eeuwóe 3£erkbode Gerechtigheid HOLLANDSEVELD 29 MAART 1963 17e JAARGANG No. 37 OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150)22 48 Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, VlissingenDs. ML V. J. de Craene, Baarland Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, WoerdenDr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo „ik worstel Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Mej. F. A. Groot Nibbelink, Grijpskerke en ontkom" Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Middelburg. t Abonnementsprijs 3,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 12 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 12 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 v.J Sedert het vorige nummer van onze kerkbode zijn wij veel wijzer geworden ten aanzien van de vragen, die er gere zen waren rondom het Landbouwschap. Zoals de lezers zich wellicht herinneren zullen, stelden wij naar aanleiding van een ingezonden schrijven de vraag of er wellicht sprake zou kunnen zijn van so ciale ongerechtigheid in het handelen met de boeren uit fcet Hollaridseveld. Om een antwoord op deze vraag te krijgen hebben wij ons gericht tot de bron zelve, namelijk de secretaris van het Lanbouwschap, mr. J. S. Bies heuvel, die zo bereidwillig was om ons een duidelijke uiteenzetting van de ge hele kwestie te geven. Wellicht zullen sommige lezers zich afvragen of dit nu de onderwerpen zijn, waarover in een kerkbode geschre ven moet worden. De geachte inzender van het vorige week opgenomen stuk was echter van mening, dat de kerk hier alles mee te maken had en ook wij zijn van mening, dat wanneer het gaat om de gerechtigheid de kerk niet zwij gen mag en de kerk zeker ook niet mag mee doen noch als instituut, noch door haar leden aan het bedrijven van ongerechtigheid. Wat schrijft ons nu mr. Biesheuvel over de kwestie van de heffingen van het Landbouwschap, die de boeren op gelegd krijgen ,,Het zijn heffingen, hetzij voor de financiering van het apparaat van het Landbouwschap landelijk en geweste lijk. hetzij bestemd ter opbouw van eigen garantiefondsen voor de boeren, om de marktprijs voor bepaalde pro- dukten te ondersteunen of voor vee- ziektebestrijding. Ik denk in dit ver band aan het pootgoedgarantiefonds en aan de fondsen voor de bestrijding van de t.b.c. onder het rundvee en de be strijding van abortus Bang". Heffingen dus die door een Publiek rechterlijke bedrijfsorganisatie ten nutte van het algemeen belang genomen wor den en die aan de hand 'van bepaalde door de boeren verstrekte gegevens worden vastgesteld en opgelegd. Vraagt men nu naar de bevoegdheid van het Landbouwschap om dit te mo gen doen, dan kunnen we daarop al leen maar antwoorden, dat dit Land bouwschap niet maar een vereniging is, bijvoorbeeld een vereniging van ge bonden boeren tegenover de zogenaam de vrije boeren" van de heer Koekoek, doch een overheidsinstantie, die op wettige wijze tot stand is gekomen. Mr. Biesheuvel deelt hierover het volgende mee: ,,Na rijp beraad hebbende land bouworganisaties en de landarbeiders bonden eerst 5 jaar later (na afkondi ging van de wet op de P.B.O. in 1949, red.) gedaan gekregen hetgeen zij op al hun afdelingsvergaderingen en op hun vele bijeenkomsten al die jaren uit voerig hadden besproken: De aanvaar ding van de instelling van een Bedrijf schap voor de Landbouw, genaamd het Landbouwschap, op grond van de Wet op de Publiekrechtelijke Bedrijfsorgani satie 1949. De sociaal-Economische Raad en de Kroon hebben op dit verzoek tenslotte gunstig beschikt en zo is bij Koninklijk Besluit van 16 