eeuwóe 3Cerkbode Gemeenschappelijke Diensten ZO NIET F Uit de wereld van School en Gezin AAN DE VOORAVOND 17e JAARGANG No. 38 23 MAART 1962 OFFICIEEL WEEKBLAD TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48 Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. D. J. Couvée, Bennekom Drs. A. Elshout, KoudekerkeDs. A. Koning, Oud-VossemeerDr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Mej. F. A. Groot Nibbelink, Grijpskerke en ontkom" Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Middelburg. r Abonnementsprijs 3,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 12 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 12 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 2438 Giro no. 42280 vJ III Ons vorige artikel over deze materie eindigden wij met de opmerking, dat naar onze mening punt 3d van de sy nodale uitspraak enerzijds te ruim en anderzijds te eng is. Het punt in kwes tie, dat we hier nog even willen herha len, luidt d) dat, zolang de eenheid van de ker ken, die zulk een gemeenschappelijke dienst beleggen, niet in de naaste toekomst kan worden verwacht, deze diensten slechts bij bijzondere ge legenheden zullen worden gehouden. In dit punt is plotseling sprake van een geheel andere eenheid, dan die in de voorgaande punten is verondersteld. De punten 3a en b onderstellen immers een eenheid, namelijk de eenheid des geloofs in de Christus der Schriften. In punt 3d is sprake, van de organisatori sche eenheid in een kerkverband. Zo lang deze laatste er niet is of nog niet in zicht is mogen dus slechts bij bijzon dere gelegenheden gemeenschappelijke diensten gehouden worden. Nu zou men kunnen zeggen dat door dit besluit als het ware een stimulans gegeven wordt tot de verwerkelijking van de zichtbare eenheid. Dat men slechts zo nu en dan diensten met el kaar zal mogen houden, zou er voor kunnen bewaren, dat we met de ge scheidenheid genoegen bleven nemen en toch samen diensten houden. We zouden dus dit punt 3d als een paeda- gogische uitspraak kunnen zien. Toch vragen we ons af of nu juist niet dit puntje er toe zou kunnen leiden, dat men te vlug en te voorbarig tot ker kelijke eenwording overgaat, alleen om toch maar samen diensten te kunnen houden. Waarbij dan de eenheid, die voorwaarde is voor de kerkelijke een heid, wel eens teveel in het gedrang zou kunnen komen. Die eenheid name lijk, die gebonden is aan de waarheid omtrent de Christus der Schriften. We horen nu al geluiden opgaan, dat het juist deze richting uitmoet, dat we eerst maar eens kerkelijk een moeten zijn en dat dan de vraag naar de waarheid vanzelf wel zal worden opgelost. Dit zijn verontrustende geluiden, waarbij alles omgedraaid wordt, nota bene met een beroep op de uitspraken van de generale synode. Op grond hiervan achten wij dit punt inderdaad te ruim. De synodale uitspraak wil dit zeker niet zijn zie de punten 3a en b maar door de toevoeging van punt d en door de Hebraïserende neiging van sommi gen om van achter naar voren te lezen vragen wij ons af of dit punt hoewel goed bedoeld toch niet teveel een drijfstok is naar de organisatorische eenheid. En met dit drijven wordt toch echt de ware oecumene niet gediend. Daar om achten wij dit punt anderzijds te eng, daar het nu een naar elkaar toe groeien van hen die de eenheid in Christus hebben belemmert. Natuurlijk het punt d wil ook een rem zijn op een ongebreidelde gezamelijk diensten hou den. Toch vragen wij ons af of je ook niet teveel kunt regelen. Wanneer de eenheid er is zoals deze in 3a en 3b verondersteld wordt, dan kan het inder daad mogelijk zijn. dat de eenheid van 3d bij lange na nog niet in zicht is. Daar kunnen zoveel punten zijn, die deze eenheid vooralsnog niet mogelijk maken, en dat terwijl de ware eenheid er is. Moet men dan terwille van punt 3d maar zo af en toe samen naar bui ten treden, of moet men naar elkaar toe geforceerd worden De zaak ligt echt niet zo makkelijk, we denken bijvoor beeld aan de Baptisten toegegeven wordt, dat we vaak vergeten die rich ting uit te kijken wat de punten 3a en b betreft is daar een eenheid mee, maar hoeveel andere dingen doopsbe- schouwing, kerkbegrip etc. belemmeren hier de organisatorische eenheid Moe ten we nu ineens over die verschillen heenstappen, elkaar nemen zoals we zijn en streven naar één kerk met ruim te voor hen en voor ons Dat heeft naar onze smaak iets te geforceerds en ook iets onwaarachtigs, daar dit teveel de bestaande verschillen verdoezelt. Dan maar incidenteel getuigen van de eenheid die er is in Christus, alleen bij bijzondere gebeurtenissen Waarom niet uitgegaan van deze eenheid en in deze eenheid elkaar als kerk van Chris tus epkennen met tegelijk de erkenning, dat vooralsnog ,,het water veel te diep" is. Betekent dit een handhaven van de leer der pluriformiteit Misschien, al leen het betekent er geen vrede mee hebben, het betekent een naar elkaar toe willen groeien, maar daar zullen, waar we de eenheid in Christus heb ben, de gezamelijke diensten en dan complete diensten -niet tot bijzondere gelegenheden beperkt mogen blijven. De gezamelijke worsteling om de ker kelijke eenheid, zal immers gedragen moeten worden door de gezamelijke be leving van de eenheid in de Here. Om deze laatste eenheid gaat het, dat is de ware oecumene, de eenheid van allen