eeuwóe 3£erkbode BOEKEN r a De actie van de Achttien Uit de wereld van School en Gezin SAMENLIJMEN of SAMENWERKEN 8 J UNI 1962 17e JAARGANG Nos 49- -50 „Ik worstel en ontkom'' OFFICIEEL WEEKBLAD TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48 MedewerkersJ. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. Boom, Vlissingen Ds. D. J. Ccravée, Bennekom Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, Oud-VossemeerDr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Mej. F. A. Groot Nibbeb'nk, Grijpskerke Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Middelburg. Abonnementsprijs 3,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 12 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 12 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 2438 Giro no. 42280 BOVEN DE BIJBEL Dc negentiende eeuw staat bekend als dc eeuw ook van de „Schriftkritiek", een methode van bijbelonderzoek, die zich hier ten lande aandiende als het Historisch Kritisch Onderzoek en die met alle kritische stromingen dit gemeen had, dat tenslotte praktisch de gehele Schrift verklaard werd als het voort brengsel van een natuurlijke menselijke ontwikkeling. Zo verloor de Schrift haar goddelijke autoriteit en het is geen wonder, dat verschillende eerlijke pre dikanten uit die tijd de consequenties trokken uit hetgeen zij als wetenschap pelijk juist aanmerkten en hun ambt neerlegden. En na de eerste wereld oorlog schreef de grote Duitse geleerde Friedrich Delitzsch onder het motto ..Om Gods wil" een boek „Die Grosze Taüschung", waarin hij geheel het Oude Testament als bedrog aan de kaak stelde. De consequentie van het Historisch Kritisch Onderzoek was dat velen hun geloof in de waarheid Gods verloren, doordat men zich in zijn onderzoek niet onder maar boven de bijbel plaatste. De boeken, die geschreven werden om de Schrift te verklaren, waren dan ook geen boeken bij de Bijbel om deze te verduidelijken en toe te lichten, maar boeken boven de bijbel, wel met het doel om te verduidelijken en toe te lich ten maar op zulk een wijze, dat naar het eigen getuigenis der Schrift niet meer geluisterd werd. doch het mense lijk denken zich boven het Woord des Heren plaatste. Dc consequenties van het Historisch Onderzoek waren ver bijsterend en men is er dan ook eniger mate van terug gekomen. Wij zeggen enigermate, omdat veel van het huidige bijbelonderzoek nog behoorlijk negatief kritisch is ingesteld. Wij noemen één van dc jongere theoriën over het ont staan van de evangeliën, de zogenaam de „Formgeschichtliche methode", deze methode, die opgekomen is tussen de eerste en de tweede-wereldoorlog, gaat er vanuit dat we in de evangeliën te doen hebben met volksoverleveringen, die tenslotte te boek zijn gesteld. We moeten dan ook volgens de aanhangers van deze methode vragen naar de ach tergrond van dc evangeliën, bijvoor beeld bij een uitspraak van Jezus ons afvragen, wat Hij wel gezegd zou kun nen hebben, en bij vermelding van be paalde gebeurtenissen wat er wel ge beurd zou kunnen zijn. Ook deze me thode is geheel subjectief, en al wil ze dan niet voor negatief kritisch door gaan. zeer terecht heeft wijlen profes sor dr. A. M. Brouwer, op de laatste door hein gehouden colleges, tegen deze methode stelling genomen en haar ge kwalificeerd als een vorm van de oude historische kritiek, waarbij hij er op wijst, dat waar men er toe overgaat om de historiciteit van verschillende ge beurtenissen te betwijfelen dit een oor zaak is van een van te voren ingenomen afwijzend standpunt. We kunnen prof. Brouwer, die in Utrecht Nieuw Testament doceerde, moeilijk tot de gereformeerde theologen rekenen, daarom treft het te meer hoe fel juist hij, deze Formgeschichtliche methode afwees er op wijzend, dat het in geen geval juist is, dat wc in het Nieuwe Testament met volksoverleve ring te doen hebben hoe het gebruik van het woord legende te vermijden is, daar dit woord niet alleen iets zegt over de vorm. maar ook over de inhoud van het Nieuwe Testament, hoe de traditie waarvan de evangeliën de neerslag zou den zijn onbetrouwbaar is en hoe het ook onmogelijk is. dat in de korte