eeuwóe
SCerkbocle
Psalmbeproeving
MISLUKT
KNIPSELS
Uit de wereld van School en Gezin
11 JANUARI 1963
17e JAARGANG No. 26
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150)22 48
Medewerkers J. A. van Bcnnekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, WoerdenDr. P. C. Kraan, Vlissingen
Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo
,Ik worstel
Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Mej. F. A. Groot Nibbelink, Grijpskerke
en ontkom Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Middelburg.
r
Abonnementsprijs
3,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
12 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 12 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij 6 Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
Het nieuwe jaar met een artikel in
mineur te beginnen is niet erg gebruike
lijk. Meestal beginnen we immers met
de toekomst hoopvol tegemoet te zien,
met grote verwachtingen, het beste ho
pend enzovoorts. Wc menen echter niet
zonder meer voorbij te mogen gaan aan
een circulaire, die we nog in de decem
bermaand ontvingen.
Een circulaire van het actie-comité
Protestants Christelijke Pers in Zee
land, waarin mededeling gedaan werd
van het feit, dat de pogingen om in
onze provincie een zelfstandig christe
lijk dagblad in het leven te roepen mis
lukt zijn. Dit is iets wat we ten zeerste
betreuren, omdat hierdoor zeer vele van
onze gezinnen van een christelijk dag
blad verstoken zullen blijven. Men wil
nu eenmaal meer regionaal en plaatse
lijk nieuws hebben en daar de landelijke
bladen dergelijk nieuws niet of slechts
in zeer beperkte mate kunnen brengen
nemen velen een abonnement op een
neutraal dagblad, dat wat dichter bij
huis blijft.
Bij de keuze tussen een neutraal blad
met regionaal en plaatselijk nieuws en
een landelijk christelijk dagblad met een
principiële voorlichting valt helaas de
keuze in zeer vele gevallen ten gunste
van de neutrale pers uit. Wat wij ech
ter het allermeest betreuren is dat ken
nelijk het gemis van een dergelijke prin
cipiële berichtgeving niet meer gevoeld
wordt. Dit blijkt uit het feit, dat de po
gingen om tot een christelijk dagblad
voor Zeeland te komen mislukt zijn om
dat het aantal van hen, die de pogingen
van het comité wilden steunen te gering
was om een zelfstandig dagblad in het
leven te roepen. Kortweg gezegd er
komt geen christelijk dagblad voor Zee
land, omdat men in Zeeland de behoef
te daaraan niet gevoelt. Indien dit zou
voortspruiten uit het feit, dat men con
tent is met een landelijk christelijk dag
blad en geen behoefte heeft aan plaat
selijk nieuws, wij zouden er ganser har
te vrede mee hebben. De feiten blijken
echter - gezien de verspreiding van de
landelijke pers in ons gewest wel
enigszins anders te liggen, zodat we he
laas wel moeten concluderen, dat een
groot deel van christelijk Zeeland geen
behoefte heeft aan een christelijk dag
blad. En dit laatste is in hoge mate be
treurenswaardig. v. H.
EEN GEVAARLIJK
MISVERSTAND
Mag ik me ditmaal eens wagen in
het (gevaarlijk) grensgebied tussen on
derwijs en politiek Ik betreed dit ter
rein alleen, omdat ik er een enkele keer
jagers zie opereren, die ondanks alle
goede bedoelingen hun doel voorbij
dreigen te schieten.
Wat is namelijk het geval Zo hier
en daar ontwaren we in deze dagen
symptomen van een zekere .verzadigd
heid" waar het betreft de vragen van
binnenlands beleid. O zeker, er moet
hier en daar nog we! wat worden ge
schaafd aan de sociale rechtvaardig
heid, maar het gaat dan alleen om het
verwijderen van enkele „Schönheits-
fehler". En op het terrein van het on
derwijs hebben we toch eigenlijk in
1920 ons hoofddoe-l bereiktwe hebben
ons land overdekt met Christelijke scho
len van allerlei schakering en we behoe
ven alleen nog maar te zorgen voor een
zekere consolidatie en innerlijke groei
van hetgeen verworven werd. Neen,
voor sommigen zit er geen vaart meer
in de binnenlandse politiek. En dus
zoekt men een nieuw en onafzienbaar
arbeidsveld in de vragen van buiten
lands beleid. En als klein land hebben
wij zo'n geweldig groot buitenland En
de volle nadruk wordt derhalve gelegd
op de hulp aan de onder-ontwikkelde
gebieden, de vraagstukken rondom de
Europese integratie en de plaats van
Nederland tussen de volkeren.
