eeuwóe 3£erkbode PREDIKANTENTEKORT Goes telt 2000 zielen DE SYNODE SLAAT ALARM Zij waren er ook 18e JAARGANG No. 13 4 OKTOBER 1963 OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48. MedewerkersJ. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, Woerden Dr. P. C. Kraan, Vlissingen t Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo 'Ik w°rvst - Ds. B. Wentsel, Brouwershaven. en ontkom t Abonnementsprijs 3,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 12 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 12 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 Waar af gaat en niet bijkomt, daar ontstaat op de duur een tekort. Zo is het niet alleen met melk in de fles of met het goud van de schatkist, maar ook met predikanten. Wanneer er min der candidaten klaar staan dan er pre dikantsplaatsen open vallen, dan heb ben we te maken met een predikanten tekort. En dit is een tekort, dat aller minst denkbeeldig. De Generale Synode heeft zich naar aanleiding van een schrijven van Zuid-Holland-West op dit vraagstuk beraden aan de hand van een gedocumenteerd commissie-rapport, dat uitgebracht werd door ds. S. van Wouwe. Uit dit rapport werd duidelijk, dat dit tekort wel erg dreigend is. Afgezien van het feit, dat een aantal vacatures niet blijvend gewenst is voor de roulatie van predikanten en het voort gaan van het beroepingswerk, zitten we nu voor het feit, dat er momenteel een reëel tekort is voor de vervulling van 52 vacatures. Om deze vacatures ver vuld te krijgen zullen in de komende acht jaar jaarlijks 6 a 7 predikanten no dig zijn. Letten we nu op het aantal vijfdejaars en oudere studenten, die in Kampen en aan de V.U. staan ingeschreven, dan zouden we haast geneigd zijn om te zeggen dan hoeven we ons geen zor gen te maken. Maar vergeten we niet met deze 6 a 7 predikanten, die jaarlijks nodig zijn, zijn we er nog niet. Er vallen immers steeds weer predikantsplaatsen open ook, door emeritering of anderzins. En zo zullen er in de komende vier jaar (1963'—1966) geen 6 a 7 predikanten nodig zijn, maar veel meer. Immers er is uitbreidingsbehoefte, het zielental neemt toe, voor uitbreiding zullen zo ongeveer een 40 a 56 predi kanten nodig zijn. Er vallen plaatsen open, hiervoor moeten we rekenen op ongeveer 128. En dan nog 24 a 28 predikanten voor het inlopen op de be staande tekorten, dit geeft een totaal van 194 a 212 benodigde predikanten voor de komende vier jaar. Voor de daarop volgende vier jaar moeten we rekenen op 234 a 252 benodigde predi kanten. Dat wil dus zeggen voor de gehele periode van 1963 tot en met 1970 zullen 428 a 464 nieuwe predikanten benodigd zijn. Nu werden in de voorgaande acht jaar (1955—1963) 310 personen tot de Dienst des Woords en der Sacramenten toegelaten. Bij eenzelfde aanvoer over de komende periode zou in 1966 het predikantentekort reeds 39 a 57 predi kanten bedragen en eind 1970 maar liefst 118 a 154. Let wel bij dezelfde aanvoer nieuwe predikanten De cijfers geven ons ech ter alle aanleiding om te veronderstel len, dat deze aanvoer niet dezelfde blijft. Het aantal studenten, dat de laat ste jaren wordt ingeschreven vertoont namelijk een dalende lijn. Hieruit moe ten we concluderen, dat de hierboven genoemde cijfers de meest gunstige en meest optimistische zijn. Het tekort zal in werkelijkheid naar menselijke bereke ning meer gaan bedragen. Oovzaken. Als oorzaken van dit tekort werd on der meer genoemd het feit, dat steeds meerderen een sterke voorkeur aan de dag blijken te leggen voor de exacte studievakken, hetgeen natuurlijk in een vertechniseerde maatschappij als de onze niet