eeuwóe 3£erkbode Leesbaarheid gevraagd Nieuw-Guinea van EEN PREDIKANT 31 AUGUSTUS 1962 17c JAARGANG No. 9 OFFICIEEL ORGAAN TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150)22 48 Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, VlissingenDs. M. V. J. de Craene, Baarland Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, Woerden Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Drs. J. Vlaardingerbroek, Ermelo ik worBtei Ds. B. Wentsel, Brouwershaven Mej. F. A. Groot Nibbelink, Grijpskerke en ontkom" Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Middelburg. tS Abonnementsprijs 3,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 12 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 12 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 24 38 Giro no. 4 22 80 Nu binnenkort de meeste classes weer in vergadering bijeen zullen ko men, willen wij reeds bijvoorbaat een beroep op deze vergaderingen doen om toch zorg te dragen voor een goed lees baar verslag in de kerkbodes en de le zers niet af te schepen met een raadsel rubriek, waar geen touw aan is vast te knopen. Een dergelijk verslag kwam ons onder ogen in het Kerkblad van Brabant en Limburg van 30 juni j.l. Het was het verslag van de classis Maastricht, de classis, waartoe de kerk van Maastricht zich gewend had in verband met het dubbele lidmaatschap van enkele leden dezer kerk. Een ver slag dus, dat op een behoorlijke belang stelling kon rekenen. Naar immers in de maand mei in de pers werd mede gedeeld hebben één ouderling en een tweetal lidmaten van de Gereformeerde Kerk in Maastricht toelating verzocht en verkregen tot de Herv. Gemeente als belijdend lidmaat in volle rechte. Tegelijkertijd echter wensten zij lid van de Geref. Kerk ter plaatse te blijven. De kerkeraad van Maastricht legde een verklaring af, waarin deze stap betreurd werd en waarin verder werd gezegd, dat men zich tot de classis om advies zou wenden. Het eerste wat men na een dergelijke verklaring doet is, zo gauw als de be treffende classis geweest is, het classis- verslag op slaan om te lezen wat er over deze zaak gezegd is. Maar ziet het classisverslag laat eerst zes weken op zich wachten en is dan nog een raadselrubriek, is zo nietszeggend, dat alle ruimte, die er aan gewijd is in het Kerkblad van Brabant en Limburg, verspilde ruimte is. We willen er een proeve van geven. Sub 2 lezen wij ,,Alie kerken blijken wettig vertegen woordigd te zijn. Twee kerken hebben een instructie". We zoeken vervolgens naar het punt instructies en vinden onder punt 7 a) De instructie van de kerk van M. wordt naar visitatoren verwezen b) De instructie van de kerk van G. wordt ter vergadering beantwoord. Wij vragen ons met betrekking tot het onder a) genoemde af waarom kon hier nu niet klaar en duidelijk wor den neergeschreven ,,Wat betreft de instructie van de kerk van Maastricht met betrekking tot de ambtsdrager en de beide andere ge meenteleden van deze kerk, die sedert mei ook lid zijn van de Herv. Gemeente is de classis van mening, dat hier een taak ligt voor de kerkvisitatoren, waar om zij deze zaak naar kerkvisitatoren verwijst". Ieder immers, die op de hoogte is van het besluit van de kerk van Maastricht om zich tot de classis te wenden, weet wat hier bedoeld wordt, waarom dan zo in raadselen gesproken Het tweede raadsel, wat niet ieder een kan ontsluieren betreft de instructie van de kerk van G., maar allicht gaat men deze zinsnede en wellicht ten onrechte lezen in het verband van onder 5d en 6c staat, we lezen daar d) een schrijven van 8 Geref. en Herv. gemeenteleden van Geleen ter bevor dering van contacten tussen Geref. en Herv. Kerken, classicaal en re gionaal. Zie rapporten en punt 6c luidt ,,Ds. Brilman rapporteert namens de commissie voor samenspreking met de Herv. Kerk. Aan de broeders van Ge leen (5d) zal naar dit rapport worden verwezen. Ervaringen over gemeen schappelijke Bijbelkringen worden uitge wisseld". Wij vragen ons na lezing van dit „verslag" af, of het nu inderdaad zo summier en zo geheimzinnig moet. Was het nu werkelijk niet mogelijk om eens even ter informatie van de lezers te vertellen, wat dit rapport van de com missie voor samenspreking behelsde en was het van geen belang om eens iets meer te vertellen over de ervaringen, die zijn opgedaan met de gemeenschap pelijke Bijbelkringen Dit verslag doet alleen maar gissen en gissen doet vaak missen Dit verslag maakt ook, dat aan de diverse afgevaardigden naar de classis vragen zullen worden afgevuurd. Dat maakt het voor hen niet makkelijker, juist door Woensdagavond. Prettige bezoeken afgelegd vandaag. Wat een