Natuurlijk overdrijf ik en ik doe dat
welbewust. Niemand beweert, dat alle
binnenlandse vragen hun oplossing heb
ben gevonden. En ik zal de laatste zijn
om te beweren, dat ons rijk gezegende
volk geen grote roeping zou hebben in
de geestelijke en stoffelijke wereldnood
van onze dagen. Maar ik meen toch
een zekere tendenz te bemerken, die me
af en toe met zorg vervult. En daarover
zou ik ten overstaan van onze lezers
toch graag een enkele opmerking ma
ken.
Dat de sociale gerechtigheid onder
ons een afgedane zaak is zal niemand
met ernst kunnen volhouden. Zolang er
nog tienduizenden gehandicapten onder
ons een zeer kommervol bestaan voort
slepen, zolang nog mensen hun volle
arbeidskracht geven en daarvoor een
loon ontvangen dat op of beneden de
drempel van het bestaansminimum ligt,
zolang er op het brede terrein van het
sociale leven ook buiten de sfeer van
de loonpolitiek nog gerechtvaardigde en
onvervulde wensen leven, zolang onze
gepensioneerden nog aan de kant staan
waar het de verdeling van onze natio
nale welvaart betreft, zo lang blijft er
volop werk aan de winkel in de strijd
voor een waarachtig Christelijk sociale
politiek.
En op het gebied van het onderwijs
ligt het zeker niet anders. Zeker, de
Mammoetwet is door de meerderheid
van de Tweede Kamer aanvaard. Maar
ook al zou de Eerste Kamer in februari
een soortgelijke beslissing nemen, dan
zijn we daarmee nog niet aan het einde
van de rit gekomen, maar staan we aan
het begin van een minstens even be
langrijke periode. Want dit veelbespro
ken ontwerp is in wezen niet meer dan
een raamwet via een overgangswet en
allerlei uitvoeringsbesluiten, waarmee
nog jaren gemoeid zullen zijn. zullen
oude schooltypen en nieuw gecreëerde
vormen van onderwijs pas inhoud moe
ten krijgen en in zekere zin kunnen alle
tot nu toe gevoerde discussies slechts
als voorpostengevechten worden be
schouwd. Er zal in deze sector nog ont
zaglijk veel werk aan de winkel zijn in
de komende jaren. Blijvende waakzaam
heid en werkzaamheid, ook voor de vrij
heid van richting en inrichting onzer
scholen, zijn geboden.
Ik denk daarbij hoe kan het an
ders ook aan het nijverheidsonder
wijs. Zullen wij in Zeeland de mogelijk
heden aangrijpen, die de nieuwe rege
ling ook aan het technisch onderwijs
biedt Zal het Christelijk technisch on
derwijs op Walcheren misschien einde
lijk van de grond kunnen komen Wor
den de mogelijkheden afgetast om
b.v. in Goes te komen tot een
school voor Chr. uitgebreid technisch
onderwijs Zullen wij alle krachten
samenbundelen om het Chr. landbouw
onderwijs. dat ook door in de landbouw
zelf gelegen structuurveranderingen
maar niet alleen daardoor een
harde dobber heeft, te behoeden voor
verdere achteruitgang Vergeten wij
niet, dat Zeeuws Vlaanderen een deel
van Zeeland en van Nederland is en
recht heeft op een behoorlijk deel van
onze activiteit
In de grijze Oudheid eindigde de
grijze censor Cato al zijn redevoeringen
met het klassieke gezegdeen voorts
ben ik nog van oordeel, dat Carthago
vernietigd moet worden. Met een mo
derne variant daarop zou ik willen ein
digen meten voorts zullen wij niet rus
ten. voor Axel een Chr. H.B.S. heeft.
M. J. A. v. B.
We leven in een tijd van beproeving:
ik bedoel, zoals hierboven staat, van
psalmbeproeving, waarbij intussen dit
woord in enkele opzichten zijn mogelijk
dubbelzinnige opvatting schijnt te recht
vaardigen. Ik meen dit te beluisteren
uit allerlei berichten die af en toe in de
kerkelijke bladen verschijnen, en krijg
daar de indruk uit dat het met dit be
proeven niet al te vlot gaat.
