Officiële Berichten
Uit de Gemeenten
NIEUWS
Als moeder ziek wordt
LAAT VOORJAAR
OUDERLINGEN-CONFERENTIE
Zaterdag 10 november wordt de
najaarsconferentie van de Zeeuwse
Ouderlingen gehouden in de Bogard-
zaal te Middelburg, aanvang half drie.
ReferentDs. B. Wentsel Jr. te
Oudewater over „De hedendaagse
toepassing van de tucht in onze kerk".
Ouderlingen en Predikanten zijn van
harte welkom en verdere belangstellen
den.
VACATUREDIENSTEN
CLASSIS AXEL.
Breskens
25 november Ds. van Hattem.
30 december: Ds. de Vries.
27 januari: Ds. Verbeek.
24 februariDs. van Leeuwen.
31 maartDs. van Mechelen.
Zoutespui
25 november Ds. den Boer.
30 decemberDs. van Leeuwen.
27 januariDs. van Mechelen.
24 februari: Ds. de Vries.
31 maart: Ds. van Hattem.
STEUNAANVRAGEN.
Ook in 1962 werd of wordt weer een
collecte gehouden waarvan de baten ten
goede komen aan de „noodgebieden" in
de evangelisatie.
Kerkeraden, die menen dat zij in aan
merking komen voor steun uit deze fond
sen kunnen een verzoek indienen bij Ge
nerale deputaten voor de evangelisatie, p.a.
Evangelisatie-centrum, Amsterdamsestraat
weg 37, Baarn.
Wilt u dan vóór 1 januari 1963 inzenden:
a. een gemotiveerd verzoek van de ker-
keraad
b. jaarstukken en begroting
c. aanbeveling van provinciale deputaten
evangelisatie
d. aanbeveling van uw classis.
Aanvragen kunnen alleen in behandeling
worden genomen als aan bovenstaande
voorwaarden is voldaan.
Deze mededeling wordt uitsluitend via
de kerkelijke pers gepubliceerd. Belang
hebbende kerkeraden dienen van dit be
richt dus wel nota te nemen 1
Nieuwerkerk.
I. Grepen uit de kcrkeraadsvecgadcring
1. De toetsing der nieuwe psalmberijming wordt
voortgezet, nu Ps. 1520. Een enkele op
merking er over
a. Soms ontbreekt in de n. ber. een element
uit de bijbeltekst, b.v. heeft hij gezwo
ren „tot zijn schade" (Ps. 15) of het slot
(vers 11c) uit psalm 16.
b. Ook de oude ber. had haar toevoegin
gen (b.v. weer steeds alle smart), maar
de n. ber. ook, die ook niet altijd zo
acceptabel zijn (Ps. 187, regel 5, 6)
of Ps. 20: lb.
c. Wellicht hadden nog wel wat meer be
kende klassieke verzen overgenomen kun
nen worden (b.v. uit Ps. 17 en 19), in
dien althans de overeenkomst met de
bijbeltekst dit toelaat, en de ned. taal
van onze tijd.
2. Aanvangsuur middagdienstDe verande
ring zal ingaan op zondag 2 december. Dan
zal de tweede dienst aanvangen om drie
uur. Drie zondagen in november dus nog
om vijj uur.
3. Classis: op 14 nov. Afgevaardigd wordt br.
T. Tanis, primus (br. Bij de Vaate, secun
dus).
4. Enquête veelvuldiger viering H. Av. een
antwoord wordt opgesteld, dat, kort, hierop
neerkomt, dat de kerkeraad eerst van de
deputaten van de Synode gaarne verwacht
een rapport overbijbelplaatsenwat zegt
de belijdenis wat zeggen de liturgieën, de
kerkenordeningen wat is bekend uit de ge
schiedenis der kerk, en van de Geref. Ker
ken in het bijzonder.