februari 1954, Staats blad No. 54, het Landbouwschap inge steld." Uit deze uiteenzetting blijkt, dat we hier toch wel te maken hebben met een wettig ingesteld bedrijfsorgaan niet alleen maar met een bedrijfsorgaan, dat tot stand is gekomen met medewerking van de landbouworganisaties en land arbeidersbonden. De heffingen, die dit Landbouwschap oplegt zijn volkomen gerechtvaardigd, omdat men door een landbouwonder neming te drijven automatisch onder dit schap valt, zoals men door bijvoor beeld in een polder of een gemeente te wonen tot het betrokken waterschap of de betrokken gemeente behoort. Waar de zaken aldus liggen, is er geen sprake van sociale ongerechtigheid door de vorderingen en heffingen van het landbouwschap, zij zijn er ten nutte van het algemeen landbouwbelang. Om een recent voorbeeld te nemen de be strijding van kraaien. Dit is niet zoals onze inzender en wellicht velen met hem meenden -ziekelijk en hysterisch, maar geschiedt op verzoek van de pro vinciale landbouworganisaties, daar in bepaalde streken overlast van kraaien is, een overlast waardoor de landbouw gewassen schade lijden. Bij deze nuchtere feiten blijken de zaken lang niet zo vreemd te liggen als men zich aanvankelijk zou kunnen voor stellen. Wij verwijzen in dit verband ook naar het radiopraatje van de secre taris van de C.B.T.B. Drs. R. Zijlstra, waarvoor we in ons blad ook graag een plaats inruimen. Het komt helaas maar al te vaak voor, dat onze christelijke boeren en tuinders zich door anderen Maandagavond. Vandaag weer bij het graf gestaan. Dat zijn zo van de plichten, waartoe het ambt roept. De kerk begeleidt ons van de wieg tot het graf. Als er een kindje geboren is, krijgt de dominee een boodschap en als ie mand voor altijd het oog gesloten heeft gaat er ook aanstonds een boodschap naar de pastorie. De kinderen weten het niet en de doden weten het niet, dat Gods Naam over hun hoofden wordt aangeroepen, maar het Woord Gods klinkt. Beschermend voor die kleinen, want hun wankelende pasjes mogen straks in dat Woord vast staan en de doden zegt het, dat de dood toch het einde niet is. Elk sterven is niet even triest. Als het leven in de bloei gebroken wordt of als het nog maar nauwelijks ontloken is, dan is het anders als wanneer dat leven tot volle rijpheid kwam. Wij we ten, dat wij hier geen blijvende plaats hebben, dat het de mens gezet is, een maal te sterven en als wij dan aan het eind van de loopbaan gekomen zijn en terug mogen zien op veel zegeningen en in rustig geloofsvertrouwen ons over geven aan onze hemelse Vader, dan is er veel te danken. Het maakt ook zo groot verschil, of God het sterven licht maakt of dat wij de strijd tot het einde toe moeten strijden en het laatste restje levenskracht moeten opteren. Als het aardse huis steentje voor steentje moet worden afgebroken kan het zo ontzag lijk moeilijk worden. Onze zuster heeft God het gemakke lijk gemaakt. Zij is maar een paar da gen ziek geweest, waarna zij is ingesla pen en toen heeft God haar slapende tot Zich genomen. Veel waren haar krachten ook niet meer. Zij had zo allengs al heel wat moeten afstaan. Wat kunnen wij in onze jeugd prat gaan op onze kracht. Tot op zekere hoogte terecht. Der jongelingen sieraad is nog altijd hun kracht. Jonge mensen, die zich aanstellen, alsof zij niets kun nen en daarom ook niets durven onder nemen, zijn niet aantrekkelijk. Natuur lijk is die kracht dan ook wel genade gave, maar als die ons dan verleend is, dan hebben wij ze te gebruiken ook. Gezondheid en levenskracht is een kos telijk goed. Wat kan een mens in de bloei van zijn jaren zich niet sterk