eeuwóe 3£erkbocle ER NAAST 7 18e JAARGANG No. 16 25 OKTOBER 1963 OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48. MedewerkersJ. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, Woerden Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo "ik w0"tel Ds. B. Wentsel, Brouwershaven. en ontkom r Abonnementsprijs 3,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 12 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 12 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 v Waren we er dan zo ver naast met ons artikel over het Oecumenisch Jon- gerencongres, dat op 28 september j.l. in Utrecht gehouden werd en waarover wij in de Kerkbode van 11 september schreven naar aanleiding van enkele door de kerken iri haar rubriek Ken merk" vertoonde hoogtepunten Deze vraag hebben wij ons gesteld toen we naar aanleiding van dit artikel een tweetal brieven ontvingen waarin ons negativisme verweten werd, daar wij slechts waren uitgegaan van een aantal televisieflitsen, die kennelijk de hoogtepunten niet waren. Er zij daarom ten overvloede op ge wezen, dat onze bespreking uitging van wat wij gezien hebben in de uitzending van Kenmerk" het magazine der ker ken. Waar nu de kerken zelf in hun televisie-uitzending deze zaken als de hoogtepunten aankondigden, bestaat er voor ons geen reden om deze medede ling in twijfel te trekken. Ons dunkt, dat deze kerken zeer wel onderscheid kunnen maken tussen dat wat de hoofd en dat wat de bijzaken van een congres zijn. Op grond daarvan meenden wij te mogen en te moeten oordelen over dit congres zoals in het nummer van 11 oktober geschiedde. En wij niet alleen. In verschillende kerkelijke bladen is een oordeel in deze geest gegeven, terwijl de hoofdredacteur van het Friesch Dag blad, het ere-lid der G.J.V. H. Algra er eveneens een beschouwing in deze geest aan wijdde. Naar uit persberich ten blijkt heeft ook de voorzitter der N.C.R.V. Mr. A. B. Roosjen, ernstige kritiek op dit congres en zijn hoogte punten geuit. De briefschrijvers stellen echter dat objectiviteit onzerzijds had moeten lei den tot het opnemen van positieve re acties op dit congres. Wat dit laatste betreft, willen wij ook hieraan gevolg geven door overname van een artikel van ds. J. Vuyst uit het veertiendaags orgaan voor hervormd kerkewerk „Woord en Dienst". Helaas was dit artikel nog niet verschenen, toen wij ons artikel schreven, na lezing van dit artikel echter menen wij, dat we er toch beslist niet zo naast waren, als de brief schrijvers meenden. Men oordele echter zelf. Allereerst volgt nu een schrijven van de heer J. C. Fossen te Goes, liever hadden wij van plaatsing hiervan afge zien, doch daar deze broeder in een telefonisch onderhoud te kennen gaf, dat hij niet plaatsen van zijn schrijven als een niet-durven-opnemen er van zou aanzien, laten we het hier volgen. We hebben het schrijven van enkele voetnoten voorzien, waarop we aan het einde nader willen ingaan. „Uw drie artikelen over het Oecume nisch Jongerencongres in de Zeeuwse Kerkbode van 11 oktober, zijn, zacht uit gedrukt, wel zeer ongelukkig En dat nog wel in een editie van de Kerkbode, waarin een artikel voorkomt getiteld „In het paradijs was een slang". Leest U dit laatste artikel nog eens en bezin U daarna nog eens op Uw eigen artikeltjes. Ziet U de slang rondkruipen De slang van het onverhoord oordelen 1) Intussen heeft het gif zijn werking al ge daan.2) Vanmorgen zeiden enkele oudere mensen tegen mij „Heb je 't gelezen in de Kerkbode 't Is daar een beüde geweest op dat congres En is je zoon daar nu bij geweest? En wat zeg je daar nu van?" U mag denken over de oecumenische beweging wat U wilt, U mag haar bestrij den, maar U dient objectief te blijven. a) U bent zelf niet op het congres geweest. U hebt noch het studiemateriaal, dat aan de deelnemers tevoren is