eeuwée SCerkbode At jg. Het zwijgen van een Paus Het WONDER van BOEGHOUT uit HET DAGBOEK TTTVPITTE H7U3 17c JAARGANG No. 39 !g OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND „jffSMr Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48 MedewerkersJ. A. van_ Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen ;_Ds^ M: V. J. de Craene, Baarland Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, WoerdenDr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. J. v. d. Leek, KapelleDs. P. van Til, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo „ik worstel Ds. B. Wentsel, Brouwershaven cn ontkom" I Abonnementsprijs 3,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 12 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 12 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 Wc hebben in de week, waarin we dit artikel schrijven uit de krant ver nomen, dat Pasen dit jaar een record aan toeristenbezoek zal betekenen. Ve len. die het anders nog wel in Zwit serland gingen zoeken, zullen zich ook dii jaar voegen in de grote stroom van hen, die langs onze grote verkeersaders hun weg zoeken naar al hetgene ons land hun te bieden heeft. Daar stromen ze ons land binnen met het vooropgezette plan om zo veel mogelijk waar voor hun geld te krijgen; dat ze van plan zijn om hier uit te ge ven. Daarom is Pasen voor velen een kwestie van weer, van mooi weer. Want hoe mooier het weer hoe meer toeris ten en hoe meer toeristen hoe meer er aan de strijkstok blijft hangen. We kun nen dan ook door alle regels heen le zen hoe geducht men is voor een slech te Pasen, want Pasen betekent toeris me. Pasen betekent of goede zaken doen of zelf uitgaan, maar daarom heb ben we een mooi, een zonnige Pasen nodig. Vrees voor een slechte Pasen... om dat de zon niet zou schijnen, omdat het misschien zal regenen, omdat de wind zo sterk is. Ja, dat wordt zo langzamerhand in een „christelijk" Nederland, in een ..christelijk' Europa onder een slechte Pasen verstaanslecht weer. Maar dat betekent, dat het ondanks een mooie Pasen nog een zeer siechte Pasen kan worden. Want een slechte Pasen is het wanneer de Zon der we reld niet in ons hart schijnt, wanneer we niet delen in de vreugde van de op standing des Heren. We hebben juist dezer dagen nog eens geluisterd naar de opname van de rouwdienst bij de begrafenis van Ko ningin Wilhelmina, een dienst gehou den in de weken voor Kerstfeest, maar waar de paasvreugde vanaf straalde. Paasvreugde, omdat d.e opgestane Here zegt: Ik ben met U Paasvreugde zo dat in het aangezicht van de dood ge zongen kan worden: „U zij de glorie, opgestane Heer. U zij de victorie, nu en immerweer." Zonder deze vreugde is elke Pasen een slechte Pasen. En het is vanuit deze vreugde, dat wij de lezers van de kerk bode een „goede" Pasen wensen. Dat ge delen moogt in de vreugde der ver lossing en de zekerheid van de zalige opstanding, zodat ge mee kunt zingen: „In Uw hoede zijn wij welgeborgcn, en, schoon eerlang 't oog ons breek', open gaat het op de grote morgen, na deez aardse lijdensweek. Welk een dag der ruste zal dat wezen, als w' onsterflijk uit de dood verrezen, knielen voor uw dankaltaar..." vH. Onder deze vier-kolomskop ging de Volkskrant (r.k.) in de op de vragen, die opgeworpen worden cloor Rolf Hochhuths toneelspel „De plaatsbekle der dat handelt over de houding van Paus Pius XII tijdens de jodenmoord van het nazisme. Naar aanleiding van Hochhuths' stuk, dat van vele histori sche aantekeningen voorzien is, merkt de Volkskrant op: ..De vraag welke dit stuk op dit ogen blik oproept is echter een geheel ande re dan de zuiver artistieke. Het is een vraag welke zowel in, als na de oorlog door velen gesteld is. maar welke door slechts enkelen in het