voe len. Als met volle, krachtige slagen het bloed door z'n aderen bruist, als hij van geen moeheid weet en hij het besef in zich draagt, wel bergen te kunnen ver zetten. Maar 't is vaak slechts een korte poos en dan gaat de lijn al weer dalen. Als de jaren klimmen worden de krach ten minder. Ook in ernstige ziekte kan de kracht ons ontzinken. De zieke, de dan de eigen mensen laten voorlichten, dit alleen al door het feit, dat zij aan een eigen christelijke organisatie voor bijlopen, en zo ook van ,,Ons Platte land", waarin deze lezing werd afge drukt verstoken blijven. De vraag naar de gerechtigheid bij het gebeuren in Hollandseveld kan niet anders dan bevestigd beantwoord wor den. Waarbij de ongerechtigheid is aan de zijde van hen, die het wettig gezag ondermijnen of trachten dit te onder mijnen. Wie zijn bezwaren heeft tegen het Landbouwschap, of tegen welk schap ook, zal deze bezwaren slechts langs legale weg kunnen inbrengen. V/ie echter zich onttrekt aan de hef fing van een langs democratische wijze tot stand gekomen bedrijfsorganisatie verzet zich tegen de overheid als in stelling Gods en handelt in strijd met Jezus woorden: Geef dan de keizer wat des keizers is. Dit zal de kerk om der wille van de gerechtigheid moeten zeg gen. v. H. oude, hij weet het, straks is het gedaan, dan zal ook het laatste restje kracht weggezonken- zijn. Dan komt de tijd, dat hij niet meer gaan kan, niet meer horen, ook niet lezen, het ordelijk denken houdt op, zelfs het bidden vlot niet meer. Dan kan de tijd komen, dat God al zijn gaven, waarmee Hij ons had ge sierd, zo langzamerhand weer gaat in vorderen, dat wij ze weer moeten af staan. Dan komt de tijd, dat alles ons ontzinkt, ook ons gebed en onze god vruchtige overdenkingen en dat ons alleen maar Gods genade overblijft. De tijd, dat alles zijn betekenis gaat verliezen, dat al het onze wegsmelt als sneeuw voor de zon, dat wij geen orde lijke, heldere gedachten meer hebben en ook het gebed zijn waarde verliest. Wij kunnen het zelfs met ons bidden niet goed maken, maar dan mogen wij het ook alleen van Gods genade ver wachten en wij mogen ons laten zinken in Gods Vaderarmen, waar wij voor altijd geborgen zijn. En dan neemt Hij zijn kind straks slapend op in het Va derhuis. Wat geeft het christelijk geloof toch een wondere blijdschap en zekerheid, eigenlijk tegen alle schijn in. Als ons alles onvalt mogen wij tegelijk alles ontvangen. Wie zijn leven verliezen zal, zal het vinden. Na de dood is het leven mij bereid. Die in Mij gelooft, zal leven al ware hij ook gestorven. Zo stonden wij ook nu weer bij het graf. Dat graf is heus het laatste. Wij moeten ons dat ook maar goed reali seren. Wie in dat graf neerdaalt, die zullen wij echt nooit weerzien. Zijn plaats is hier op aarde voor goed ledig, het afscheid is definitief en het is vol komen normaal, als wij dan ook be droefd zijn. De dokter had echt niet ge logen, toen hij de dood constateerde. Maar het christelijk geloof spot met alle logica. Dwars tegen alle feiten in zeggen wij: en toch Daar helpt geen redeneren en argumenteren tegen. Wij zijn net als kinderen. Die zeggen ook: vader heeft het gezegd". En "dan zijn ze voor argumenten niet meer vatbaar. Rustig leggen zij alles naast zich neer en zeggen: het is toch waar. Nu, zulke kinderen willen wij ook zijn. Nee, het graf liegt niet, maar Gods Woord evenmin. Dat heeft onze Va der ons ook gezegd. Wij hebben het zelf uit zijne mond gehoord. Al is het dan tegen alles in, wij zeggen rustig: en toch Toch is het waar. Dat lichaam zal eenmaal opstaan en met de ziel herenigd. God in volmaaktheid dienen. Hoe het mogelijk is, weet ik niet, maar dat hoeft ook niet. Het geloof heeft zijn eigen zekerheid. Een zeker heid, die zelfs met de feiten spot. Het laatste is niet het laatste. Definitief af scheid, maar met de zekerheid van we derzien en hereniging. Ik geloof de wederopstanding des vleses. Sterf ik, Christus wekt mij weder Als ik op 't bazuingeschal Zalig eens ontwaken zal. K.