verwonderlijk is. Ook werd gewezen op het nivelleringsproces en de voortgaande gezagscrisis, die ook het leven der gemeente niet voorbijgaat en daarin aan de dag treedt in een min dere waardering voor het ambtelijk werk. Ook de veranderde sociale status van de predikant en de critiek die ook vaak in meelevende gezinnen gehoord wordt op de arbeid van de dominee, maken het niet aanlokkelijk om zich in te gaan zetten voor een werk, dat blijk baar zo weinig waardering ontvangt. Andere factoren die een negatieve uit werking hebben op de keuze tot het pre dikantschap noemde men de predikants- tractementen en de ongelimiteerde werkweek van de predikanten. Natuurlijk zijn de hier vermelde oor zaken allerminst volledig en wellicht ook enigermate subjectief, zij geven echter duidelijk aan, dat er factoren zijn, en niet weinige, die voor velen een be lemmering zijn om predikant te willen worden. Hieronder zouden we de laatst genoemde oorzaken willen rangschik ken. Anders staat het met de eerder ge noemde, dit zijn geen factoren, die een belemmering vormen, doch die voort komen uit de instelling van de toekom stige studenten. Men voelt er weinig voor om theologie te gaan studeren, om dat men meer ziet in de exacte weten schappen en omdat men weinig waar dering meer heeft voor het ambtelijk werk. «Hier wringt de schoen het allermeest, niet dat de belemmerende factoren niet zouden meespreken, maar een andere instelling ten aanzien van het ambt is de factor, die het zwaarst weegt. Het zal er dus om gaan, dat in de allereerste plaats de jongeren gewezen wordt op de noodzakelijkheid en de schoonheid van het ambt van Dienaar des Woords. Naar de mening van de synode zullen de kerkeraden er goed Eindelijk heeft de synode onzer ker ken de alarmklok geluid. Zondagavond 22 sept. j.l. deelde de radio als „Nieuws uit de Kerken" het verontrustende nieuws mede, dat men in dit jaar aan theologische studenten een uiterst klein getal had te verwachten. In Kampen zouden vier, in Amsterdam twintig eer ste jaars studenten in de theologie wor den ingeschreven. Totaal dus vieren twintig, hetgeen al een bitter klein aan tal is. De synode die deze cijfers vernam, ontstelde er van en meende eindelijk hieraan iets te moeten doen en be gon met het minimum tractament op 8250,'— plus vrij wonen te bepalen. Bovendien zou er een opwekking tot de kerken uitgaan om stevig aan te dringen op het volgen van de theologische stu die. Deze maatregelen zijn toe te jui chen, maar komen naar mijn gedachte rijkelijk laat. Reeds enkele jaren geleden werd er op gewezen dat ook onze kerken een dergelijke daling te wachten stond zo als deze bij andere kerkformaties al ja ren aan de gang was. Zelfs Rome klaagt over vermindering van het aan tal priesterroepingen bij de jongeren en zoekt ouderen aan te trekken. Uit de synode-besluiten valt dus op te maken dat men er nu oog voor heeft gekregen, ofschoon men het had kun nen zien aankomen. Helaas zagen som migen onzer leidslieden het niet zo ern stig in als het nu toch wel blijkt te zijn. O.a. prof. Nauta meende, dat het nog wel mee zou vallen. Maar het valt niet mee, doch bar tegen. Ook dit late inzicht lijkt me een ver ontrustend verschijnsel. Men onderkent namelijk een dreigend gevaar nooit tij dig genoeg, nooit te vroeg, eer veel te laat. Men kent dan de situatie onvol doende en neemt zijn maatregelen ach teraf, terwijl men meer bij de tijd had dienen te zijn. Ik vind het een schrale troost dat der gelijk gemis aan werkelijkheidszin ook bij anderen wel voorkomt. Ik noem een paar voorbeelden als het verlies van vijf zetels bij de P.v.d.A., terwijl men op winst van twee had gerekend. Ik denk aan de A.R.