eeuwóe ^Cerhbode Wat leest ge Nog hoop? Vacantie-ontmoeting Een reis door Canada De Mar ia-leer bij Rome GROTE-STADS- EVANGELISATIE 7 SEPTEMBER 1962 17e JAARGANG No. 10 OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48 Medewerkers: J. A. van Bennekom, Middelburg; Dr. A. J. Boom, Vlissingen ;_Ds^ M. V. J. de Craene, Baarland; A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, Woerden Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo ik worstel ^S- Wentsel, Brouwershaven Mej. F. A. Groot Nibbelink, Grijpskerke en ontkom" Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Middelburg. r Abonnementsprijs 3,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 12 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 12 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 Het is dan zover, na een worsteling van enkele jaren, heeft nu ook het Zeeuws Dagblad het hoofd in de schoot moeten leggen en zal na de eerste sep tember niet weer verschijnen. Het einde en de daaraan voorafgegane strijd om het bestaan heeft niet het minst zijn oorzaak in het geringe lezerstal dat dit dagblad in onze provincie bezat. We mogen gerust zeggen het aantal lezers van een christelijk dagblad is schrik barend laag, want al werden er naast het Zeeuws Dagblad ook nog andere landelijke christelijke dagbladen gelezen, uit alle gegevens blijkt, dat ook dit lezerstal niet overweldigend is. Nu zullen, na 'het verdwijnen van het Zeeuws Dagblad, weer vele gezinnen verstoken worden van een eigen krant. Tenzij de leegte, die nu gaat komen ge vuld wordt met een abonnement op een ander christelijk dagblad. Waar dit laatste niet geschiedt, daar doet men zichzelf en zijn gezin tekort. In een christelijk gezin behoort een eigen voor lichting te zijn. In een christelijk gezin behoort een christelijk dagblad Wellicht, dat sommigen na het ver dwijnen van het Zeeuws Dagblad zich verschrikt de vraag stellen ,,is het al zover gekomen" Ja, zover is het ge komen dat een christelijk dagblad tot verdwijnen gedoemd is omdat zij, die deze krant behoorden te lezen verstek lieten gaan. Wanneer dit verschijnsel door blijft gaan dan ziet het er voor de christelijke pers in onze provincie donker, heel donker uit. Daarom ver zoeken wij U dringend abonneert U op een christelijk dagblad. Uw gezin heeft het nodig. Wij willen er toch niet samen aan schuldig staan, indien een christelijke voorlichting zou komen te ontbreken Het is een zaak die U aan gaat. v. H. Naar wij juist voor het ter perse gaan van deze kerkbode vernamen wordt momenteel door een actiecomité alles in het werk gesteld om alsnog te komen tot een eigen Christelijk dagblad voor Zeeland. Wij hopen dat deze poging vrucht mogen dragen en dat door ons Christelijk volksdeel hieraan alle moge lijke steun wordt gegeven. Vele kansen voor de Christelijke pers in ons gewest hebben wij, mede door onze onverschil lige houding ten opzichte hiervan, on gebruikt gelaten. Nu wellicht nog een allerlaatste kans geboden wordt mogen wij niet afzijdig blijven staan. Ook ten aanzien van de Christelijke pers hebben wij een roe ping. Nu, om met het Friesch Dagblad te spreken, aan de halfslachtigheid een einde is gemaakt en Zeeland weer op schoon papier staat, nu is het voor Christelijk Zeeland een ereplicht te zorgen voor een eigen krant, die ook. in zijn berichtgeving zich gebonden weet aan Hem, die de Waarheid is. Dan zal het roemloze ondergangs proces, dat nu ten einde is, uiteindelijk ten zegen zijn. v. H. met Tijdens onze vacantie maakten wij in Frankrijk kennis met het werk van de Stichting Jeugdhavens te Amster dam, die met een groep „jong-voiwas- senen" in een vacantie-oord verbleef. Na zo enkele dagen het een en ander aangezien te hebben, waren we van mening dat hier toch wel een artikeltje voor de Zeeuwse Kerkbode in zat, te meer, omdat dit werk zeker in onze provincie nog zo onbekend is. We heb ben de leiding daarom gevraagd ons enkele gegevens beschikbaar te stellen, zodat we onze lezers ten aanzien van deze tak van evangelisatiewerk eens iets konden vertellen. Wij ontvingen daarop de volgende gegevens over de opzet van en het werk met een jong volwasenengroep Deze Jong-volwassenengroep bestaat uit de oudste meisjes en jongens van verschil lende jeugdhonken. Leeftijd 1823 jaar. De groep telt ong. 35 leden waarvan de leden min of meer regelmatig komen. Verschillende militairen kunnen alleen komen als ze thuis zijn. De gehuwde paren (5 stuks) komen on regelmatiger als er eenmaal een baby is. Behalve in groepsverband is er ook veel ind. contakt met hen. Een feit waar we ons over verwonde ren en tevens erg blij mee zijn, is dat ze op deze leeftijd nog de leiding accepteren, of misschien juist accepteren en nodig hebben. Ze leven nu bewuster en aan vaarden de relatie met en de hulp van de leiding ook bewuster. In Amsterdam komt deze groep 2 maal per week bij elkaar. Veel leden van de groep kamperen af jaren met ons. Dit jaar hebben we bewust gekozen voor het jongere deel van de groep in die zin dat een kampprijs voor het buitenland te hoog ligt voor de gehuwden. We „werken" met deze jong-volwasse- nengroep via een kern-groep (systeem J. en E.). Deze kerngroep bestaat uit een afvaardiging van de verschillende sub groepen. In deze kerngroep worden alle verantwoordelijkheden en problemen be sproken en getracht de gemiddelde wensen van de hele groep te peilen. Bepaalde ver antwoordelijkheden worden weer gedele geerd naar commissies, waarin altijd een kern-lid zitting heeft. Zo is er, of is er geweest een kampcommissie een financiële commissie een sportcommissie Wat een protestant bij een rooms- katholiek onmiddelijk opmerkt is zijn Maria-verering. De protestant is er zo mee vertrouwd geraakt, dat hij zijn rooms-katholieke buur zich niet anders kan voorstellen dan als een vurige Maria-vereerder. Wanneer men dan aan protestanten zegt, dat er heelwat rooms-katholieken zijn, die weinig of niet aan de Maria-verering doen, dan staan ze verwonderd te kijken en vra gen zich af, of dat nu wel binnen de roomse-kerk kan. Ook is het wel eens iets waar gewezen protestanten, die rooms-katholiek geworden zijn, hun vroegere geloofsgenoten met een zekere fierheid op wijzen. Neen, hun vrienden hoeven niet te denken dat ze nu zomaar alles van de roomse kerk slikken, en Rome is zo ruim, zeggen ze. Wat is er nu van dit alles waar Vooreerst dit Rome zal en kan zijn gelovigen b.v. niet verplichten om een of andere verschijning van Maria als geloofswaarheid aan te nemen. Zo zal b.v. een rooms-katholiek die de ver schijning van Lourdes niet aanvaardt, nog geen ketter worden genoemd. Ze ker, hij zal door dat feit wel buiten de algemene opinie komen te staan, maar afvallig is hij daarom nog niet. Wat hij evenwel wel moet aannemen, dat zijn de dogma's die Rome omtrent Maria geproclameerd heeft, zoals haar onbe vlekte ontvangenis en haar hemelvaart. Vooral over dit laatste zei een of an der rooms-katholiek nogal eens dat men vrij was dit te geloven of niet. Niets is echter minder waar. Sinds Rome de Maria-ten-hemel-opneming met ziel en lichaam tot dogma geloofspunt) verklaarde, is ieder rooms-katholiek verplicht dit te aanvaarden. Toch is er ook binnen Rome aan gaande de Maria-verering tussen de rooms-katholieken een groot verschil. De eenen volgen hierin een groot aan- een feestcommissie (voor 2 huwelijken) een programma-commissie. De bedoeling is de verantwoordelijkheid van de groepsleden zo groot mogelijk te maken. Niet de leiding „runt" de zaak, maar we doen het met ons allen. Aan deze groep is een leidinggroep be staande uit 6 mensen verbonden. 