eeuu**e ^Cerkbocle
Kernwapenen
Uit de wereld van School en Gezin
HET
VRAAGSTUK
VAN DE
f
VERKEERD ALTERNATIEF.
DOORSPREKEN.
HUISWERK
NIET PACIFISTISCH.
VOORLOPIGE
PLAATSBEPALING.
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48
MedewerkersJ. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, WoerdenDr. P. C. Kraan, Vlissingen
Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo
Ds. B. Wentsel, BrouwershavenMej. F. A. Groot Nibbelink, Grijpskerke
Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Middelburg.
30 NOVEMBER 1962
17e JAARGANG No.
„Ik worstel
en ontkom"
Abonnementsprijs
3,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
12 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 12 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
Vj
Het onder deze titel door de Synode
van de Ned. Hervormde Kerk uitge
brachte rapport over de kernbewape
ning is wel van zeer verstrekkende aard.
Het komt hierop neer, dat de Hervorm
de Synode ronduit ,,neen" zegt tegen
de strategische kernwapenen. De reac
ties op het synodale geschrift zijn dan
ook niet iets waaraan wij zonder meer
secretaris Callmeyer de Herv. Synode
openlijk beschuldigde tot het oproepen
tot dienstweigering. Dit rapport is dan
ook niets iets waaraan wij zonder meer
voorbij kunnen gaan. Maar dan begint
meteen de vraag boven te komen, waar
om de Hervormde Synode met voorbij
gaan van alle andere kerken een ge
schrift over een dergelijk moeilijk en
zwaar onderwerp op tafel legt. Een
vraag, die we toch zeker met recht mo
gen stellen, daar we hier maar niet met
een probleem te maken hebben, dat één
kerk, maar dat alle christenen aangaat.
Daarom is het ook zeer ten onrechte,
dat de Synode behalve de andere ker
ken ook de christenpolitici en militairen
heeft gepasseerd, ja zelfs de eigen ker
kelijke organen, die ter zake competent
zijn heeft men niet eens gehoord. Op
dit laatste wijst prof. C. L. Patijn in
Hervormd Nederland van 17 november:
,,De waarheid is, dat de generale synode
dit stuk, dat zulke radicale uitspraken
doet, over een gebied dat tot de verant
woordelijkheid van politici en militairen
behoort, heeft aanvaard en vastgesteld
zonder aan deze politici of militairen ge
legenheid te hebben gegeven één woord
in het midden te brengen. De voor deze
zaken competente organen der Kerk zijn
geen van alle gehoord. Er is over dit
rapport géén mondeling contact geweest
tussen de synode en de leden der Kerk,
die de in het rapport verdedigde inzich
ten voor hun verantwoording zouden
moeten nemen en in de praktijk zouden
moeten realiseren. Er zijn in een laat
stadium enkele schritelijke adviezen aan
het Moderamen uitgebracht, die niet aan
de vergadering der synode zijn over
legd".
Het alternatief, dat de Hervormde
Synode in haar geschrift stelt is daarom
het alternatief „afschaffing van de
kernwapenen of ondergang". Op grond
van dit dilemma meent de synode dan
haar „neen" tegen de kernwapenen te
moeten uitspreken, omdat deze het zijn,
die een eventuele oorlog zullen leiden
tot de zelfmoord van de mensheid.
„Op grond van wat wij over de vre
destaak van de kerk en over de aard
van de kernwapenen hebben gezegd,
mag de kerk dan ook niet anders doen
dan een radicaal neen tegen de kern
wapenen uitspreken" (blz. 24). Daar
om pleit de synode ook voor zelfs
eenzijdige afschaffing van de kern
wapenen.
