eeuwóe
^Cerkbode.
Wandelingen door de wereld van het Oude Testament
JOHN FITZGERALD KENNEDY f
De Mannenbond
Aanbevolen
Aanbevelenswaardig 1
18e JAARGANG No. 21
29 NOVEMBER 1963
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48.
Medewerkersj[. A. van^ Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, VlissincjenDs. M. V. J. de Craene, Baarland
„Ik worstel
en ontkom"
A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, Woerden ;_Dr. P. C. Kraan, Vlissingen
v. d. Leek, Kapelle Ds. F
Wentsel, Brouwershaven.
Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo
Ds. B. Wen
Abonnementsprijs
3,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
12 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 12 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
Met grote verslagenheid heeft de we
reld het bericht van de moord op presi
dent Kennedy ontvangen. Een man, die
groter geweest is, dan velen ooit hebben
vermoed. Pas het vorig jaar hebben we
eigenlijk pas goed beseft, dat deze jonge
president een man was, die zelf beslis
singen kon en durfde nemen. Voordat
hij echter zijn volle krachten had kun
nen ontplooien is hij gevallen. Ons treft
daarbij vooral de tragiek van dit heen
gaan, de moeder, die met twee kinderen
achterblijft, die versuft en onwerkelijk
in dit leven staat. Bij deze tragiek zijn
we licht geneigd te vergeten wat Ken
nedy voor de wereld en het volk van
Amerika betekend heeft. De historie
schrijvers zullen dit alles straks aan de
vergetelheid trachten te ontrukken. Eén
facet van hem is echter reeds duidelijk
naar voren gekomen. Zijn overeenkomst
met die andere grote christen-president
van Amerika, Abraham Lincoln. Lin
coln, die in 1863 de slavernij afschafte,
omdat hij geen negers en blanken, doch
slechts medeschepselen zag. Lincoln
heeft dit met de dood bekocht, ook aan
zijn leven maakte een kogel een einde.
Het is in de lijn van Lincoln, dat Ken
nedy honderd jaar later zijn binnen
landse politiek ten aanzien van het ras
senvraagstuk gevoerd heeft. Hij zag
geen niggers", maar mensen. Helaas
heeft hij het niet meer mogen beleven,
dat de kwestie waarvoor hij zich met
zijn gehele persoon inzette tot een goed
einde gekomen is. Anderen zullen ech
ter deze taak verder voortzetten. Maar
één ding is zeker, dat de namen van
Lincoln en Kennedy gekoppeld zullen
blijven aan de geschiedenis van de
strijd van de neger om een menswaardig
bestaan. Dit is echter slechts één facet
van Kennedy geweest. Veelzeggend is
ook, dat zijn West-europese antagonist,
Charles de Gaulle van het gesproken
heeft als een „groot soldaat". Dit tekent
èn de grootheid van de Gaulle èn de
grootheid van Kennedy.
Het lijden van hen, die Christus vol
gen willen werd ook zijn deel. We heb
ben daar zondag jongstleden in een
speciale dienst voor de Amerikanen, die
in verband met de vestiging van een
fabriek in Terneuzen en Axel wonen bij
stil gestaan. Het zou de eerste dienst
zijn in de Engelse taal, die we deze
mensen wilden aanbieden, het werd een
rouwdienst, waarin we bepaald werden
bij het feit, dat ook vandaag nog Chris
tus door deze wereld gaat en deze we
reld en de mensen aanziet door de
ogen van hen, die zichzelf verloochenen
en Hem navolgen. Het lijden van Chris
tus komt dan overvloedig over ons, maar
zo valt ook door Christus overvloedig
vertroosting ten deel. Deze vertroosting,
dat Christus de wereld overwonnen
heeft en wij in Hem meer dan overwin
naars zijn. Indien we met Hem sterven,
wij zullen ook met Hem leven. Daarom
konden we ook in deze rouwdienst zin
gen
To Him that overcometh,
a crown of life shall be
He with the Lord of Glory,
will reign eternally.
