Officiële Berichten
BALI
PAASCOLLECTE (I)
Joh. 20 19—23.
VERGADERING
GEREF.
ORGANISTENVERENIGING
VOORLICHTINGSDAG
VERSLAG
van de Zuiderzending voor de Parti
culiere Synode van de Gereformeerde
Kerken van Zeeland, Noord-Brabant
en Limburg over 1962.
LAAT VOORJAAR
ergert. „Alle dingen zijn mij geoor
loofd", zegt Paulus, „maar alle dingen
zijn niet oirbaar".
De christelijke vrijheid, waartoe
Christus ons vrijgemaakt heeft, is een
vrijheid niet tot bandeloosheid; ze staat
onder de tucht der liefde en is een vrij
heid die in bepaalde situaties tot ascese,
onthouding verplicht.
„Indien ik mijn broeder er door
erger, zal ik in der eeuwigheid geen
vlees eten
Intussen legge niemand z'n eigen in
zicht de ander als norm op. En de kerk
make niet bindend uit, wat mag en niet
mag. Ze geve geen lijst van ontspan
ningsmogelijkheden, die wel of niet ge
oorloofd zouden zijn. Ze zou daardoor
prooi worden van een ijzig wetticisme,
dat de bloem van levenswarme dienst
des Heren bevriest. Ze zou, als de Fari
zeeërs in Jezus' dagen, vervallen tot een
de Geest bedroevende en geest-doden
de casuïstiek. Zó sta ieder in de vrij
heid, welke geen wettisch „gebod op
gebod, regel op regel" kent, ook voor
het doorbrengen van de zondag niet,
maar die ons met de rust van die dag
leven doet in het klimaat van de eeuwi
ge sabbat, die komt. Ook van het vier
de gebod geldt: „de liefde is de ver
vulling der wet."
Men verzoekt ons op te nemen:
DE NEGENDE URE
De vingerwijzingen voor de viering
van de Goede Vrijdag brengen ons
terug tot de allervroegste tijden der
Christenheid. Zo draagt de opzet van
deze dienst nog een zuiver synagogaal
karakter: de lezingen en gebeden wor
den niet omkranst door liturgische ge
bruiken uit latere eeuwen. Het is een
z.g. vigilie, d.w.z. een „waak-dienst":
wij kunnen de slaap niet vatten uit ont
steltenis over wat er gebeurd is, het
tegenbeeld van het slapen der discipe
len in Gètsémané. Het tweede gedeelte
van deze vigilie, met de breed-opge-
zette voorbeden, brengt dat voortreffe
lijk tot uiting: ze zijn het klassieke voor
beeld van de voorbede voor Kerk en
wereld. Het derde gedeelte van de
dienst bestaat uit de z.g. Kruismedita-
tie; deze stamt uit Jeruzalem en wordt
gedateerd op het jaar 327.
In het kader van het oecumenisch
vrijdagavondgebed wordt op Goede
Vrijdag om 15.00 uur in de Engelse
Kerk te Middelburg een dienst gehou
den die de bovenomschreven liturgie
geheel volgt.
Een ernstige ramp heeft dit eiland
getroffen. Het aantal doden is nog on
bekend. Wel is nu reeds zeker dat meer
dan 1500 mensen door de dood getrof
fen werden.
Op Bali is een zelfstandige kerk ge
groeid van meer dan 2000 leden op een
bevolking van ruim 1 miljoen.
Vlak bij het rampgebied ligt ook Ka-
rangasem, waar een jonge actieve ge
meente is. Deze kerk zal niet alleen
hulp moet ontvangen voor de eigen
leden. De kerk op Bali, gesteund door
de Raad van Kerken in Indonesië, zal
ongetwijfeld de liefde van Christus ook
willen vertolken onder de andere
eilandbewoners.
Deputaten voor de algemene diaco
nale arbeid kunnen uit de februari-col-
lecte van de Wereldhulpactie helaas
geen groot bedrag ter beschikking stel
len. De collecte-opbrengst is lager ge
weest dan in 1962, terwijl juist vóór de
ramp op Bali belangrijke beslissingen
werden genomen over de besteding.
