eeuwée
^C&rkbode
ONZE KERKEN en de I.C. C.C.
Perzië
Vacantie-ontmoeting
14 SEPTEMBER 1962
17e JAARGANG No. 11
OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Temeuzen, Telefoon (0 1150) 22 48
Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen ;_Ds^ M. V. J._ de Craene, Baarland
Drs.
A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, WoerdenDr. P. C. Kraan, Vlissingen
Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo
Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Mej. F. A. Groot Nibbelink, Grijpskerke
"!n ontkom" Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Middelburg.
r
Abonnementsprijs
3,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
12 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 12 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 24 38
Giro no. 4 22 80
Van 13 tot en met 20 augustus werd
in Amsterdam het vijfde plenaire con
gres van de Internationale Raad van
Christelijke Kerken gehouden. Daar
het tijdens onze vacantie gehouden
werd en wij deze net niet in Amsterdam
doorbrachten, hebben we ons tot nu
toe van commentaar op dit congres ont
houden, daar we onze beoordelingen
niet op krantenverslagen zonder meer
wilden baseren. Dit voornamelijk omdat
deze verslagen ons hebben doen schrik
ken. Daarom hebben wij gewacht tot
wij de beschikking hadden over enig
authentiek materiaal, zodat ons niet het
verwijt zou kunnen treffen, dat wij ons
door gekleurde verslagen hebben laten
leiden. Helaas moeten we echter thans
toegeven, dat geen verslag, dat we tot
nu toe onder ogen gehad hebben zich
aan overdrijving heeft schuldig ge
maakt, we zouden zelfs van een zekere
ingetogenheid willen spreken. Waar
mee we maar zeggen willen, dat het
niet aan de berichtgeving rond het con
gres maar aan het congres zelf ligt,
wanneer de weerstanden tegen deze
Raad binnen onze kerken eer toe- dan
afgenomen zijn.
Wanneer wij het Amsterdamse con
gres zouden willen typeren met enkele
woorden, dan zijn we geneigd te zeg
gen het was een congres, dat overal
tegen was Men was tegen ds. Wea-
therhead, tegen het Vaticaans Concilie,
tegen Kennedy, tegen de Wereldraad,
tegen kerkelijke eenheid, tegen de aarts
bisschop van Canterbury, tegen Kroets-
jev, tegen heel veel dingen en perso
nen, in het kort hier was sprake van
een zich afzetten tegen veel waardoor
aan negativisme niet ontkomen werd.
Natuurlijk zal men hiertegen kunnen
inbrengen, of dat alles wat in de ver
schillende resoluties en verklaringen ge
zegd is niet waar is. Wij zullen dit ze
ker niet willen beweren, maar de waar
heid kan ook op zo'n manier naar vo
ren gebracht worden, dat DE Waar
heid er toch niet mee gediend is, ter
wijl ook een volkomen gebrek aan
christelijke bewogenheid met hen waar
men tegen" was ons ten zeerste ge
troffen heeft. De toon, die hier de mu
ziek maakte, was zeker niet zo wellui
dend als de koorzang en de muziek,
waarmede het gehele congres opgeluis
terd werd. Helaas ligt echter 't bovenge-
memoreerde in de aard van de I.C.C.C.
zelf, want in het blad van dr. Mclntire
lezen wij, dat de I.C.C.C. een haven is
voor afgescheiden kerken. ,,De meeste
kerken zijn afkomstig uit de grote li
chamen, die helpen om de oecumenische
kerk te bouwen. Dit is een separatisti
sche beweging. Het is een hervormings
beweging, die op vele punten parallel
loopt met de afscheidingen in de zes
tiende eeuw. Zoals scharen de Rooms
Katholieke Kerk verlieten vanwege haar
afval, zo verlaat in de 20ste eeuw een
steeds groter wordend aantal de ker
ken, die door de modernisten zijn over
genomen en die zij trachten te gebrui
ken om hun Babyion te bouwen. Dit is
een beweging die kerken, die hun zui
verheid en de integriteit van hun be
lijdenis bewaard hebben, samenbrengt
in christelijke samenwerking, samen met
de nieuwgevormde kerken, die staande
blijven bij de oude belijdenissen en die
haar loyaliteit ten aanzien van de on
feilbaarheid der Schrift handhaven."
