eeuwóe
3£erkbocle
DOORBRAAK op retour DOORNIK
De kerk van de Synode
24 MEI 1963
17e JAARGANG No. 44
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48.
Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, Woerden Dr. P. C. Kraan, Vlissingen
Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo
„ik worstel £)s g Wentsel, Brouwershaven.
en ontkom"
r
Abonnementsprijs
3,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
12 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 12 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
J
Als één ding uit de laatste verkiezin
gen met zekerheid geconstateerd mag
worden, dan wel dit, dat de doorbraak
op zijn retour is. De grote nederlaag
van de Partij van de Arbeid, de neder
laag van de V.V.D. en de zege van de
Christelijk Historische Unie maken dit
duidelijk. Velen uit Hervormde kring,
die aanvankelijk de doorbraak gedachte
waren toegedaan, schijnen hun mening
te hebben herzien en zijn teruggekeerd
tot de principiële christelijke politiek.
De stemmenwinst die de Katholieke
Volkspartij vooral ook in de steden
boven de grote rivieren boekte wijst
ook in deze richting. Ondanks protes
tantse- en r.-k.-werkgroepen binnen de
Partij van de Arbeid, ondanks de vele
beloften aan de middenstand van
V.V.D.-zijde is de doorbraak naar het
socialisme en het liberalisme een fiasco
en dit is een verheugend verschijnsel.
Daarom is het minder verheugend te
moeten vaststellen, dat de oppervlak
kige constatering, dat de zetel die A.R.
verloren heeft nu door de C.H. bezet
wordt, niet juist is. Indien dit zo zou
zijn, dan was er slechts binnen de chris
telijke politiek een kleine verschuiving
geweest op grond van verschillende
factoren als persoonlijke voorkeur etc.
echter geen principiële verschuiving.
De zetelwinst van de C.H.U. zien wij
echter als een principiële verschuiving
uit het socialisme naar de christelijke
politiek, zo ook de winst van de K.V.P.
Daarom is in onze ogen het verlies van
de A.R.P. zeer bedenkelijk, daar dit
aantoont dat hoewel de doorbraak naar
socialisme en liberalisme op zijn retour
is er een andere doorbraak aan het op
komen is, die totaal princieploos is. Of
juister gezegd, die als enige principe
huldigt het standpunt: ,,als ik het maar
gebleken. Is deze doorbraak mislukt
heb". Een doorbraak, die in Zeeland de
christelijke politiek aan het aanvreten
is, we zien namelijk in onze provincie
een percentageverlies voor de A.R.
(—0,7) C.H.U. (-0,5) en K.V.P.
0,9) vergeleken bij de statenver
kiezingen van 1962, een totaalverlies
van 2,1 waartegen de winst van
0,1 die door de S.G.P. gemaakt werd
niet opweegt, terwijl het G.P.V. gelijk
bleef. De christelijke politiek in onze
provincie is dus ondanks het verlies van
1 °/o der P. v. d. A. en van een halve
procent der V.V.D. op haar retour. Be
halve dat dus de doorbraak op retour
is, wordt in Zeeland de christelijke
politiek aangevreten, hebben velen in
ons gewest hun stem princieploos uit
gebracht op mensen, die slechts nega
tieve leuzen in hun verkiezingsvaandels
voerden. Dat is de bedenkelijke door
braak, die vooral in onze provincie
duidelijk zichtbaar is en die in den
lande geresulteerd heeft in zetelverlies
voor de A.R.-Partij.
Het komt ons voor, dat deze door
braak, die nu aan het opkomen is zeker
even gevaarlijk, zo niet gevaarlijker is,
dan die naar socialisme en liberalisme,
want dit is de doorbraak naar het
princieploze nihilisme. Men moge kri
tiek hebben op het beleid, zoals dit door
de regering in de afgelopen jaren ge
voerd is, men moge kritiek hebben op
bepaalde toestanden en schappen, deze
kritiek zal zich nooit hebben te ontladen
in negativisme. Het is betreurenswaar
dig, dat velen die voorheen anti-revo
lutionair heetten, blijkens de jongste
verkiezingen slechts voor revolutionaire
methoden gekozen hebben. Dit werpt
een zwarte schaduw over het zo ver
heugende feit, dat toch velen weer de
christelijke politiek hebben verkozen
boven het liberalisme en het socialisme,
omdat zij verstaan hebben dat naar het
woord van Groen tegen de geest der
revolutie slechts het Evangelie gesteld
kan worden. v. H.