Aan hen, die overwinnen
geeft Hij de zegekroon,
zij zullen met Hem heersen
voor eeuwig in Zijn troon.
Trooste de God aller vertroosting
mevr. Kennedy en haar kinderen en al
len, over wie overvloedig het lijden van
Christus komt met deze troost.
v. H.
De Bond van Gereformeerde Man-
nenverenigingen in Nederland kort
weg gezegd de Mannenbond hield
op donderdag 21 november een pers
conferentie, waarover we graag iets in
de Kerkbode willen meedelen. Al te veel
namelijk blijft de arbeid der mannen-
verenigingen in de schaduw en ook tref
je bij sommige mensen de hardnekkige
gedachte aan, dat een mannenvereni-
ging niet meer tot deze tijd behoort. Het
gekke is, dat heel velen, die dit zeggen
rustig lid van een of andere hobbyclub
zijn, die dan toch evenzeer uit dè tijd
zou moeten zijn. Want wat is er ver-
gadertechnisch voor onderscheid tussen
die mannen, die een hele avond met el
kaar „bomen" over hun hobby en die
mannen, die op een mannenvereniging
bezig zijn We zeiden vergadertech-
nisch gezien. Er is echter een heel groot
verschil en dat ligt hierin, dat de leden
van een mannenvereniging bezig zijn
niet met een hobby, maar met het
Woord des Heren. Men kan tegenwer
pen, dat dit voor sommigen wel eens in
een hobby ontaarden kan en dat dit
ook inderdaad gebeurt. Dit neemt ech
ter niet weg, dat een mannenvereniging
geen hobbyclub is. Want ondanks de
stokpaardjes, die sommige leden op
theologisch terrein wellicht berijden,
gaat het volgens artikel 2 der statuten
er om dienstbaar zijn aan de bloei der
reeds bestaande of nog op te richten
Gereformeerde Mannenverenigingen in
Nederland, welke beogen onder haar
leden aan te wakkeren en te verdiepen
de kennis der beginselen voor het Ge
reformeerde leven.
Dit is het grote verschil tussen een
mannenvereniging en een hobbyclub,
het gaat er om dat men elkander wijst
op de roeping het ambt der gelovigen
te beleven. En dit houdt als vanzelf
sprekend in vermeerdering van kennis
van Schrift en Belijdenis (hoe kan men
anders „getuigen" zijn krachtens het
profetisch ambt) en betrachting van
dienstbetoon op elk terrein van onze
samenleving krachtens het priestelijk en
koninklijk ambt.
Dit is maar niet een liefhebberijtje,
waarin de één wel en de ander geen zin
heeft en waar men van zeggen kan
de één verzamelt postzegels, de ander
knutselt en de derde is lid van een
mannenvereniging. De mannenvereni
ging ligt hoewel misschien vergader-
technisch er geen onderscheid is op
een heel ander plan. De mannenvereni
ging is toerusting tot dienstbetoon.
Daarom gaat het niet alleen maar om
de kennis, maar ook om de practische
toepassing daarvan in het leven.
Dat de mannenverenigingen uit de
tijd zouden zijn moge verder geloochen-
straft worden door de volgende cijfers
1922 7 verenigingen met 200 leden
1927 32 1500
1932 139 3520
1942 400 9697
1952 511 12616
1957 549 12033
1962 552 11711
We zien, dat er steeds nog nieuwe
verenigingen bij komen, anderzijds ech
ter zien we, dat er de laatste tien jaar
eer daling in het totale ledental geko
men is. Daarbij kunnen we de daling in
de jaren 1952—1957 gevoegelijk toe
schrijven aan de emigratiehausse, maar
voor de daling in de jaren 1957—1962
is geen andere verklaring te vinden dan
gebrek aan belangstelling. Een gebrek
aan belangstelling, dat er ten onrechte
is. Immers de Bond hoewel 40 jaar
heeft een frisse aanpak van de zaken.