II. Dinsdag 13 nov.geen catechisaties. Voor
20 nov. Leerstofrepetitie van de vorige lessen.
Tenslotte een hartelijke groet aan zieken en
ouden. Dr. J. H. B.
Oostcrland.
1. Toetsing psalmen nieuwe ber. (Prs. 76-95).
Na voorbereiding thuis hebben we hier een
drietal uren aan gewijd. Een enkele greep
a. Waar te prijzen is, moet dit ook gebeu
ren. Soms is de n. ber. van een Ps. in
het algemeen goed (b.v. Ps. 94), of dui
delijker nog dan de vertaling (Ps. 85:4),
of preciezer nog dan de o. ber. wil ons
de zonden van ons volk vergeven (Ps.
79).
b. Soms echter zijn er uitdrukkingen ge
bruikt, die vreemd zijn of vreemd aan
de bijbeltekst,,die de oorlog niet meer
wilt" (Ps. 76: 2), of, is de berijming niet
sterk (78 20), of niet erg gelukkig
(87 1), of is de bijbeltekst al te sum
mier weergegeven (78 12 83 3).
c. Met een enkele restauratie had Ps. 84
behouden kunnen blijven.
2. Maandag 12 nov.geen catechisatie. Voor
19 nov. leerstofrepetitie van de vorige
lessen.
3. En tenslotte, gemeente, tot ziens zondag 18
nov., in de middagdienst, half 3 D.V., en
ook aan hen, die thuis moeten blijven een
groet. Dr. J. H. B.
UIT DE
KERKEN
Beroepen te Heerde (2de pred. pl.):
S. R. Smilde te Dordrecht te Nieuw-
VennepH. B. Weyland te De Lier
te Appingedam (vac. H. Pestman): F. de
Jong te Bakkeveen te Oss (2de pred.
pl.): A. van Heesen te Meliskerke.
Aangenomen naar SchoonebeekH.
Leijesen te Krimpen a. d. IJssel-Krimpen
a. d. Lek.
Bedankt voor Rotterdam (vac. F.
Vroon): J. van Tuinen te Meppel voor
Perth (Western Australië) (Ref. Chur
ches): W. van Wijk te Hoogvliet voor
Leimuiden K. Bisschop te Warns (Fr.)
voor Andijk (vac. L. H. Kwast): G. F.
Hajer te Beilen.
Benoemd tot leraar godsdienstonder
wijs bij het Chr. ulo te Zwolle Ds. J.
Stienstra te Langeslag.
Examens. Aan de Theologische Ho
geschool te Kampen slaagde voor het kan
didaatsexamen de heren H. J. Huyser te
's-Gravenhage en voor het propaedeutisch
examen de heren W. Jeroense te Rotter
dam en P. W. Millenaar te Buenos Aires
(Argentinië).
Afscheid en intrede. Wegens vertrek
naar Woerden nam Ds. L. J. Wolthuis af-
vervolg op pag. 3)
Ge zinsverzorging)
Het zou een interessante discussie kunnen worden, wanneer in een ge
zin, waar alles normaal verloopt, aan tafel b.v. door vader eens de vraag
zou worden gesteldwat zou nu erger zijn, dat vader of dat moeder lang
durig ziek werd Riet van 10 jaar, die altijd nogal spontaan reageert, zegt
directnatuurlijk even erg". Maar Piet van 14 merkt op „ik geloof, dat
het veel erger zou zijn als moeder ziek werdals vader ziek wordt, gaat
alles thuis gewoon door, maar als moeder ziek wordt, wie moet dan het
huishouden doen
Dit korte gesprekje geeft weer, hoe het inderdaad in het algemeen er
bij staat. Wanneer vader in loondienst is, is hij verzekerd krachtens de
Ziektewet, de Ongevallenwet en eventueel de Invaliditeitswet. Zijn loon
gaat, zij het wat verminderd, door. Maar wanneer moeder in het gezin
komt uit te vallen, ontstaat meermalen een acute nood-situatie, waarin
direct geholpen moet worden, met name wanneer er nog kleine kinderen
zijn.