-partij die één zetel verloor, terwijl men meende er twee te zullen winnen. Ik meen hiervan te mogen zeggen dat ernstiger dan de verliezen nog het feit is dat men zo slecht was geïnformeerd omtrent de situatie van het ogenblik. Ik noem een ander voorbeeld op ons kerkelijk erf. Op de synode van 1944 spraken na de schorsing van prof. Schil- aan doen er op toe te zien, dat de ge meente bij voortduur in de prediking, bij de uitoefening van de herderlijke zorg en het catechetisch onderricht hier op gewezen wordt. Er zal bij de huidige stand van zaken in de kerken vooral in de huisbezoeken hierop nadruk moeten worden gelegd. Dan kan het gebeuren, dat jongeren, die er zelfs in de verste verte niet aan ge dacht hadden om predikant te willen worden er over gaan nadenken of zij deze studie niet zullen gaan volgen. Dat daarbij ook gewerkt zal moeten worden aan het, waar mogelijk, oprui men der belemmerende factoren spreekt vanzelf. Een stap in deze richting is door deze synode al gedaan door het minimumtractement op te trekken. Het is goed, dat we thans met de dreiging van dit tekort geconfronteerd zijn, dit roept op tot nadere bezinning en tot een zoeken van wegen om dit tekort te stuiten. Mogen onze kerke raden in dezen hun roeping verstaan. Wie de zittingen van de generale synode onzer kerken bezoekt, behoeft niet lang in het ongewisse te blijven over de herkomst van de verschillende afgevaardigden. Elke delegatie zit na der twee synodeleden, een dominé en een professor over de gevolgen der schorsing. „Dit wordt een hele exodus, professor", zei de dominé. „Dat valt wel wat mee", antwoordde de hoog leraar. Nu, 't is de Hooggeleerde niet meegevallen 't waren er een tachtig duizend. Men ziet hoezeer men zich kan ver gissen doordat men zo ver van de wer kelijkheid af staat. Men is dan al te naïef en niet op de hoogte, niet bij de tijd. Maar goed, de alarmklok wordt dan nu toch geluid. We willen het beste er van hopen. Nu geloof ik niet, dat de oplossing al leen in het financiële vlak ligt. Zou de verschraling in geestelijk opzicht niet meer nog dan de inderdaad schrale be zoldiging mede de oorzaak zijn Een Herv. collega vertelde me eens, hoe hij in een vacante kerk de klacht moest aanhoren, dat men maar geen predikant kon krijgen. Desgevraagd hoeveel jongelui men uit de gemeente zelf reeds aan het kerkverband had ge leverd luidde het bescheidenniet één Nog nooit had één jongeling uit deze gemeente het predikambt begeerd. „Nu, dan krijgen jullie je verdiende loon" was het scherpe commentaar van deze weleerwaarde. Zou het bij een enquetering, d.w.z. een onderzoek in deze geest niet ook ten onzent blijken dat menige gemeente nog nimmer een bijdrage in dezen had geleverd? Vooral dan als men de pas torie buiten beschouwing laat. Men zegt dat een volk die regering heeft die het verdient. Zou het ook hier soms opgaan dat we het grote of kleine aantal stu denten krijgen dat we als gemeenten verdienen Wie zal het zeggen Ik vraag slechts vanwege de ernst van het niet maar dreigend, doch reeds acute tekort. Men zal met enkele jaren wel merken, hoe hoog de nood is ge stegen. Men zie er het jaarboekje maar eens op na, hoe het in sommige classes zal komen te staan vooral met de kleine kerken. En dat wordt onrustbarend, want als het kerkvolk van kennis wordt ontbloot en dat zal zo zijn dan zijn de gevolgen af te bidden. Ik laat het hierbij ofschoon er nog veel meer ware te zeggen. Dat de noodklok wordt geluid is in ieder geval toe te juichen. Het komende woord der synode moge een krachtig geluid geven en gehoord