openbaar is uit gesproken: waarom heeft cle Kerk. waarom heeft Pius XII, gezwegen bij de onnoemelijke misdaad welke meer dan drie jaar lang, systematisch, dag in dag uit, aan de joden bedreven is Waarom heeft de plaatsbekleder van Christus zich niet openlijk solidair ver klaard, urbi et orbi, voor het christen volk en voor de gehele wereld, met die christenen die zoals in dit stuk de priester Riccardo Fontana en de prote stant Gersfein tot het uiterste gaan in hun solidairiteit met de slachtoffers?" De antwoorden, clie dit zwijgen plau sibel zouden moeten maken, worden door cle Volkskrant ontzenuwd. Als gesteld wordt: het werd niet geweten, dan antwoord de Volkskrant met enke le feiten en besluit: „Het is dus niet vol te houden dat men in het Vaticaan onkundig geweest is van hetgeen er gebeurde". Op de tegenwerping, dat het niet ge oorloofd is thans een oordeel uit te spre ken over wat in een niet meer na te voelen situatie gedaan is... zeker niet waar het de verheven persoon van de paus betreft, daar antwoordt dit daq- blad: „Waarom mogen wij wel de con servatieve houding van Pius XI tijdens het grootste deel van zijn pontificaat betreuren, of de modernistenjacht wel ke tijdens het pontificaat van Pius X heeft plaatsgevonden, en geen vra gen stellen over Pius XII Is dat alleen een kwestie van tijdsafstand waardoor de vragen hun werkelijk kritisch en dus ook pijnlijk karakter verloren hebben Zo gaat dit rooms katholieke dag blad serieus in op de beschuldigingen, die in „De plaatsbekleder" tegen Pius XII worden ingebracht. Dit is echter het enige niet, de schrijver van het Volkskrant artikel, Daniël de Lange, neemt niet slechts de kritiek ernstig, maar onthoudt zich in dezen ook niet van kritiek op de houding van Pius. Na de carrière van Pius als pauselijk nuntius in Duitsland geschetst te heb ben (1917-1929) en het in 1933 door hem als staatssecretaris gesloten con cordaat met Nazi-Duitsland, wijst de Lange erop. hoe Pius slechts een angst kende, de angst voor het communisme, om welke reden hij een sterk anti communistisch bolwerk in Midden- Europa wenste te handhaven. De Lan ge schrijft: Vrijdagavond, 't Was weer een goe de avond. Zo is er maar één in het jaar, want het blijft hoge uitzondering als iemand op een ander tijdstipt de toe gang vraagt tot het avondmaal. Misschien moest het eigenlijk anders zijn. Ik zou het prettig vinden, als zo nu en dan zich een paar doopleden meldden en vroegen: wij willen graag met de gemeente het avondmaal vie ren. Deze oogst is toch niet afhankelijk van het seizoen. Het zou mooi zijn, als wij de rijpe vruchten van de Catechisa tie van tijd tot tijd konden inzamelen. Maar zo heel erg vind ik het nu ook weer niet, die aparte belijdeniscatechi satie. Wat kunnen het fijne uren zijn. Het Catechisatie onderwijs is dikwijls gebrekkig, uit allerlei oorzaak. Zeker ook hierom, omdat je altijd met de pu berteit te maken hebt cn de praktijk leert ons (en de wetenschap stemt het eerlijk toe) dat er in die tijd bij onze jonge mensen een minimum aan belang stelling is voor geestelijke dingen. Dit is heus niet een beginnende onverschil ligheid voor kerk en godsdienst cn ou ders moeten zich over hun opgroeiende kinderen niet direkt zulke ernstige zor gen maken, maar het eenvoudige feit maakt het onderwijs toch wel eens moeilijk. En die bladzijde is omgeslagen op de belijdeniscatechisatie. Op dat uurtje komen jonge mensen zelf naar ons toe, uit eigen begeerte en niet, omdat zij door hun ouders gezonden worden. Vaak wordt het een discussieuurtje. Wat kunnen zij heerlijk loskomen met hun problemen, zij vragen om een ant woord. Wat kan er een kostelijke band van vertrouwen groeien, onderling, maar ook tussen leraar en leerlingen. Hoe vaak hoor