De I.C.C.C. wil dus een separatisti
sche beweging zijn, hetgeen ook tot uit
drukking komt in het feit, dat men niet
streeft naar de eenheid der Kerk. In
het eerder geciteerde artikel wordt dan
ook gezegd, dat het congres een demon
stratie was van de Una Sancta, die men
christelijke eenheid, bijbelse christelijke
eenheid mag noemen, doch dat het
de I.C.C.C. krachtens zijn constitutie
verboden is om te arbeiden voor de or
ganische eenheid van zijn kerken. ,,De
I.C.C.C. is geen beweging voor de her
eniging der kerken en de uiteindelijke
terugkeer in de Rooms Katholieke
schaapskooi. De I.C.C.C. is een mani
festatie van de geestelijke eenheid die
er is, wanneer Gods volk één is in ge
loof en in trouw aan het grote Hoofd
en Koning der Kerk. De eenheid in
Amsterdam gemanifesteerd is iets, dat
in New Delhi niet te zien was. Het was
een eenheid in Christus niet een
eenheid in een programma om een gro
te, zichtbare, georganiseerde wereld
kerk te bouwen" waaraan men nog
toevoegt ,,Het verschil was inderdaad
duidelijk, èn vanwege de aanwezigheid
van de Heilige Geest was de eenheid
betrokken op dat wat eeuwig is en ge
zegend door de hemel alleen".
Dat men protest aantekent en in ver
zet komt tegen een onbijbels eenheids-
streven is iets, dat zeer te begrijpen
valt, doch dat men uit reactie hierop
vervalt in een extreme pluriformiteits-
leer, ja zelfs de verdeeldheid toejuicht,
dat kunnen wij helemaal niet begrijpen.
Ook dit achten wij in strijd met de bede
van onze Heiland om de eenheid van
allen, die in Hem geloven, opdat de
wereld geloveDat gezocht wordt
naar" een zichtbare en organische een
heid van allen, die in de opgestane Here
en Heiland geloven, ook dit achten wij
een bijbelse opdracht.
Een ander bezwaar hebben wij tegen
de annexatie van de Heilige Geest voor
dit congres. Het lijkt ons een hachelijk
ondernemen om dit te doen en dan nog
wel op de wijze zoals hier geschiedt
namelijk in tegenstelling met de ver
gadering van de Wereldraad in New
Delhi. Het zwart-wit schema van de
Heilige Geest bij ons en de Geest uit
de afgrond daar, het schermen met
woorden als antichrist, Babylon etc. be
tekent niet alleen een verenging van
het denken, maar wijst op een onver
draagzaamheid, die niet heilig is.
De lezers kennen de instelling van
ons ten aanzien van de Wereldraad van
Kerken, zij hebben herhaaldelijk van
onze bezwaren tegen deze Raad kennis
kunnen nemen, dat echter zij die in
New Delhi samen kwamen, hier bijeen
waren om ,,hün Babyion" te bouwen
achtten wij een onbarmhartig en on
waar oordeel Men behoeft in het ge
heel geen voorstander van de Werelds-
raad noch van aansluiting bij deze Raad
te zijn, men mag vele bezwaren tegen
deze Raad kunnen inbrengen, het gaat
ons toch te ver om het te doen voor
komen alsof de leidende figuren in deze
Raad valse profeten in schapenvacht
zijn, daarvoor zijn we teveel overtuigd
van de oprechte liefde voor de Heiland
bij vele van deze leiders, zowel uit het
Westen als uit het Oosten. Men kan
het met iemand totaal oneens zijn, maar
toch zich met die ander verbonden we
ten in het geloof in dezelfde Zaligma
ker, de Christus der Schriften. Zo zijn
er verschillende leidende figuren van
de Wereldraad, die wij als medebroe
ders in den Here aanvaarden, omdat zij
ondanks hun lidmaatschap van de We
reldraad en misschien zelfs ondanks het
feit, dat zij van achter het IJzeren Gor
dijn komen het getuigenis van het
Evangelie doen klinken. Zoals we dit
bijvoorbeeld in het recente artikel van
prof. dr. J. L. Hromadka uit Praag le
zen in het Communio Viatorum (het
blad van het Oec. Instituut van de
Comenius Faculteit in Praag, Deel V,
nr. 1, voorjaar 1962). Dr. Hromadka
schrijft hier met het oog op de spannin
gen in de wereld
,,Diep als de verschillen in de mate van
onze verantwoordelijkheid voor de hui
dige crisis en verwarring zijn, hebben
wij allen te zien naar onze eigen situatie
en zending in het licht van onze gemeen
schappelijke schuld en misslagen ener
zijds en van de werkelijke aanwezigheid
in ons midden van Jezus van Nazareth,
de Gekruisigde en Opgestane, anderzijds.