weelde, een gezonde moeder en een welgescha pen kindje. En wat een dankbaarheid. Het is louter feest. Het is alles even opgewekt en blij. Er was waarlijk stof voor gesprek genoeg, maar de grond toon was tochalleen maar danken, want God is goed. Als je een kleine gemeente dient, meldt zich heus niet elke week een baby, maar deze zomer hebben de moe ders blijkbaar op de vakantie gewacht, want toen ik terug kwam, bleek het een hele oogst te zijn. Ik kon dus meteen aan het werk, want al waren sommige moeders al weer vlot aan het werk, zij stellen je bezoek toch nog wel op prijs. Zonder uitzondering was het prettig, al maakt het verschil, of het de eerste of de vijfde is. Bij de eerste is alles zo nieuw, zo verrassend. Dan sta je voor het wonder, dat er nu zomaar een kind je geboren is, waar je zelf vader en moeder van bent. Het is zo echt, zo helemaal van jezelf. Bij een volgende geboorte is natuur lijk het wonder even groot, maar het verrassende is niet meer zo sterk aan wezig. Maar daar staat tegenover, dat de blijdschap zeker niet minder is, om dat de reeds oudere kinderen hun broertje of zusje even blij hebben ver wacht en even dankbaar aanvaarden als vader en moeder zelf. Dan wordt het een echt familiefeest. Waarom ik ook altijd zou willen aanraden als het voor moeder niet te druk is en de zus ter het aan kan, stuur dan de oudere kinderen niet allemaal uit logeren naar een oom en tante, maar laat ze thuis. Als 't even kan, moeten zij het feest meemaken. Later zullen zij er blij en dankbaar voor zijn. En wat de drukte aangaat, kinderen leven heus wel mee met alle spanningen en vreugden van het gezin. Ik heb de indruk, dat het met de tiende net zo groot feest is als met de eerste, zo niet groter. Al moet ik nog al eens horen ,,ik hoop toch niet, dat er tien komen". Dit brengt ons op een terrein, waar wij pastoraal nog al eens mee te maken hebben en dat je van verschillende kan ten kunt bekijken. Misschien hoort het beter thuis in een andere rubriek van ons blad, die van de geestelijke volks gezondheid. Ik zou er alleen dit van willen zeggen, dat gezinsuitbreiding ze ker niet buiten onze verantwoordelijk heid omgaat, maar dat de motieven wel eens wat lichtvaardig zijn. Als wij ge zinsuitbreiding menen niet te kunnen aanvaarden uit gemakzucht of weelde zucht, geloof ik, dat wij niet recht staan voor God. En wat de zorgen aangaat een christen mag toch ook in vertrou wen leven en zou God, als Hij ons tot een zo grootse roeping roept, niet in staat zijn, er ons de kracht bij te geven, die wij nodig hebben, om die roeping te volbrengen Wat echter onze verantwoordelijk heid niet wegneemt. Van het grootste belang acht ik het, dat man en vrouw het in deze dingen met elkaar eens zijn en dat dus hun eenheid niet alleen een eenheid is in liefde, maar ook in ge- een verslag als het onderhavige, waarin met aanduidingen en vaagheden wordt volstaan, worden zij tot spreken ge noopt. Daarom zouden wij willen vra gen laat deze verslagen alstublieft leesbaar zijn. Liever niet 'zo dat alle agendapunten vermeld worden zonder nadere toelichting, maar zo, dat die punten waarover toch wel iets meer ge zegd kan worden, ook toegelicht wor den. Een dergelijke raadselrubriek als ons hier geboden wordt bevordert het kerkelijk leven niet, prikkelt wel de nieuwsgierigheid. Daarom gaarne lees bare verslagenv. H. loof. Dat zij samen bidden kunnen. De geboorte van kinderen en e.v. gezins uitbreiding moet een zaak zijn, die man en vrouw samen in het gebed voor de Here kunnen brengen, zodat elk kind in liefde kan worden verwacht. Wat een vreugde ook, als het dan een welgeschapen kindje is. Opmerke lijk, dat op mijn bezoeken, zonder dat ik zelf het daartoe leidde, de softenon- pillen ter sprake kwamen. Daar is een psychologische factor in, want ieder leest de krant op zijn manier en dan is het opmerkelijk, dat a.s. moeders blijk baar zonder uitzondering hiervoor be langstelling hadden gehad. Inderdaad een dubbele dankzegging: een welgeschapen kind. Want als de Schepper ons kind iets onthouden heeft, of lichamelijk of geestelijk, dan is er geen dokter, die het er nog bij maakt. Of wij dan een mismaakt of onvolwaar dig kind het leven mogen benemen of bij vrees daarvoor, zijn geboorte mogen verhinderen, is een vraag, die onder ons wel geen twijfelachtig antwoord ontvangt. Maar ik zie het wel als een beproe ving, die God ons oplegt. Alleen, Hij is de machtige om de kracht te geven, om ook deze moeite dragen en dan kan het worden tot geestelijke winst. Ik ken wel vaders en moeders, die met hun onvolwaardig kind ontzaglijk rijk zijn en die een bijna ongelooflijke liefde en