toegezonden, be studeerd U hebt geen deelnemers gespro ken, noch de gehouden toespraken gelezen. U hebt alleen enkele flitsen voor de T.V. gezien. Mag U dan oordelen, zoals U ge daan hebt?4) Als hoofdredacteur van een Kerkbode, die ook gelezen wordt door eenvoudige mensen, die zelf niet tot oordelen bevoegd zijn en zonder meer afgaan op hetgeen U schrijft, hebt U een grote verantwoordelijk heid. Als de T.V. enkele flitsen laat zien, zo nodig met de opmerking, dat dit hoogte punten zijn, zijn het dan ook hoogtepun ten 5) De volgende zin in Uw artikel „een op name van de maaltijd, waarbij brood en vis in overvloed aanwezig waren wel wat schril na de even tevoren vertoonde beel den over de hongergebieden enz." is toch volkomen tendentieus. Die uitzending na de vertoonde beelden over de hongergebieden is toch volkomen toevallig. Dat weet U zeer wel. 't Is alleen maar „stemming kweken". U hebt niets begrepen, of wilt niet be grijpen het thema van het congres „vijf broden en twee vissen". De maaltijd was zonder meer sober. En er is een collecte gehouden voor Algerije (hongergebieden) De slang kruipt verder Foei, tijdens de maaltijd werd uit de bijbel gelezen Men kan tijdens een maaltijd slechtere dingen doen. Roddelen b.v. over een jongerencon gres. Natuurlijk is dit een regiefout. Jongeren, die ik gesproken heb, vonden dit ook niet goed. 7) Maar iedereen at ook niet tijdens het lezen uit de Schrift. Het was ook, ver geet niet, een zeer gemengd gezelschap. En dan dat cabaretliedje Het woord „donderen" is inderdaad geen beschaafd Nederlands, doch om aan dit „kolderlied je" (meer is'het niet) een zodanige beteke nis te hechten als U gedaan hebt, is toch wel wat belachelijk. Om dit schrijven niet te lang te maken, ga ik daar niet verder op in. 8) Prof. Waterink schreef onlangs in een artikel, dat men veel zaken met meer humor en met meer nuchterheid moest bekijken, dan zouden er minder brokken gemaakt worden. Daar ben ik het van harte mee eens. Maar wat ik het ergste vind in heel Uw geschrijf is het volgende Uw schrijven is volkomen negatief, er is niets positiefs, niets opbouwends in te vin den, terwijl er zo ontzettend veel positiefs over het congres te schrijven viel, wanneer U het zou hebben meegemaakt of jongeren gesproken had. Dit congres is één van de belangrijkste gebeurtenissen van dit jaar Let welvijf duizend jonge christenen (waaronder God dank zeven honderd Gereformeerden) spreken met elkaar over de dienst van de Kerk aan de wereld Zoeken temidden van verdeeldheid naar hetgeen samen kan bin den. Nu eens niet een zaal vol jonge men sen, die hysterisch een teenageridool aan bidden en toeschreeuwen, doch dit samen enthousiast zingen, en samen bidden. Ik vraag U dringendLeest U eens nauwkeurig, wat op dit congres gezegd is en ga eens na wat er gebeurd is, en schrijft li dan nog eens over het congres. Zoekt U ook de positieve kanten eens op Ik hoop van harte, dat niet veel jonge ren, die aan het congres hebben deelgeno men, deze artikelen hebben gelezen. Zij zouden er verbitterd door worden. Op deze wijze jaagt men de jeugd de kerk uit10 Ik zou over dit congres, en andere zaken, die er mee samenhangen graag meer willen schrijven, maar de brief wordt reeds te lang. Maar ik stel er prijs op, dat U dit schrij ven onverkort in de Kerkbode van de vol gende week opneemt. Daar hebben de lezers van dit blad recht op. Terwille van de waarheid, die wij toch beiden willen dienen. Wanneer ik scherp ben in deze brief, dan is dit niet persoonlijk bedoelt, maar ik toorn zeer heftig tegen een bepaalde mentaliteit van artikelen schrijven in onze Kerken, welke b.v. in tijden van tweespalt zelfs scheuringen veroorzaken, doch geluk kig de laatste tijd weinig meer voorkwam. Trapt U de slang van negativisme dood 41) U gaat naar Brazilië, heb ik gelezen. U zult er anders van terugkomen.12Ik heb een vrijgemaakte broeder gesproken, die ook verschillende jaren in het buitenland heeft vertoeft, en veel zaken nu anders heeft leren zien. Met hartelijke broedergroeten, J. C. FOSSEN, Goes, Geref. ouderling." 