eeuwóe
SCerkbodc
„De proeve van berijming"
U en de V.U.
WERELDHULPACTIE
Tante Riek in de Liturgie
22 FEBRUARI 1963
17e JAARGANG No. 32
„Ik worstel
en ontkom"
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150)22 48
Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland
Drs. A. Elshout,' Koudekerke Ds. A. Koning, Woerden Dr. P. C. Kraan, Vlissingen
Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo
Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Mej. F. A. Groot Nibbelink, Grijpskerke
Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Middelburg.
Abonnementsprijs
3,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
12 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 12 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
NOGMAALS:
Hoewel reeds enkele malen de aan
dacht van onze lezers voor het onder
werp .psalmberijming" gevraagd werd,
willen we nogmaals uw aandacht hier
voor vragen. En wel om twee redenen,
in de eerste plaats omdat het na het
schrijven van predikanten over deze
materie het ook zijn nut heeft om te
vernemen wat men in de kringen van
onze organisten hiervan denkt. Welnu,
in het januari-nummer van „Organist
en Eredienst, steekt Joost van d'Or-
gele in zijn kroniek ,,in de allemans
gading" zijn mening niet onder stoelen
of öanken.
We citeren uit zijn artikel het vol
gende:
„Volk, zijn wij te blij geweest met
het Psalter 1949? Zongen wij te
vroeg en te luid Zagen we het ons
wenkende beeld der vaadren, dat
kloek en vroom geslacht, in de mist
De synode der Nederlands Her
vormde Kerk verhief het woord en,
oecumenisch ingesteld als wij zijn,
luisterden we naar de fluit van de
speelman.
In de vergadering van de Synode
dezer kerk op 14 januari 1949 stak
Dr. H. Schroten het vingertje op en
waarschuwde: ,,De Hervormde Kerk
moet zich niet op sleeptouw laten
nemen door een Kerk, die zichzelf
isoleert". Dit liet de praeses dezer
Synode zich niet gezeggen en prompt
binnen een week tijds verkondigde
hij als een held zonder vrezen: dat
het de wens der Synode is, dat de
Hervormde Kerk zich niet op sleep
touw laat nemen door de Gerefor
meerde Kerken.
En de nazaten der vaad'ren, dat
vroom en kloek geslacht, zitten nu
als bleke naneven als gewaardeerde
toekijkers mee te dokteren aan een
psalmberijming, die zoals de liberale
„Nieuwe Rotterdamse Courant
schrijft: „als geheel weinig aan
vaardbaar is."
Gabriël Smit, de rooms-katholieke
literator, als dichter voor geen ge
ruchtje vervaard en van wiens hand
een prachtige psalmberijming is ver
schenen, waaraan niemand onder
de protestantse dichters zelfs maar
kan tippen, zegt van de Proeve: „ik
hoor hier meer beschaafde midden-
orthodoxie dan harde geuzenvroom-
heid".
Dit is hard om te horen.
Als er nu iets is, dat gerekend
mag worden bij te dragen tot de
oecumene der psalmzingende ker
ken, dan is het toch zeker wel de be
rijming der psalmen. Het werk van
Ds. Hasper was in opzet en strek
king bij uitstek oecumenisch en de
Hervormde Kerk had dit dan ook
zeker als uitgangspunt moeten kie
zen. Ze wilde echter werk van eigen
dichters.
Goed, we hebben dan in deze Proeve
het werk van zes hervormde dich
ters. En de kritiek is er ook. Bij kar
ren vol".
Behalve de karren vol kritiek, waar
van in dit artikel sprake is, hoort men
toch ook wel loftuitingen en het feit,
dat er kerkeraden zijn, die maar met
een tot het alleen-maar-Proeve-zingen
zijn overgegaan, mag toch zeker als
een teken van instemming met die
Proeve beschouwd worden, zij het dan
niet in alle details dan toch zeker met
het grootste gedeelte.