Nu is er veel in dit rapport, dat ons
aanspreekt, zelfs veel waar wij van har
te mee in kunnen stemmen, maar of de
synode alleen op grond van genoemd
dilemma tot haar conclusies had mogen
komen is een grote vraag. Naar wij me
nen is dit namelijk niet het enige dilem
ma, dat ten aanzien van het hebben en
eventueel gebruik maken van kernwa
penen ter sprake moet komen. Er is ook
de vraag wat erger is ondergang door
de. atoomdood of geestelijk sterven on
der een systeem dat zielen knecht Dit
alternatief heeft men eenvoudig niet ge
steld. Het is alsof de hele discussie tus
sen Niemöller en Asmussen in de vijf
tiger jaren volkomen voltooid verleden
tijd is. Ergens in de Ned. Hervormde
Gezangbundel staan ook nog deze re
gels „Delf vrouw en kindren 't graf,
neem goed en bloed ons af. Het brengt
u geen gewin, wij gaan ten hemel in en
erven koninkrijken". Luther kende reeds
dingen erger dan de dood, daarom kon
hij de dood, ook door geweld, accepte
ren. Terecht wijst ook ds. Rietveld in
de Haagse Kerkbode op dit zo schro
melijk door de Hervormde Synode ver
waarloosde aspect
niet als een afsluiting, maar als een
voorlopige plaatsbepaling worden ge
zien".
Juist echter vanwege dit „voorlopige"
had men naar wij menen niet zo abso
luut mogen spreken als nu gedaan is.
Het „voorlopige" houdt immers in, dat
er nog facetten kunnen zijn -en die
zijn er die men nog niet bestudeerd
heeft en die na bestudering wel eens
konden leiden tot een andere plaatsbe
paling, ook bijvoorbeeld ten aanzien van
v/at genoemd wordt de „conventionele"
bewapening, die toch maar heel gemak
kelijk misschien iets te gemakke
lijk geaccepteerd wordt. De vraag
komt immers op of het „neen" tegen
de kernwapenen, ook dan niet een
„neen" tegen wat men de conventionele
bewapening noemt, zal moeten mee-
insluiten. De Hervormde Synode maakt
een groot onderscheid tussen beiden,
maar wanneer we tot de conventionele
bewapening moeten rekenen, de hoe
veelheden gifgas en bacteriologische
wapenen die in de laatste oorlog
naar wij menen toch niet gebruikt zijn,
hoewel voorradig dan vragen wij
ons af of dit onderscheid dan wel zo
heel erg groot is.
Zo komen er steeds meer vragen op
bij het lezen van dit schrijven, dat een
„pastoraal" schrijven wil zijn en dus
leiding wil geven. In plaats van echter
uit de vragen te leiden, wordt men er
Van bevoegde zijde werd mij ge
vraagd eens hard op te denken over
het huiswerkprobleem op onze scholen.
Ik neem aan, dat ik me daarbij kan be
perken tot onze inrichtingen voor voort
gezet onderwijs ook op de lagere scho
len wordt wel eens huiswerk gegeven,
maar hier kunnen we toch nog niet van
een „probleem" spreken. Uloscholen,
Kweekscholen en scholen voor v.h.m.o.
hebben er echter des te meer weet van.
En aangezien ik blijkbaar verondersteld
werd in twee kwaliteiten als vader
en als ex-opgever van huiswerk min
of meer „deskundig" te zijn, wil ik
graag proberen over de materie een
paar dingen te zeggen. Waarbij ik
uiteraard niet de pretentie heb de steen
der wijzen te presenteren.
Als ik het goed zie, zijn hier drie
„partijen" bij betrokken de docenten,
de leerlingen en de ouders. Soms wor
den het inderdaad „partijen" in dien
zin, dat ze tegenover elkaar staan. Maar
bij een verstandig samenspel behoeft
hier van partijvorming geen sprake te
zijn partijen hebben we al genoeg in
ons goede land.
Allereerst dan de docenten. Niemand
zal hen het recht en in vele gevallen
zelfs de plicht willen ontzeggen huis
werk op te geven. Hetgeen op de les
is behandeld zal in de een of andere
vorm thuis moeten worden vastgelegd.
Maar in deze richting zou ik toch graag
drie voorzichtige opmerkingen maken.
In de eerste plaats mag van het geza
menlijke docentencorps worden ver
wacht, dat het niet van een zekere team
geest is gespeend. Als een docent, zon
der rekening te houden met het gehele
„huiswerkpatroon" van de klas, alleen
zijn eigen vak ziet kan er een berg ont
staan, waar de leerlingen niet meer
overheen kunnen zien. Een goed leraar
weet wat een klas „aan" kan en pleegt
geen roofbouw op zijn collega's. Mis
schien vraagt die laatste uitdrukking om
enig kommentaar. Als een leerling te
veel huiswerk opkrijgt, begint hij met
zijn taak voor de meest „gevreesde"
docent en worden zijn collega's de
dupe. Ook hier moet collegialiteit geen
loze klank zijn. En op het hoofd van
de school, de directeur of de rector rust
de taak zo nodig corrigerend op te tre
den.