span ne tijds, die er verlopen is tussen het leven van de Heiland en de teboekstel- ling van de evangeliën, er zoveel bijge- fantaseerd zou zijn. Voor prof. Brouwer was dan ook de „Formgeschichtliche methode reeds een overwonnen stand punt. iets wat eigenlijk nog in de vorige eeuw thuishoorde. Wij zouden dan ook niet over deze materie geschreven hebben, ware het niet, dat thans deze methode als het laatste en nieuwste aan ons wordt ge presenteerd vanuit Amerika. Nu is het zo. dat men in de Verenigde Staten vaak op theologisch gebied hopeloos ouderwets is, iets wat hier reeds lang als een overwonnen standpunt geldt, wordt aan de verschillende universitei ten daar vaak als hoogste waarheid ver kondigd. Vandaar ook dat er weinige Amerikaanse theologische werken hun weg naar het vasteland van Europa vinden. Laat staan dat deze hier ver taald zouden worden. Toch is dit laat ste nu geschied, de firma Bosch en Kcu- ning te Baarn, die een tiental jaren ge leden begonnen is met een serie Boeken Bij de Bijbel, een serie waarin voortref felijke werken verschenen, schijnt de laatste jaren moeilijkheden te hebben om deze serie behoorlijk op peil te hou den. We kunnen ons dat indenken, het is geen kleine zaak om jaar in jaar uit een vijftal boeken bij de bijbel uit te geven. In plaats van echter nu met de reeks te stoppen is men aan het verta len geslagen en ziet, wat men van deze firma nooit gedacht had, gebeurde, men greep naar Amerikaanse populaire wer ken, die door het standpunt dat de schrijvers innemen reeds van te voren verouderd zijn. Zo ontvingen wij dit maal ter recensie het eerste deel van een werk dat in drie delen zal verschijnen „De wereld van het Nieuwe Testa ment", geschreven door twee onbeken de Amerikaanse theologen en aange kondigd als een belangrijke uitgave. Helaas kunnen wij dit werk geen aan beveling meegeven, daar het zich ba seert op deze „Formgeschichtliche me thode" en zo de lezer wil doen geloven, dat we in de evangeliën de neerslag van het geloof van de gemeente voor ons hebben, zoals dat in de jaren na Jezus' leven door de traditie gevormd is. Niet alleen echter willen wij dit werk niet aanbevelen, doch er zeer ernstig tegen waarschuwen, daar hierin de autoriteit van het Woord Gods volko men ondergraven wordt en de bood schap van het Nieuwe Testament wordt teruggebracht tot een verzameling door en in de gemeente gevormde tradities omtrent Jezus en zijn leer, die dan na een lange periode van mondelinge over levering en aanvulling pas te boek ge steld zouden zijn. Wij aarzelen niet om dit werk. juist omdat het verschijnt bij een uitgever, die ten onzent een goede naam heeft waar het boeken bij de bijbel betreft, een uitermate gevaarlijk werk te noe men, dat in de handen van velen meer kwaad dan goed zal doen. Wat bij voorbeeld te denken van de volgende passage „Het is onmogelijk om uitsluitend op grond van het doopverhaal uit te ma ken in hoeverre Jezus, voorzover Hij het überhaupt was (vet gezette van ons, Red.), Zich op het tijdstip van zijn doop bewust was van een unieke zending, of welke voorstelling Hij Zich van deze zending had gemaakt". Dit citaat is helaas nog met vele tc vermeerderen, die wij echter maar ach terwege zullen laten. Men zij gewaar schuwd. v. H. <::ïïleditaüe Want de HERE God is een zon en schild, de HERE geeft genade en ere. Psalm 84 12a. Bij de voorbereiding op het Pinksterfeest proberen we er weer achter te komen wat dit practisch voor ons betekent. Één ding is dadelijk wel duidelijk dat het woordje „gaven" bij de uit storting van de Heilige Geest een beheersende rol speelt. De afzender en de adressant komen dan tevens voor de aandacht en we maken ons dan een voorstelling van de Heiland, die koninklijk Zichzelf geeft in de uitstorting (het woord zelf onderstreept de royaliteit) van de Heilige Geest. Maar ook maken we ons een voorstelling van de ontvangers, de mensen. We zien ze met lege handen uitgestrekt naar boven. We horen ze spreken in de taal van het geloof. Gever en gave hebben een duidelijke uitwerking op de ontvangers. Dit alles verkrijgt nog meer nadruk, wanneer we trachten te bedenken