Helpt U mee voor deze nood in In
donesië?
Het gironummer van deputaten voor
de algemeen diaconale arbeid is 2211
te Utrecht.
Nog meer hulp is mogelijk indien U
vermeldt: geen dank. Dit spaart veel
werk. U krijgt dan wel te zijner tijd
een overzicht van de hulpverlening.
De kerk was bijeen, de deuren ge
sloten, uit vrees voor de Joden.
Geen wonder: dat Jezus leeft was
voor de kerk slechts een vaag gerucht.
En als het niet waar is dat Jezus leeft,
vreest de kerk de omgeving. Dan leeft
in de kerk geen verwachting voor de
wereld.
De wereld is alleen iets om bang
voor te zijn, te schuwen en te mijden.
Waar kerken geen open vensters en
deuren hebben naar de wereld, dicht-
In de Hofpleinkerk te Middelburg
hield de Kring Zeeland van de G.O.V.
zaterdagmiddag een vergadering o.l.v.
dhr. L. Suurmond te Middelburg.
Op deze vergadering werd gespro
ken over de nieuwe gezangenbundel,
welk onderwerp werd ingeleid door
drs. K. de Jong Izn. te Goes.
Bij het samenstellen van deze ±120
liederen bevattende bundel heeft de
commissie als richtlijn moeten aan
houden of men in een behoefte voor
ziet. Zo zijn er ontstaan verschillende
liederen behorende tot het kerkelijk
jaar, als kerstliederen, paas- en pink
sterliederen, doopliederen, avondmaals-
liederen enz. Als maatstaven bij de sa
menstelling van de bundel stond voorop
dat de liederen Schriftuurlijk en taal
kundig verantwoord moeten zijn en dat
ze bovendien geschikt moeten zijn voor
massazang.
Bovendien is er enig verschil tussen
een kerklied en een algemeen christe
lijk lied.
Wat betreft de melodieën, zij moeten
eenvoudig zijn en bovendien in het
oorspronkelijk ritme genoteerd.
De Hervormde Kerk zal binnenkort
eveneens een nieuwe bundel aanbieden,
waarbij dan de liederen die ook in de
Geref. Bundel voorkomen éénsluidend
bij en ver weg, daar werd het nog geen
Paasfeest.
Het wonder van Pasen is dat de do
de Heer der kerk weer leeft, en op
eens dwars door gesloten deuren bin
nen kan staan stralend en levend
en van binnen uit ramen en deuren
openstoot: „Gelijk de Vader Mij in
de wereld zond, zo zend Ik u, de kerk
deuren uit". En daar blaast Hij en
zegt: „Ontvangt de Heilige Geest". De
Pinksterwind begint op Pasen te waai
en en straks gaat het stormen.
De kerkvensters waaien open en je
kunt kijken tot het uiterste der aarde.
De kerkdeur waait open en je wordt
naar buiten geblazen, beginnende in
Jeruzalem, je eigen omgeving.
Wat gaat dat kosten als Jezus
Christus zo zijn Geest laat waaien dat
kerkramen en -deuren openspringen
naar buiten toe
Heel wat
Jezus kostte het bloed dat blij ge
geven werd. Vandaag kost het veel
geld dat u o.a. op Pasen blij offeren
zult.
Blij want waar Jezus zijn Geest
door de kerken blaast wordt het feest.
Jaar in jaar uit van Paasfeest naar
Pinksterfeest, tot het eeuwige slotfeest,
als het evangelie van het konink
rijk overal verkondigd zal zijn,
de oproep tot het feest overal
vernomen zal zijn,
door uw omgeving, door u,
in ons land door uw Paasoffer en uw
gebed.
P. B. SUURMOND.
van tekst zullen zijn. Hiervoor is dus
samenwerking nodig met de Herv.
Kerk.
Ook zullen er uit onze tegenwoordige
bundel gezangen verdwijnen of worden
gewijzigd.
