eeuwóe
jl^erkbode
WAT LEEST GE
ZILVER en GOUD
k
Enkele verklaringen
Een interessante uitgave
5 OKTOBER 1962
17e JAARGANG No. 14
„Ik worstel
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48
Medewerkers JL A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. M. V. J. de Craene, Baarland
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, WoerdenDr. P. C. Kraan, Vlissingen
Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo
Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Mej. F. A. Groot Nibbelink, Grijpskerke
cn omkom" Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Middelburg.
Abonnementsprijs
3,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
12 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 12 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
v
clTleditatie
Maar Petrus zeide Zilver en goud bezit ik niet,
maar wat ik heb geef ik u.
Hand. 36a.
Zilver en goud zijn uiterst begerenswaardige zaken. Dat is altijd al zo
geweest en hun glans heeft nog niets van zijn fascinerende aantrekkings
kracht verloren. Je hebt er wat voor over om in het bezit van zilver en
goud te komen. Immers, wie dat bezit, kan zich permitteren, wat een
ander moet laten. En er zijn van allerlei dingen, waarvoor velen alles op
alles zetten om het maar in hun bezit te krijgen. Ze raken in de ban van
datgene, waarop ze hun zinnen hebben gezet. Een televisietoestel, een
mooi huis, en noemt u maar op
Ook in onze tekst komen we een man tegen, die er op uit is zich bezit
te vergaren. De man móét trouwens wel. Hij is verlamd, en de enige
mogelijkheid om aan de kost te komen is bedelen. Dag in, dag uit zit
hij op z'n plaatsje, met uitgestrekte hand, in de hoop geld te ontvangen.
Gèld heeft hij nodig. Uiteraard. Hij moet toch leven In een gewoonte
gebaar steekt hij z'n hand uit naar iedere voorbijganger. Z'n bestaan
draait om geld.
Totdat hij in aanraking komt met Petrus. Zeker, haast automatisch
steekt hij zijn hand weer uit, maar die blijft leeg. Petrus heeft niets om
die hand te vullen. Maar Petrus heeft wat anders, een enorme rijkdom
en de man gaat beseffen, dat hij daarvan mag profiteren, wanneer hij
maar gelooft. Hij begrijpt, dat z'n leven daar nu verder van af hangt.
Zilver en goud. wat kunnen die een mens in hun ban krijgen. Er is zo
veel moois, dat we graag willen hebben. Zijn we uit op zilver en goud...
en verder niets Dan komen we in de kerk bedrogen uit. Dan blijft de
hand, die we hebben uitgestrekt, gegarandeerd leeg. Dan moeten we naar
andere mogelijkheden omzien. Dat zal trouwens weinig moeite opleveren.
Mogelijkheden genoeg. Vooral tegenwoordig
Maar wanneer we gaan geloven, dan gebeuren er ook in ons leven
grootse dingen. Dan vinden we onze rijkdom in Jezus Christus. En dan
stellen we ons met heel ons leven, ook met ons zilver en goud, in Zijn
dienst. Omdat Hij ons gekocht heeft. Niet met zilver of goud, maar met
Zijn bloed.
II
Toen wij enkele weken geleden naar
aanleiding van het verdwijnen van het
Zeeuws Dagblad bovenstaande vraag
aan de lezers stelden, merkten wij on
der meer op dat het lezerstal van de
christelijke pers in ons gewest nu niet
bepaald overweldigend is. Ja, dat dit
lezerstal schrikbarend laag genoemd
mocht worden.