Schreven we de vorige week over
Heidelberg, één der plaatsen, waar één
onzer belijdenisgeschriften het licht zag,
ditmaal willen we het eens hebben over
Doornik waar in 1561 de Nederlandse
Geloofsbelijdenis aan de openbaarheid
werd prijsgegeven. In tegenstelling tot
Heidelberg merk je in Doornik niet veel
meer van de reformatie. Geen wonder,
daar bijna 400 jaar lang hier het evan
gelie onderdrukt werd en er zelfs tot
voor kort nog geen bijbels openbaar
ten verkoop mochten worden aange
boden. We hebben vorige week een
bezoek aan Doornik gebracht en zijn op
zoek gegaan naar de „Temple Evan-
gelique", die er wel bleek te zijn, ook
al werd deze niet in onze schippersgids,
die we altijd in het buitenland bij ons
dragen, vermeld. We troffen er ook een
Hollandse schipper aan, die op zijn
vaarten hier regelmatig t kerkte. De
dienst was in het Frans, maar zo ver
telde ons deze schipper, vooral in de
zomermaanden, wanneer er wel eens
een andere dominee preekte, die twee
talen machtig was, werd voor Holland
se vertaling gezorgd. In ieder geval
lijkt het me dienstig om ten behoeve van
vakantiegangers en schippers even het
adres van de Kerk der Belgische Evan
gelische Zending door te geven, dit is:
Quai Dumont 8 en de predikant is Ds.
A. Vuillemier, hij is van Zwitserse af
komst vandaar dat hij alleen Frans
spreekt.
We hebben een kostelijke morgen in
dit tot kerk verbouwde herenhuis door
gebracht. Het was een verademing om
terwijl de kranten vol stonden met
nieuws uit Birmingham, Alabama met
enkele negers in de kerk te mogen zit
ten. Het was maar een handvol, deze
Zaterdagmorgen. Vandaag een ver
drietige dag gehad. Al raakt het je
zelf dan niet strikt persoonlijk, je
maakt het verdriet, dat er in de wereld
is. toch maar mee. Wat is het leven
wonderlijk, je kunt er niet bij. Het ene
ogenblik leef je met families mee, die
volop feest mogen vieren en dan weer
wordt je mee ingedompeld in het schrij
nends leed, dat anderen treft.
Nog vroeg in de morgen ging de
telefoon. Dat gebeurt niet zo vaak. De
meeste mensen schijnen er van over
tuigd te zijn, dat een dominee meest
niet zo schrikkelijk matineus is. En als
dan blijkt, dat iemand je op de vroege
morgen al wat te vragen of te vertellen
heeft, dan voel je je al wat onzeker. Je
eerste gedachte is, als je volwassen
kinderen hebt: misschien iets met de
kinderen. Of met de familie
Een wat weifelende en onvaste stem.
't Viel mij wat moeilijk, om het scherp
te verstaan. Maar na enkele ogenblik
ken viel die onzekerheid weg en wist
ik, met wie ik te doen had. Het verzoek
was kort en zakelijk. „Dominee, zoudt
u op dat en dat adres de boodschap
willen brengen, dat mijn vader van
nacht plotseling overleden is
Zo, ik sprak dus met een eigen zoon.
Dan was die eerste weifeling ook wel
te verklaren. Wat moet het voor die
jonge man een zware taak geweest zijn,
om de droeve mare overal te brengen,
aan mij, maar natuurlijk ook aan an
deren.
In zo'n geval loop ik nooit direct de
deur uit. Ik heb altijd even tijd nodig,
om mij te beraden. Een jobsbode te
moeten zijn, is waarlijk geen geringe
zaak.
Maar het kan ook niet wachten, de
boodschap moet nu eenmaal worden ge
bracht.