Dat we echter na de artikelen van
collega Wentsel en ondergetekende nu
deze stem uit de orgelwereld een plaats
in ons blad gegeven hebben, heeft niet
de bedoeling om de reeds gegeven kri-
tik te vermeerderen ware het be
wuste artikel waarderend ten aanzien
van de Proeve geweest, u had het hier
ook gelezen ,de bedoeling is echter,
dat u lezer zelf de proeve gaat
beproeven om dan ook uw mening er
over te zeggen. Wat dominees en or
ganisten ervan denken, hebt u kunnen
lezen, we zouden nu zo graag eens
weten, wat u er van denkt om dan als
uw reacties binnen zijn, deze in een
artikel te verwerken. Tenslotte is het
zo dat de gemeente de psalmen zingt.
Laat dan die zingende gemeente eens
zeggen, wat zij van de Proeve vindt.
Dat betekent dus, dat we geen brie
ven van u verwachten, waarin u ons
vertelt, dat u tegen een nieuwe be
rijming bent omdat u „ertegen" bent,
of ervoor omdat u „ervoor" bent. Maar
of u voor of tegen deze Proeve bent en
waarom.
Ds. Wentsel zal uw brieven hier
over graag ontvangen om er te zijner
tijd, laten we zegen u krijgt drie weken
de tijd om uw voor of tegen in te zen
den, een artikel aan te wijden. We ho
pen van harte, dat u zich niet onbe
tuigd laat, want indien dit slaagt, dan
hopen we meerdere vraagstukken aan
u voor te leggen om te vernemen wat
u ervan denkt.
Dus: voor 17 maart uw mening over
de Proeve inzenden bij Ds. B. Went
sel, Haven Zuidzijde 7, Brouwers
haven. v. H.
II
Op wat wij in het nummer van 8
februari schreven over het bedanken
als contribuant voor de Vrije Univer
siteit zijn de reacties niet uitgebleven.
Reacties die echter gelukkig allen in
positieve zin waren en van instemming
getuigden met het geschrevene. Eén
schrijfster zou echter ook nog graag
een andere zijde van de medaille be
licht hebben gezien, want in hetzelfde
V.U.blad, waarin de bloemlezing uit
brieven van hen, die als contribuant
bedankten, was opgenomen stond ook
de lijst van legaten en erfstellingen, die
in 1962 aan de V.U. ten goede kwa
men. Onze inzendster schreef:
DE MARIA-LEER BIJ ROME (4)
In 'n laatste artikel over de Maria-
leer willen we dan even onderzoeken
waar deze leer heen kan leiden. Het
spreekt vanzelf dat dit geen gemakke
lijke taak is en ik wil dan ook alle na
druk leggen op het woordje „kan".
Het is immers op zichzelf niet ondenk
baar dat het meest gezonde deel van
de r.k. theologen op het laatste ogen
blik toch nog reageren om de verdere
dogmatisering van deze Maria-leer 'n
halt toe te roepen. Afgezien echter
daarvan mogen we zeggen dat de dog
matisering van Maria als de Mede-
verlosseres niet zo ver meer af is. Al-
lerwege zijn de Maria-theologen bezig
met 'n grondslag te zoeken om deze
term en deze uitspraak zoveel mogelijk
ingang te doen vinden. Men heeft
zelfs Maria de bruid van Christus ge
noemd, omdat men meende dat de
term „moeder van Christus" niet vol
doende is om Maria mede-verlosseres
te noemen. Als moeder, zo redeneert
men, heeft Maria, zoals geen enkele
moeder, het recht om het leven van
haar kind te bepalen. Als bruid echter
heeft ze dit wel. Daar Maria nu per se,
in de gedachte van deze theologen,
medeverlosseres moet zijn, moet zij,
geestelijk natuurlijk, ook de bruid van
Christus zijn. Wel voegen deze theo
logen eraan toe dat dit mede-verlosser
zijn van Maria nog niet vast staat,
maar, zeggen ze er onmiddellijk bij, wij
mogen toch wel naar de grondslag
zoeken waarop dit mede-verlosseres-
schap zou kunnen steunen.
'n Andere term, die men zou wil-
nen introduceren en geïntroduceert
heeft, is die van „uitdeelster aller ge
nade". Ook hier weer, zeggen deze
theologen, is dit „uitdeelster zijn", on
dergeschikt aan Christus, in Wie ons
alle genade geschonken is. Toch zou
hij die zo tot Maria nadert, zeker zijn
van zijn eeuwig heil. 'n Kind van Ma
ria kan immers nooit verloren gaan.
