40 - 30
Officiële Berichten
Uit de Gemeenten
LAAT VOORJAAR
Alle aandacht willen we vragen voor
het onderstaand artikel, dat ons werd toe
gezonden door Ds. B. Richters.
Er is op de generale synode te Gronin
gen op de dag, waarop de zendingszaken
werden behandeld, een opmerking gemaakt,
die uitvoerig in de pers werd geciteerd,
zonder dat echter het antwoord er bij ver
meld werd. Een van de synodeleden stelde
namelijk de vraag, of er geen wan-verhou-
ding bestond tussen het aantal krachten,
dat op het Zendingscentrum werkt, t.w.
40 en het aantal zendingsarbeiders, dat op
de zendingsterreinen werkt, n.l. 30.
Voor wie niet geheel op de hoogte is
van de huidige stand van het zendingswerk
en ieder kan op de hoogte zijn, als hij
de moeite neemt om kennis te nemen van
alles, wat wordt gepubliceerd, b.v. in' „De
Gereformeerde zending in 1962" zou
deze opmerking misverstand kunnen wek
ken en ook een bepaalde verkeerde indruk
kunnen geven ten aanzien van het zen
dingswerk en het werk op het Zendings
centrum te Baarn.
Laat ik eerst mogen beginnen met mee
te delen, dat het aantal Europese zendings
arbeiders Nederlanders en Duitsers
dat door onze Kerken werd uitgezonden,
met verlof of in opleiding, 43 bedraagt.
Daarmee begint de schaal al over te slaan
ten gunste van het zendingsveld. We moe
ten echter niet vergeten, dat mee in het
kader van het zendingswerk van onze Ker
ken talloze inheemse krachten zijn inge
schakeld, die ook op de zendingsbegrotin
gen voorkomen. Alleen het aantal inheem
se missionaire predikanten e.d. bedraagt al
12. Dan zijn nog niet genoemd de vele
anderen, die ingeschakeld zijn bij het on
derwijs, de opleiding, de sociaal-economi
sche dienst, het medische werk, de lectuur-
arbeid enz. Al deze werkers worden mee
gefinancierd door onze zending.
Hetbelangrijkste, dat opgemerkt dient
te worden, is, dat het karakter van de zen
ding in de laatste jaren ingrijpend is ver
anderd.
Vroeger was het zo, dat de beslissingen
in Nederland werden genomen. Tegen
woordig is het gelukkig anders de inheem
se Kerken, in welk land ook, dragen de
primaire verantwoordelijkheid voor het
werk, dat echter in samenwerking met onze
Kerken wordt gedaan. We kunnen dus
niet mee stellen, dat door onze zending
„slechts" 43 zendingsarbeiders zijn inge
schakeld. Gelukkig niet. Hoe eerder deze
zendingsarbeiders overbodig worden, des
te beter. Daar zijn de zendingsarbeiders
zelf ook ten diepste van overtuigd.
En die 40 mensen op het Zendingscen
trum dan Is dat niet te veel Is er dan
toch niet een wanverhouding van 40 55
Iemand maakte dezer dagen de opmer
king „wist U, dat bij onze luchtvaart
voor elke man in de lucht 10 man op de
grond werken V Als dit voor de zending
ook zou gelden, dan zouden op het Zen
dingscentrum 550 mensen moeten werken.
Doch het zijn er maar 40. Toen onlangs
een zakenman het Zendingscentrum be
zocht en bij zijn begeleider informeerde,
wat die 40 mensen toch deden, zei de za
ken".
Ter synode is een efficiency-rapport
over het Zendingscentrum ingediend, ge
maakt door een efficiency-deskundige, die
een belangrijke positie bekleedt bij Philips
kenman „in ons bedrijf zouden we voor
dit werk 120 mensen hebben aangetrok-
in Eindhoven. Deze deskundige heeft zich
zeer prijzend uitgelaten over de efficiency,
waarmee op het Zendingscentrum wordt
gewerkt.
Ook ten aanzien van het werk op het
Zendingscentrum moet men bedenken, dat
de tijden geheel zijn veranderd. Vroeger
kocht men alles op de zendingsvelden zelf.