1 vaste kracht (vormingsleidster), 2 vrouwelijke- en 3 mannelijke vrijwil ligers. Deze mensen hebben allen al jaren con tact met een deel van deze groep en heb ben ook ind. contact met hen. Daarom is dit aantal nodig voor de groep. Vooral op deze oudere leeftijd betekent de vrijwillige leiding een bewuste confron tatie met de kerk, met de maatschappij, met soms een andere leefwijze, enz. En door de relatie is het gesprek over al deze dingen mogelijk. De leden van de jong-volwassenengroep zijn meestal heel lang lid van de jeugdha- ven en dus zeer verbonden hiermee. De jeugdhaven betekent in veel gevallen „een veilige haven" voor hen waar gezel ligheid en vertrouwen is en waar je au serieux genomen wordt. Eén van de meisjes-leden deed deze zo mer openbare belijdenis in de kerk, iets waar een deel van de groep bij was en wat voor de leiding een hoogtepunt be tekende. Op haar manier legde dit meisje uit „Ik ben niet gelovig geworden om wat jullie zeien, maar om hoe jullie waren te gen mij en de anderen Bewuste confrontatie met een stuk Christen-zijn, waar vooral deze meisjes en jongens sterk op letten. Fel in hun critiek op de kerkmensen die ze soms kennen en dan als represe'ntant van de hele kerk nemen, is er een lange weg nodig om hen een ander zicht op de christenen bij te brengen. Voor de leiding een grote, maar zegenrijke opgave. Tot zover voor deze keer, een ander maal hopen we U iets te vertellen over het verblijf van deze groep in een va- cantie-oord in Frankrijk. v. H. tal theologen, die vooral onder de kloos tergeestelijken gevonden wordt, en die de stelling hebben gelanceerd „over Maria kan men nooit genoeg zeggen". Hier vindt men dan de aanhangers van de-verst-doorgedreven Maria-verering. Ze noemen Maria „medeverlosseres", „koningin des hemels'" enzovoort en zouden niets liever willen dan dat al deze titels die ze Maria schenken, een voor een tot geloofspunt werd uit geroepen. Van de andere kant zijn er echter ook tegenstanders van deze gang van zaken. Dit zijn gewoonlijk de gees telijken die zich rechtstreeks met de zielzorg bezig houden zoals de pastoors en kapelaans. De reden waarom deze mensen tegen een te ver doorgedreven Maria-verering Zijn is, dat zij in de praktijk ervaren waartoe deze ver-door- gedreven-Maria-verering heeft geleid. Ze stellen vast dat vele rooms-katho lieken, natuurlijk niet de besten, niet eens meer weten welke de verhouding is tussen de Heer Jezus en Maria, zo dat ze de Heer Jezus wel eens de on dergeschikte van Maria maken b.v. in hun gebed. De kloostergeestelijken ma ken deze omkering der waarden prak tisch nooit mee. Zij komen slechts in hun tal van Maria-vereringen met de besten in aanraking, ofschoon men ook mag zeggen dat deze „besten" niet al tijd vrij te pleiten zijn van een zieke Maria verering. Staaltjes hiervan zijn er voldoende. Het is mijn bedoeling in enkele ver- volg-artikelen even dieper op dit alles in te gaan. Het leek mij echter vooraf geschikt even in het algemeen na te gaan hoe het bij Rome met de Maria verering staat. In 'n volgend artikel hoop ik dan eerst te handelen over de grondslag van de Maria verering om zo op te klimmen tot de Maria verering in de roomse-kerk nu. M. V. J. d. C. II Het kerkje in de metropool. U weet