toewijding opbrengen, om hun kind te verzorgen, een liefde, die hen zelf rijk maakt. En als dan zulk een kind de ouders overleeft, wat lang niet altijd, maar toch dikwijls wél het geval is Of, als het zo hulpbehoevend is, dat het thuis niet kan worden verzorgd Dan moet het worden verpleegd in inrichtingen, waar de Geest van de barmhartige Hogepriester woont. Zo veel is zeker, God heeft ook met deze schepselen zijn hoge en wijze bedoeling. Zij zijn gedoopt en ook hun ziel, al zal die zich hier nooit kunnen ontwikkelen, heeft eeuwigheidswaarde. En kan het ook zijn, dat het Gods bedoeling is, bij ons schatten aan te boren en bloot te leggen, schatten van toewijding en lief de, die ons leven alleen maar verrijken kunnen Weten wij het wel, welke stumperds er om christelijke verzorging roepen in de v. d. Berghstichting in Noordwijk, in „Groot Schuyllenburgh" in Apel doorn, in de Van Arkelstichting in Soest Als wij het weten, zal de dankbaar heid voor ons welgeschapen kind over vloedig zijn en ik kan de dankbaarheid van mijn moeders in de gemeente ver staan, toen zij zeiden„alleen maar danken. God is zo goed". Maar ik wil onze jonge meisjes, die zelf gaaf en goed zijn en daarin zo ontzaglijk veel van de grote Schepper hebben ontvan gen, wel hartelijk opwekken, om ern stig te overwegen, of hier voor haar niet een roeping ligt. Het werk der barmhartigheid is een taak, die, als wij er lichamelijk en gees telijk tegen opgewassen zijn, ons rijk maken kan. K.-B. v. d. L. Hier volgt het verhaal van een jonge doktersvrouw. Nog maar amper vijf maanden geleden is ze met haar man naar Nieuw-Guinea vertrokken. Op een klein plaatsje kwam ze te wonen, midden in de modder van de oneindige rimboe van water en bomen. Met enthousiasme deed ze haar werk naast haar man. Tournees van twee weken soms, werden gehouden. In het begin wilden de kampongbe woners zich niet laten behandelen. Ze hadden nog nooit iets van medische hulp gehoord en nog minder gezien. Ze vluchtten weg. Maar bij een tweede of een derde be zoek aan zo'n kampong stonden de zieke stakkers al in lange rijen te wach ten. Feestelijk werd ze met haar man begroet. Dat maakte haar leven, midden in de blubber van de Zuidkust van het on metelijke eiland, met zijn vele ontberin gen toch tot een feest. Toen kwam de zwarte dag in haar leven. Ze hadden juist een tocht van 10 da gen langs vele kampongs achter de rug. Toen de boot weer meerde in de thuis haven was het besluit al gevallen dat de vrouwen en kinderen met het oog op de politieke toestand naar Nederland zouden terugkeren. In de brief, die ze aan haar ouders schreef kwam behalve het geestdriftige verslag van de tiendaagse tournee nog een kleine velletje voor. Daarop stond o.a.„dit zal het laat ste verslag wel zijn dat geschreven is en geschreven kan worden. Alle vrou wen en kinderen gaan hier weg. Maar ik blijf zo lang als het kan. O, wat is dat allemaal erg. We zijn hier nog maar nauwlijks begonnen. Maar het al lerergste is het niet voor ons, maar voor dit arme volk". Twee dagen later kwam een nog zwarter dag in haar leven. Het Bestuur besloot dat het niet lan ger verantwoord was op deze afgelegen post te blijven. Straks zullen haar ouders haar op Schiphol moeten afhalen. Enzij zullen zich schamen om hun dochter in de ogen te zien, verra den en verkocht als zij zich, met het volk dat haar lief geworden was, voelt door het thuisfront. U moet me daarbij goed begrijpen. Ik schaam mij niet voor onze regering en met name niet vo<?r de verguisde minister Luns. Ik ben er van overtuigd dat onze re gering gedaan heeft wat zij kon. Maar ik schaam mij voor het grootste deel van ons Nederlandse volk en voor het grootste deel van onze politieke partijen, die al of niet met reuze zwaai en, niets anders gedaan hebben dan onze regering voor de voet lopen en machteloos maken en daarmee de dic tator Soekarno in de kaart gespeeld hebben. Ik schaam mij voor mijn kerkwaarin velen geen hogere leuzen meer kennen als ,,moet daarvoor nu het bloed van onze jongens vloeien" en „a/s we niet toegeven met Nieuw-Guinea loopt het met onze zending in Indonesië mis". Ik schaam me daarvoor als ik aan onze bevrijding in 1945 denk. Als de Canadese ouders ook een zo gerede neerd hadden „moet dat nu het bloed van onze jongens kosten" En wat de zending betreftis dat waarachtig zendingin dienst van Hem, Die voor de gerechtigheid stierf, als wij ons gegeven woord aan een volk niet meer inlossen „Ja, maar, we waren machteloos" zegt u. Amerika liet ons in de steek. Niemand wilde ons helpen." UIT HET DAGBOEK

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1962 | | pagina 1