eeuwóe ^Cerkbocle Rondom het boek van Ds Telder Wandelingen door de wereld van het Oude Testament r U was toch ook eens lid Zendingsjeugdwerk Rwanda 15 FEBRUARI 1963 17e JAARGANG No. 31 OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48 Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, WoerdenDr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo „ik worstel ^s. Wentsel, Brouwershaven Mej. F. A. Groot Nibbelink, Grijpskerke "en ontkom" Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Middelburg. r Abonnementsprijs 3,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 12 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 12 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 Met de uitspraak van de Particuliere Synode van Zeeland, Noord-Brabant en Limburg der Vrijgemaakte Kerken is een einde gekomen aan de eerste fase van de verwikkelingen rondom de publikatie van Ds. Telder te Breda .Stervenen dan Met opzet schrijven wij hier eerste fase, daar het vermoeden gewettigd is, dat deze uit spraak het einde niet betekent. Wij kunnen ons althans na hetgeen er door Ds. Telder ook na het verschijnen van zijn boek geschreven is niet aan de in druk onttrekken, dat hij niet zijn leed wezen zal betuigen over het destijds gepubliceerde, hetgeen dan nu door de betreffende particuliere synode ver klaard is te zijn in strijd met Schrift en Belijdenis. Wat leert Telder Om tot een goed verstaan van de bedoelde synodale uitspraak te komen, willen wij in het kort de mening van Telder weergeven, zoals die voor komt in zijn boek Stervenen dan Naar zijn mening is er voor de thans ontslapen gelovigen geen sprake van een werkelijke voortzetting van het eeuwige leven door en bij Jezus Christus. De ontslapenen zijn dood, naar lichaam en ziel aan de dood on derworpen en zullen eenmaal in de dag der opstanding verrijzen. Met deze opvatting keerde Telder zich tegen antwoord 57a der Heidelberger Catechismus, waarin sprake is van een ,,van stonde aan" tot Christus opge nomen worden en tegen zeer duide lijke uitspraken van de Heilige Schrift. Deze schriftuitspraken wist hij echter zo uit te leggen, dat het „van stonde aan" daaruit verdween, een Bijbeluit leg, die de nodige halsbrekende toeren op het slappe koord der exegese te zien gaf en die slechts weinigen be vredigd zal hebben. Ondanks zijn geheel andere ziens wijze achtte Ds. Telder het niet nodig om een bezwaarschrift tegen het in de catechismus gestelde naar voren te brengen, hoewel hij in zijn gehele boek zich duidelijk van de uitspraak der catechismus distancieerde. Ook maakte Telder bezwaren tegen de leeruit- spraken van 1942, waarin over de verhouding ziel.lichaam gesproken werd, waarbij hij van leer trok tegen het wijsgerige zielsbegrip, terwijl juist de synode zich onthouden had om uit te spreken wat men onder lichaam en ziel had te verstaan. Geheel in de lijn van 1942 heeft dan ook de P.S. van Zeeland enz. uitgesproken, dat het ge bruik van de woorden „mijn ziel" (H.C. antw, 57) ter aanduiding van de gelovige mens, zoals hij buiten het lichaam voortbestaat, in overeenstem ming is met de Schrift. Wat dit be treft vocht Telder dan ook tegen wind molens. Ware het bij deze strijd tegen windmolens gebleven, er zou niets ge beurd zijn, nu hij echter ten strijde trok tegen de duidelijke uitspraken der Schrift en de vaste troost der gelovigen kon reactie niet uitblijven. Reacties De reacties kwamen dan ook al spoedig los, eerst in de kerkelijke bla den, maar ook vanuit de kerkelijke vergaderingen en wel van de kerken van Bedum, Hoogeveen en later ook s-Hertogenbosch. De kerkeraad van Breda was echter van mening, dat de leer van Ds. Telder niet in strijd met Schrift en belijdenis was en wees de bezwaren af. Ook de classis Noord- Brabant/Limburg wenste niet op de bezwaren in te gaan en deelde zelfs mede dat noch Ds. Telder noch de kerkeraad van Breda van het Evan gelie van genade en verzoening af weken. Hierop beriepen de betrokken kerkeraden zich op de Particuliere Sy node van Zeeland enz., die na een ge degen studie het werk van Ds. Telder