Nu is het vreemde, dat wij naar aan
leiding van ons artikel wel een aantal
reacties ontvingen, waarin ons werd
medegedeeld, dat we toch echt niet rou
wig behoefden te zijn om het verdwij
nen van het Zeeuws Dagblad, daar dit
slechts een neutrale krant was uit Rot
terdam, waarin voor Zeeuws nieuws en
christelijke berichten en artikeltjes een
plaatsje was ingeruimd. Dit verdwijnen
betekent dus allerminst een ramp. Nu
sta voorop, dat ook wij in genen dele
ons gelukkig prezen met het Zeeuws
Dagblad in zijn laatste vorm, waarin
het kon voorkomen, dat men op de ene
pagina een pleidooi voor de openbare-
en op de andere voor de christelijke
school kon vinden. Terecht sprak Algra
in het Fries Dagblad van een man met
twee aangezichten. Wij hebben dan
ook van een ondergangsproces gespro
ken, een ondergangsproces, waaraan de
Zeeuwse Christenheid mede schuldig
staat, omdat de Christelijke pers in onze
woningen niet die plaats krijgt, die haar
behoort toe te komen. Zo is het Zeeuws
Dagblad aan de sukkel geraakt, en toen
het sukkelde hadden velen ineens prin
cipiële bezwaren tegen het blad en ten
slotte is het verdwenen. Maar vergeten
we met al onze bezwaren één ding niet:
Christelijk Zeeland is de oorzaak van
dit alles geweestEn dit geldt zeker
niet alleen ten aanzien van de gang van
zaken met het Zeeuws Dagblad, dit
geldt van de gehele Christelijke pers in
ons gewest. Wij zouden wel eens de
percentagecijfers op tafel willen zien
van hen, die na het verdwijnen van het
Zeeuws Dagblad op een landelijk chris
telijk dagblad zijn overgestapt, naar wij
niet zonder reden vrezen, zal dit
percentage zeer laag zijn. Daarnaast
zouden we wel eens willen zien hoeveel
procent van onze Zeeuwse protestantse
bevolking een christelijk dagblad leest
En ook dan vrezen wij voor teleurstel
lingen.
Juist dezer dagen kwamen ons enkele
cijfers onder ogen, die onze mening,
dat het niet de principiële-, maar de on
principiële houding van velen in ons
gewest geweest is, die het Zeeuws Dag
blad tot verdwijnen gebracht hebben.
Het waren cijfers, die wij vonden in het
septembernummer van Ons Plattelands
leven, maandblad voor de Chr. Platte
landsvrouwenbond in Nederland. Cij
fers, die betrekking hadden op het
christelijke damesblad ..Prinses". Daar
uit blijkt, dat Zeeland op de laatste
plaats staat, niet wat lezerstal betreft,
maar wél wat het percentage lezeressen
van Prinses betreft. In Zeeland komt in
14 van de christelijke gezinnen een
christelijk damesblad En dit terwijl in
het in meerderheid r.k. Brabant in Bra
bant in 23.4 van de daarvoor in aan
merking komende gezinnen dit blad ge
lezen wordt.
Ter vergelijking met de andere pro
vincies geven wij hieronder alle percen
tagecijfers
1. Noord-Brabant 23.4
2. Utrecht 23.2 °/o
3. Friesland 21.4%
4. Overijssel 20.4
5. Zuid-Holland 19.2
6. Limburg 18.9
7. Groningen 17.6%
8. Gelderland 17.5
9. Noord-Holland 17.3
10. Drenthe 16.4
11. Zeeland 14.0%
,,Wie had dat ooit gedacht" verzucht
de schrijfster van het artikeltje in Qns
Plattelandsleven als het over het lage
Bruinisse
percentage van Zeeland gaat. Ja, wie
had dat ooit gedacht, dat in een provin
cie, waarin percentsgewijs een zo groot
aantal prot. chr. gezinnen woont in een
zo gering aantal van die gezinnen een
christelijk damesblad in huis komt en
zou deze geringe liefde voor een eigen
christelijk damesblad niet hand in hand
gaan met de laksheid ten aanzien van
het christelijk dagblad
In slechts veertien procent van de
Zeeuwse Prot. Chr. gezinnen komt een
christelijk damesblad -te vermoeden
dat in de resterende 86 in het geheel
g^en damesblad komt lijkt ons gezien
de vele Libelles, Margrieten, Eva's, die
we zo zien liggen, niet gewettigd
In een te gering percentage van onze
gezinnen komt een christelijk dablad.
