eeuu?4e 3Cerkbocle Pinksterfeest is Zendingsfeest Zendingsactie op Zendingsactie Boer KOEKOEK en DE KERK De Kerkbode verschijnt niet in de Pinksterweek „VAN HET GOEDE TE VEEL?" Op z'n jan-boerenfluitjes 31 MEI 1963 17e JAARGANG No. 45 g|g^ OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48. Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, Woerden Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo "ik w0"tel Ds. B. Wentsel, Brouwershaven. cn ontkom t Abonnementsprijs 3,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 12 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 12 cent Drukkers-Uitgevers Littooij 6 Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 r~ '"ïïleditatie HOE IS HET MOGELIJK En buiten zichzelf van verwondering zeiden zij Zie, zijn niet al dezen, die daar spreken, Galileërs Hand. 2 7. Ja, u moet zich de situatie maar even indenken. Nog maar een paar weken geleden scheen het met de zaak van Jezus van Nazareth volkomen uit te zijn. En nu, op de Pinksterdag, staan de volgelingen van die Jezus vrijmoedig in de tempel te spreken. Zien zij dan geen gevaar Hoe is dat mogelijk En dan dat wonder, dat ieder de boodschap in zijn eigen taal hoort. Hoe is dat mogelijk Zijn niet al dezen, die daar spreken, Galileërs Hun past het toch zeker niet om zo'n groot woord te voeren. ,,Ga maar na en zie, dat uit Galilea geen profeet opstaat" (Joh. 7 52). ,,Kan uit Nazareth iets goeds komen?" (Joh. 1 :47). We laten in het midden, of de predikers op de Pinksterdag allen Gali leërs waren. Er zullen er ook wel bij geweest zijn uit de gemeente van Jeruzalem. Maar inderdaad, velen waren uit het verachte Galilea. En zij spreken vrijuit dat Jezus toch overwonnen heeft. Hoe is het mogelijk Door het overweldigende gebeuren van de uitstorting van de Geest. Dan worden zwakke mensen sterk, vreesachtigen moedig en achteraf- mensen gaan vooraan staan. Het is heus geen heilige verbazing bij allen als zij buiten zichzelf van verwondering zeggen: ,,zie, zijn niet al dezen die daar spreken, Galileërs?" Daar zit de gedachte achter van er zijn eerste- en tweede-rangs-gelovi- gen. En Galilea, dat is in de tijd van de ballingschap zo geïnfecteerd met heidense smetten, daar is de bevolking zo vermengd geraakt, dat die toch zeker geen eerste-rangs-gelovigen kunnen zijn. Maar de Heilige Geest doorbreekt deze minachting, deze „discrimina tie". Hoe zou het ook anders kunnen, nu in alle talen het evangelie ver kondigd wordt Dan moeten vooroordelen opzij worden gezet. Wie Godes Geest bezielt, is volwaardig. We hebben vandaag in de kerk toch geen „Galileërs" meer Of toch wel Ja, we zéggen dat wel niet publiek, maar houden wij er ook niet van die „eerste- en tweederangs-christenen" op na Aanvaarden wij het, dat b.v. een beeldhouwer of een kunstschilder of een andere beoefenaar van de expressieve kunst volwaardig Christen kan zijn „Ligt" het ons, dat b.v. een straaljager-piloot minstens even goed Gereformeerd kan zijn als u die niet op een schietstoel, maar op een ge makkelijke stoel bij uw werk zit Dat b.v. een atoom-physicus misschien meer met de problemen van deze tijd worstelt dan menige predikant en naar een oplossing als christen zoekt Vinden zij allen in onze kerken „hun eigen huis" Het „staat" wel, om een plaatje van Mahalia Jackson te draaien. Maar aanvaarden wij hier en in Amerika en in Afrika, dat het mogelijk is, dat een neger ons voorgaat in het Koninkrijk der hemelen Dat het mogelijk is, dat de Geest aan iemand met een zwarte of bruine huid meer gaven toedeelt dan aan velen met een blanke huid De Geest blaast heel wat superioriteitsgevoelen weg en brengt tot de ware nederigheid. Wat hebt ge, dat ge niet hebt ontvangen Als we dat goed zien, gaan we „spreken in andere talen", de taal van de christelijke ootmoed. En wat een veelvormigheid kan er dan in de kerk zijn, doordat er plaats is voor allen die door de Geest bezield zijn en Christus als hun Heiland aanvaarden. En laten dan maar Galileërs gaan spreken in Jeruzalem. Dat kan heel verfrissend werken Koudekerke A. ELSHOUT. Het jubileumfeest van de Bond van Gereformeerde Jeugdorganisaties is een zendingsfeest geworden. Met een ver rassende opbrengst van ruim een half miljoen gulden kon