veroordeelde als in strijd met de Schrift, belijkenis en ondertekenings formulier. Het lijvige rapport, dat door Ds. J. R. Wiskerke van Middelburg uitge bracht werd, eindigde met de opmer king: „Het is duidelijk, dat de in de in leiding omschreven lering van Ds. B. Telder en van de kerkeraad van Breda met de belijdenis der kerken in de H. Cat. antw. 57a, die vast staat op het onwankelbaar funda ment van Gods Woord, volledig in strijd is. Wij hebben helaas nergens kunnen vinden, dat deze broeders, gegrepen door hun eigen gedachte over de alle leven blokkerende doodsslaap, enig sprankeitje van het door Christus voor de periode tussen sterven en opstanding toe gezegde eeuwige, echte leven over lieten. Een dergelijke doodsleer druist in tegen het Woord des levens, brengt in strijd met de belijdenis der kerk en ligt historisch gezien in de lijn van de doperse geestesstroming". Wel zo belangrijk De vraag zou gesteld kunnen wor den, of de hele kwestie rondom de pu blikatie wel zo belangrijk is, reeds in 1942 immers heeft de synode zich er van onthouden om uit te spreken, wat nu precies onder lichaam en ziel ver staan moest worden, zodat er toch een grote ruimte vrijgekomen is -voor ver schillende opvattingen. Inderdaad, en dit heeft ook mogen leiden tot een diepere-en meer bijbelse bezinning op de vragen die hier zich voordoen. Met de meerdere ruimte, die in 1942 te recht voor diepere en bredere be zinning werd vrijgegeven, wees echter Oude Testament 14. CULTUURSTRIJD (2) De geschiedenis van Kaïn en Abel behoort tot de allerbekendste van het Oude Testament en toch heeft ze iets vreemds, iets raadselachtigs. Bij het lezen ervan komen een paar vragen op, waarop het verhaal zelf ons geen antwoord geeft. De belangrijkste van die vragen is wel deze: waarom werd nu juist Kaïns offer niet aangenomen en dat van Abel wel? Dat het offer van Kaïn niet deugde; dat hij het niet goed meende; dat hij wel een offer bracht, maar dat z'n hart er niet bij was dat zijn verklaringen, die wij achteraf bedenken, maar waarvan in het ver haal zelf niets staat te lezen. We horen alleen, dat Kaïn landbouwer was en Abel schaapherder. Daarin moet, voor de Israëliet, die het verhaal las of hoor de, een reden gelegen hebben voor de verwerping van Kaïns offer, een reden, die de Israëliet direct duidelijk was, maar voor ons niet zo vanzelfsprekend is. Tegen de achtergrond van wat wij op onze vorige wandeling ontmoetten, wordt de zaak een stuk duidelijker. We ook de synode een grens aan. We lezen namelijk in de toelichting op ver klaring van 1942: „Op de vraag, wat onder „lichaam" en „ziel" precies is te verstaan, wordt hier niet nader ingegaan; het enige, dat thans nog blijkt is dit, dat met „lichaam" wordt aan geduid datgene van de mens wat na de dood wederkeert tot stof, en met „ziel" datgene waarmede de mens aanstonds na de dood ingaat tot de eeuwige vreugde of de eeuwige pijn". Inplaats dus zoals Telder, ook nu nog in zijn laatste verklaring, poneert hier een wijsgerig zielsbegrip in te voegen, spreekt de synode van lichaam en ziel om aan te duiden enerzijds de mens in zijn stof zijn, anderzijds in zijn opgenomen worden tot Christus of zijn ingaan in de eeuwige pijn. En hier ligt dan ook tegelijkertijd de grens in de constatering van het „van stonde aan". Hoe men ook over de woorden „lichaam" en „ziel" of de verhouding „zieklichaam" denken moge één ding behoort vast te staan: het van stonde aan met Christus zijn van de gelovige na zijn sterven. En dit behoort niet vast te staan omdat de synode het zegt, niet zij is de grenzentrekster, zij wijst slechts de grens aan, zoals die in de Schrift ligt. En het is deze grens, die Telder bewust negeert of weg- exegetiseert. Maar daarmede wordt aan het getuigenis der Schrift tekort gedaan en ook de zekerheid en de troost der gelovigen ondermijnd, dit heeft de Part. Synode terecht onder kend en uitgesproken. Op de vraag of de hele kwestie nu wel zo belangrijk is, kunnen we dan ook alleen maar antwoorden: Ja, die is heel belangrijk v. H. hoorden toen van botsing van cul