Tegenwoordig moet alles, van naalden tot
auto's toe, vanuit Nederland worden ver
zonden. Dit vergt een enorme administra
tie. Vroeger hield een penningmeester-pre
dikant de boeken bij. Tegenwoordig heb
ben we zakelijk zeer deskundige penning
meesters, die echter onmogelijk in staat
zijn om zelf in hun „vrije tijd" de admini
stratie bij te werken, de zeer ingewikkelde
jaarrekeningen op te maken en de begro
tingen samen te stellen.
Dit alles gebeurt nu op het Zendings
centrum, uiteraard onder supervisie van de
verantwoordelijke penningmeesters. Vroe
ger kon men in het Nederlands correspon
deren. Tegenwoordig is dat er meestal niet
meer bij. Een vertaler, die Frans, Duits,
Engels en Spaans beheerst, moest worden
aangesteld, terwijl een ander de Indonesi
sche vertalingen verzorgt. Vroeger waren
de zendingszaken betrekkelijk eenvoudig.
Tegenwoordig zijn ze veel ingewikkelder
geworden, o.a. omdat we met allerlei an
dere Kerken in de wereld samenwerken.
Vroeger kon weinig aandacht gegeven
worden aan de pensioenzaken. Nu moest
er een speciale kracht voor aangetrokken
worden, die mee op verzoek van de zen
dende Kerken deze en andere personele
AGENDUM
Buitengewone Vergadering Classis
Middelburg op woensdag 16 oktober
9 uur v.m, in het Gereformeerd
Jeugdgebouw, Singelstraat 15, Mid
delburg.
1Opening.
2. Nazien credentiebrieven.
3. Constituering der vergadering.
4. Rapport Commissie Rusthuizen.
5. Schrijven Classis Axel inzake Consu
lentschap Breskens.
6. Rondvraag.
7. Korte Notulen.
8. Sluiting.
Namens de roepende kerk
Middelburg,
Ds. J. BOONSTRA, Praeses h.t.
B. H. LAVOOIJ, Scriba.
Het moderamen der Classis zal als volgt
samengesteld zijn
Ds. G. S. OEGEMA, Praeses.
Ds. H. J. KORNET, Assessor.
Ds. J. C. STREEFKERK, Scriba I.
Ds. G. GOMMER, Scriba II.
P.S. Alle kerken dienen een diaken af te
vaardigen.
KORT PERSVERSLAG van de vergade
ring van de Classis Tholen, gehouden
11 september 1963, aanvang namiddag
te 14 uur, in 't vergaderlokaal Geref.
Kerk te Bergen op Zoom.
1. Opening. De praeses, ds. J. C. van
Egmond, opent de vergadering. Hij laat
zingen Ps. 103 1, gaat voor in gebed en
leest Ps. 103.
De afgevaardigden worden welkom ge
heten, evenals cand. Sloot en de deputaten
ad art. 53 K.O.
De praeses mediteert daarna over Ps.
103. Hij merkt op, dat deze psalm spreekt
over dankbaarheid, een moeilijk op te
zaken behartigt. Vroeger waren slechts
een paar mensen in Nederland bij de zen
ding betrokken. Nu zijn het er honderden,
gelukkig, want o wee, als de zending een
zaak wordt van een aantal „top-functiona-
rissen". Vroeger moest men zichzelf op
leiden. Nu is een Zendingsseminarie een
zaak van zeer grote betekenis geworden.
Vroeger was de zendingsbelangstelling bij
de leden van de Kerken over het algemeen
gering. Nu moet de stroom van belang
stelling onder ouderen en jongeren geleid
worden. Voor het verwerken van de
enorm grote stroom van giften is een apar
te afdeling nodig. Vroeger bestond het
Zendingsblad' uit een verzameling knipsels
en rapporten. Tegenwoordig wordt aan de
journalistieke opzet van het Zendingsblad
alle aandacht besteed.
En zo zou ik een tijdje door kunnen
gaan. Ik hoop, dat uit het bovenstaande
vooral twee dingen duidelijk zijn dat in
wezen het aantal zendingsarbeiders veel
groter is dan 30 en zelfs 55. Maar ook
dat het aantal werkers op het Zendings
centrum veel geringer is dan eigenlijk no
dig zou zijn. En laten we ook niet ver-
geten, dat er tientallen en nog eens tien
tallen jonge mensen in de zending zouden
willen uitgaan, maar dat dit niet mogelijk
is, o.a. omdat de zending daarvoor tot nu
toe het geld niet heeft.