Vermeld zij nog dat over het klein
gloria, overgenomen uit de Herv. bun
del, veel strijd is gevoerd, alsmede over
gez. 14 en 16 5 en 6.
Op deze inleiding volgde een ge
animeerde bespreking. Besloten werd
om de volgende vergadering te houden
in Geersdijk.
De Senaat van het studentencorps
aan de Theologische Hogeschool te
Kampen deelt mede, dat op zaterdag
6 april a.s. een voorlichtingsdag zal
worden gehouden. Zij die overwegen
theologie te gaan studeren, worden,
met hun ouders, dringend uitgenodigd
aanwezig te zijn.
Toespraken zullen worden gehouden
door de Rector Magnificus Prof. Dr.
J. T. Bakker en de praetor van het
studentencorps. Ook de verschillende
hoogleraren zijn aanwezig en er is
ruimschoots gelegenheid met hen en de
aanwezige studenten van gedachten te
wisselen. Aanvang van de voorlich
tingsdag: 10.30 uur v.m., Sociëteit
„Cellebroederspoort".
Sluiting ca. 16.00 uur.
Reiskosten voor eindexamenkandi
daten worden vergoed.
1. Blora/Bodjonegoro:
Moest in het vorige verslag bericht
worden dat het contact met ons oude
zendingsterrein uiterst schaars geweest
was, in het jaar 1962 is hierin geen ver
betering gekomen.
In 1962 werd n.l. slechts één brief
ontvangen van de hand van Ds. Wir-
josutedjo. Uit dat schrijven mochten
wij overigens tot onze blijdschap con
stateren, dat de kerken een gezond en
actief leven ontplooien en hun roeping
als getuigen van Jezus Christus blijken
te verstaan.
Aan een rapport van de 7e Synode
van de Chr. Javaanse kerken ontlenen
wij, dat in 1960 de classis Blora/Bod
jonegoro bestond uit 5 kerken en 15
kringen; het aantal volwassen leden
bedroeg 325, dat der kinderen 363.
(Hierbij dient te worden aangetekend,
dat tengevolge van de scheuring, die
in het kerkelijk leven op ons zendings
terrein heeft plaats gehad, het aantal
kerken, waarover onze zorg is uitge
strekt, is verminderd). In 1960 werden
14 volwassenen en 35 kinderen gedoopt.
Inmiddels is het aantal leden en doop
leden verder toegenomen, terwijl ook
nieuwe kringen werden gevormd. De
brief van Ds. Wirjo vermeldt alléén
met betrekking tot de tijdens de Paas
dagen 1962 gehouden diensten de vol
gende aantallen doopsbedieningen;
Tuban 12 volw. en 22 kinderen
Rembang 2 volw. en 2 kinderen
Tjepu 3 volw. en 4 kinderen
Uit de schaarse gegevens waarover
wij beschikken, mag toch met dank
baarheid worden afgeleid, dat de ker
ken zich in een gestadige groei mogen
verheugen. Van gezond geestelijk leven
getuigt ook de activiteit die op de chr.
feestdagen wordt ontplooid met betrek
king tot de evangelisatie: in alle ge
meenten worden evangelisatie-dagen
gehouden, die vaak zeer druk worden
bezocht. Ds. Wirjo gewaagt met enige
trots van de kerstfeestviering in Tuban,
waarbij 2000 mensen aanwezig waren.
In Rembang kwam een nieuw kerk
gebouw tot stand de daarvoor beno
digde Rp. 75000,— heeft men deels uit
eigen middelen, deels door lening ter
plaatse bijeen kunnen krijgen. In Ran-
dublatung werd eveneens een nieuwe
kerk gebouwd.
Uit de ontwerp-begroting 1962
die voor 1963 werd nog niet ontvangen
kunnen we afleiden, dat op 5 plaat
sen zendingsscholen en op 6 plaatsen
naaicursussen worden gehouden.
Wat het onderwijs betreft: in 1962
waren in 't ressort van de classis geves
tigd:
9 chr. lagere scholen
1 chr. huishoudschool
1 chr. middelbare school
1 chr. ulo-school.
