jZ^eeuwóe 3£erkbocle De Gezangenbundel INDUSTRIE Tussen de regels KLEINE VOSSEN 18e JAARGANG No. 20 22 NOVEMBER 1963 OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND r&lljT Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48. NySgg MedewerkersJ. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, VlissingenDs. M. V. J. de Craene, Baarland Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, Woerden Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo "ik wo"tel Ds. B. Wentsel, Brouwershaven. en ontkom Abonnementsprijs 3,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 12 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 12 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 Ook op de synode van Groningen is de uitbreiding en de revisie van de be staande gezangenbundel ter sprake ge komen. Zij het, dat dit onderwerp maar weinig tijd in beslag nam, daar reeds op de synode van Apeldoorn tot besluit vorming hieromtrent was overgegaan. Het rapport dat dan ook op de synode van Groningen ter tafel kwam behelsde weinig meer dan de vermelding, dat de- putaten de opdrachten van de synode van Apeldoorn hadden uitgevoerd en dat de verschijning van de nieuwe ge zangbundel tegen het begin van 1963 verwacht kan worden. De nieuwe gezangenbundel staat dus op stapel en het zal nog een kwestie van enkele weken zijn of deze bundel komt van de pers. En deze bundel mag gebruikt worden in de eredienst, daar de straks te verschijnen bundel door de synode van Apeldoorn de voorlopig aanvaarde gezangenbundel onzer ker ken zal zijn. De synode van Apeldoorn besloot namelijk om de door deputaten aange boden gezangen met enkele uitzonde ringen te aanvaarden en de aldus ver kregen bundel voorlopig te beschouwen als gezangboek van de Gereformeerde Kerken. De synode besloot verder dit gezang boek toe te zenden aan de mindere ver gaderingen om deze in de gelegenheid te stellen overeenkomstig art. 59 lid 2 van de Kerkorde van haar gevoelen blijk te geven, of namelijk dit gezang boek als geheel al dan niet definitief kan worden aanvaard. De bundel, die straks het licht zal zien is ontstaan uit samenwerking met de door de Nederlandse Hervormde Synode benoemde commissie. Dit bete kent, dat de gezangen, die in de nieuwe gezangenbundel zullen zijn opgenomen gelijkluidend zullen zijn aan die welke ook in de Nederlandse Hervormde Kerk gezongen zullen worden. Hierbij gelieve u vooral te letten op de toekomende tijd waarin de laatste zin geschreven is. Het zal namelijk zo zijn, dat verschillende gezangen in de nieuwe bundel nog al afwijken van de bestaande Hervormde gezangen. Dit zal sommigen wellicht een doorn in het oog zijn, daar zij me nen dat nu weer door de Gereformeerde Kerken een eigen koers wordt gevaren. Niets is echter minder waar, over de nu te verschijnen gezangen is met de Her vormde commissie voor de gezangen bundel overleg gepleegd om te komen tot eenheid in de te zingen psalmen. Vergeten we niet, dat de bestaande Hervormde Bundel eigenlijk ook niet meer is dan een „proeve", een proeve, die sedert 1938 beproefd wordt, doch waarop de eigenlijke bundel nog moet volgen. De gezangen die nu in de Ge reformeerde Bundel opgenomen worden zijn dus gezangen waarover met de Hervormde commissie overeenstemming is bereikt ten aanzien van de tekst. De bundel zal in twee uitvoeringen verschijnen, waarvan de prijzen respec tievelijk 1,60 en 1,95 zullen bedra gen. We hopen, dat velen als straks de bundel verschenen is deze zullen aan schaffen en ook dat de mindere ver gaderingen deze bundel ernstig in stu die zullen nemen. Ook de industrialisatie had de aan dacht van de Groninger Synode, even eens tengevolge van een besluit van de Synode van Apeldoorn, waar aan de deputaten voor advies bij moeilijkheden van de industrialisatie een omvangrijke opdracht verstrekt werd. Deze opdracht luidde a) werkzaam te zijn ter voorlichting van de kerken op dit terrein, met name terzake van vorming van ambtsdragers en gemeenteleden, die bij deze zaak zijn betrokken b) op eenvoudige en duidelijke wijze de kerkeraden voor te lichten over de problemen, waarvoor de indus trialisatie de kerken stelt c) te bestuderen, wat in het belang van de vorming en opleiding van de pre dikanten kan worden gedaan en hierbij met name na te gaan 1°. of er van onze kant moet worden ge streefd naar continuering van de cursus voor predikanten uit indus triegebieden aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, en zo ja, op welke wijze dan het gereformeerde element in deze opleiding tot zijn recht kan ko men, 2°. of eventueel naar een eigen gereformeerde opleiding voor predi kanten uit de industriegebieden moet worden gestreefd d) het onderwijs en de vorming van de bedrijfsjeugd, voor zover nodig in hun aandacht te betrekken e) contact