je niet van mensen al op gevorderde leeftijd, als zij eens over hun kennissenkring spreken: „ik heb met hem nog belijdenis gedaan". Nog onlangs ontmoette ik iemand, die ik in „Men kan zich voorstellen dat de Vaticaanse diplomatie, in de ban van de dreiging van Rusland, alles heeft willen vermijden dat de innerlijke sa menhang van Duitsland kon verminde ren, en wat Duitsland als voorlopige onderhandelingspartner voorlopig zou uitschakelen. Immers, een openlijke ver oordeling van de jodenmoord zou de toch zeker 50 miljoen katholieken bin nen het Reich in hun trouw aan de Duitse leiding aan het wankelen bren gen, en tevens alle verdere onderhan delingen door mensen die ook maar iets met het regime te maken hadden voorgoed frustreren. In de betrekkelijk eng-Europese zienswijze van het Vati caan zou dit een ramp voor de toekomst zijn, een ramp die evenwel werkelijk heid is geworden toen Duitsland door de nederlaag als macht in Centraal Europa uitviel en Rusland zijn invloeds sfeer naar het Westen verlegde". De Lange concludeert dan ook, dat de meest aannemelijke verklaring voor het zwijgen van Pius XII gelegen is in zijn angst voor het communisme: diezelfde angst die ook na de oorlog tot zulke vreemde allianties van Amerikaanse katholieken met McArthy, met Péron, Trujillo enz. bewogen heeft, welke meestal slechts op het laatste nip pertje verbroken zijn. Wanneer de hy pothese juist is, heeft deze angst ook hier geleid tot die merkwaardige be wustzijnsvernauwing welke al het an dere als het mindere kwaad beschouwt. Zeker wanneer een dergelijke angst meer dan de helft van een werkzaam mensenleven bestaat, is het denkbaar dat de persoon onder invloed daarvan een zodanige blindheid ontwikkelt voor alles wat met de angst in strijd is, dat men het eenvoudig niet meer ziet voor- wat het is. Grof gezegd: voor menigeen was het onmogelijk om naast cle dui vel van het communisme nog oog te blijven houden voor de toondertijd nog baarJijker duivel van het racistisch na- tionaal-socialisme." Tot zover de Lange in de Volkskrant, die in zijn woorden niet onder stoelen of banken steekt, dat naar zijn opvat ting de houding van Pius XII ge'du- lange tijd niet meer gezien had en die ik echt een beetje kwijt geraakt was, maar die de hernieuwde kennismaking onmiddellijk inleidde met de opmerking: „dominee, ik heb toch nog bij u belij denis gedaan Ja, en dan dat onderzoek voor de kerkeraad. Zij zien er vaak tegenop als tegen een examen, wat het toch waar lijk niet is. Maar zij willen het ook niet missen. Ik heb altijd de gewoonte, dat ik tevoren een samenspreking met hen onder vier ogen. omdat ik meen, dat zij zich in een persoonlijk onderhoud gemakkelijker uitspreken over wat hen bewoog, om deze stap te doen. dan in een vergadering van op zijn minst een 20 a 25 personen. Na afloop van dit onderhoud vroeg één van hen mij: moe ten wij ook nog „voor de kerkeraad" komen Op mijn bevestigend antwoord kwam onmiddellijk de reactie: „och ja, natuurlijk, ik zou het ook niet willen missen." Zij gevoelen het heus wel als een gewichtig moment om te verschijnen in die „hoge" vergadering. Er hoeft toch geen vrees te zijn, maar zij weten het: nu doen zij echt belijdenis, nu wordt hun de toegang tol het avondmaal ont sloten. Straks zullen zij in de kerk het grote woord uitspreken, maar op deze vergadering ontvangen zij daartoe ver lof. Natuurlijk is het resultaat van het onderzoek nogal verschillend. Er zijn er, die zich met geen mogelijkheid de Catechismus eigen kunnen maken, ook niet de meest bekende vragen en ant woorden en anderen zijn er, die zo'n gezond inzicht hebben in de gerefor meerde geloofsleer en in de meest be langrijke zaken wat het kerkelijk leven aangaat, dat zij waarlijk geen slecht