1Onverhoord oordelen Wanneer de kerken zeggen „Ziet dit was het oecumenisch jongerencongres te Utrecht, althans de hoogtepunt ten daarvan", dan is hier een oor deel gegeven op grond van wat de kijkers door de kerken is voorge zet. Dit is dus allerminst „onver hoord", maar „gehoord" en gezien wat de kerken in hun T.V. rubriek ons boden. 2) „Het gif", welk gif?, dit dat men zegt, dat een standpunt, waarin geen ruimte is voor de christelijke school allerminst oecumenisch is Of dit dat we het met de heer Algra eens zijn, dat het eten tijdens het bijbellezen niet eerbiedig is 3) Juist omdat we objectief wensten te blijven, schreven wij dat door wat hier te zien was een smet op het oecumenisch streven geworpen werd. De aandachtige lezer van ons artikel zal dan ook bemerkt hebben, dat het allerminst tegen de oecumenische beweging gericht was. Wij schreven „Hier is het vaandel van de oecumene gezet op een zaak, die allerminst oecume nisch, maar eng en bekrompen is". 4) Deze flitsen werden door de ker ken als de hoogtepunten voorge steld aan het Nederlandse volk. Ons dunkt, dat men van die zijde toch zeker wel weet wat de hoogte punten waren. Ware dit een ver slag geweest in een -niet-christelijk blad, dan zouden wij zeker deze beoordeling niet gegeven hebben. Nu echter de kerken zelf zeggen „Ziet dit waren de hoogtepunten", nu hebben we het volste recht om daarnaar te oordelen. 5) Inderdaad, dit waren de hoogte punten, want niet de nieuwsdienst, niet de pers, maar de kerken zeg gen het. 6) Tendentieus. Het ging hier over een opmerking van een commenta tor, die mij persoonlijk irriteerde, na de vertoonde beelden over de hongergebieden. Deze opmerking van de commentator was op dat moment volkomen misplaatst. 7) De heer Fossen is het er dus mee eens, dat het eten tijdens het bijbel lezen niet goed was. Om dit nu af te doen met het woordje „regie fout" lijkt me echter wel heel erg zwak. Hoofdzaak is echter dat de heer Fossen het 'ook fout vindt. 8) Dat cabaretliedje. Natuurlijk kun nen we ook op kerkelijk gebied wel grapjes maken, er zijn echter din gen waarvan je aanvoelt of het een grap of een kleinerend belachelijk maken is. En dat troffen we hier aan. Het ellendige is, dat we steeds weer moeten ontdekken, hoe men sen, die zo heel erg „oecumenisch" heten, de christelijke school een trap geven. Vanuit bepaalde krin gen worden geregeld dergelijke aanvallen gedaan, waarbij men het doet voorkomen, alsof het hebben van een bijzondere school iets be lachelijks is. De eenheid der oecu mene die men heet na te streven blijkt dan meestal het ideaal te zijn van het onverdeeld naar de open bare school. Waarbij ieder die zich daar niet in vinden kan „bekrom pen" of „ouderwets" heet. Maar hier wordt onzes inziens de oecu menische eenheid niet nagestreefd, doch loopt men achter het negen tiende eeuws liberalisme aan. Deze aanval op het bijzonder onderwijs, nog wel door de kerken naar voren gebracht als een hoogtepunt van het congres, heeft met de echte oecumene niets van doen. Een ieder die iets van de zending afweet zal moeten beamen hoe brood- en broodnodig het is om in de zen- dingsgebieden christelijk onderwijs te geven. Hoe blij is men op de zendingsvelden niet wanneer er weer gelegenheid geschapen kan worden voor zulk onderwijs. En zal het dan hier oecumenisch heten wanneer er een trap tegen dit on derwijs gegeven wordt Dit is meer dan een kolderliedje, hier spreekt een bepaalde geest uit, die allerminst oecumenisch is, die we zouden kunnen typeren als oecumenistisch of oecumaniakke- rig, het is de „oecumene" van hen, die er hun