op de Bondsdag in Utrecht de actie „Heb het hart eens" worden afgesloten. Waarmee de thans vijfenzeventigjarige Bond bewijst nog geenszins aan ouderdomsverschijnselen te leiden maar integendeel een jeugdig en krachtig élan ontplooit. We zijn dankbaar voor de resultaten van de door de jeugd gevoerde actie ten behoeve van het jeugdwerk in Rwanda, niet zozeer omdat het half miljoen werd overschreden als wel vanwege het feit, dat weer eens overduidelijk gebleken is, dat onze jeugdverenigingen niet be staan, uit slappe, halfingeslapen jonge ren, die nog in de vorige eeuw leven en moeizaam een overblijfsel uit verle den tijden overeind trachten te houden. Ze bestaan ook niet uit jongeren, die geen oog hebben voor de wereld waar in zij leven en wier gezichtsveld op houdt een paar kilometer buiten hun eigen woonplaats. Nee, deze actie en de wijze waarop zij gevoerd is hebben duidelijk doen zien, dat onze gerefor meerde jeugd een jeugd is, die haar tijd verstaat, die met twee benen mid den in die tijd staat en op de vragen van die een verantwoord bijbels ant- ven wil, zich wil inzetten voor de dienst aan de Here Jezus. En dat gebeurt in gezamenlijke studie op de verenigings avonden, maar dat gebeurt ook in al die doodgewone dingen, die vele jon geren het afgelopen jaar hebben ver richt om voor de dienst des Heren in Rwanda geld bijeen te brengen. „Heb het hart eens De jeugd heeft het hart gehad om een half miljoen bijeen te brengen. Zij heeft het hart om als Gereformeerde Jeugd in de wereld van heden te staan. Veel jeugdverenigingswerk, veel jeugd beweging is verdwenen, is opgehouden te bewegen. Onze jeugd beweegt zich omdat ze bewogen worden. Deze jeugd werkt, omdat ze uit Christus werk leeft. En dan hoor je wel eens van men sen, die ten aanzien van onze kerkjeugd hun hart vasthouden, maar zo lang als de Here Jezus het hart van deze jeugd vasthoudt, zullen deze jongeren het hart hebben, ook al is de actie voor Rwanda afgelopen. Heeft onze jeugd van haar bonds dag een zendingsfeest gemaakt met de actie voor Rwanda, voor ons allen na dert thans weer de grote Pinkstercol lecte voor de zending. De jeugdactie heeft ons laten zien hoeveel er wel no- woord geven wil. Daarom zichzelf ge- dig is voor één bepaald project in één bepaalde sector van het zendingsterrein. En ons zendingsterrein is groter dan Rwanda. Daar is de arbeid met de sa menwerkende kerken in Indonesië, de arbeid in Pakistan, Rwanda en Zuid- Amerika. Arbeid waarvoor onze offers gevraagd worden. Op de vraag of dit niet „van het goede teveel" wordt geeft ds. Richters in het volgende stukje een antwoord, wij willen u slechts bepalen bij het bedrag wat de Zuiderzending, waarvan u het verslag onlangs in de Kerkbode hebt kunnen lezen, nodig heeft. Dat is voor het eerste halfjaar van 1963 44.900 en voor het tweede halfjaar 57.200 gulden. Wie daarnaast, de rekening en verantwoording en de begroting van de Zuiderzending legt, zal moeten erkennen: het kan werkelijk niet minder. Het moet gebeuren en daarom moet het bedrag voor de Zen ding er komen. Laat het Pinksterfeest werkelijk Zendingsfeest zijn. Laten wij door de Geest die is uitgestort geleid worden tot het verkondigen van die ene Naam, die onder hemel gegeven is. Een levende Kerk is een sprekende, een getuigende Kerk, dat is een kerk, die niet kan nalaten te verkondigen alles wat zij gehoord en gezien heeft van de Here Jezus Christus. v. H. Wordt het niet wat „van het goede te veel „De zending vraagt maar Eerst was er de actie van de Bond van Gereformeerde Vrouwenverenigin gen voor het zendingswerk in Pakistan. Toen kwam de actie van de Bond van Gereformeerde Jeugdverenigingen voor zendingsjeugdwerk in Rwanda. En - alsof dit niet genoeg was toen kwam ook nog „Brood voor het hart" een be roep doen op de Nederlandse Kerken. Om maar niet te spreken van de nog altijd voortgaande actie voor de kin derbijbels op de verschillende zendings terreinen van onze Kerken. En dan komt als klap op de vuurpijl op het ko mende pinksterfeest de gebruikelijke zendingscollecte. „Wordt dat niet te veel 1" Ik zou me kunnen voorstellen dat deze vraag hier en daar gesteld wordt. Het antwoord kan heel kort zijn: in het Koninkrijk van God kunnen we nooit van het