misschien dat een metropool een wereldstad is. Nu, ik zou iets wil len schrijven over een kerkje, dat in de grootste stad van Canada (Montreal) de harde en tegelijk blijde strijd voert voor haar bestaan. U moet weten, dat Montreal voor de meeste emigranten en de meeste bezoe kers het punt van aankomst is. Er zijn in de loop der jaren veel mensen in Montreal aan land gestapt, die daar op de een of andere manier zijn verdwaald. Sommigen zijn ondergedoken (dat kan gemakkelijk in zo'n stad), ze waren niet van plan hun oude geestelijke plun je mee te nemen naar het nieuwe land. Anderen hebben maar „een baan" ge grepen, die ze konden krijgen. LI moet zich voorstellen, dat Montreal voor frans georiënteerd is. Een kerk, die de Hollanders opving was er niet, althans lange tijd niet. Want voor veel emigran ten had de grote, rommelige stad, met haar Franse taal, weinig aantrekkelijks. Ze gingen meestal verderop. Montreal was doorgangshuis of springplank. Maar, juist daar, op dat eerste ont moetingspunt, vanwaar de emigranten zich over Canada verspreiden, moest de kerk aanwezig zijn. En dat heeft men de laatste jaren meer en meer be grepen. Zo is er thans in Montreal een gemeente van de Christian Ref. Church. Over deze gemeente van 75 gezin nen wil ik u heel eenvoudig iets vertel len. De gegevens heb ik helemaal niet opzettelijk ontvangen, alleen maar in gesprek met een neef, die overigens goed op de hoogte is. Hier is geen re clame of propaganda in 't spel geweest. Montreal is met de buitenwijken ongeveer 2 millioen mensen rijk. De stad met haar satellietsteden beslaat een ruimte zo groot als de provincie Utrecht. Men bouwt in Canada zo maar 5 km van zo'n stad een sub division en dat groeit dan weer spoedig aan de stad vast. Nu moet u denken, dat in zulk een stad met een zeer gemengde be volking een gemeente bestaat van 75 gezinnen, ongeveer 300 zielen. Waar moet de kerk staan, hoe houden wij de band vast aan elkaar In de binnenstad zal de kerk nooit grond kunnen kopen, daar staan naast wolkenkrabbers van 25 tot 30 verdiepingen, enkele heel oude kerken. De grond is onvoorstel baar duur. Maar de buitenwijken liggen niet centraal en onmiddellijk een 15 a 20 km van de meeste kerkmensen af. Met grote aandacht en spanning heb ik 't verhaal gehoord van de idealen van deze kleine Chr. Ref. Church op deze vooruitgeschoven post. Onder lei ding van Ds. Knoppers, hier in Neder land uit de veertiger jaren zeer bekend, die zich met een benijdenswaardige combinatie van enthousiasme en zake lijk inzicht aan deze gemeente gegeven heeft, begint er tekening in de zaak te komen. Men heeft in een buitenwijk nu grond gekocht voor de kerk voor 25.000 dollar. Rekent u het even om 75 ge zinnen staan daar voor. Het budget van de kerk (zonder school enz. enz.) be draagt ongeveer 24.000 dollar. Per ge zin draagt deze gemeente meer dan 300 dollar bij. Rekent u nu de dollar offi ciéél op 3,25 en practisch op 2,50. Dan hebt u een klein voorbeeld van offervaardigheid 60.000,— voor de kerk van 75 gezinnen. Nu, hier zou veel over te schrijven zijn, maar dat doe ik niet. Laat ieder Nederlander, die over dure kerken praat er eens over nadenken. Ds. Knoppers heeft begrepen, dat er hier in Montreal iets moet gebeuren. Op dit kruispunt van wegen, van men senlevens, moet de kerk present zijn. Behalve dus 't plan voor een kerk is nu ook de arbeid begonnen onder de ha venarbeiders. In een kapel van een der Canadese kerken houdt men zondag avond een wijdingsdi^nst. Dit begon klein met 5 of 10 personen, maar nu is

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1962 | | pagina 1