Baarn. B. Richters.
brengen gezindheid. Wij hebben alle reden
tot dankbaarheid jegens God en elkander.
Die reden is Gods genade. Daar mogen wij
van genieten. Na de genoten rust mogen
we weer present zijn. 't Werk wacht weer.
Daar kunnen we tegen op zien. Er moet
echter dankbaarheid zijn, dat wij het mo
gen doen. Die dankbaarheid moet door
klinken in rust en werk, vooral in onze
daden als ambtsdragers.
Hij wenst de kerk van Rilland-Bath ge
luk nu cand. Sloot het beroep naar deze
kerk aannam. Ds. Haverkamp wordt geluk
gewenst met een ontvangen beroep. De
kerk van Oud-Vossemeer wordt vervulling
van de nog voortdurende vacature toege
wenst.
2. Nazien credentiebrieven. De kerken
van Rilland-Bath en Poortvliet zien de
credentiebrieven na. Alle kerken blijken
wettig vertegenwoordigd. Er zijn geen in
structies.
3. De kerken van Bergen op Zoom en
Tholen controleren de stukken betreffende
het peremptoir examen van cand. Sloot.
Het examen kan aanvangen. De predikatie
van cand. Sloot levert geen bezwaren op
om met het examen voort te gaan. Dit ge
schiedt. Gehoord dit examen en het gun
stig advies van deputaten besluit de Classis
cand. Sloot toe te laten tot de Dienst des
Woords en der Sacramenten. Hij ontvangt
de gelukwensen der vergadering en van
deputaten. Hem wordt toegezongen Ps.
134 3.
4. De scriba van de Classis, Mr. J. J.
Versluys leest de notulen, die worden
goedgekeurd.
5. Ingekomen stukken worden behandeld.
Naar aanleiding van een dezer stukken
besluit de Classis de interclassicale kinder
bijslagregeling te laten doorlopen tot 1 ja
nuari 1964. De interclassicale commissie
ten deze zal verzocht worden tijdig advies
uit te brengen over al of niet continuering
van de regeling na 31 december 1963. Dus,
voor de novemberclassis. Inzake het ge
zamenlijk dragen van de periodieke ver
hogingen van de predikantstractementen
wordt besloten geen uitspraak te doen dan
nadat iedere kerk in de classis zich daarop
beraden heeft. Het resultaat van dit beraad
wordt op de vergadering van de Classis
Nieuwerkerk.
1Jonge jeugd-appèleen laatste herinne
ring Deze vrijdag, 11 oktober, half 8,
wordt in het vergaderlokaal deze avond
gehouden. Onze jonge jeugd zal haar
beste beentje voorzetten. Komt gij dan
luisteren, ouders en belangstellenden.
U kent nu wel de aard van die avond.
In de pauze een consumptie. Laten we
't aan onze jeugd laten zien, dat de
Heiland alleen ons leven waarlijk blij
maakt. Een clubje meisjes zal er nog
van zingen ook. Tot ziens dus
2. We wensen de zieken in het ziekenhuis,
van Nieuwerkerk en Oosterland her
stel, kracht, moed, en bovenal genade
van God toe.
Tot zover ditmaal. J. H. B.
in november a.s. verwacht voor een defi
nitieve beslissing.
6. Rapporten kerkvisitatie. De behan
deling dezer rapporten wordt uitgesteld tot
de novemberclassis. Hierna 2 zaken uit 't
rapport betreffende de. kerk van Oud-
Vossemeer komen aan de orde. De classis
geeft advies inzake een doopkwestie aan
deze kerk en ze ontvangt toestemming bij
't beroepingswerk boven het minimumho
norarium te gaan, door de Generale Sy
node genoemd.
7. Rondvraag art. 48 K.O. Geen dei-
kerken heeft iets voor deze rondvraag.
8. Benoemen scriba en quaestor. De
broeders Mr. J. J. Versluys en L. de Kok
worden voor een jaar herbenoemd, respec
tievelijk als scriba en quaestor.
9. De classis spreekt er haar ongenoe
gen over uit, dat de afgevaardigden van
een der kerken niet de gehele vergadering
konden bijwonen.
10. Algemene rondvraag. De afgevaar
digden van Rilland-Bath delen de datum
van de bevestiging en intrede van Cand.
Sloot mede en informeren naar 'n geschikt
uur voor de aanvang der diensten.