figuur zouden slaan op een classicaal examen. Maar daaraan ligt het niet. Nooit zal ik vergeten die bejaarde broeder, rende de laatste wereldoorlog en ten aanzien van de jodenmoord fout is ge weest. Bij het lezen van Hochhuths' drama en bjj dat wat de Lange in de Volkskrant schrijft, komen twee vra gen boven; de eerste, die ook de Lange stelt: „hoe is het mogelijk, dat iemand, die de naam plaatsbekleder van Chris tus draagt bij deze ontzettende moord moedwillig gezwegen en toegezien heeft De tweede, naar aanleiding van de kritiek tot in de r.k. pers toe: „Begint het Pausdom te wankelen?" Een volgend maal hopelijk meer hier over. vH. GERECHTIGHEID II Naar aanleiding en van het inge zonden stuk van br. Riemens én van ons artikel „Gerechtigheid", is nogal wat reactie losgekomen, om niet in een eindeloze discussie te verzanden, zul len wij trachten om in één van cle ko mende nummers deze reacties pro en contra samen te vatten om daarna weer andere zaken, die onze aandacht vra gen, te bezien. vH. VRIENDELIJK VERZOEK Om misverstanden te vermijden wor den zij, die een ingezonden stuk in de kerkbode willen plaatsen vriendelijk verzocht om deze stukken eerst aan cle redactie op te zenden. Uiteraard ge schiedt plaatsing buiten verantwoorde lijkheid van de redactie, doch soms is een redactioneel naschrift nog nodig. Dit kon thans niet geschieden met het stukje „De Negende Lire", daar de Uitgevers dit opnamen buiten mede weten van de Redactie. Daarom zijn wij thans genoodzaakt mee te delen, dat de redactie van de kerkbode gener lei verantwoordelijkheid wenst te dra gen voor het in dit stukje gestelde. Aan de hier geponeerde gedachten ligt na melijk een theologie ten grondslag, die naar onze opvatting niet bijbels ver antwoord is. vH. een analfabeet, die ik natuurlijk maar enkele hoofdzaken vragen kon en die op mijn vraag, of er dan geen herstel mogelijk was van een door de zonde bedorven wereld, met schitterende ogen antwoordde: „ja dominee, door de genade van onze Here Jezus Chris tus, die voor ons aan het kruis gestor ven is." Deze man was door de Heilige Geest geleerd. Ik had er maar weinig zorg aan ten koste gelegd. Ik kon alleen maar de oogst binnenhalen. Straks zullen in welhaast alle kerken onze jonge lidmaten weer opstaan, om zich met een eed van trouw aan hun Koning te verbinden. Het ene jaar is de oogst wel eens wat groter, dan weer wat schaarser. Soms wel eens tot te leurstelling. maar wij mogen ook de Heilige Geest niet voor de voeten lo pen. Het zal een persoonlijke keuze en persoonlijke overtuiging moeten blijven en die is bij de één vroeger gerijpt dan bij de ander. De één heeft meer moei lijkheden dan de ander. Er zijn er, bij wie het alles zo gemakkelijk cn haast als vanzelfsprekend gaat cn anderen hebben er om moeten worstelen, om tot zekerheid te komen. Die zekerheid zal straks ook nog wel eens aangevochten worden. Wij kunnen niet altijd zingen. Er komt heus wel eens een tijd, dat wij in de storm en in de mist zitten. Laten onze jonge mensen niet menen, dat het van nu af altijd feest zal zijn. Maar wij hebben een trouwe Zalig maker. Hij heeft de dood overwonnen en Hij zal niet toelaten, dat zijn kinde ren er in zouden omkomen. Wie zijn bevende handen met kinderlijk vertrou wen legt in zijn sterke handen, diens pad zal veilig wezen. Openbare belijdenis kan elke week van het jaar. maar op Pasen (gelijk dit jaar stellig in heel wat kerken) is het wel bijzonder zinvol. Een Koning, die de dood overwon, wie zou nog vrezen K.