Ieder van ons is beïnvloed en gevormd
door zijn eigen nationale erfenis en po
litieke atmosfeer, zelfs theologie. Ieder
van ons wordt verleid om zijn politieke
inzichten en ideeën op grond van zijn
eigen nationale traditie te rechtvaardi
gen, daarbij zelden geneigd om een dui
delijke lijn té trekken tussen de bijbelse
boodschap aangaande de mens, zijn
waardigheid, recht en vrijheid en de
overgeërfde ideeën en grondstellingen
van zijn milieu. Vandaar de zwakheid
van onze discussies en wederzijds be
grip vandaar onze onwil om de ge
schiedenis van andere naties te verstaan,
hun huidige omstandigheden en pogin
gen om hun sociale en politieke leven te
organiseren. Laten wij, voordat wij met
controversen en met een effectief twee
gesprek beginnen, elkaar verstaan in een
geest van zelfcontrole en in een gemeen
schappelijk luisteren naar de aanspraak
van het Evangelie. Wij moeten elkaar
ontmoeten en met elkaar spreken als
arme zondaars, die gelijkelijk verant
woordelijk zijn voor de dagen die ko
men. Alleen op deze wijze kunnen wij
een onmisbare atmosfeer scheppen voor
een vreedzaam samenleven van Oost en
West en voor de welvaart van de nieu
we komende naties, politiek onafhanke
lijk, maar vaak nog levend in gebrek,
in economische misère en slapheid en
dikwijls in politieke hulpeloosheid en
verwarring".
De vreedzame coëxistentie, zoals
deze hier door Hromadka naar voren
gebracht, moge dan volgens velen niet
anders zijn dan een handige propagan
dastunt om de christenen voor het com
munisme te willen winnen, naar onze
mening horen we hier evangelische ge
luiden, die zowel in Oost als in West
- en vergeten' we niethet blad waar
uit we citeerden verschijnt in het Oos
ten en wordt daar gelezen door de
ganse Christenheid ter harte genomen
mogen worden. Laten we maar eens
beginnen om elkaar als arme zondaars
te ontmoeten en te zien op de Gekrui
sigde en Opgestane, inplaats van met
zelfverzekerdheid het volgende te po
neren, wat wij knippen uit de resolutie
aangaande de Wereldraad aangenomen
op het I.C.C.C. congres te Amsterdam:
,,De Internationale Raad van Christe
lijke Kerken is er zich tenslotte ten volle
van bewust dat sommige personen en
groepen die in de Bijbel en in het Evan
gelie geloven op dit ogenblik aangeslo
ten zijn bij de Wereldraad. In vele ge
vallen hebben hun kerkelijke leiders hen
in de Wreldraad gebracht zonder hun
toestemming te vragen. Maar deze indi
viduele personen en groepen behoren te
beseffen, dat Gods Woord op de meest
nadrukkelijke wijze vaststelt dat wij in
geen enkel opzicht mogen samenwerken
met hen, die het geloof loochenen.
Wacht U voor de valse profeten die
in schapenvacht tot U komen, maar van
binnen zijn zij roofgierige wolven"
(Matth. 7 15). ..Indien iemand tot U
komt en deze leer niet brengt, ontvangt
hem niet in Uw huis en heet hem niet
welkom. Want wie hem welkom heet,
heeft deel aan zijn boze werken"."
Dat van de Wereldraad kerken deel
uitmaken, waarin de Christus der
Schriften geloochend wordt, doet ons
van harte leed, het is ook zoals onze
lezers weten ons grote bezwaar te
gen deze Raad, wij blijven dan ook
van mening, dat we daarom niet tot
deze Raad mogen toetreden, maar om
zo te spreken als in het bovenstaande
citaat gaat ons te ver. Niet omdat het
ook een onwellevend geluid is, maar
omdat het een onbarmhartig geluid is,
gespeend van alle Schriftuurlijke be
wogenheid, die ook uit de Geest is.
Dat deze bewogenheid gemist wordt
spruit onzes inziens voort uit een be
paalde zelfverzekerdheid, waarin men
van de I.C.C.C. spreekt als van een
geschenk van God aan de kerken en
als een werk van de Heilige Geest. Dit
gepaard gaande met een oversimplifi-
catie der zaken in een zwart-wit sche
ma, doet tot dergelijke uitspraken ko
men als in Amsterdam gehoord werden.