Bij kortdurende gevallen zal veelal een familielid of een der buren de
helpende hand kunnen bieden, maar bij langdurige ziekte wordt dit tot een
feitelijke onmogelijkheid. We kunnen gelukkig maar niet meer be
schikken over „thuiszittende nichtjes" en dergelijke. De weg naar allerlei
beroepen is voor de vrouw geopendieder heeft haar werk, dat niet zo
maar onderbroken kan worden. Daarom is het ook uitermate onbillijk, om
b.v. te zeggen de dochter, die op kantoor is, moet nu maar thuiskomen
om het gezin te verzorgen.
Neen, er is in de laatste 15 jaar gelukkig een andere mogelijkheid ge
komen, n.l. dat er overdag een gezinsverzorgster in huis komt,
die de huishoudelijke taak van moeder overneemt. Zij staan in dienst van
een instelling voor gezinsverzorging. In de rijks-subsidieregeling wordt
deze gezinsverzorging als volgt omschreven
„de daadwerkelijke, tijdelijke verzorging, zowel van huishoudelijke als van
opvoedende aard, welke door speciaal daartoe opgeleide vrouwelijke krach
ten gezinsverzorgsters in dienst van een instelling voor gezinsverzor
ging, onder deskundige leiding in gezinnen wordt verleend, indien de huis
vrouw niet in staat is haar taak in het gezin naar behoren te verrichten, met
het doel een gezond gezinsleven in stand te houden of te herstellen".
Deze opleiding tot gezinsverzorging wordt in diverse plaatsen van ons
land gegeven, wat onze kerken betreft o.a. te Rotterdam. Iedere cursus
begint met een verblijf in het internaat gedurende een half jaar, waarna
een examen wordt afgenomen. Daarna volgt één jaar practisch werken
bij een instelling voor gezinsverzorging, zodat na l]/2 jaar het diploma
kan worden behaald.
Het is op grond van bovenstaande wel duidelijk, dat een gezinsverzorg
ster een eigen verantwoordelijkheid in het gezin heeft. Moeder moet inder
daad haar taak overgeven. Natuurlijk zal er samenwerking zijn waar mo
gelijk, er komt geen revolutie in het gezin, maar het zou niet juist zijn, als
moeder vanaf haar bed allerlei instructies zou willen geven. Laat moeder
het integendeel waarderen, dat ze voor een poosje de verantwoordelijk
heid voor de gang van zaken in het gezin mag overgeven, dat ze van deze
last ontheven wordt. Dat kan voor het verloop van haar ziekte alleen
maar nuttig zijn.
Was het vroeger zo, dat slechts voor maximaal zes weken hulp mocht
worden verleend, thans geldt„Indien gezinsverzorging of gezinshulp
wordt geboden in gezinnen van bejaarden, waarvan de huisvrouw ten
minste 65 jaar oud is, dan wel gezinnen, waar de
huisvrouw chronisch ziek is, behoeft deze
verzorging of hulp niet van t ij d el ij k e aard
te z ij n".
De diaconieën hebben bij de oprichting van deze instellingen vooraan
gestaan. En het blijft „diaconaal werk", dat wil zeggen diaconia, dienst
die de gemeente van Christus verricht.
Dank zij de subsidie van Rijk en Gemeenten, alsmede de bijdragen van
de diaconieën behoeft door het geholpen gezin slechts een gering deel van
de werkelijke kosten en dan nog naar draagkracht betaald te worden.
Hebben familie en buren nu geen taak meer Uiteraard wel. Er zijn
nog tal van dingen, waarmee men het gezin, waar moeder ziek is, soms
buitenshuis verpleegd moet worden, een dienst kan bewijzen.