goede te veel krijgen. Dat er telkens weer voor de zending een beroep op onze Kerken wordt gedaan, vindt alléén zijn oorzaak in het feit, dat er méér mogelijkheden zijn, dan we aan kunnen. En dit zijn geen mogelijkheden, die wij hebben uitgedacht Het zijn niet meer en niet minder En Hij vraagt ons: „Wat doet u daarmee Neemt u het feit, dat 2/s van de wereld-bevol king nog geen christen is, zo zonder meer voor kennisgeving aan Of schrikt u ervan En zegt u tegen u zelf: daar moet ik iets aan doen. Want ik zou zo graag willen, dat al die andere mensen nét zo gelukkig worden als ik met het Evangelie ben In het Zendingsblad van juni, dat dezer dagen verspreid wordt en in het „Pinksterzendingsnieuws", dat door vele zendingscommissies u wordt aangebo den, zult u zeer concrete aanwijzingen vinden, wat er nog moet worden ge daan. Twee citaten: weet u, dat zich 80 jongelui hebben aangemeld, die we .niet kunnen plaatsen, o.a. omdat er niet voldoende geld in de zendingskas is En hebt u gelezen, dat Prof. de Roos heeft uitgerekend, dat we 1A van ons netto inkomen aan de zending geven Door de Geest gedreven mensen ge ven ook Geest-driftig op het komende pinksterfeest. Baarn B. RICHTERS. Ds. O. Jager te Haarlem schreef in het Kerk blad van de Classis Haarlem het volgende naar aanleiding van de verkiezingswinst, die door de Partij der Vrije Boeren behaald werd: Het meest opvallende bij de uitslag der verkiezingen was de grote winst van de partij van boer Koekoek. Een liberaal woordvoerder noemde deze winst „moeilijk te verklaren". Anderen spra ken over „een hetze tegen de bedrijfs organisatie in de landbouw", „een mee doen van de kleine zelfstandigen in de steden", „een opstand tegen de be staande politieke orde" en „een uiting van ontevredenheid". Inderdaad kan men het stemmen op boer Koekoek geen politieke keuze noemen; het is een pro test, maar waartegen? Zouden de stads mensen die de Boerenpartij kozen, ver stand hebben van wat het Landbouw schap is en van de reden waarom Koe koek een eenwording van Europa wil zonder Engeland Natuurlijk hebben alle factoren een rol gespeeld die men in de commenta ren heeft genoemd. De kleine zelfstan digen hebben zich verzet tegen de ge leide economie. Zelfs kiezers die altijd de christelijke partijen steunden, voel den zich meer aangesproken door Koe- koek's kreet „belastingverlaging" dan door de evangelische oproep tot samen werking met gedekoloniseerde volken. De Koekoek-kiezers dachten allereerst aan hun eigen belangen. De „Vrije" boeren kijken niet verder dan hun ak ker. Een partij van mensen die allereerst aan zichzelf denken, moet wel winst boeken in deze tijd. Dat moet de diepste achtergrond zijn van de bijna ontstellende groei van deze splinterpartij: velen stemmen het liefst op zichzelf. Vanuit de boerderij gezien kan Engeland beter buiten het ene Europa blijven en dusEr is geen land dan platteland. Wie niet op de boer z'n kippen past, moet wel een vos zijn die de passie preekt. Er moet op z'n jan-boerenfluitjes geregeerd wor den Kleine zelfstandigen hebben gestemd als een boer die kiespijn heeft. De kort zichtigheid is aan de winnende hand. Maar zou er nog niet méér achter zitten Er komen steeds meer mensen die het gevoel hebben: wij tellen niet mee. Zij kunnen zich niet aanpassen. Zij voelen zich doorlopend achteruit gezet. Zij kijken wantrouwend naar een politieagent: symbool van alles waar zij niet tegen op kunnen. Alè een „vrije" boer uit zijn hofstede wordt gezet, be gint er bij hen ergens een snaar te tril len: die boer wordt een symbool van alles wat in hen gefrustreerd is. Zij zien zichzelf in hem: de maatschappij zet hen op straat, het gezag komt on gevraagd hun erf op rijden, de gemeen schap dwingt hen tot betalen, al deze dingen zijn tegen hen. Wat doen zij dus met het rode potlood Zij reageren er hun minderwaardigheidsgevoel mee af. Nergens zijn zij vrij behalve in het stemhokje. Overal worden zij op de vingers gekeken -maar hier niet Vanzelf glijdt hun potlood naar de Vrije Boer, die zich niet op zijn kop laat zitten, die het niet néémt. Dat heb ben zij nodig: een partij die het gewoon weg niet neemt. Waf er niet genomen

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1963 | | pagina 1