Ik denk hierbij alleen aan onze eigen
kerken want hoe het met dit beproeven
in de Hervormde kerk zit, is me niet
bekend. Of men de proeve daar naar
hartelust zingt of de zaak blauw-blauw
laat, ik weet het niet. Wie het weet.
mag het zeggen, maar een beetje ge
heimzinnig lijkt het me wel toe te gaan.
Maar daar verder niet van. Het ver
slag van de classis Almelo onzer kerken
geeft omtrent de aan de kerken aange
boden nieuwe interkerkelijke psalmbe
rijming in antwoord op het verzoek der
generale synode naar het oordeel der
classes het volgende te kennen „het
bleek, dat er slechts door de kerk van
Delden uit gezongen werd. De kerken
zijn het beproeven moe", zo luidde het
algemeen oordeel.
Er heerst een stemming van „geef-
ous - nu - maar - spoedig - een - defini
tieve - bundeldan zullen wij wel zin
gen". Nu moge dit het oordeel dezer
classis zijn, maar het zou me te ver gaan
nu maar aan te nemen, dat dit over t
algemeen zo wordt gezegd in onze ker
ken, zodat de synode aan een algemene
wens zou voldoen door haastig te be
sluiten tot een voldoen aan dit „geef-
ons-nu-maarwij zullen wel zin
gen". Dit laatste betwijfel ik namelijk
sterk. Het feit dat in slechts één kerk
de proeve al zingende beproefd werd
lijkt me verdacht.
Zeker men zal wel zingen (blijven),
maar wat Ik ben daar niet zo gerust
op en heb zeker niet de overtuiging, dat
dit unaniem uit het bekende groene
boekje zijn zal. O ja, er zijn kerken die
het nu al doen, hetzij vóór, hetzij in de
dienst. Er komt een flink geluid uit de
reien der gelovige zangers begeleid door
de speelliên, zoals ik bij voorgang in een
dienst te Amsterdam kon vaststellen.
Maar wat er gezongen werd, men
bevestigde me dit naderhand, was een
dooréénmenging van oude en nieuwe
berijming, afgezien van het feit dat men
voor een deel zweeg. Nu, dit was inder
daad een beproeving
Hierbij komt nog dat men maar moet
afwachten of daar waar men men vóór
de dienst de proeve zingt men dit straks
in de dienst zal gaan doen. Onze kerken
zijn welwillend genoeg om het verzoek
der generale synode niet zo maar ter
zijde te leggen. Men kan dus m.i. niet
zeggen, hetzij bij beproeving of geen
beproeving, zet maar door straks
„zullen wij wel zingen". Men zou zich
hierin wel eens kunnen vergissen.
In deze mening sta ik niet alleen. Las
ik niet dat de kerk van Wassenaar-
Zuid vasthoudt aan het psalter-Haspers
en daarom van beproeving der proeve
afzag, en er niets mee te maken wil
hebben Zo zijn er meer kerken, b.v.
in Brabant en Limburg, zodat de groot
ste voorzichtigheid is aan te bevelen met
het nemen van een beslissing wil men
geen nare dingen krijgen die uit een
generale ontstemming bij velen zou
blijken.
Ik betwijfel daarom of het wel juist
is te zeggen dat er een „geef-ons-nu-
maar" stemming bij ons Geref. kerkvolk
heerst. Is er niet veeleer een „houd-nu-
maar-op" stemming Als ik juist zie
maakt ons Geref. publiek zich nu we
wat meer gezangen hebben gekregen
heel niet druk meer over nieuwe psalm
berijming van wie ook. Uitzonderingen
daargelaten zingt men de gezangen naar
hartelust al houdt hier of daar iemand
min of meer meesmuilend zijn mond.