Het is ronduit bedroevend.
v. H.
is de thans bij de firma W. de Haan te
Zeist en Antwerpen verschijnende serie
Phoenix Bijbel Pockets. Het is een uitgave,
die wel een unicum mag heten, daar we
hier te doen hebben met de visies van
verschillende geloofsrichtingen en wijsge
rige opvattingen over de Schrift. Het is
dus niet een verklarend commentaar van
de Bijbel, maar een rijk geschakeerde staf
van redactieleden en medewerkers van
Joodse theologen tot humanisten geven
hun visie op de verschillende delen van
de Schrift.
Daarom menen we met recht hier van
een interessante uitgave te kunnen spreken,
daar door het verschijnen van deze serie
- tot nu toe zijn de eerste drie deeltjes
verschenen ons gelegenheid geboden
wordt om kennis te nemen van wat een
'ander er van denkt. Juist in een wereld
als de onze, waar we zo veelvuldig met
elkaar omgaan en vaak zo slecht weten
wat die ander denkt kan het verschijnen
van deze serie een beter begrip voor die
ander opbrengen. Vaak hebben we maar0
heel vage noties over het geloof van hen
die niet tot het rechtzinnig protestantisme
behoren, dit maakt ook dat we in verschil
lende gesprekken en discussies vaak langs
elkaar heen praten. Welnu hier wordt ons
een serie Bijbelpockets aangeboden, waar
in we kennis maken met geloof en schrift
beschouwing van vele anderen. We willen
dan ook dit werk gaarne aanbevelen,
vooral aan hen, die werkzaam zijn in evan
gelisatie-arbeid en hen die veel met anders
denkenden omgaan. Deel I omvat ,,De
Schepping", deel II ,,Het paradijs" en deel
G. DEN HEETEN.
III ,,De vloed en de toren". Natuurlijk zul
len onze lezers het lang niet met alle bij
dragen eens zijn, dat neemt echter niet
weg, dat zij hun kennis terdege kunnen
verrijken. Persoonlijk achten wij de bij
dragen van rabbijn dr. J. Soetendorp uiter
mate leerzaam, alleen daarom al zijn de
boekjes een aanschaf dubbel en dwars
waard. Behalve dat u de deeltjes los kunt
kopen, kunt U ook intekenen op de ge
hele serie of op tenminste zes achtereen
volgende delen. v. H.
Belangrijke besluiten van de Generale
Synode van de Gereformeerde Kerken.
Het is een goede traditie geworden, dat
na afloop van de Generale Synode en vóór
het verschijnen van de Acta, er een be-
sluitenboekje verschijnt, waarin de belang
rijkste synodebesluiten worden weergege
ven. Ook dit jaar is dit geschied, zij het
dan over twee synodes, nl. die van Utrecht
en van Apeldoorn. Het is een handig na
slagwerkje geworden, waarbij er naar ge
streefd is zoveel mogelijk de besluiten, die
van algemeen belang kunnen worden ge
acht, bijeen te brengen. De firma Kok
zorgde ook deze maal weer voor de ver
zorging er van. v. H.
van uitleggers betreffende de
frequentie van de avonds
viering.
In verband met de vragen door de-
putaten in opdracht van de generale
synode van Apeldoorn benoemd aan
gaande de vraag in hoeverre een veel-
vuldiger avondmaalsviering bijbels en
kerkelijke geboden en/of gewenst is.
gesteld aan de kerkeraden en classes,
heb ik de moeite genomen dienaangaan
de hieromtrent eens na te speuren wat
er bij enkele catechismusverklaarders
en exegeten te vinden is. Op volledig
heid maakt dit onderzoek geen aan
spraak, doch ik meen met het gevon
dene de kerkeraden van dienst te kun
nen zijn.
Genoemde deputaten brengen in de
eerste plaats enkele teksten uit de Han
delingen der apostelen ter sprake na
melijk Hd. 2 42 v.v. en 20 7 benevens
1 Kor. 11 26.
We dienen hierbij allereerst uit te
gaan van de overtuiging dat we bij deze
teksten inderdaad met avondmaalsvie
ring te doen hebben.
Ursinus spreekt in zijn bekende ver
klaring van de catechismus voorzover
ik kon nagaan over deze teksten niet.