eigen stempel op willen zetten. Dat dit onder de naam „oecumene" gebracht wordt, dat doet de oecumene alleen maar kwaad. Wat in dit liedje gezegd is, is niet samenbindend, doch verwoestend. In dit verband zou meteen in te gaan zijn op de veel gehoorde op merking, dat wij als Gereformeer den nog niet rijp zouden zijn voor de oecumene. Laten we met die „kolder" maar eens ophouden. Als er veel en met goede bedoelingen over de oecumene geschreven is, dan is dit van gereformeerde zijde geweest. En steeds is daarin ook naar voren gekomen dat het in de oecumene gaat om de wereldwijde kerk. Het is echter de vraag of an deren rijp zijn voor de oecumene al gebruiken ze het woord te pas en nog meer te onpas. Want om de naam oecumene voor dergelijk eng gepraat te gebruiken geeft geen pas. 9) De heer Fossen schrijft, dat ik vol komen negatief geschreven heb. Me dunkt dat wanneer er negatie ve dingen getoond worden als hoogtepunten er weinig positiefs van te zeggen valt. Of had de heer Fossen gewild dat we waarderend over het eten tijdens het bijbellezen en over de trap, die tegen het bij zonder onderwijs gegeven is ge schreven hadden. Dat het echter volkomen negatief zou zijn wat we schreven, daarin zijn we het niet met hem eens. We hebben namelijk er op gewezen, dat deze hoogte punten van het congres de oecume ne schade berokkenen. Wie hier goed verstaat begrijpt, dat wij juist om der wille van de oecumene deze hoogtepunten moesten afwijzen. De oecumenische beweging verdient het niet dat door dit congres een blaam op haar streven geworpen wordt. 10) Dus de jeugd wordt de kerk uitge jaagd wanneer wij vandaag nog zeggen, dat het trappen tegen de christelijke school en een gebrek aan eerbied allerminst oecumenisch is Moeten we dan alles wat als oecumene ons wordt voorgezet maar als oecumene slikken En moeten we zo die jeugd laten be- invloeden door een geest die niet de wijdheid van de kerk, maar slechts de bekrompenheid van het eigen standpunt, als de grens der oecumene ziet 11) Daar de vertoonde hoogtepunten een negatieve bijdrage waren aan de oecumene, meenden wij aan uw verzoek te hebben voldaan. 12) Toen enkele jaren geleden een twaalftal Zeeuwse predikanten meenden protest te moeten aante kenen tegen de zogenaamde vijf- kerkentocht in Rotterdam, waarin ook naar onze mening jveel te licht vaardig met het oecumenisch vraagstuk werd omgegaan, was er één der Rotterdamse predikanten, die persoonlijk op dit schrijven met instemming reageerde. Die ene pre dikant was de aan Rotterdam ver bonden zendingspredikant in Bra zilië, ds. F. Schalkwijk. Wellicht ziet men op een afstand beter nog hoe gemakkelijk men hier in Ne derland zonder enig onderscheid de oecumenische beweging en het oecumenistisch drijven van sommi gen die van de naam oecumene ge bruik maken door elkaar haalt. Na de lezing van de brief van broeder Fossen, moeten we besluiten ons stand punt te handhaven dat het aan het Ne derlandse volk voorgezette congres al lerminst oecumenisch was. Wanneer men daartegen in wil brengen, dat er toch nog iets anders was op dit congres dan het voor de T.V. vertoonde, dan spijt het ons dat dit echter de hoogte punten niet waren. Wat in de ogen der in Kenmerk samenwerkende kerken de hoogtepunten waren, daarvan moet ge zegd, dat er zaken bij waren, die aller minst oecumenisch zijn. Wil br. Fossen van mening verschillen met ons over de hoogtepunten, dan verschilt hij niet met ons van mening, maar met de in Ken merk samenwerkende kerken. Waar de organisatoren van dit congres uit deze kerken stammen, daar nemen wij graag aan, dat ons de hoogtepunten vertoond zijn. Wie meent dat de hoogtepunten ergens anders lagen, is dus volgens de keuze van de in Kenmerk samenwer kende kerken niet van de zaken op

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1963 | | pagina 1