En voor onze jonge vrouwen ligt hier een prachtige taak, die innerlijk
bevrediging kan schenken. Er is een behoorlijke salarisregeling. Mocht
iemand nadere inlichtingen wensen, wend u dan tot uw predikant of een
der diakenen.
We hebben hier een van die mooie kansen om te tonen, dat in de
gemeente ook gevonden wordt „de gemeenschap der heiligen".
A. ELSHOUT.
FEUILLETON
door
HUGO KINGMANS
10)
Hij hteft voor niemand op de boerderij geheimen. Als
ze in de keuken koffie drinken, haalt hij, waar Sanne bij
is, de brief van Freek Meppelink uit zijn zak en leest die
voor.
„Honderd en dertig kilometer van elkaar", is het eerste
wat de boerin zegt. „Dat is van hier naar Groningen. Wat
een afstanden. En dat noemt hij nog niet eens ver."
„Die brief lijkt niet gek", merkt Konijnenbelt bedacht
zaam op. Maar weet je nu genoeg, Jan
„Ik zou wel wat meer willen weten", bekent Jan.
„Dat kan ik begrijpen. Toch kom je het pas precies te
weten, als je er bent. Je kunt moeilijk door de bril van
een ander kijken. Wat die Freek Meppelink bevalt, kan
jou niet aanstaan en omgekeerd. Maar begrijp ik je goed
wou je getrouwd heengaan
„Wat dacht u dan was de verwonderde wedervraag.
Jan had nog geen moment anders gedacht.
„Dat zou ik niet doen, als ik jou was. Je moet er als
vrijgezel heengaan. Dan kijk je de kat eens uit de boom.
En bevalt het je, wel, dan kom je Marie halen of als dat
niet gaat, trouwen jullie „met de handschoen" en zij volgt
je als vrouw. Zo had ik het mij ingedacht. Maar natuurlijk
moet je het zelf weten. En dan heb je hier op al je vragen
geen antwoord te krijgen. Je gaat er heen en weet meteen
het antwoord. Bevalt het niet, dan kom je terug. Je kunt
later beter alleen terugkomen dan als man en vrouw.
Gaat het daar niet, wel dan is er nog niet veel verloren.
Je kunt hier altijd terecht."
Tegen zijn gewoonte heeft Konijnenbelt een hele speech
afgestoken.
Jan moet die even verwerken. Zó heeft hij er nog nooit
over gedacht. Daar zit toch wel wat in, al nam hij Marie
liever mee. Neen, 't was niet gek bedacht. Dan was met
een het conflict bij de Saalminks, nu ja, wel niet opge
lost, maar het had niet die scherpte meer. Dan kon hij
Marie naar waarheid inlichten, hoe het ginds was en haar
milder stemmen.
„Ik moet daar eens over denken", zegt hij langzaam,
een pijp stoppend. „Maar u moet niet denken, dat het er
mij niet zal bevallen. Als ik eenmaal weg ben, kom ik
niet met hangende pootjes terug."
„Dat verwacht ik niet van je, Jan. Jij komt er daar
wel", zegt de boer warm. „Maar toch geloof ik, dat je
moet doen, zoals ik gezegd heb. Dat lijkt mij verreweg
het beste, 'k Heb ook niet anders gedacht, of je zou zo
doen. Maar nog eens, je moet het zelf weten. We praten
er nog wel eens over. Er is meer te bespreken."
Sanne heeft vol belangstelling zitten luisteren. Zonder
dat zij het bemerkt, staart de boerin haar aan.
„Kom Sanne, we moeten aan het werk", zegt zij dan
hartelijk. „De mannen kunnen nog wel wat praten."
„Dat kunnen we in de schuur ook", meent Konijnenbelt.
De daarop volgende zaterdag, is afgesproken, zouden
Jan en Marie naar Zwolle, om 's maandags terug te keren.
