaren achterop zou zijn door
zo'n artikel enzovoorts.
Het betreffende artikel verscheen
echter niet in een protestants kerkelijk
orgaan, maar in de r.k. Bazuin. En wij
achten dit artikel een bewijs van oecu
menische moed, reden waarom we er
graag een plaatsje voor inruimen.
„Uit Le Monde van 19 oktober lees ik
U voor Drie jonge Franse studenten,
beschuldigd van terroristische daden,
werden op 17 oktober door een bijzon
der oorlogstribunaal tot de volgende
straffen veroordeeld de zeventien jaar
oude Alain Pecunia tot een gevangenis
straf van tweemaal twaalf jaar plus één
dag (de Spaanse hoven kunnen poëtisch
uit de hoek komen); Alain had een
bommetje laten ontploffen op een stillig
gend schip in Barcelona. De twintig jaar
oude Bernard Ferry tot een gevangenis
straf van dertig jaar hij had een of an
der apparaat tot ontploffing gebracht,
waardoor twee kinderen licht verwon
dingen opliepen. Dertig jaar dus. Ten
slotte de drie-en-twintigjarige Guy Batou
tot een gevangenisstraf van vijftien jaar,
want hij was in Madrid aangehouden met
een bom op zak.
Het hof bediende zich van tolken, die
vaak verkeerde vertalingen leverden.
Guy Batou vroeg het hof of martelingen
zoals die op hem toegepast waren, tot
de normale gang van zaken bij de politie
van Madrid behoorden. Bernard Ferry
gaf te verstaan dat de politie van Valen
cia van electrische stroom gebruik had
gemaakt bij de ondervraging.
Aan het slot van het proces werden de
consul-generaal van Frankrijk plus de
aanwezige Spaanse- en buitenlandse
journalisten uit de zaal geknikkerd, ter
wijl een officier schreeuwde, dat het alle
maal wel wat vlugger kon. De laatste
maanden, aldus Le Monde, welk blad
men nooit van overdrijving beticht heeft,
werd er in deze zaal zeker een honderd
tal mensen veroordeeld, waarvan het
merendeel jongeren.
Le Monde van 2021 oktober de ho
gere legerleiding heeft het vonnis van de
Franse studenten bevestigd. Mogelijk ko
men zij in aanmerking voor de amnestie
die bij gelegenheid van de verkiezing van
Paulus VI is afgekondigd.
Vooral dit laatste Spaanse nootje is
-frappantde katholieke Kerk heeft zulke
nauwe banden met het regiem, dat een
pauskeuze de gevangenissen in Spanje
leeg doet lopen. Stelt U zich dit in Ne
derland voor Gerrit de stotteraar komt
op vrije voeten, omdat de Nederlands
Hervormde Kerk een nieuwe synode
heeft.
Aan genoemd soort schoftenstreken
laten we de dingen in hemelsnaam bij
hun naam blijven noemen is de kerk
in Spanje gelieerd. En er verheft zich
geen stem. De studentenwereld hier in
Parijs die dit feit uit solidariteit toch
hoog op moest nemen, heeft het te druk
met stakingen voor betere studievoor
zieningen. Heeft men in Nederland ge
protesteerd
We winden ons op over Frater Venan-
tius, maar denkt U eens aan die Fray
Venantio die zijn handen aan Franco's
vuur warmt. Als de geestelijkheid in
Spanje zich eens massaal verhief
Maar gewoonlijk moet die uit buiten
landse kranten de juiste inlichtingen over
Franco's bloedige dictatuur vernemen.
En voor de zoveelse maal in de historie
wordt de kerk gecompromitteerd.
Zou het zo vreemd zijn als bij een, mo
gelijk revolutionaire, bestuurswisseling
Fray Venantio over de Pyreneeën gezet
of in de Middellandse Zee gesmeten
werd Hij heeft immers meegedaan, of
gezwegen
In Vrij Nederland van 19 oktober lees
ik over de stakingen van de mijnwerkers
in Austurië 3 september om vier uur
's middags werd de mijnwerker Rafael
Gonzalez, 35 jaar, doodgefolterd. Op de
zelfde dag en in dezelfde plaats werd de
mijnwerker Silvino Lapico gecastreerd.
Hij ligt nu in een hospitaal en zal waar
schijnlijk sterven. Een andere man, wiens
naam niet bekend is, ligt er ook op ster
ven, omdat de politie zijn geslachtsdelen
verbrand heeft. Zijn vrouw werd kaal
geschoren. Zij en haar man werden er
van beschuldigd communisten te zijn.
Waarschijnlijk krijg ik nu dé B.V.D. op
mijn dak, omdat ik een bevriende natie
beledig. Maar dan zal ik de heren met
mijn gitaar ons schone volkslied voor-
tokkelen dat merkwaardigerwijze ook al
iets tegen Spanje heeftDe tyrannic
verdrijven, die mij mijn hert doorwondt."
Ook in onze Zeeuwse Kerkbode mag,
meen ik, een woord ter nagedachtenis
van professor Wurth niet ontbreken.
Begon hij zijn ambtelijke loopbaan
niet in een van de Zeeuwse kerken, de
kerk van Oost- en West-Souburg, die
hij diende van 1924 tot 1930
Graag heb ik op me genomen, een
enkel woord aan zijn nagedachtenis te
wijden.
Het eerst ontmoette ik hem op het
Marnix-gymnasium in zijn geboortestad
Rotterdam. En ik mag er wel direct bij
zeggen zijn Rotterdam Want Rotter
dammer is hij gebleven zijn leven lang.