In een dergelijk schema redenerend
vervalt men licht tot het identificeren
van eigen ideeën en woorden met Gods
Woord, bekleedt men zichzelf met de
mantel der profeten en komt men tot
een persoonsverheerlijking, waarin van
dr. Mclntire gesproken wordt als van
een tweede Elia dit laatste geschied
de op het voorgaande congres in een
officiële resolutie. Hier is men voor de
verleiding bezweken om de lijn tussen
de bijbelse boodschap en de eigen over
geërfde tradities uit te wissen en waren
het niet juist Amos en Elia en de Here
Jezus zelf, die hiertegen gefulmineerd
hebben
Het spijt ons, dat wij zo hebben moe
ten schrijven als we nu gedaan hebben.
Wij hadden hoop gehad, dat het vijfde
congres van de I.C.C.C. ons een Oecu
menische beweging had getoond, waar
in voor onze kerken plaats was. We
moeten nu echter zeggen, onze plaats
is daar niet.
Naar onze mening hebben we dan
ook niet te maken met het alternatief
Wereldraad öf I.C.C.C., maar wel of
niet aansluiten bij de Wereldraad, en
zoals bekend kiezen wij dan voor het
laatste, tenzij zich een duidelijke koers
verandering in de Wereldraad open
baart. Te zeggen da dit laatste een
onmogelijkheid is, ach.en wij te sterk
uitgedrukt, ook de I.C.C.C. heeft een
ontwikkeling doorgemaakt, een ontwik
keling, waardoor hij verder van ons is
komen te staan dan voorheen, ondanks
zijn constitutie, die wij toch allen har
telijk kunnen onderschrijven.
Indien er momenteel nog één argu
ment voor aansluiting bij de I.C.C.C.
pleit, dan is dit hetzelfde als dat wat
ter tafel gebracht wordt om de aan
sluiting bij de Wereldraad te bepleiten,
namelijk er in gaan om te getuigen.
Maar ook dit zal op een fiasco uitlopen.
Want wel telt de I.C.C.C. 83 kerken
en groepen onder zijn leden, maar met
in totaal niet meer dan rond één mil
joen aanhangers, toetreden van onze
kerken zou betekenen, dat bijna de helft
der gedelegeerden uit onze kerken zou
stammen, traden daarbij nog de andere
Geref. Kerken toe, dan zou dit beteke
nen een gereformeerde meerderheid in
de I.C.C.C., hetgeen naar onze mening
vanwege de zelfverzekerde houding
die thans aan de dag gelegd wordt
tot een splitsing zou leiden in de
I.C.C.C. M.a.w. dan waren we weer
even ver. Daarom menen wij te moeten
concluderen, dat ondanks de grondslag
van de I.C.C.C. en ondanks zijn recht
zinnigheid er voor onze kerken in deze
Raad helaas geen plaats is.
v. H.
Onze gedachten gaan in deze dagen
uit naar de vele getroffenen door de
aardbeving in Perzië. Moge de troost,
die van boven komt hun deel zijn en
mogen wij die in deze troost delen ons
ontfermen over hen. Wij wekken daar
om onze lezers op om de kerkcollecten,
die gehouden zullen worden voor dit
doel, wel te willen gedenken.
v. H.
met
GROTE-STADS-
E V AN GELIS ATIE
II
De groep uit Amsterdam, die wij in
Frankrijk ontmoetten telde 17 man. De
opzet van het kamp was een touristisch
kamp met een grote verantwoordelijk
heid bij de groep. De verantwoordelijk
heid kwam uit ten aanzien van de vol
gende punten
geld. Iedereen leverde 25,in voor
uitstapjes.
In het kamp werd besproken wie dit
geld moest beheren, aan wie we het toe
vertrouwden. Waarom zou je alleen de
leiding vertrouwen Vertrouw je elkaar
dan niet Durf je niet de verantwoorde
lijkheid voor het geld van een ander op
je nemen? (Het geld kon veilig in een
brandkast opgeborgen worden.) Dit ge
sprek liep uit op een algemene keuze van
één groepslid, die geassisteerd zou worden,
door één leidinglid (alleen voor de admi
nistratie)
programma.
„Jongens, wat doen we morgen
de steeds weerkerende vraag na de avond
maaltijd. „Duffen