Op het aangegeven adres werd ik op
het nog vrij vroege morgenuur niet ver
wacht. Het verrassende bleek wel uit
gemeente, misschien waren er vijfen
twintig mensen, saamgekomen uit de
stad en de omgeving, maar hoe intens
en blij luisterde men naar de woorden
van de predikant over Col. 1 27, hoe
spontaan werd er gezongen en hoe
weinig haast had men om uit de kerk
weg te komen, wat werd er nog nage
praat over de rijkdom van het evan
gelie. Maar toch hoe benauwend dit
alles, wanneer je beseft, dat hier in
deze stad van ruim 35.000 inwoners er
zo weinigen zijn, die het evangelie ken
nen. Hoe benauwend wanneer je je
indenkt, dat hier het Evangelie ge
predikt is door Guido de Brés en hoe
deze stad onder het beslag ervan ge
legen heeft. Wandelende door de stad,
zie je de plaats waar de Brés de bevol
king van Doornik toesprak voordat hij
in gevangenschap naar Valenciennes
werd gevoerd. Je gaat de sporen der
reformatie na en hoe weinig is er van
overgebleven. Een handjevol mensen,
maar een handejevol, dat blijmoedig
getuigt van het geloof in de Here Jezus
Christus. Mocht u er ooit eens in de
buurt komen zoek ze eens op en sterk
hen door uw aanwezigheid en sta stil
bij het wonder, dat de Brés aldus onder
woorden bracht:
„En deze heilige Kerk wordt door
God bewaard, of staande .gehouden,
tegen het woeden der gehele wereld,
hoewel zij somwijlen een tijd lang
zeer klein en als tot niet schijnt ge
komen te zijn in de ogen der mensen.
Gelijk zich de Here gedurende de
gevaarlijke tijd onder Achab zeven
duizend mensen behouden heeft, die
hun knieën voor Baal niet gebogen
hadden" (Art. XXVII Ned. Gel.
Bel.). v. H.
de begroeting: „zo, dat is al vroeg,
maar komt u d'r in
Enkele ogenblikken zaten wij tegen
over elkaar. Vreemd is dat. Je hebt
een zware taak te volbrengen, waar je
als een berg tegenop ziet en de familie
is in geen enkel opzicht ook maar
voorbereid op het droeve nieuws. En
toch is het net, of enkele minuten hier
de weg effenen. Dat ligt natuurlijk ook
aan allerlei kleinigheden. De begroeting
mag vriendelijk zijn, maar is toch wat
effen, de houding misschien wat stroef,
het oog wat donker en de conservatie
wil niet op gang komen.
Het heeft heus maar enkele ogen
blikken geduurd, maar toen zagen een
paar ernstig, bezorgde ogen mij aan en
kwam de voorzichtige vraag: „Is er wat
bijzonders
En ja, dan moet het hoge woord er
uit. Hoe ik het precies gezegd heb,
weet ik niet meer, dat herinner ik mij
ook niet van andere keren, toen ik
eenzelfde boodschap te brengen had,
maar al kies je je woorden nog zo voor
zichtig, het moet toch gezégd. En als
het dan de allernaaste bloedverwanten
betreft en je weet persoonlijk, dat de
band des bloeds ook heel sterk is, dan
klinken ook voorzichtige woorden hard.
Wat herinner ik mij nog levendig de
wijze raad van prof. Hoekstra op zijn
college over het pastoraat: „Mijne
heren, als u tot een dergelijke taak ge
roepen zult worden, ga dan nooit aan
stonds weer heen, maar vang de eerste
stoot op."
Dat is ook inderdaad nodig. De dood
verscheurt zoveel! Hij is zo onher
roepelijk. Wij hebben het leven zo lief
en wij hebben elkaar zo lief. En vooral
een zo plotseling sterven kan ons doen
wankelen.
In die wankeling mogen wij onze
bedroefden niet alleen laten dan moeten
zij iemand bij zich weten, tegen wie zij
aan kunnen leunen. Dan is er de eerste
ogenblikken niet veel te zeggen, ook
niet veel te bidden, alleen de aan
wezigheid is dan pastorale bijstand.