Dat dergelijke uitspraken ons, om het
op zijn zachtst te zeggen, vreemd aan
doen, is wel degelijk te begrijpen. Im
mers wij weten dat het om het al of
„Wat mij echt verheugde was de
mededeling over legaten en erf
stellingen. Die zijn verheugend dit
maal Er moesten in Zeeland
meer mensen zijn, die bij uiterste
wilsbeschikking aan de V.U. den
ken. Een artikel daaraan gewijd zal
mij goed doen."
Na hetgeen we reeds geschreven en
na overname van deze regels uit de
lezerskring van ons blad, achten we
een artikel niet meer nodig, we geven
echter met genoegen deze suggestie
door in de hoop, dat u zich er eens op
bezint. Heus het is nodig.
Een andere inzender wilde gaarne
de volgende punten nog eens onder de
aandacht van zijn medelezers brengen:
Punt 1. Door het bedanken als con
tribuant doet men net als een kind.
Weg er mee zegt deze als het hem of
haar niet naar de zin gaat.
Punt 2. Men behoeft het beslist niet
in alles eens te zijn met wat er in en
rondom de V.U. plaats vindt, maar
grijp dan naar de pen, en tracht zo uw
grieven als die er zijn op te lossen, dat
is beter en geeft meer bevrediging, dan
een bedankje sturen.
Punt 3. En dat is wel mijn grootste
grief tegen het bedanken, waar blijft
dan de Liefde voor ons Chr. Hoger
Onderwijs.
VVe zijn het zoals uit ons artikel
reeds bleek volkomen met deze lezer
eens en hopen van harte, dat zijn
medelezers deze puntsgewijze samen
vatting ter harte zullen nemen.
Bij de ontvangen correspondentie
over dit onderwerp, trof het ons, dat
de liefde voor het Christelijk Hoger
Onderwijs bij onze lezers nog diep ge
worteld is, iets waarover wij ons ver
blijden. Laten we daarom met elkaar
zorgen, dat als het over contribuanten,
begunstigers, legaten en erfstellingen
voor de V.U. gaat, Zeeland niet ach
teraan komt. v. H.
niet aanvaarden van Christus gaat, en
niet om iemand anders. Nou kan men
van R.K. zijde wel zeggen, dat is er bij
ons onder verstaan, maar uitgesproken
is het, om het zo maar eens te zeggen,
toch niet.
Waar men eindigen zal met de dog
matisering van de Maria-leer, is voor
iemand die de litanie (aanroepingen)
van Maria leest, wel 'n open vraag.
Daarin leest men immers aanroepin
gen als „moeder der goddelijke ge
nade", „moeder van de Schepper",
„oorzaak onzer vreugde", enzovoort.
Nu kan men wel zeggen, en dat zegt
men ook, 'n litanie is tenslotte geen
geloofsregel. Ik ben het daar volkomen
mee eens, maar, en dit is de vraag, al
is het dan geen geloofsregel, is het
niet zo dat men meer dan eens zo er
toe gekomen is een of ander dogma te
definiëren De liturgie, de geloofs
uiting van het christenvolk, enz. zijn
immers voor de R.K. theoloog zoveel
hulpbronnen waaruit men een of an
der dogma kan cristalliseren. Is het
niet zo dat bij de dogmatisering van
Maria's ten hemel opneming (Maria's
hemelvaart) menig R.K. zich afvroeg
of men de klok nu achteruit zette. Men
geloofde toch reeds lang in Maria's
hemelvaart, waarom anders werd het
gevierd op 15 augustus? Dat Rome
tot nog toe alleen de hemelvaart van de
ziel van Maria had gevierd, begreep
geen enkele gewone leek. Dat was
echter koren op de molen van ver
schillende Maria-theologen die zeiden
„vox populi, vox Dei", „de stem van
het volk is de stem van God", laten
we dus ook hierin weer 'n bewijs zien
van het feit dat we dit moeten dogma
tiseren. Gelukkig zijn niet alle, zelfs
niet alle Mariaal-theologen zo, en dat
geeft ons de hoop dat de dogmati
sering van de Maria-leer toch mis
schien nog zal gestuit worden. Laten
wij als reformatorische christenen ons
geloof in Christus als de enige Mid
delaar met des te meer klem belijden,
opdat onder de rooms-katholieken de
vraag zou worden gesteld: „Hoever
wijkt onze Maria-leer nu werkelijk af
van Gods Woord M. V. J. d. C.