Maar er komt die zaterdagmorgen een briefje van
Marie, meldend, dat zij niet erg wel is en daarom liever
thuis blijft. Het is helemaal niet erg. Hij behoeft niet on
gerust te zijn. Zij heeft alleen wat influenza. Hij moet niet
naar haar komen. Thuis wordt op hem gerekend.
Even is Jan Stelmaker in tweestrijd naar Marie gaan
of naar Zwolle De brief uit Canada brandt hem in de
zak. Die moet toch besproken worden. Hij had dat onder
weg naar Zwolle, prachtig met Maria alleen, willen doen,
want voorlopig houdt hij moeder Saalmink er het liefst
buiten. Maar ja, nu moet zij het wel weten, als hij naar
déar gaat. Instinctief voelt hij, dat er een massa bezwaren
zulien komen. Hij zelf is immers ook niet geheel tevreden
gesteld. En 't liefst zou hij niet willen „bekvechten". Dat
ligt hem niet. Marie heeft het er bovendien toch al niet
gemakkelijk onder.
Plotseling besluit hij alleen naar Zwolle te gaan. Van
daar zal hij haar dan schrijven en tegelijk van de brief van
Freek Meppelink reppen. Dat is dan een goede inleiding
op de bespreking, die zij er toch moeten hebben.
Hij heeft de laatste dagen nog lang en breedvoerig met
Konijnenbelt gesproken. Die twee zijn het volkomen eens.
Als het nodig is, kan Jan geld lenen van de boer. En in
Zwolle zal hij met zijn oom spreken, die hem ook wel
helpen wil, dat staat vast. Daaromtrent behoeft hij geen
zorg te hebben. Hij zal ook niet meer geld opnemen dan
strikt nodig is.
Nog niet verzoend is hij met het denkbeeld van Konij
nenbelt, dat zegtga er ongetrouwd heen en kom later
Marie halen. Hij waardeert dat idee wel. Er zit ook wel
iets, zelfs heel veel, in. Maar hij wil Marie graag mee
nemen. Hij heeft haar lief. Hoe lang moet hij dan nog
wachten En hij wil haar weg hebben van onder de
invloed van haar moeder, die niet gunstig jegens hem ge
stemd is, hij bemerkt het wel. En dat alleen, omdat hij
naar Canada wil. Overigens mag zij hem wel. Als hij in
de Achterhoek bleef, was er geen vuiltje aan de lucht.
Tóch wordt hij heen en weer geslingerd er ongetrouwd
heengaan heeft deze goede zijde, dat hij dan eerst, voor
zover dat mogelijk is, het pad voor Marie effenen kan.
Als hij haar later schrijft, dat alles naar wens gaat en
daarvan is hij, onbegrijpelijk genoeg, zeker dan is het
niet onmogelijk, dat zij dan gereder toestemt dan nu.
De vrees gaat hem meer en meer bekruipen, dat zij
voet bij stuk houden zal en pertinent zal weigeren mee te
gaan. Tactischer is het dus, zelf met 't voorstel te komen,
er eerst alleen heen te gaan, om poolshoogte te nemen en
er een eigen home te gaan scheppen.
Misschien is het beter eerst alleen te gaan en zo de
moeilijkheid voorlopig te ontwijken, maar alles beter dan
ruzie met de ouders, inzonderheid met de moeder. Zó
zou het voor Marie ook niet prettig zijn, heen te gaan,
aangenomen, dat zij zwichten zou voor zijn aandrang,
hem te vergezellen.
Al die overleggingen komen in hem op, als hij naar
Zutfen fietst, om daar de trein te pakken. Hij zet er niet
eens vaart in, zoals gewoonlijk. Maar net heeft hij zijn
rijwiel gestald, of de trein dendert reeds over de brug.
Hij jacht om een kaartje en is net op tijd.
De coupé is vol mensen, jongeren en ouderen, zodat hij
geen gelegenheid heeft zijn gemijmer voort te zetten.
(Wordt vervolgd)