hoe ons leven er uit zou zien zonder deze gaven. De lege handen symboliseren een zeer werkelijke leegte en een zeer reële armoede en dan beseffen we gelijkertijd dat deze woorden armoede en leegte maar zeer pover zijn om tot uitdrukking te brengen de ver schrikking en de wanhoop. (Vergelijk het beeld van Zadkine in Rotter dam.) En zo komen we tot dc bovenstaande Oud-Testamentische tekst, waar uit blijkt wie de Here God is en wil zijn en wat Hij geeft. Hij wil zijn zon en schild. Hij geeft genade en ere. Zoeken we naar andere woorden, die in de buurt van deze woorden liggen, dan kunnen we komen tot deze omschrijving De Here God wil voor ons zijn licht en bescherming en Hij wil ons geven bevrijdende gemeenschap en herstel van waardigheid. Ik dacht zo dat deze dingen ons onmogelijk onverschillig kunnen laten. Als ik Job hoor klagen „Mijn eer heeft Hij in ij ontroofd en de kroon van mijn hoofd weggenomen" (Job 19:9) en ik plaats daartegenover psalm 103:4 die u kroont met goedertierenheid en barmhartig heiddan zie ik in mijn verbeelding de mens weer met heerlijkheid en luister gekroond en gaat psalm 8 weer als zeer werkelijke muziek klin ken midden in een gedevalueerde schepping. Zierikzee Y. J. TIEMERSMA. Het ..Hervormd-Gereformeerd Con gres" ligt weer achter ons en over het geen daar gezegd en besloten is hebben de dagbladen zo uitgebreid geschreven je zou haast zeggen hoe kan het an ders, wanneer daar één van de redac teuren van één onzer grote christelijke dagbladen het woord voert dat wij ons van deze taak ontheven achten. Het congres eindigde met een oproep om de eenheid van de Hervormde en Gerefor meerde Kerken te bevorderen. Aan de hand van deze oproep en van hetgeen door de verschillende sprekers gezegd is kan men zich nu enigszins een voorstelling maken van wat de „acht tien" beogen. Wij schrijven „enigszins omdat het naar onze smaak toch niet geheel uit de verf komt. Dit geschiedt duidelijker in een artikel dat ds. I. J. van Houte, één van de 18, schreef in het orgaan van de Vrijzinnig Hervorm den. Kerk en Wereld. Daar ds. van Houte dit artikel schreef om enkele za ken verduidelijkend te stellen, achten wij het een zeer waardevolle bijdrage tot een beter verstaan van de actie van de 18 alsook van de op het congres aan genomen resoluties. Wij laten dan ook dit artikel hier onder in zijn geheel volgen waarbij wij enkele gedeelten vet hebben laten druk ken. Daar wij van mening zijn. dat dit wel zeer belangrijke passages zijn. „VAN KERKEN TOT KERK De actie van dc IS Nu dr. A de Wilde in de kolommen van dit blad onlangs een zo belangwekkende beschouwing heeft gegeven over dc ac tiviteiten van de achttien om tot een wording van dc hervormde en gerefor meerde kerken te geraken, wil ik gaarne als één van de twee vrijzinnige leden dezer achttien nog enkele zaken ver duidelijkend stellen. Om te beginnen dan wel, dat uit de weerklank die de oproep van de 18 ge vonden heeft (reeds 16.000 exemplaren van de pocket „Van kerken tot kerk" werden verkocht!), mag worden gecon cludeerd dat de tijd en de geesten rijp waren voor dit appèl. Veel rijper dan de initiatiefnemers zelf vermoedden. Voorts dat sinds verleden jaar Pinkste ren. toen de eerste oproep van de 18 verscheen, zoveel opbouwend-critische vragen zijn opgeworpen, dat in dc kring der 18 zelve de consequenties van wat men begonnen was het onderwerp zijn geworden van vele gesprekken. Enkele resultaten van deze bezinning vindt men terug in het genoemde pocket-boekje, bijv. waar geschreven wordt over de organisetorische vorm die men zich bij samensmelting der beide kerken voor stelt. Duidelijk is uitgesproken, dat men niets verwacht van een terugkeer van de gereformeerden in dc oude hervormde kerk. Evenmin van een nieuwe kerk, die niets meer zou zijn dan een samenstelling van twee oude. Doch alleen van een kerkformatic waarin met nieuw clan ge zamenlijk gezocht zal worden naar het dienen van de ene Heer. Daarbij is in de kring van de 18 duide lijk gezegd, dat men het in deze geest op gang gebrachte gesprek beschouwt als een min of meer toevallig begin van een proces, dat veel verder om zich heen