turen, spanning tussen landbouwende bevolking en nomadische herders en zelfs van een twistgesprek tussen een god-landbouwer en een god-schaap herder. Dat alles werpt wel enig licht over Genesis 4. Kaïn is landbouwer, Abel schaap herder. Kaïn is de man van vaste, ge zeten bewoning; Abel de man die her en der rondzwerft met z'n kudde. Als de Israëliet deze vertelling hoorde, moest hij vanzelf denken aan de ge schiedenis van zijn eigen volk. Israël was ook eens een zwerversvolk ge weest. Nomaden, schaapherders. Dat was in de dagen van de aartsvaders zo geweest. En ook gedurende de woes- tijnreis, tientallen jaren lang. Dat was, ondanks alles, een goede tijd geweest. De verlovingstijd van Israël, de tijd van de eerste liefde. „De tijd der liefde was voor u gekomen" (Ezech. 16 :8). Het was de tijd van Hos. 11:1: „toen Israël een kind was, heb Ik hem liefgehad en uit Egypte heb ik Mijn zoon geroepen". De periode waarin ze het, in een dor land, toch goed hadden, omdat ze leef den als uit Gods hand. „Ik heb u in de woestijn gekend, in een dor land" PARTICULIERE SYNODE van de Gereformeerde Kerken in Zeeland. Ter voldoening aan het ge stelde in artikel 9 van de Hande lingen van de Particuliere Synode der Gereformeerde kerken in Zeeland 1962, roept de Raad van de daarin genoemde roepende kerk kerk van MIDDEL BURG de Gereformeerde ker ken in Zeeland op ter vergade ring in Particuliere Synode, te houden op D.V. woensdag 20 maart a.s., aanvang te 9 uur, in de Gereformeerde kerk Hof- pleinkerk Hofplein te Middel burg. De kerken worden verzocht, de desbetreffende stukken, als ook de te controleren boeken, vóór 1 maart te willen doen toe komen aan de Scriba van ge noemde roepende kerk. Deze kerk zorgt voor de vermenigvul diging der rapporten en tijdige toezending aan de leden der Part. Synode, zodat voorkomen kan worden dat men eerst op de zitting der P.S. van deze rappor ten kennis neemt. Ter voorkoming van zeer veel navraag en schrijven, wordt de Scriba van de laatst gehouden Classis-vergadering in het ressort der Synode, verzocht de juiste namen en adressen van de zowel primi als secundi afgevaardigden naar genoemde P.S., te willen op geven, eveneens aan de Scriba der roepende kerk. Namens de roepende kerk vorengenoemd, Ds. P. VAN TIL, Praeses h.t. B. H. LAVOOIJ, Scriba. Middelburg, februari 1963. Noordsingel 22, tel. 0 1180-2902. (Hos. 13 5). Aan die dagen herinnert Jer. 2 2: „Zo zegt de Here: Ik gedenk de genegenheid van uw jeugd, de liefde van uw bruidstijd, toen gij Mij gevolgd waart in de woestijn." Maar aan de zwerfperiode kwam een eind. Ze kwamen in Kanaan. In de „rust". Dat was prachtig en vol van de goedheid Gods. Maar 't was gevaarlijk ook. Want daar was de cultuur, daar de overvloed (in vergelijking met de woestijn tenminste), daar de vaste woonplaatsen. Het besef, samen met God op reis te zijn en van Hem alleen afhankelijk te wezen, ging slijten. Ze raakten, al landbouwende, veel te vast in de aarde geworteld. De cultuur schoof zich tussen hen en God in. De weelderigheid van 't leven en de ge varen van de cultuurvoortbrengselen. Het is mooi, te zitten onder de wijn stok en onder de vijgeboom, maar even goed gevaarlijk. Dat blijkt al uit de ge schiedenis van Noach. Heel veelbete kenend staat daar: „en Noach werd een landbouwer en plantte een wijn gaard; hij dronk van de vrucht daar van en werd dronken." Daar hebt u 't gevaar van de cultuur. Verval en afval. In 't volksleven van Israël was dit gevaar tot een verschrikkelijke werke lijkheid geworden. Verwording van de zeden, verval van 't leven, afval van God, Baalsdienst. En dan gaan de profeten met een zeker heimwee spreken van die arme en moeilijke, maar goede tijd in de woestijn, de tijd van het zwerven met de schaapskudden, ver buiten het cul tuurland. De eerste liefde Kaïn is landbouwer: de man van de cultuur der vaste bewoning, de ,,ge- zeten"-heid, de overvloed, de onafhan kelijkheid. Geen zwerver, maar iemand GIRO 75111 t.n.v. „HEB HET HART EENS" AMERSFOORT

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1963 | | pagina 1