-B. v.d.L. Het zal u duidelijk zijn, geachte luis teraars, dat ik vandaag deze landbouw- rubriek zal gebruiken om u mijn com mentaar te geven op de ontruiming van de drie boerderijen bij Hollandseveld en alle nare incidenten die hieruit zijn voortgevloeid. Er wordt in onze kringen nogal eens geklaagd over het feit dat de grote dagbladpers te weinig aandacht aan de landbouw besteed, welnu de afgelopen week hebben wij onze portie gehad. Groot opgemaakte voorpagina's met foto's van de betrokken gezinnen, radio reportages en televisie-interviews lieten ons op wel zeer schrille wijze zien waar toe misleiding gepaard met een hals starrig volhouden kan leiden. Nu is het erg gemakkelijk om deze zaak vanuit een formeel juridisch oog punt te bezien en hiervanuit te conclu deren dat de boeren Hartman, Nijmijer en Van de Sleen ongelijk hadden: dat het recht zijn loop moest hebben en dat het Landbouwschap geen andere mid delen meer ten dienste stonden. Deze benadering miskent echter het belang van de emoties die deze ont ruiming met name bij de boerenbevol king hebben opgeroepen. Ieder die enigszins weet hoe sterk een boer zich met zijn bedrijf verbonden voelt, moet ook begrijpen welk een schok deze zaak in de boerenwereld teweeggebracht heeft en het is daarom ook zeer ver klaarbaar dat menigeen zich afgevraagd heeft was dit nu wel nodig geweest, waren er nu geen andere middelen om deze kwestie op te lossen. Helaas moet worden gesteld dat er geen andere mogelijkheden meer aan wezig waren. Vanaf 1958 is men bezig geweest deze boeren te overtuigen dat men de heffing diende te betalen. Toen ondanks jarenlange waarschuwingen en aanmaningen dit niet gelukte is ge poogd via beslaglegging bij derden de verschuldigde gelden binnen te krijgen, ook dit lukte niet omdat alle vorderin gen gecedeerd waren en alle tegoeden bij banken enz. waren opgevraagd. Verkoop van een deel van de inven taris of de veestapel heeft bewezen ook niet te werken. Men moet dan n.l. krachtens de wet ter plaatse een open bare verkoop houden en de ervaringen op dit punt b.v. vorig jaar in Kootwij kerbroek hebben wel uitgewezen dat ook dan geen geld binnenkomt omdat er niet wordt geboden. En zo beleven wij thans het tragische geval dat terwille van een heffing die nog geen 26,bedroeg een gehele boerderij moest worden ontruimd. Bij de beoordeling hiervan wil ik graag een paar dingen duidelijk vast stellen. In de eerste plaats dat het Land bouwschap volkomen gerechtigd is deze heffing op te leggen en verplicht is, ook tegenover alle tweehonderdduizend boeren en tuinders die wel regelmatig aan hun verplichting voldoen, bij wan betaling tot invordering over te gaan. In de tweede plaats dat de verant woordelijkheid voor deze in-tragische gang van zaken voor het overgrote deel berust bij de onverantwoordelijke lei ding van de groep die zich ,,de vrije boer" noemt. Een ieder die vorige week woensdag avond het televisie-interview met de lei der hiervan gezien heeft, zal zich met ontsteltenis hebben afgevraagd hoe het mogelijk is, dat iemand zo lichtzinnig met de belangen van de boeren kan spelen. UIT HET DAGBOEK VAM EEN PREDIKANT

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1963 | | pagina 1