te zoeken met andere instan ties in onze kerken die met deze pro blematiek te maken hebben, om zo tot een eventuele wederzijdse taak omschrijving c.q. samenwerking te komen f) contact te oefenen met de christe lijke maatschappelijke organisaties, om elkaar in voorkomende gevallen te dienen g) verslag uit te brengen van hun ar beid aan de eerstvolgende daarvoor aangewezen synode. In de synodezitting van februari 1962 werd deputaten nog opgedragen een voordracht voor de benoeming van een functionaris voor te bereiden. Deze func tionaris zou dan onder leiding van de putaten medewerken aan de vervulling van de reeds eerder genoemde omvang rijke opdracht. Het rapport dat in Groningen ter ta fel kwam maakte duidelijk, dat de werk zaamheden van deputaten zich voorna melijk bewogen hebben rondom de be noeming van deze functionaris, een in dustriepredikant in algemene dienst. Als zodanig werd dr. L. Zielhuis per 1 fe bruari van dit jaar benoemd. Deputaten menen, dat het nu na deze benoeming en de inwerkperiode van dr. Zielhuis eerst pas goed mogelijk zal zijn om de omvangrijke opdracht, die door de Apeldoornse Synode verleend werd ter hand te nemen. Zij vroegen dan ook en (HET R.K. CONCILIE) Naar aanleiding van deze uitspraak van kardinaal Alfrink is het misschien wel eens goed na te gaan, hoe de ho gere leiding in de r.k. kerk functioneert. Om te beginnen stuiten we dan op het lichaam, die curia Romana" heet. Deze Romeinse curie moet volgens het huidige r.k. kerkrecht de paus bijstaan in het besturen van de ganse kerk. Zij bestaat uit verschillende congregaties, tribunalen en officies. Deze congregaties, tribunalen en of ficies hebben eigenlijk elk 'n afzonder lijk terrein. Er zijn in totaal 11 congre gaties, 3 tribunalen en 5 officies. De sterkste, of liever de machtigste con gregatie is die, waarvan Ottaviani de kardinaal-secretaris is. Deze congrega tie wordt genoemd de congregatie van het heilig Officie, of kortweg het heilig Officie. De bevoegdheid van deze con gregatie strekt zich uit tot alles wat het geloof of de zeden raakt. De voorzitter van deze congregatie is de paus. De paus zelf staat slechts van drie congre gaties onmiddellijk aan het hoofd, wat dus wel aanduid dat deze drie congre gaties de drie bijzonderste zijn. Wan neer Ottaviani er zich dus op beriep, kregen verlenging van deze opdracht. Echter met één verschil werd in de oude opdracht gesproken van problemen, waarvoor de industrialisatie de kerken stelt, in de nieuwe opdracht lezen we de problemen, waarvoor de verandering van de industriële samenleving de ker ken stelt. -Dit laatste is maar niet een willekeu rige redactiewijziging, maar dit betekent dat het werk veel omvattender is ge worden. Industrialisatie is maar één as pect van de veranderende samenleving. Ook daar echter waar de industrialisa tie al lang achter de rug is bijv. in Twente -zijn er toch problemen, waarvoor de deputaten zich gesteld zien. Vragen we nu, wat heel deze taak van de industriepredikant en van depu taten precies inhoudt en hoe het werk zal worden aangepakt, dan kan nog weinig worden gezegd. De industriali satie is als het ware een veelkoppig monster, dat terdege verkend moet wor den en waarvoor de juiste benadering nog gezocht moet worden. Deze te vin den en hiertoe allerlei contacten te leg- gèn zal de eerste taak van de industrie predikant zijn. Hiernaast denkt men aan de vorming van een groep van per sonen uit industriegebieden, die regel matig met dr. Zielhuis de practische za ken zal bespreken. Dat hier een veelomvattend werk wacht is duidelijk, hoe en in welke rich ting dit werk zich precies zal ontwikke len moet nog worden afgewacht. Zeker is echter, dat in de benoeming van dr. Zielhuis de juiste man op de juiste plaats gekomen is. Nu zou men natuurlijk kunnen tegen werpen, dat er wellicht beter aan ge daan was, om te wachten totdat men wist wat er allemaal precies wel gedaan zou moeten worden, dat het dan pas de tijd zou zijn om een functionaris te be noemen. Dit is echter een redenering, die niet opgaat. Hoe zal men weten wat gedaan moet worden, wanneer er geen „verkenner" is En, wat nog zwaarder weegt, mag de kerk al deze problemen die zich ontwikkelen laten liggen tot la ter Hier zou de kerk haar tijd niet verstaan en de aansluiting missen. Juist nu, waar al vele problemen liggen, waar de industrialisatie achter de rug is, mag niet langer gewacht worden. v. H. dat Alfrink door zijn aanval op het hei lig Officie de paus zelf aanviel, had hij enigszins gelijk. Het is misschien ook wel interessant te weten, dat dit Officie (wij gebruiken nu gemakshalve die naam) ontstaan is in 1542. Het heette toen de heilige en universele inquisitie en had als doel op te treden tegen de ketters. Haar autoriteit bestaat vandaag de dag hierin, dat