De methodiek heeft men aangepast aan
de veranderde en veranderende eisen
van de wereld, waarin we leven. Zo gaf
men in het begin leidraden uit, waarin
een bepaald bijbelboek hoofdstuk voor
hoofdstuk werd behandeld. Later ver
schafte de bond aan zijn leden uittrek
sels uit belangrijke boeken. In 1962
verscheen er een pocketboek, waarin tal
van onderwerpen in schetsvorm werden
behandeld. Door dit alles krijgen de
verenigingen meer variatie in de behan
deling van de stof en komen actuele
vraagstukken meer aan de orde. Een
tweede pocketboek is ondertussen ge
pland voor het komende jaar.
Sedert 1948 beschikt de Bond over
een eigen Bondshuis, waarin door de
heer Span met behulp van zijn assitente
mej. B. v. d. Put het omvangrijke ad
ministratieve werk, dat de Bond ook
met zich meebrengt, verricht wordt.
Het oude koetshuis, dat op het terrein
van het Bondshuis stond is omgetoverd
in een aardig vacantie-oord, bestaande
uit vier leuke vacantiehuisjes, die de
namen dragen Anemoon, Aster, Nar
cis en Margriet. Dit vacantie-oord werd
in 1954 geopend. Op het Bondshuis
staat de laatste jaren ook een ponsma
chine en een volautomatische adresseer-
machine, die binnen één dag zorgt voor
12000 adressen met afgesneden banden.
Adressenbanden, die gaan om het or
gaan van de Bond: Opdracht en Dienst,
dat alle leden ontvangen en dat met zijn
vele lezenswaardige artikelen steeds
weer een nieuwe bron van bezinning is.
Want tenslotte gaat het daarom toch
in de bond, dat de leden zich bewust
van hun opdracht worden en toebereid
tot hun dienst aan de naaste. Dat de
Mannenbond hierbij van de meest mo
derne middelen gebruik maakt is er een
teken van, dat deze bond springlevend
is. Maar vergeten we niet, dat het bij
heel de moderne aanpak blijft gaan om
het oude Evangelie, dat altijd weer
nieuw is. Daarom doet de Bond een be
roep op alle gereformeerde mannen om
niet afzijdig te blijven staan. Ook hier
geldt het tua res agitur, de zaak gaat
U aan. v. H.
Ds. William Haverkamp houdt zich
in De Wachter bezig met het besluit
onzer synode om „de mogelijkheid te
onderzoeken eventueel de zittingen van
deze synode c.q. die van een volgende
synode in een centraal gelegen confe
rentie-oord te houden".
Hij schrijft
„In de Christian Reformed Church heb
ben we nu al voor jaren gewoonte op
dezelfde plaats te vergaderen, en wel,
Calvin College. Daar hoeven we de
kerkleden niet lastig te vallen om logies
en daar is alles keurig ingericht om de
synodeleden te voorzien van hun natje
en hun droogje. We kunnen het van
harte aanbevelen".
In het Kerkblad voor Brabant en
Limburg lazen we een stukje van ds.
O. van Noort over de kerkelijke begro
tingen. Ds. v. N. is bang dat de ker
kelijke begroting, als we niet oppassen,
alleen maar een zakelijke aangelegen
heid van cijfers wordt en dat we lang
niet voldoende deze zaak vanuit het ge
loof en de beloften Gods aanpakken.
De financiën van de kerk zijn een zaak
van heel de gemeente, die haar liefde
tot haar Heiland uitleven kan in een
met blijdschap brengen van haar offers.
Ter illustratie geeft hij hierbij het vol
gende verhaal
„In dit verband trof mij bijzonder een
verhaal over een Amerikaanse Kerk, dat
ik ergens las.
In deze kerk was het vaste gewoonte,
dat ieder lid ieder jaar persoonlijk be
zocht wordt. De aktie wordt uitstekend
voorbereid. Men zorgt voor zo'n groot
aantal vrijwilligers, dat alle gemeente
leden op één zondagmiddag kunnen
worden bezocht. Die dag is de begro
tingszondag. Alle medewerkers komen
op de zaterdagavond, die aan de begro
tingszondag vooraf gaat, samen in een
gebedssamenkomst. De begroting van
dit jaar was 148.000 dollars.