Het totaal aantal leerkrachten be
droeg medio 1962: 96.
Drs. H. Baas bezocht de kerken in
februari 1962 en diende van advies bij
FEUILLETON
door
HUGO KINGMANS
28)
„Ja, vraag het Jaarsma maar. Die, ik noem man en paard,
heeft het mij verteld. Wat zou die er belang bij hebben, Jan
zwart te maken? Hij kent hem alleen van gezicht, 't Moet die
Sanne geweest zijn. Hij kent de familie Everts heel goed. Ze
deden net als een verloofd paartje, zei hij. Nu, dan heeft Jan
toch gelogen met zijn verhaaltje, dat hij mij vertelde en later jou?
Ik heb toen niets gezegd
„Had het maar gedaan! dan had ik hem kunnen vragen."
„Och, ik wilde je geen verdriet doen. Achteraf gezien, ja,
misschien was het beter geweest, als ik het je had verteld. Ik
geloofde het verhaal van Jan niet en ik geloof het nog niet.
Ik zag wel, dat hij er mee zat. Hij werd nijdig. En wie boos
wordt, heeft ongelijk. Hij is mij erg tegengevallen. Daarom was
ik die avond zo kort tegen hem."
Moeder Saalmink ratelt door. Zij staat zo te fantaseren
van Sanne heeft die Jaarsma geen woord gerept; hij wist de
voornaam van het meisje niet eens dat zij haar eigen leugens
gelooft. Haar doel is alleen, Jan Stelmaker zwart te maken en in
het hart van Marie twijfel te zaaien. Het schijnt haar te gelukken,
als zij op het gezicht van Marie let.
„Wie zó doet, kan daarginds ook wel een meisje zoeken en
vinden. Dat bedoelde ik zoeven."
„Ik kan het niet geloven .Iemand, die zo geregeld schrijft, als
Jan, en zulke brieven, bedriegt mij niet".
Haar moeder haalt de schouders op. Dan verlaat zij het vertrék,
inwendig toch niet rustig. Heeft zij het niet wat te bont gemaakt?
Zij heeft onmiddellijk gevoeld, dat Jan waarheid sprak. Nu
ja, vooruit. Het moet uit tussen die twee. Anders zul je het nog
beleven, dat Marie toch naar Canada trekt. En dat wil zij niet.
Marie komt op het gesprek niet terug. Zij is alleen opmerkelijk
stil. Gaat het gezaaide vrucht schieten in haar hart?
Het is haar beurt om Jan te schrijven. Zij heeft aanvechting,
hem om inlichtingen te vragen. Maar neen ze mag hem niet
wantrouwen. Bovendien zou hij hetzelfde terugschrijven als wat
hij verteld heeft. En dan was zij nog even ver. Jaarsma vragen?
Neen, dat doet zij niet, dat plezier zal die vent niet beleven met
zijn praatjes.
Zo blijft het. Er verlopen enkele maanden. Dan schrijft Jan,
dat 't verbazend koud is daarginds. Zulke winters maak je in
Nederland niet mee. Werkelijk ligt de sneeuw meters hoog en het
kwik in de thermometer daalt geducht. Nu is het er wel erg
eenzaam. Je kunt ook niet naar de kerk.
„Ha, 't wordt al minder", stookt moeder Saalmink op. ,,Er
komt nog wel meer. Wie weet, of hij nog niet terugkomt en er
genoeg van heeft."
De volgende brieven zijn weer veel opgewekter: er komt vast
heid; het is zeker, dat hij over enige tijd een flinke lap grond
kan kopen voor een zacht prijsje; en nu is hij al bezig bomen te
hakken in de bossen, mag je vrij doen; daar zal hij dan planken
van zagen en gaat hij een grote hut bouwen, waar zij het volgend
jaar in kunnen gaan wonen; zo komt er dan geleidelijk een
boerderij.
Marie leest dit alles met gemengde gevoelens. Haar moeder
ziet haar teleurstelling en stookt het vuurtje op.