Overigens is het hier waar we zingen
wel
Ten opzichte van de proeve staat dit
m.i. allerminst vast. Men moge het aan
genaam of onaangenaam vinden, maar
als Ds. Munnik in een verschenen bro
chure „zijn we op weg naar een schrif
tuurlijke en bruikbare psalmberijming
schrijft dat „men van tevoren weet, dat
verschillende kerken hem niet zullen
gaan gebruiken" doelt hij wel op an
dere kerken als onze eigene, maar vrees
ik dat het evenzeer, zo het geval zal zijn
binnen de grenzen onzer Gereformeerde
kerken. Reeds nu staat vast dat vele
kerken deze proeve niet zullen gaan in
voeren. Nu kan men bij een zekere on-
geïnterresseerdheid van ons Geref. volk
wel zeggen deze dan te moeten tegen
gaan en het pleit te moeten voeren vóór
invoering der proeve als een definitieve
bundel, doch dan moet naar het woord
l Bij de intrede van het jaar 1963 J
f wensen redactie, medewerkers en f
uitgevers van de Zeeuwse Kerkbode i
i alle lezers en lezeressen Gods Zegen J
in het komende jaar toe. f
van Dr. H. Schroten, deze ook zeer
goed zijn, of ze zal niet zijn". En zeer
goed, neen, dat is deze bundel niet.
Men late zich van geen enkele zijde
deze proeve opdringen. „Nuchtere zin",
aldus Ds. Munnik, „behoede ons voor
een ontijdig aanvaarden van het een
zijdige streven om de hervormde dich
ters de roem te laten oogsten van een
nieuwe psalmberijming". Dit uiteraard
niet, omdat wat van Herv. zijde komt
bij voorbaat onaanvaardbaar zou zijn.
maar omdat het ons gebodene nu reeds
al te zeer een twistappel blijkt te zijn
dan dat druk van boven ons zou nopen
de proeve te loven waar deze niet te
loven valt.
Zou de oplossing niet kunnen zijn een
bloemlezing uit de oude berijming, uit
het psalter-Haspers en uit de proeve
Misschien zelfs uit nog andere als van
Ds. Muns en Drs Luijkenaar Francken?
Mits men zich dan niet van zekere zijde
zou stellen op een „alles of niets"-
standpunt zou naar het voorbeeld van
het genootschap „laus Deo", salus po
pulo" zulks alles vóór en niets tegen
hebben.
Brouwershaven B. WENTSEL.
met kanttekeningen
EEN LASTIG PARKET
is volgens ds. van Herksen van Ermelo
de kwestie rondom de nieuwe psalm
berijming vrij te geven voor het gebruik
in de eredienst, „met dien verstande,
dat de kerken, in verband met de uit
geoefende kritiek, met wijsheid en voor
zichtigheid van de verleende vrijheid
gebruik zullen hebben te maken", wijst
hij er op hoe tal van kerken van deze
vrijheid gebruik maken, daarnaast ech
ter tal van kerken zijn. die er geen ge
bruik van maken.
„Daar zal men cr uit de verte wel weet
van hebben, dat er een Proeve van nieu
we berijming is, maar bij dat „weetje"
laat men het dan ook. Men heeft het
groene boekje nog nimmer in handen,
laat staan onder ogen gehad en kent uit
sluitend de bijna 200 jaar oude, bestaan
de berijming. De behoefte aan een nieu
we berijming wordt er niet of nauwelijks
gevoeld en zo laat men het er dan maar
bij. Zou er ooit een nieuwe berijming
worden „ingevoerd", dan vrees ik dat
het indifferentisme van nu zal doorslaan
tot een latente tegenstand met al de na
righeid daarvan. De kerken, die wel van
de „verleende vrijheid" gebruik maken,
doen dit dan nog weer op verschillende
manier.
Sommigen, soms denk ik wel eens de
meesten, laten vóór de eredienst begint
uit de Proeve zingen.
Anderen doen het tijdens de eredienst.
Enkelen, naar men mij vertelde, laten
uitsluitend de Proeve zingen, als ware
de bestaande berijming reeds in het mu
seum bijgezet en de nieuwe aanvaard
Het lastige parket is echter, dat wij
als Gereformeerde Kerken reeds een
nieuwe berijming aanvaard hebben.
„Onze kerken hebben ter Generale Sy
node van Den Haag in 1949 welbewust,
weloverwogen, met algemene stemmen
en met groot enthousiasme zich ingezet
voor de berijming van Ds. Hasper. Zon
der deze berijming als volmaakt aan te
prijzen, was men onder de indruk van
dit prachtige stuk levens-arbeid van Ds.
Hasper.
Het kenmerkende van deze berijming is
de nauwgezette weergave van de grond
tekst.
Niet de „dichterlijke" vormgeving is cr
primair, maar de zo zuiver mogelijke
vertolking van het geïnspireerde ant
woord der Oud-Testamentische vromen
op de Verbonds-openbaring des HEE-
REN.
Het ligt voor de hand, dat we de Proeve