-B. v.d.L. Liet werk van br. K. Sluys uit Bocc- hout, dat onder bovenstaande titel ver scheen heeft evenals de werken van ds. Hegger sommige onzer kerkelijke scribenten nogal wat geprikkeld. Een eenparige enthousiaste ontvangst was het in de Gereformeerde Kerkelijke pers niet beschoren. Waarschijnlijk om dat de scribenten de situatie in Vlaan deren niet altijd even goed kenden cn ook omdat zij de persmethoden van br. Sluys en ds. Hegger ten aanzien van het rooms katholicisme persé afwijzen. De bekende Haagse evangelisatie predikant der Ned. Herv. Gemeente, ds. P. Lugtigheid, heeft nu onlangs dit boek ook gelezen en schrijft er het volgende over: Onlangs vroeg me één mijner vrien den: „Kent u „Het Wonder van Boec- hout"? Hebt u dat gezien „Neen, ik heb er wel van gehoord, maar gelezen heb ik het niet", ant woordde ik. Een paar dagen later deed hij het me toekomen. Op een avond, laat, ben ik eraan begonnen. Maar dat bleek ge vaarlijke lektuur. Gevaarlijk voor mijn nachtrust dan. Eenmaal begonnen kon ik er bijna niet meer mee ophouden. Het werkte op me als de borrel op een dronkaard. Elke keer zei een stem me: maar nu moet je toch echt slapen gaan. Maar ik reageerde, zoals kinderen va ker doen: hé toe, 't is zo mooi, één hoofdstuk nog. Diep in de nacht legde ik het opzij. Voor twee-derde had ik het uitgele zen. Met een blij hart ging ik slapen, volgeladen met nieuwe moed voor cle evangelie-verkondiging. Nu 28» jaren ruim ben ik predikant, verbonden aan onze oude Hervormde kerk." En „ouderdom komt met gebre ken", zegt het spreekwoord. Dat geldt niet alleen het menselijk lichaam, maar ook een kerk, naar het schijnt. Onze oude vaderlandse kerk zit dus vol ge breken: er is veel lauwheid; daar is de richtingsstrijd, waaraan we na de oorlog alles doen om die om te buigen tot een broederlijk gesprek rondom de open bijbel. Maar ondergronds blijft het wantrouwen nog voortwoekeren of we vinden elkaar op een grootste ge mene deler, waarbij de bijbelse Bood schap te kort komt; er is veel afval; de kerkdiensten worden, vooral in de gro te steden, vaak maar matig bezocht. En met dit alles kom ik alle dagen in aanraking. De laatste 17 jaren mag ik evange lisatie-predikant zijn in Den Haag, on ze residentie, een stad van omstreeks 600.000 inwoners. Het werk is, even als dat waar de heer Sluys over schrijft, uitermate boeiend, maar niet minder vermoeiend. En dan gebeurt het soms, dat je de moed verliest, gelijk de man. die emmertjes water naar de zee draagt. Soms zijn er dagen, dat ik de collega's begrijpen kan die het predi kant-zijn vaarwel zeggen cn een maat schappelijke funktie aanvaarden. Ge lukkig overkomt me dat niet vaak, maar een enkele keer overvalt me die zondige somberheid van het ongeloof. En daar kreeg ik me nu in handen het fascinerend verhaal over „de kerk van Boechout". In ongeveer 10 jaren uitgegroeid tot een gemeente van enke le honderden „zielen", vervuld van een nieuw, krachtig en blij geloofsleven. Ontstaan op een verjaardagsvisite Al mijn somberheid verdween. Ik werd vervuld met nieuwe moed. En ik ging blij slapen. Zodra de kans schoon was, pakte ik het boek weer om het uit te lezen. Dat was verleden zaterdagavond, toen de preek voor volgende zondagmorgen klaar was. Ik kon niet nalaten, er mijn vrouw zo nu en dan een passage uit voor te lezen: moet je toch eens ho renEven over tienen had ik het uit. Toén kon ik het toch echt niet laten broeder Sluys even op te bellen. We kenden elkaar vaag uit de tijd dat we samen zitting hadden in het Billy-Gra- ham-comité, enkele jaren geleden. „Moet u uw preek niet maken was zijn eerste reactie. „Is er schoner preek-voorbereiding dan uw boek, mijnheer Sluys?" kon ik naar waar heid antwoorden. „Mijnheer Sluys, ik wil ..Het Wonder van Boechout" met eigen ogen aanschouwen. Mag ik maandag komen „Hartelijk welkom, dominee. Na 4 uur, half 5 ben ik tot uw beschikking." VAN EEN PREDIKANT

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1963 | | pagina 1