Niet alleen de jaren, dat hij er predikant
was, maar ook daarna. Rotterdam, de
koopmansstadRotterdam, de werk
stad Ja, een werker was hij, tot het
laatste toe.
We zaten in dezelfde klas. Deden sa
men eindexamen. Gingen samen naar
de V.U. Volgden daar samen de colle
ges. Van die tijd ken ik hem het best,
al hebben ook later onze levenswegen
zich nog meermalen gekruist. Als ik aan
die tijd terugdenk, nu hij van ons heen
ging, dan komt mij voor de geest een
woord uit een preek van de oude Sikkel,
bij wie wij samen zo dikwijls ter kerk
gingen „vergeet nooit de jongen, die
gij bij moeder thuis waart Dat zijt gij
Gij kunt een Petrus worden, als het
God belieft, maar de Simon blijft ge".
Reeds toen stak in hem de latere
professor.
Toch dat niet alleen.
Ik herinner mij nog levendig, hoe hij
mij op een morgen, op weg naar het
gymnasium vertelde, hoe een buurjon
gen, die in hetzelfde pand woonde als
EEN VROME WENS?
Enige tijd geleden sprak ik met een
vrijgemaakte collega over de verschil
lende problemen, die zich aan de kerken
voordoen, zowel aan de onze als aan
de vrijgemaakte. Het gesprek cirkelde
rondom „Assen 1926", de zaak Telder
en artikel 36 van onze geloofsbelijdenis.
We waren van mening, dat dit eigenlijk
geen vragen zijn, die iedere kerk voor
zich behoort op te lossen, maar dat het
toch eigenlijk zo zou moeten zijn, dat
deze zaken gezamelijk werden doorge
sproken. Veel uitzicht er op dat dit ech
ter zou gebeuren hadden we echter niet.
Het leek ons echter niet juist alléén met
deze vragen bezig te zijn. Nu blijkt, dat
we ons in het gezelschap van de synode-
praeses bevinden, die in het Amster
dams kerkblad schreef „Het is voor
mij namelijk de vraag of het juist is, dat
onze kerken alleen met het probleem
van Genesis bezig zijn. De vrijgemaakte
kerken en de Christelijke Gereformeer
den hebben er evengoed mee te maken.
En het lijkt mij onjuist, dat één kerken
groep zich aan de overweging van dit
moeilijke probleem zet, terwijl anderen
de ontwikkeling met critisch oog vol
genHet zou mij lief zijn als deze
vragen gemeenschappelijk zouden kun
nen worden onderzocht, zodat ieder er
zich verantwoordelijk voor wist. Maar
deze gedachte zal het wel niet verder
brengen dan tot een vrome wens".
Zo zijn er dus al drie mensen, die
verzuchten, dat het wel een vrome wens
zal blijven en we vragen ons af of het
er niet meer zullen zijn. Ook binnen de
vrijgemaakte kerken begint het ten aan
zien van „Assen 1926" te rommelen.
Daarom lijkt het haast onverantwoord,
dat elk op zijn eigen wijs er mee bezig
gaat. Natuurlijk zal men kunnen zeg
gen ze willen toch niet met ons samen
er over nadenken. De grote moeilijkheid
voor mij zit echter hier, dat we het nog
niet eens gevraagd hebben. Misschien
zou het goed zijn onze besluitvorming
omtrent „Assen" op te schorten totdat
we het gevraagd hebben. Dit zou be
tekenen, dat deze besluitvorming op zijn
minst pas over twee jaar en als de
anderen meedoen 1111 kan worden
verwacht. Maar zou om der wille van
de oecumene een dergelijk offer niet
gebracht mogen worden v. H.
hij, met God en met de kerk had gebro
ken. Hij vertelde het met tranen in zijn
ogen.
Reeds toen vervulde hem ook die
„passie voor zielen", die altijd in hem
gebleven is. Want dat had hij passie
voor zielen.
Ik meen zelfs te mogen zeggen, dat
ook in zijn wetenschapsbeoefening die
passie hem niet verliet, ja, dat zijn be
oefening der wetenschap door die passie
gedragen werd.
Hij was in dat opzicht een dankbare
leerling van Calvijn, die, zelfs in zijn
dogmatiek b.v. in zijn „Institutie", nog
de zielszorger bleef. Voor Calvijn was
er geen afstand tussen zijn dogmatische
en zijn pastorale arbeid. Ook voor
Wurth bestond die afstand niet.
Hij werd professor. Dat verdiende
hij. Hij was een eminent geleerde. Maar
heel zijn wetenschappelijke arbeid was
pastoraal gericht. Eigenlijk is hij altijd
pastor gebleven.
Nu is hij van ons heengegaan.
En dit heengaan wordt gevoeld als
een groot verlies, zowel in als buiten
onze kerken. Ja, ook buiten onze kerken.
Want Wurth had onnoemelijk veel con
tacten, en hij had ze overal. Wie zal
zeggen, met hoevelen hij „het gesprek"
heeft gevoerd, om ze te winnen voor het
evangelie en ze te overtuigen van de
waarheid van Gods Woord 1 Het is
reeds door anderen opgemerktin „het
gesprek" lag zijn grote kracht.
Zullen wij treuren om zijn heengaan?
Ons past allereerst dank aan God,
voor wat Hij in hem schonk aan de
Theol. Hogeschool, aan de Vrije Uni
versiteit, aan de kerken.