Later is er wel weer gelegenheid tot
vertrouwelijk gesprek en gebed. Ge
lukkig, hij die in de levensnood zich
vast mag klemmen aan Hem, die alle
dingen regeert. Al is het, dat wij Hem
in zijn Godsregering nooit zullen ver
staan, wij mogen toch geloven dat het,
hoe wonderlijk en onbegrepen ook, toch
zijn weg was.
Soms denken wij wel eens: wat is
het leven toch hard en bitter. Het lot
treft nu eens de één en dan weer de
ander. En het is, of God er zich niet
tobben en niet naar ons omziet,
mee bemoeit. Of Hij ons maar aan laat
tobben en niet naar ons omziet.
Maar dat is niet waar. Hij heeft
zeker naar ons omgezien. Onze nood
liet Hem niet onbewogen. Hij is niet
van verre blijven staan. Hij is er zelfs
Zelf midden ingesprongen, toen Hij ons
zijn eigen Zoon gegeven heeft.
Met de Godsregering komen wij niet
klaar, ook op alle wereldleed hebben
wij geen antwoord, maar als wij dan
maar een antwoord hebben op Bethle
hem en Golgotha, dan vindt het hart
rust.
K.-B. v. d. L.
In „Amsterdams Kerkblad" schrijft
dr. P. G. Kunst (zoals men weet voor
zitter van de Generale Synode gewor
den) over de vóóravond en de eerste
dag van de Synode-vergadering. Ook
over de kerk waar de Synode gehouden
wordt: Stadsparkkerk. Dat gedeelte
knippen wij uit zijn „verslag": „De
Groningers hebben voor de ontvangst
van deze synode een mooie kerk uitge
zocht. Je moet zo'n modern kerkcomplex
eerst leren kennen; de architect Reitsma
heeft niet zo het een en ander in elkaar
gezet. Ik moet er wat aan wennen, dat
de grote ramen van normaal venster
glas zijn voorzien, zodat je onder de
dienst zou kunnen volgen, dat mevrouw
van het plein aan de overkant twee
hoog het zaadbakje van de parkieten-
kooi leegstort en haar blauwgestaarte
vogeltjes van fris water voorziet terwijl
de pastor loei betoogt, dat de allesbe
heersende kracht van Lukas zoveel, vers
zoveel, is te vinen in wat hij nu gaat zeg
gen. Ik kan 't niet helpen, dat de combi
natie van de prekende man op de kansel
en de met h'r parkieten bezige mevrouw
mij wat moeite kost. Is dit op het kerk
plein iets van kerk en wereld
Er zijn andere dingen, die mij in dit
gebouw treffen: Wanneer je tijdig in
de kerk vóór de dienst aanwezig bent
en de klok begint te luiden, kun je de
tuimelende klokkestoel door een rond
venster in de muur zien en horen: Kom
dan Kom dan De vindingrijke kerk
bouwer is blijkbaar op zulke kijkgaten
nogal gesteld geweest, want als je op
de kansel staat en naar de stuurstoel
van de organist kijkt, kun je de man
„boven" de kansel ook via een rond
kijkgat volgen en met zijn toetsenbord
in de weer zien.
Terzijde is een kerkorgel opgesteld,
dat het in deze omgeving goed doet.
Het ziet er met zijn bonte kleurengam
ma anders uit dan ieder ander orgel
front. Eerst vind je zo iets moderns niet
passend; toch kan het in deze omgeving
op zijn plaats genoemd, omdat je als
het ware over een drempel wordt ge
haald en een andere stijl moet aanvaar
den; deze kerk wil mensen-van-deze-tijd
nodigen om in deze tijd de roep van het
evangelie te verstaan. Ik denk, dat we
onder conditie, dat het gebouw straks
goed verwarmd blijkt -voortreffelijk
zullen kunnen vergaderen.
Natuurlijk zijn er ook wat vreemde
dingen in zo'n modern gebouw. De
stoelen in het ruim zijn voorzien van
een stalen poot, die in de vloer zo hecht
verankerd is, dat er voor de synode een
vrij hoog plankier moet worden getim-
UIT HET DAGBOEK
VAN EEN PREDIKANT