„Welja, in een houten hut! Om in de winter te sterven van de
kou! En hier had hij een flinke arbeiderswoning kunnen hebben,
behoorlijk van steen. Ja, met het geld, dat hij kon lenen, had hij
een gedoetje kunnen kopen. Dat noemen ze dan vooruitzichten!
En daarvoor ga je naar Canada. Meid, je moet het zelf weten,
wat je doet, maar je bent gek, als je daar armoe lijden gaat.
Bovendien doe je het tegen mijn zin. Je behoeft er niet op te
rekenen, dat je ooit een brief van mij krijgt, 't Zal wel ouderwets
zijn, maar ik vind, dat een kind haar ouders moet gehoorzamen".
Saalmink uit ook zijn verwondering over de brief. Hij had
gedacht, dat het daar toch anders was. Dat Jan wel een boerderij
zou kunnen kopen. Maar nu had hij alleen land. En om onderdak
te hebben, moet hij een hut bouwen, als begin van een boerderij.
Dat kan jaren duren.
Volkomen argeloos steunt hij de argumenten van zijn vrouw.
Het is koren op haar molen.
„Wat moet ik doen, moeder?" vraagt Marie, een paar dagen
later. „Jan moet antwoord hebben. 'kZal maar om nadere in
lichtingen vragen, want ik begrijp alles niet".
„De brief is anders duidelijk genoeg. Heb je nu heus zin, om
volgend jaar er heen te gaan?"
„Och, zin, neen, zin niet. Maar ik verlang wel naar Jan. Dat
is toch te begrijpen?"
„Maar hij houdt niet van je, zoals dat behoort. Anders was hij
niet gegaan, basta. Zoiets doe je je meisje niet aan. En ik ver
trouw hem ook niet. Denk aan wat ik je verteld heb."
„Dat geloof ik niet."
„Ik geloof het wel. Jaarsma heeft er geen belang bij mij leugens
over Jan op de mouw te spelden.
Er verlopen een paar dagen. Naar Canada gaat geen brief
Precies op tijd komt er wel een schrijven van Jan; hij heeft
geen brief gehad, er is toch niets bijzonders? Verder weer tal van
mededelingen, om haar in te lichten.
En dan laat Marie lich willoos door haar moeder leiden.
Vrouw Saalmink triomfeert over heel de linie. Marie deelt in haar
antwoord mede, dat zij de verloving verbreekt. Haar hart bloedt
er bij, want zij heeft hem lief. Maar naar Canada kan zij niet
komen. Moeder kan zij niet ongehoorzaam zijn. Die wil niet, dat
zij weggaat. Zelf voelt zij er ook niet veel voor. Zij zou alleen
komen, omdat zij hem zo moeilijk missen kan. Het blijkt nu wel,
dat het daarginds toch niet zo mooi is als hij doet voorkomen.
Als je nu eerst een hutje moet bouwen, om in te kunnen wonen.
Zoals gewoonlijk in de dorpjes en gehuchten, neemt de post
bode de brief mee. Als Marie hem ziet wegfietsen, heeft zij aan
vechting hem terug te roepen en het schrijven weer in bezit te
nemen. Maar neen dat gaat toch niet.
En dan aanvaardde 't epistel haar laatste brief aan Jan --
de verre reis.
Maar in Marie is wat kapot. Er is ook iets kapot in haar
achting en liefde voor moeder. Haar opgeruimdheid verliest zij.
Het eten smaakt niet. Moeder Saalmink ziet het met zorg. Gaat
dat wel goed? Maar dan sust zij haar sprekend geweten: op de
duur komt het wel in orde. Volgend jaar heeft Marie een ander,
die niet zulke gekke dingen uithaalt.
Saalmink is niet te spreken. Hij verwijt Marie niets, maar tot
zijn vrouw zegt hij: „Zo had zij niet moeten doen, dat verdient
Jan niet. Het is verkeerd."
„Zeg, vrouw, nu moet je eens horen".
(Wordt vervolgd)