Zondagmiddag 3 maart gingen 229 huis
bezoekers op pad; 114 groepjes van
twee en één afzonderlijk naar het tehuis
van ouden van dagen.
In de avondkerkdienst zou men de uit
slag bekend maken.
Men kon de Here danken voor de ver
blijdende uitkomst. De begroting was
met 10.000 dollar overschreden. De op
brengst was 158.000 dollars.
Van dit bedrag was 77.000 dollar be
stemd voor zending en evangelisatie en
71.000 voor eigen kerkelijke uitgaven.
Vanaf het eerste begin van deze kerk
heeft men als regel aangenomen, dat
voor zending en evangelisatie minstens
evenveel moet worden opgebracht als
voor de eigen kerk".
Of deze Amerikaanse methode aan
beveling verdient om te worden nage
volgd, willen we gaarne aan de lezers
overlaten, waarbij de een er wellicht an
ders over zal denken dan de ander. We
zullen het allen in ieder geval met ds.
van Noort eens moeten zijn, dat de aan
de aktie voorafgaande gebedssamen
komst en de grote offerbereidheid wel
licht voor velen onzer beschamend zijn.
v. H.
24. Het trotse Babyion (2).
Het is al vrij lang geleden, dat wij
onze laatste wandeling maakten, om
precies te zijn 6 september. Wij zouden
juist de toren van Babel gaan beklim
men, toen de zaak stokte, en wel voor
vele weken. Het lijkt wel of 't nog
steeds niet wil met die toren. Toen niet:
de bouw werd breed opgezet, maar ver
kwam men niet. En nu ook nietmaan
den geleden stonden we al onder aan
de trappen en nog zijn we niet op weg
gegaan naar boven. Wij zullen maar
denken bezint eer gij begint. En be
zinning kost tijd. Bezinning is ook wel
nodig, want we zullen voordat we bo
ven zijn heel wat moeilijkheden ontmoe
ten.
We beginnen nu maar met het Bij
belverhaal te lezen in Gen. 11.
„De gehele aarde nu was één van
taal en één van spraak" zegt vs. 1.
Welke taal was dat die toen door alle
mensen gesproken werd Het antwoord
op die vraag kan kort zijn. Wij weten
het niet. En waarschijnlijk zullen we
het ook nooit weten, 't Is ontzaglijk lang
gelederi. Dat men toen al geschreven
documenten heeft nagelaten, is erg on
waarschijnlijk. Die taal blijft ons ver
borgen. Er zijn wel zeer oude talen, die
we in meerdere of mindere mate ken
nen, maar ten eerste zijn die niet oud
genoeg om de „oertaal" van de oudste
mensenheid te wezen en ten tweede
kunnen ze niet dienen als „moedertaal",
waarvan de andere talen zijn afgeleid.
Er is eens iemand geweest, die beweer
de, dat men in het paradijs Nederlands
gesproken heeft, maar dat zal wel nie
mand meer geloven. Overbodig te zeg
gen, dat ook het Hebreeuws, de taal van
oud-Israël en van het Oude Testament,
niet als oertaal in aanmerking komt. Nu
is het op zichzelf niet zo erg, dat wij de
taal van de oudste mensheid niet ken
nen (al moet gezegd worden, dat de
wetenschap naar haar aard erg nieuws
gierig is). Maar wel levert het ons
eigenaardige moeilijkheden op met be
trekking tot de uitlegging van bepaalde
woordspelingen in 't boek Genesis. Zo
b.v. de namen van de eerste mensen.
„Adam" betekent „mens" en „Eva" (in
het Hebreeuws Chawwa) heeft iets te
maken met „leven" (Gen. 3 20). Maar
die betekenis hebben ze alleen als we
aannemen dat het Hebreeuwse woorden
zijn, of woorden uit een taal die daar
aan zeer nauw verwant was. Hetzelfde
geldt van 't woord „mannin" in Gen.
2 23. In het Hebreeuws is het woord
voor „vrouw" hetzelfde als dat voor