Ten tweede mag van de school wor
den verwacht, dat zij haar pupillen
„leert studeren". Want studeren is ook
echter ingeleid. Nu achten "wij dit laat
ste allerminst een bezwaar. Hier wor
den zaken aan de orde gesteld, die
doorgesproken zullen moeten worden
en dat niet alleen in de Ned. Herv.
Kerk, maar door de kerken en niet al
leen die van Nederland.
Dit doorspreken zal echter moeten
gebeuren niet op grond van één dilem
ma, maar op grond van alle vragen, die
daarbij aan de orde komen, en dan zal
inderdaad wat het zwaarste is het
zwaarst moeten wegen. Maar wat het
zwaarste is zal pas dan bepaald kunnen
worden. Nu stapt men te snel over alle
andere vragen heen en poneertdit is
het zwaarste. Dit achten wij niet juist.
Vandaar dat we ons aansluiten bij .de
mening van ds. Rietveld, dat dit rap
port een misgreep is geweest. Dit on
danks het feit, dat we van harte instem
men met de oproep van de Hervormde
Synode om alles te doen wat mogelijk
is om de vrede in de wereld te bewaren.
Dat het daarbij zo gesteld is dat wij
in deze wereld èn voor de noodzakelijk
heid èn voor de onmogelijkheid van een
volledige naleving van het Evangelie
staan en dat daarom de kerken moeten
zeggen dat „het" niet mag en de poli
tici en de strategen zullen moeten zeg
gen dat dat niet kan zoals dr. J.
Arntz O.P. in de r.k. Bazuin stelt
is een tweede. De vraag is nu of op
voldoende gronden uitgesproken is dat
„het" niet mag. En op die vraag moet
het antwoord ontkennend luiden.
v. H.
een vak met bepaalde technieken, die
onze jongens en meisjes niet „van na
ture" kennen. Men leert geen les door
haar twintig keer stomweg over te le
zen. De docent mag m.i. niet volstaan
met het opgeven van een taak zonder
daarbij enige aanwijzingen te geven. De
taal van onze lesboeken is voor onze
12- of 13-jarigen dikwijls ook zwaar te
verstaan. Naar mijn mening moet ook
geen taak worden opgegeven, die niet
van tevoren op school is besproken.
En in de derde plaats wil ik iets zeg
gen over het zg. huiswerkloze weekend.
Alle ouders van leerlingen in deze cate
gorie weten hoe moeilijk het kan zijn de
zondag vrij van huiswerk te houden.
We vinden allen, dat het vierde gebod
ook voor onze kinderen geldt. Maar
hoe vaak zal hier openlijk of clandestien
tegen worden gezondigd Een enkele
school heeft de mogelijkheid de maan
dagmorgen vrij van lessen te houden
dat is een bijzonder prettige regeling,
die echter niet overal en altijd is door
te voeren. Andere scholen hebben 1 de
hele zaterdag vrij wie geen vreemde
ling is in Jeugdland weet echter hoeveel
weerstanden onze jongens en meisjes
hebben te overwinnen om op de „vrije
zaterdag" hun huiswerk voor maandag
te maken. Daarom meen ik, dat het
huiswerk in het weekend zoveel moge
lijk moet worden beperkt. Voor vakken
die de leerlingen slechts éénmaal per
week en dan op maandag krijgen zal
totale vrijstelling niet altijd mogelijk
zijn. Maar naar mijn stellige overtui
ging is op iedere school toch wel een
bevredigende oplossing te vinden.
Ook met betrekking tot de leerlingen
zou ik drie opmerkingen willen maken
ze missen overigens elk spoor van
originaliteit. Ten eerste het eigenlijke
„studeren" gebeurt op school en niet
thuis. Nog te veel jongelui rusten op
school uit en verschuiven het accent
naar het huiswerk. En dat is de omge
keerde wereld. Wie tijdens de lessen
zijn hersens er bij houdt, vraagt wat
hem niet duidelijk is en zich goed con
centreert op de behandelde stof heeft
het halve werk al gedaan. Maar wie op
school de vogelen des hemels volgt in
hun vlucht heeft thuis een zwaar kar
wei en komt er dikwijls niet uit.