11. Vaststellen volgende vergadering.
Deze wordt vastgesteld op 6 november
1963, om 9 uur v.m. te Bergen op Zoom.
12. Vaststelling persverslag. Wordt
overgelaten aan 't Moderamen.
13. Sluiting. Broeder Verkammen gaat
voor in dankgebed. De praeses sluit de
vergadering.
Op last der Classis,
A. G. v. d. STOEL, Assessor.
STREEKNIEUWS
WEST-ZEEUWS-VLAANDEREN.
Provinciale Bijbeldag Zeeland.
Nadat er enkele jaren geen Provinciale
Bijbeldag, uitgaande van het Ned. Bijbel
genootschap, in Zeeland is gehouden, is
er voor dit jaar weer één gepland. Deze
Bijbeldag voor de Provincie Zeeland is
vastgesteld op donderdag 17 oktober a.s.
en wordt gehouden in „De Prins van
Oranje", Nieuwstraat 14 te Goes. Om
10.30 uur begint de morgenvergadering,
die bestemd is voor de afgevaardigden van
de Zeeuwse afdelingen van het Ned. Bij
belgenootschap. Zoals heel de Bijbeldag
staat ook deze vergadering o.l.v. de voor
zitster van de Prov. Commissie van het
N.B.G. in Zeeland, Mevr. J. E. Kake-
beekeMosselmans. Er wordt nader
nieuws verteld over de jubileumactie i.v.m.
het 150-jarig bestaan van het N.B.G. in
1964. En zo zijn er meer zaken, die onze
aandacht vragen. Om 12.30 uur -wordt de
FEUILLETON
door
HUGO KINGMANS
52)
Het is een gigantische strijd, die even onbeslist blijft.
Maar na enkele dagen komt er tekening en nauwelijks
na een week weet ieder, dat Hitier gepocht heeft. Hij
heeft gezegd we jagen ze onmiddellijk weer in zee terug.
De werkelijkheid is, dat „ze" er zijn en er blijven. En
oprukken. Naar Parijs, België in, naderend de Hollandse
grens.
In Holland daveren de geruchten Eindhoven, Tilburg,
Den Bosch, Dordrecht door de Geallieerden bezet. Dolle
dinsdag Duitsers, die het hoofd kwijt zijn. NSB-ers, die
vol panische schrik naar Duitsland vluchten.
Oesburg is in rep en roer. Op „IJselzicht" is geen onder
grondse „bende" meer present. Het wachten is op de
bevelen van de bevelhebber der Binnenlandse (onder
grondse) strijdkrachten, Prins Bernhard. Allen zijn in ac
tie. Het gerucht komt op de boerderij, dat is op zondag
middag. Marie Saalmink is juist terug uit de kerk, dat er
om Arnhem hevig gevochten wordt. Uit de lucht zijn de
strijders komen vallen. Die moeten Arnhem en de Rijn
brug ongeschonden in handen zien te krijgen voor de in
Brabant oprukkende troepen. En dan kan vandaar Duits
land worden binnengerukt.
Eilasie een bang vermoeden wordt na enkele dagen
zekerheid de aanval op Arnhem is misluktde lucht
landingstroepen zijn in de pan gehakt door een ijlings
aanrukkende verse Duitse divisie de bevrijding van
Holland is voorlopig uitgesteld. Er moet eerst nog een
lange en bange hongerwinter komen
Maria Saalmink schreit tranen van spijt. Zij heeft zo
vurig gehooptEn nu is alle verwachting de bodem
ingeslagen.
En toch pas later beseft zij hetnatuurlijk is het
Gods leiding in haar leven. Want als de aanval op Arn
hem was gelukt en het in het Zuiden naderende leger der
Geallieerden was toen doorgestoten naar Duitsland, dan
was, naar de mens gesproken, haar lente niet gekomen.
Want dan had zij niet ontmoetMaar wie denkt op
zo'n moment aan zoietsEr is alleen de weergaloze
spijt, dat de bevrijding ver, ver weg is dat de Duitser
het hoofd weer opheft en met nog meer woede dan voor
heen te keer gaat.
De „illegalen" komen op „IJselzicht" niet terug, althans
niet georganiseerd. Gerrit laat zich nog wel even zien en
ook Klaas. Zelfs Meta, de koerierster, is Marie niet ver
geten. Doch het zijn korte bezoeken. Als een veldhoen op
de bergen worden zij voortgedreven. De organisatie wordt
meer en meer opgerold. „Nog een half jaar", klaagt Gerrit
toonloos, „en er zijn geen illegalen meer de Moffen we
ten blijkbaar alles."