zal dienen te grijpen. De 18 waren, toen zij hun initiatief namen, in feite niet voor dit doel samengekomen. Zij hebben ech ter niet willen wachten om eerst ver tegenwoordigers van andere protestantse kerken bij hun beraad te betrekken, om dat zij van oordeel waren dat het beter was terstond en op een concreet punt dc actie van de hereniging der protes tanten ter hond te nemen. Uit het op dc pocket aangebrachte vignet (twee kleine kerkjes binnen een veel wijdere) dient het oogmerk te worden afgelezen, dat in een toekomstige evangelische kerk in Nederland ook ruimte zal moeten zijn voor andere kerken. Tot die andere re kenen de 18 wel in de eerste plaats de remonstrants gereformeerden. Terecht is reeds van verschillende kan ten opgemerkt, dat men in het streven van de 18 de geest van gemeenteopbouw herkent. Dit moge nog duidelijker wor den uit het volgende. 1. Dc 18 zijn er van doordrongen, dat de rijkdom van het evangelie en van de christelijke verbroedering groter is dan binnen de beperkte kring van de eigen kerk tot uitdrukking kan komen. Zij handelen met hun ernstig appèl uit liefde tot hun eigen kerk. maar willen tegelijk dc liefde tot Christus als Heer der kerk in hun oecumenisch handelen tot uit drukking brengen. 2. Deze relativering van de betekenis van de eigen kerk moet in het hervormd- gèreförmeerd gesprek een stap-vooruit worden geacht. Het is ook voorwaarde voor een werkelijk gesprek. Het bete kent, dat men begint elkaar als hervorm den en gereformeerden volkomen ernstig te nemen en te erkennen. Niet langer dus een wegen van elkander op de ba lans der belijdenis, doch kort en goed stellen beide kerken zijn belijdende ker ken, beide kerken kennen dc mogelijk heid van tuchtoefening en achten eikaars kerkelijke vergaderingen en organen competent om in eigen huis orde op za ken te houden. Daarom zijn betweterige hervormde commentaren op wat in de geref. kerken gebeurt even onduldbaar als dito gereformeerde critiek t.a.v. het hervormde beleid. Ons boekje wijst voortdurend op dit uitgangspunt. Wat mijn persoon betreft in dit verband: ook ik ben als vrijzinnige niet door dc zeventien anderen gewogen en aanvaard, doch gewoon geaccepteerd, omdat ik dienstdoend predikant was in een kerk die mij tot de evangeliebediening heeft toegelaten. 3. De stap-vooruit houdt ook in, dat in het gesprek de w/aarheidsvraag op een andere wijze dan in het verleden aan de orde komt. Geloofswaarheid laat zich niet uitputtend voor alle tijden vastleg gen in belijdenisgeschriften. Er wordt in het hele calvinisme niemand meer ge vonden die in zijn geloofsdenkcn nog voor 100% de gedachtengangen van de Drie Formulieren van Enigheid volgt. Het feit dat elke generatie haar eigen catechismusprediking kent, zegt in dit opzicht veel. Zo kan men ook stellen, dat er in de christenheid niemand meer gevonden wordt, wiens geloofsdenken de gcdachtenwercld van dc oud-christe lijke belijdenisgeschriften weerspiegelt. Wat wèl mogelijk is, is dat ons geloof zich richt naar de fundamentele lijnen van het belijden der vaderen. Brengen wij echter in woord en geschrift ons be lijden tot uitdrukking dan zal dit altoos, hoezeer wij ons ook door de Heilige Geest geleid mogen weten, beperkte menscnlijke expressie zijn. Dc ware ge loofshouding is immers die van het bo ven ons denken en spreken uitgaande aanvaarden van Jezus Christus alleen. Waar wij in de geloofshouding van de ander deze existentiële ontmoeting met Christus herkennen, is in beginsel dc eenheid gegeven. In beginsel, niet in voltooide vorm. Men zal de voortdurende gescheidenheid niet kunnen rechtvaardigen met de geijkte leuze ..dat wij in gescheiden kerkforraa- tics nochtans in Christus één zijn, om dat Hij voor allen gestorven is". De eenmaking is inderdaad Zijn werk, maar wij staan schuldig indien wij ons niet in Zijn dienst stellen om de eenheid zicht baar te maken. 4. Wij geloven niet het hele complex van problemen dat hier aan vast zit op eigen houtje te kunnen oplossen. Gezien echter de pressie die van alle zijden op de kerk geoefend wordt (secularisering van het mensenleven, het probleem van de vrije tijd, van de bewapening, van de institutionalisering enz.), menen wij dat een begin met de hereniging moet wor den gemaakt. 