zij in leerzaken be voegd is om na overleg met de paus en met zijn toestemming 'n decreet tus sen bevel en richtlijn) uit te vaardigen. Indien dit gebeurd is dan moeten de ge lovigen dit decreet innerlijk aanvaarden (dat betekent, dat ze het ook uiterlijk niet mogen tegenspreken). Naast dit heilig Officie bestaan er nog tien congregaties die zich speciaal met de volgende zaken bezig houden 'n Congregatie consistorialis, die tot taak heeft de verdeling der bisdommen, het voorstellen van nieuwe verdelingen, enz., 'n congregatie over de manier waarop de sacramenten dienen gebruikt te worden, 'n congregatie van het con cilie, ingesteld om de besluiten van Trente toe te passen, 'n congregatie die de seminaries en universiteiten onder haar bevoegdheid heeft, 'n congregatie voor de Oosterse kerk, en nog verschil lende andere congregaties. De tribunalen dan, ten getale van drie, dienen speciaal voor meer inner lijke aangelegenheden. Zo b.v. dient de poenitentiarie tot het vergeven van niet openbare zonden, die eigenlijk aan de paus zijn voorbehouden. De paus zelf legt hier zijn persoonlijke macht in de handen van dit tribunaal voor wat aan gaat de niet openbare zonden. De open- Eén van de zwaarste en moeilijkste opgaven van de Heiland is wel, dat een gelovige zichzelf heeft te verloochenen, dat is zich zelf weg te cijferen, zichzelf uit het oog te verliezen. Als dit nu voor ons, gewone mensen, nog meer, voor gewone dominé's, al zo moeilijk is, hoeveel te meer voor de paus van Rome. U hebt wellicht gelezen de opzien barende uitspraak van de paus „Als de Katholieke Kerk schuld heeft aan de scheiding, dan bidden we deemoedig God om vergiffenis en vragen tegelij kertijd de broeders vergeving, als die zich door ons gekwetst zouden voelen. En wat de Katholieke Kerk aangaat, zij is bereid alle beledigingen te vergeven, die haar getroffen hebben en al het lij den, dat zij leed in de lange tijd van twisten en scheuring". Zonder nu deze tekst letterlijk te ont leden, is het toch wel een ongedachte, ongelofelijke, voorheen niet-denkbare uitspraak geweest uit de mond van de „plaatsbekleder van Christus" en dat nog wel bij de opening van het Con cilie Als men rekent, dat de Kerk in haar officiële uitspraken niet dwalen kan, volgens de Roomse leer, en dat ze eeuwen lang deze pretentie voerde en de schrikkelijke banbliksems deed uit schieten tegen ieder, die de Kerk in haar leerstellingen weersprak, en op hoge toon deze onaantastbare hoogheid eeuwenlang ophield en steeds meer op voerde, dan mag 't wel een wonder he ten, dat er sprake is van 't vragen van vergiffenis aan de gescheiden „broe ders". Al weet ik wel, dat de paus, om met Ds. Hegger te spreken, zijn uit spraak conditioneel stelde„als de R. Kerk schuld treft" en spreekt van de „beledigingen" van de zijde van die gescheiden „broeders", dan nog is het toch wel verwonderlijk en een niet te miskennen „vernedering", dat de stra lende, onaantastbare paus vanaf zijn troonzetel dergelijke woorden in de mond nam. Want, als 't voor ons reeds zo zwaar is om ongelijk te erkennen, zelfs de mo- vervolg op pag. 2) bare zonden, die hij alleen vergeven kan, vergeeft hij dus persoonlijk. Misschien vraagt u zich af, beste le zer, welke zonden zijn dit nu die aan de paus zijn voorbehouden. Ik wil u hier een voorbeeld noemen zonder er dieper op in te gaan, omdat er in deze zonde, volgens de r.k. moaral, verschil lende mogelijkheden zijn. Neem b.v. het feit dat een staatshoofd die r.k. is en gescheiden, hertrouwt, terwijl zijn vroe gere vrouw nog leeft. Na de dood van zijn eerste vrouw kan het tweede hu welijk in radice (in de wortel) worden gesaneerd, zoals men dat noemt. Om dat hier sprake is van 'n staatshoofd en 'n publiek iets, wordt deze zonde aan de paus voorbehouden om ze te ver geven. Ten laatste maken dan de Officies deel uit van de Romeinse curie. Hier onder komt dan b.v. het staats-secreta- riaat, die zich bezig houdt met de di plomatieke betrekkingen met andere staten. Mogelijk helpt dit alles u enig inzicht te krijgen in het functioneren van de r.k. kerk. Intussen blijft het natuurlijk moeilijk te zeggen wat kardinaal Alfrink gewijzigd zou willen zien, misschien gold zijn aanval alleen het heilig Offi cie, dus de congregatie van het heilig Officie, in zo ver we natuurlijk van een aanval kunnen spreken. In ieder geval, een zaak is wel duidelijk, men wil op 'n andere manier geregeerd worden. De vraag zal echter zijn In hoeverre zal dit concilie er in gelukken dit alles te veranderen. M. V. J. de Craene. Kardinaal Alfrink stelde voorhet H. Officie door 'n kroonraad te vervangendie dan zou bestaan uit verschillende bisschoppen, ver spreid over de ganse wereld" (aldus verschillende bladen).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1963 | | pagina 1