Nog zijn niet alle resultaten van de
collecte voor de wereldhulpactie be
kend. Het Algemeen Diaconaal Bureau
deelde mede, dat tot en met 9 februari
een bedrag van f 51.988,81 door 91
meest kleinere kerken was afge
dragen. Tot en met dezelfde datum
werd op giro 2211 een bedrag van
f43.247,18 ontvangen. Uit schriftelijke
reacties van verschillende kerken
bleek, dat de opbrengsten in het alge
meen lager zijn dan verleden jaar. De
oorzaak hiervan is te zoeken in een
door de koude verminderd kerkbezoek
en de hogere uitgaven voor brandstof
fen. Daar voor het werelddiaconaat
grotere opbrengsten nodig zijn dan wat
tot nu toe binnenkwam en wat als
overal in dezelfde verhouding gegeven
is nog binnenkomt blijven uw gif
ten op giro 2211 t.n.v. het A.D.B. van
harte welkom. v. H.
Tot slot eindigen we deze week zo
als we begonnen zijn, namelijk met een
citaat uit „Organist en Eredienst",
hierin vertelt namelijk C. Brouwer iets
over de gehouden kringleidersvergade-
ring in Utrecht, een artikeltje waaruit
we het volgende graag onder uw aan
dacht willen brengen:
„Telkens blijkt, dat vele collega's,
en ook predikanten, geen begrip
hebben van de zaak waarom het
gaat.
Ik denk aan de collega's, die nog
zo graag piëtistische melodieën aan
de gemeente voorschotelen, zowel in
de dienst, als daarbuiten.
Ik denk ook aan die collega's, die
met bijna volle werk en tremulant
de gemeentezang leiden; die Gezang
41:2 durven inleiden met halfvol
orgel en tremulant.
We vragen ons af: hebben zulke
organisten grondig over de tekst na
gedacht En mogen zij wellicht een
paar uitwassen zijn, ze komen voor.
En in het kringwerk zullen wij
elkander hebben te zeggen: zo mag
het niet al vinden de gemeente
leden het misschien nog zo mooi.
Wij zullen ons ook moeten keren
tegen die liturgen, die Ps. 146 wil
len doen zingen op de wijs van no.
446 uit Joh. de Heer's bundel. On
danks alles zet dit kwaad maar door.
Tot tweemaal toe werd het mij dit
jaar gevraagd; twee maal hebben
we nee gezegd. Wat zonder meer
werd geaccepteerd Komt dit ver
zoek op u af, collega's weigert
dan, of zeg ik wil het wel doen, maar
dan zingen we de tekst „Tante Riek
die ging eens fietsen, maar zij kreeg
een lekken band". Misschien zouden
dan de ogen open gaan voor het
verkeerde van zulke melodieën in
de kerk. Wij hebben elkander stijl
begrip bij te- brengen. We moeten
weten dat, wat voor evangelisatie
doeleinden bruikbaar is, nog niet ge
schikt is voor de eredienst
Van harte zijn we het met deze ont
boezeming eens, toch treft hier niet al
leen de liturgen, die op deze wijze wil
len laten zingen, een blaam. Het is mij
namelijk eens overkomen toen ik „el
ders" voorging dat tot mijn stomme
verbazing na de afkondiging van Psalm
146 tante Riek het orgel uit kwam fiet
sen en daarbij maakte ze kennelijk ge
bruik van een fiets waaraan geen enkel
accessoire gemist werd. Er zijn dus ook
organisten die zulks mooi vinden. Wel
licht dat dit tot de paar uitwassen
hoort, die voorkomen, maar ons over
kwam het. We hopen dat het niet meer
voorkomt, evenmin behoort het voor te
komen dat wanneer je uit de kerk
komt de kinderen tegen je zeggen: „we
zongen helemaal verkeerd, want op
school hebben we het anders geleerd".
Naar onze mening is ook de Christe
lijke School niet primair een evangeli
satie-instelling, maar behoren, onze
kinderen daar de psalmen te leren zo
als deze in de kerk gezongen moeten
worden. v. H.