5. Wat hot voor ons volksleven zou betekenen, indien een dergelijke unie van protestanten kon worden bereikt, kan men zich nauwelijks indenken. Stelt u zich voor christenen in neutrale en bij zondere organisaties die elkaar als vol waardig erkennen, een definitief einde van dc geestelijke schoolstrijd, een slech ten van de verzuiling (niet van de zui len, maar wel van het euvel der verzui ling en haar instituties dit alles zou ons volk dc boeien slaken die het thans belemmeren in zijn eendrachtig en geest driftig belijden van het evangelie van Jezus Christus. Men kan dit alles rijke lijk idealistisch achten. Toch wil het dat niet zijn. Geen ideaal (het ideaal der ene kerk) is ons uitgangspunt, doch de rea liteit van de ene Heer. Er liggen dc 18 verhelen dit niet nog vele vragen a. t.a.v. het kerkbegrip de breedheid van de N.II.K. laat zich niet zomaar versmelten met het meer particularistisch karakter der geref. kerken b. t.a.v. de waarheidsvraag en wat men in gereformeerde kring pleegt te noemen „de hantering van de sleutelen des he- melrijks" (gewoon gezegd: opzicht en tucht) c. t.a.v. de modaliteiten*in de N. h. K. Ik zie met name de Geref. Bond in dc knel komen. Niet de vrijzinnige vleugel, omdat deze hele beweging der eenwor ding staat of valt met de hantering van een existentieel waarheidsbegrip, zoals hierboven sub 3 omschreven, dat in onze kring gemeengoed is (behalve wellicht in de Zwinglibond, waar men, naar mijn mening ten onrechte en tot schade van eigen werfkracht, blijft vasthouden aan gecondificeerde waarheden en beginse len). Voorts zie ik voor dc midden- orthodoxe leiding van onze kerk dc taak weggelegd om in het gesprek met dc gereformeerden op te blijven komen voor de veelkleurige breedheid der her vormde kerk. Indien zij zou menen, daar bij sterker te staan door intussen ferm leertucht te oefenen in eigen huis, zou zij - gezien de jongste verklaring van ons H.B. naar aanleiding van de zaak- Smits - niet alleen tegen de zin van onze beweging, doch evenzeer tegen de bedoelingen van de achttien handelen. Ten slotte wat er 26 mei in de Beatrix- hal van de Jaarbeurs gaat gebeuren, vraagt ons aller aandacht. Als het even kan. ook onze aanwezigheid. Niet dat ik die dag schokkende beslissingen ver wacht, daarvoor komt men niet bijeen. Maar het zal een demonstratie worden, die voor de maanden en jaren (en wel- lichtdecenniën) daarna wellicht het be gin kan blijken te zijn van een herstel en opleving van het protestantse chris tendom in Nederland". v. H. Onze kerkelijke bladen hebben in deze dagen geen gebrek aan schrijvens- stof. Ze daveren van het vreedzaam krijgsrumoer (vergeef me deze para dox rondom de pogingen van 18 of 64 weleerwaarde, gewoon eerwaarde of doodgewone kerkleden een samengaan van Hervormden en Gereformeerden te versnellen dan wel tot enige voorzich tigheid te manen. Totnogtoe heb ik manmoedig weerstand geboden aan verzoeken mij bij de ene of de andere groep te laten inlijven ik kies geen partij maar vergenoeg mij met de rol van zeer belangstellend toeschouwer langs de kant. Dit streven naar grotere verbanden openbaart zich niet alleen op kerkelijk erf. Ik denk aan de nu al zestien jaar geleden begonnen pogingen ook op po litiek gebied een in 1894 geslagen breuk te helen en de beide grote Prot. Chr. partijen te bewegen tot een nauwer sa mengaan, zo mogelijk tot een samen smelting. Neen. erg vlot gaat dat nog nietwe vinden het al een knappe pres tatie. wanneer we bij gemeenteraads verkiezingen voor het forum treden met een gecombineerde lijst. Van dit glib berig pad treed ik echter onmiddellijk terug. Vermenging van kerk en poli tiek, ik moet er gewoon niet aan den ken Wat bij kerk en staat bijzonder moei lijk te realiseren is geen wonden he len moeilijker dan kerkelijke en politieke wonden schijnt gemakkelijker te vlotten in de maatschappij, de derde in de aloude reeks. In het sociale vlak wekt het samengaan naar één doel

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1962 | | pagina 1