worden. Brouwershaven B. WENTSEL. melijk aan een tafeltje waarop de naam van het ressort dat hen afvaardigde ver meldt staat. Achter één tafeltje zitten echter geen kerkelijke gedelegeerden en het bordje op hun tafeltje vermeldt ook niet de naam van een ressort, doch telt slechts vier letters, de volgende PERS. Daar zitten de mensen, die de be richtgeving over de synode in de publi citeitsmedia verzorgen. Daar zitten ook mensen niet. En la ten we dan maar met deze laatste be ginnen. We troffen daar namelijk geen enkele verslaggever aan van wat in de wandeling genoemd wordt een „neu traal" dagblad. Wat deze bladen dus over de zittingen van de synode gemeld hebben, is zeker geen nieuws uit de eerste hand geweest. Het toont ook, dat deze „neutrale" bladen hoegenaamd geen interesse hebben voor de kerkelijke nieuwsvoorziening, hoewel ze ijverig trachten wel hun abonnees uit kerkelijke kringen te verkrijgen. De „neutraliteit" van deze pers blijkt wel heel mager te zijn, wanneer je bijvoorbeeld het maan dagochtendblad, dat grotendeels aan sportverslagen gewijd is vergelijkt met de berichtgeving over een synode van kerken, waarin toch een niet gering deel van ons volk haar kerkelijk onderdak heeft. De verslaggevers van deze bla den, waren dan ook niet op de synode aanwezig. Wie er wel waren De verslaggevers van de landelijke Christelijke pers en van de regionale Christelijke dagbladen. Zij hebben dag in dag uit op de synode gezeten om er voor te zorgen, dat U de volgende morgen al wist, wat er de avond tevoren op de synode besproken of besloten was. Dikwijls hebben zij na sluiting der avondzittingen hun kopij nog klaar moeten maken om verzonden te worden of als dat niet meer kon deze door te bellen. Met grote waardering willen wij aan hun arbeid op de synode denken. Moge deze waardering ook tot uitdrukking komen in het lezerstal. Juist tijdens en na de synode voel je dat ons volk niet zonder een eigen christelijke krant kan. Het is geen wonder dat het nivelleringsproces met onder andere als gevolg een predikantentekort toeneemt, wanneer men niet meer weet, wat er in de kerken gebeurt, wanneer niet meer meegeleefd wordt met de arbeid van de kerkelijke vergaderingen. Behalve deze journalisten was haast schreven we natuurlijk ook de heer Scheps van Kerknieuws aanwezig. Zijn slagzin luidt„Kerknieuws lezen is op de hoogte wezen" daarom geeft hij ook een zo minitieus mogelijk verslag van de zittingen, waar de redacteuren van de kerkelijke bladen, hun winst mee kunnen doen. Zij ontvangen in Kerk nieuws als het ware onofficiële notulen van de synodezittingen. Als laatste noemen wij de heer Fidder van het Centraal Weekblad. Is Kerk nieuws meer gericht op de redactieta fels, het Centraal Weekblad is voor de huiskamer. Levendige, geïllustreerde sy nodeverslagen, leesbaar gemaakt voor het gezin, vullen reeds enkele weken de kolommen van dit blad. Een eresaluut voor de journalist redacteur, die er in geslaagd is om de stof uit rapporten en discussies te verwerken in prettige, lees bare en voor ieder begrijpelijke artike len. De journalisten van de Christelijke Dagbladpers, de broeders Scheps en Fidder zij waren ook op de synode, zij waren er voor U. Broeders van de pers, hartelijk dank voor uw aanwezigheid op de synode. In de maand september werd in Goes het 2000ste lid van de Gereformeerde Kerk ingeschreven. Het was een doop lid. Na afloop van de kerkdienst, waar in de Heilige Doop bediend werd, bood ds. Kats namens de kerkeraad aan de ouders van het kind een jeugdbijbei aan als aandenken van dit feit.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1963 | | pagina 1