Otto Thelemann stelt eenvoudig: „Brot-
brechen wird es Apost. Gesch. 2 42
genannt". Barde om naast de Duit
ser een Fransman te noemen meent:
,,ils rompaient le pain e'est a dire cele-
braient la cène". Groot is de oogst bij
de catecheten niet. Ze hebben het waar
schijnlijk als vanzelfsprekend aangeno
men.
De exegeten echter geven zich meer
moeite om aan te tonen, dat hier van
avondmaalsviering sprake is.
Grosheide stelt de vraag of hier te
denken is aan het gewone eten, waarbij
de Joden gewoon waren brood te eten
is te denken óf aan een cultushandeling,
agapé en/of avondmaal Hij komt dan
tot de conclusie dat het avondmaal of
de agapé is gemeend. Zo bij de verzen
2:42 cn 20:7.
Stelt Grosheide hier nog een vraag
Calvijn doet dit evenzeer, maar spreekt
dan zonder meer van de maaltijd des
Heren, die bij de leer komt om haar te
bevestigen. Hij schrijftik voeg mij bij
degenen, die menen dat het avondmaal
wordt aangeduid door de breking des
broods.
De Kanttekenaren op de Statenbijbel
laten de zaak onbeslist. Zij tekenen
aan Daardoor namelijk door de woor
den breking des broods" wordt ver
staan óf dat zij te samen aten en dron
ken, óf dat zij het heilige avondmaal
met elkander hielden, Hand. 20 7, het
welk zij somwijlen beiden te samen de
den, gelijk men zien kan 1 Cor. 13:21
22.
Over 't algemeen kan men echter
constateren dat nieuwere opvattingen
zich aansluiten bij Calvijn. Zo spreekt
Berkouwer eveneens zonder meer bij
Hand. 2 42 over het avondmaal de
oude christengemeente, die één was,
niet alleen in het onderwijs der aposte
len, de gemeenschap en het gebed, maar
óók in de breking des broods.
We menen zonder ernstige tegen
spraak ons te mogen voegen bij de me
ning dat in Hand. inderdaad sprake is
van de viering van het heilige avond
maal.
Frequentie levert dus Hand. in dit
opzicht geen moeilijkheden op, anders
staat het wanneer we de kwestie van
de frequentie, de veelvuldigheid van de
viering van het avondmaal aan de orde
stellen. Hierover lopen de meningen
nogal uitéén ook al dringt het ,,zo dik
wijls" ons in de richting van meer dan
éénmaal per jaar, zoals o.a. Zahn wil
Jezus bedoelde, dat men eens in het
jaar, als men Pascha vierde, bij de der
de beker avondmaal hield.
Overigens is de opvatting van Zahn
enigszins tegenstrijdig waar hij o.a.
schrijft bezwaar te hebben om bij dit
vers aan het avondmaal te denken, om
dat we niet weten, dat de oudste chris
tenen dit reeds vierden.
We menen veeleer dat Hand. 2 42
juist het bewijs levert dat ze het wel
deden. Voorts moge zo terloops de op
merking gemaakt worden, dat er helaas
mensen zijn die het avondmaal niet
maar eens per jaar, doch slechts één
maal in hun leven vieren, namelijk als
ze belijdenis doen en daarna niet meer,
hetgeen stellig tegen de bedoeling van
het „dikwijls" ingaat.
Men mag zeker de avondmaalsvie
ring niet met de bediening van de doop
vergelijken. Men wordt wel éénmaal
gedoopt, maar dit heeft geen konse-
kwenties voor de avondmaalsviering als
zou men ook dit slechts éénmaal hebben
te vieren. Jezus' woord „dikwijls" on
derscheidt deze viering juist van de
doop, die maar éénmaal aan een per
soon wordt bediend. Deze is niet voor
herhaling vatbaar, het avondmaal daar
entegen juist wel. Dat moet herhaalde
lijk worden genoten.
Gaat men nu te rade bij verschillende
catechismusverklaarders dan vindt men
bij dezen meermalen de vraag gesteld
en beantwoord omtrent de frequentie