En dan troost Marie hem de Here weet wat goed is,
Gerrit. Blijf je aan Hem vastklemmen. Eens komt toch
het ogenblik der bevrijding. Frankrijk en België zijn al
bevrijd. De Mof kan het niet volhouden.
Ja, maar dat onstuimige bloed wil wat doen wil helpen
aan de bevrijding. Maar het kan niet. En mag ook niet
van de regering. Afwachten de bevelen van Prins Bern
hard, dat is 't parool.
John Stelmaker, de zoon van Jan Stelmaker, die uit de
Gelderse Achterhoek naar Granum in Canada toog, waar
zit die
Er wordt bitter gevochten in „de laars van Europa".
Weliswaar heeft Italië gecapituleerd, maar de Duitsers
Kesselring heet hun bevelhebber vechten verbeten
door. Doch de geallieerden rukken op, bezetten Napels
en veroveren Rome. Er is geen tegenhouden aan.
Onverstoorbaar zit John Stelmaker aan het stuur van
zijn carrier, die honderden, duizenden kilometers heeft
afgelegd. Tot nu toe heeft hij geen schram opgelopen.
Links en rechts heeft hij zijn kameraden zien vallen. Hij
weet, dat Jim Davidson niet meer naar Canada zal terug
keren. In het zuiden van Italië is hij begravenEn
weet je nog van die Mountie-sergeant, die op die warme
dag met Albert Dumourez de farm „Zwolle" kwam op
dagen en er gezellig kletste De man, die beweerde, geen
geloof te hebben, al respecteerde hij dat van een ander
Laat John die nu in de barre woestijnen van Noord-Afrika
ontmoetenHij herkende hem direct. De ander moest
eerst even nadenken. Nu, die Mountie zal zijn vurig paard
je niet meer bestijgen. Hij rust in het woestijnzand.
En ga zo maar door. Bij honderden, bij duizenden zijn
er gevallen. En John Stelmaker, die toch heus de kantjes
er niet afloopt en de gevaren vermijdt, sneuvelt niet, raakt
niet gewond en behoudt zijn stralende gezondheid. Dat
is Gods genade. De jongen, hoe jong ook nog, beseft het,
zij het zonder woorden.
Ze vechten in Italië en vernemen van de invasie in
Frankrijk. Hoe graag zou hij daar bij geweest zijn Want
dat zou allicht toch betekenen is de opmars daar niet
in volle gang dat hij eenmaal in Holland terecht zou
komen waar hij zo graag heen wil, nu hij toch eenmaal in
Europa,is. Wat heeft hij hier in Italië? De mensen zijn
wel vriendelijk. Tot aller verbazing hebben zij de Engel
sen, Canadezen en Amerikanen niet als vijanden bejegend,
integendeel, min of meer als bevrijders begroet. De vriend
schap voor de Duitsers zat blijkbaar niet al te diep in de
harten der Italianen Maar wat heeft hij in Italië, waar
hij de lui toch ook niet verstaat Intussen, natuurlijk
in Holland komt hij nu niet meer
Het wordt zelfs nog gekker. Hij blijft niet eens op het
vasteland van Italië Ze varen over naar Corsica en Sar
dinië. Ja, je ziet zo wel wat van de wereld, maar hier ben
je opgesloten.
Vijandelijkheden zijn er niet meer. Het niet grote getal
Duitsers heeft ingezien, dat er tegen de overmacht niet
te vechten is. Zo is Sardinië een recreatie-oord voor John
en zijn makkers. Maar het bevredigt hem niet. Hij wil
naar Holland, nu hij er niet zo heel ver vandaan is, naar
Holland, het land van vader en moeder, die er zoveel
van verteld hebben.
Het verblijf op Sardinië duurt niet lang, nauwelijks een
week. Wéér varen over de blauwe Middellandse Zee.
Waarheen Ze weten het niet, maar de zeelui onder hen
zeggen, dat de koers naar het westen is. Dat kan niet
anders dan naar Spanje of Zuid-Frankrijk. Spanje is wel
uitgesloten, dus blijft Frankrijk over.
(Wordt vervolgd)