Ten tweede mankeert bij onze leer
lingen nog al eens iets aan de juiste
tijdsverdeling. Als ze voor de ene dag
slechts huiswerk hebben voor twee vak
ken en voor de volgende dag zes por-
Er heerst dan ook binnen de Her
vormde Kerk allerminst eenstemmigheid
over de inhoud van dit laatste synodale
rapport.
Mogen wij echter kritiek hebben op
de wijze waarop dit rapport op tafel
gelegd is, daarbij tegelijk wetend, dat
er grote groepen binnen de Ned. Her
vormde Kerk zijn, die het met ons be
treuren, dat dit rapport zonder voldoen
de voorbereiding tot stand is gekomen
en het zelfs met de inhoud er van radi
caal oneens zijn, dit alles neemt niet
weg, dat nu het rapport eenmaal op ta
fel ligt, wij er niet vrijblijvend aan kun
nen voorbijgaan. Wij zullen er nota van
moeten nemen en er op moeten ant
woorden.
Laten we dan voorop stellen, dat het
Hervormde geschrift allerminst pacifis
tisch van aard is. Integendeel er wordt
een lans in gebroken voor een nog
zwaardere conventionele bewapening.
De strategische kernwapens worden
echter veroordeeld omdat„zij niet als
echte wapenen kunnen worden aange
merkt, omdat zij ten enenmale onbruik
baar zijn van enig doel, waarvoor wa
pengeweld legitiem zou kunnen worden
toegepast" (blz. 24). En enkele bladzij
den eerder lezen wij Alleen van
het uiteindelijke resultaat van een totale
oorlog met kernwapenen kan iets wor
den vermoed wederzijdse totale ver
nietiging, waaraan slechts een zeer be
perkt aantal mensen ontsnapt, die dan
bovendien nog te leven hebben in een
vergiftigde wereld, waarin orde, vrijheid
en gerechtigheid geen betekenis meer
hebben en van een wederopbouw van
een menselijke beschaving, zoals deze
in Duitsland en Rusland na de tweede
wereldoorlog in een onverwacht snel
tempo plaats vond geen sprake meer
kan zijn" (blz. 19).
„Er is natuurlijk veel aan gelegen het
leven te behouden. Maar er zijn situa
ties, waarin maar één ding met ere te
doen valt, namelijk zich verzetten tot
de dood. En dat moment is m.i. zeker
gekomen, wanneer degenen, die geen
helper hebben worden bedreigd met
ontering. Ook al komen zij zelf bij deze
verdediging om, zo zijn ze toch bewaard
geworden voor dingen erger dan de
dood.
En ik meende, dat juist christenen zulk
een situatie in de ogen zouden kunnen
zien, omdat zij weten van een vrede,
die de aardse vrede in waarde ver te
boven gaat en niet geroofd kan worden
door welke aardse oorlogsverklaringen
ook en van een leven, dat het biolo
gisch voortbestaan ver te boven gaat
omdat het blijft, dwars door de dood
tot in het eeuwige leven en omdat zij
weten, dat wel de elementen zullen bran
den, maar deze wereld herschapen zal
worden tot een nooitgekende luister".
Naar onze mening weegt dit laatste
dilemma zeker even zwaar als het door
de Hervormde Synode gestelde. Het
vraagstuk van de kernbewapening heeft
meerdere aspecten, dan het ene door
de synode op de voorgrond geschovene.
Eerst nadat al deze aspecten terdege
zijn doorgepraat, eerst dan zal men een
uitspraak kunnen doen, of misschien
niet meer kunnen doen omdat het te
gecompliceerd geworden is. Dit laatste
geeft echter de synode niet het recht
om dan de zaak te oversimplificeren.
Gelukkig is dit het laatste woord van
de Hervormde Kerk in deze zaak niet
op blz. 66 wordt namelijk gezegd „De
bezinning op de gezamelijke en per
soonlijke verantwoordelijkheid van ons
allen als staatsburgers en als christe
nen is daarom een blijvende opdracht
van de kerk. Dit geschrift moet daarom