die door het apostolische ge tuigenis geloven in de Christus der Schriften. Dat daarop in de verklaring van de synode de volle nadruk gelegd is, kan ons niet anders dan verblijden. Dat deze eenheid de wegen zoekt naar kerkelijke eenheid spreekt dachten we vanzelf. Maar deze eenheid staat voor op, laten we eerst deze samen zoeken en waar we zo elkaar gevonden hebben daar zullen we ook verder zoeken om die eenheid zichtbaar te verwerkelijken in één kerkverband. Of wij er ooit mee klaar zullen komenMaar klaar komen doet het zie Openbaring 7. Mis schien geldt ook ten aanzien van de gebrokenheid der kerk wat onze cate- Terwijl ik dit schrijf, staan we aan de vooravond van een belangrijk evene ment. Ook niet-onderwijsmensen beto gen om strijd, dat de Mammoetwet, waarover de openbare discussie dinsdag 20 maart begint en waarvan de eerste al zijn beslag heeft gekregen als U deze regels onder ogen krijgt, het belang rijkste stuk wetgeving is, dat tijdens het kabinet-De Quay aan het Parlement ter beoordeling is voorgelegd. En om dat het gehele Nederlandse volk bij aanneming van het wetsontwerp hier van de gevolgen zal ondervinden, lijkt het me goed enkele hoofdpunten nog eens onder de aandacht van onze lezers te brengen. Belangrijk is het ontwerp ook om.de tijd, die men voor de behandeling nodig denkt te hebben de schattingen varië ren van vier tot zes weken. In de laat ste jaren is er geen wetsontwerp aan de orde geweest, waarvan de behande ling in de Tweede Kamer meer dan twee weken heeft gevergd. U zietmen gaat niet over ijs van één nacht. En misschien vraagt U zich wel af moet er zoveel nationale tijd worden verpraat over één wetsontwerp Waarom zoveel deining over de jarenlang voorbereide poging van een van onze bekwaamste Ministers om van het voortgezet onder wijs een aansluitend geheel te maken Laat me in dit verband het beeld van de caissons nog eens even mogen ge bruiken. Wij op Walcheren hebben de plaatsing van deze gevaarten van nabij mogen meemaken. Tussen Vrouwen polder en Kamperland gaapte een brede stroom naast elkaar werden daar de verschillende caissons geplaatst, waar door het stroomgat werd afgedamd. Het kleuteronderwijs en het weten schappelijk onderwijs vormen de beide caissons aan de twee uiteinden van de dam deze beide takken van onderwijs chismus zegt in antw. 115 .totdat wij tot deze voorgestelde volkomenheid na dit leven geraken. v. H. Ds. Toornvliet te Bloemendaal is het niet eens met de uitspraak van de Clas sis Barendrecht ten aanzien van de achttien. Dit blijkt uit een artikel in de Strijdende Kerk van 10 maart. Dat ds. Toornvliet zich met deze uitspraak en instructie niet kan verenigen, dat hij er zelfs grote bezwaren tegen heeft en dat hij zich tegen deze uitspraak keert is op het standpunt van ds. Toornvliet alleszins begrijpelijk. De manier waar op dit alles echter geschiedt is onbegrij pelijk. Ds. Toornvliet begint met te vertel len dat ds. van Hattem van Terneuzen volgens een artikel in de Zeeuwse Kerkbode niet alleen met bovengenoem de instructie instemt, maar hij ,,zou het toejuichen wanneer vele kerkelijke ver gaderingen het voorbeeld van Baren drecht zouden volgen". Maar zo heeft ds. van Hattem zich in de Zeeuwse Kerkbode niet uitgela ten, ds. van Hattem schreef „met dit besluit is de Classis Barendrecht de eerste Classis der Gereformeerde Kerken die zich over de achttien, hun actie en alles wat daarmee verband houdt, uitgesproken heeft. Of deze uit spraak de achttien welgevallig zal zijn Wij betwijfelen het, in ieder geval heeft men toch „van onder op" het gewenste effect gesorteerd, dat er „van boven af" aandacht aan geschonken is. Hopelijk zullen meer Classes het voorbeeld van Axel en Barendrecht volgen, en aan dacht aan hetgeen geschiedt schenken, zo mogelijk met een uitspraak hoe die dan ook uitvallen moge". Ds. van Hattem schreef niethope lijk zullen meer classes' zich in de geest zijn enkele jaren geleden behoorlijk ge regeld. Op het kleuteronderwijs volgt het basisonderwijs hierbij kan worden volstaan met een technische herziening van de Lager Onderwijswet. Maar tus sen deze laatste sector en het weten schappelijk onderwijs bestond nog een groot hiaathet onderwijs aan de 12 20-jarigen. En nu is het de bedoeling van de Minister met één grote caisson deze laatste kloof te overbruggen. Niet ieder is over deze poging even enthousiast. Er bestaan ingrijpende ver schillen tussen de vormen van onder wijs die in deze ene wet worden gere geld. Wanneer men b.v. het lager land bouwonderwijs en het gymnasium naar één model in één wet wil samenpersen is het gevaar niet denkbeeldig, dat men beide vormen geweld aandoet. En aan dit gevaar is de Minister o.i. niet ont komen. Het ontwerp is een kunstige constructie, die niet altijd aansluit op de levende werkelijkheid. Een tweede bezwaar wordt gevormd door de verregaande bemoeiing van de Overheid met het bijzonder onderwijs. De relatie van de Overheid met het openbaar onderwijs is immers een ge heel andere dan die met het bijzonder onderwijs. Het eerste is in de letterlijke zin overheidszaak het wordt door de Overheid tot in onderdelen geregeld. Maar het bijzonder onderwijs is aller eerst een zaak van de ouders en van de besturen die hen vertegenwoordigen. Natuurlijk heeft ook de Overheid be moeiingen met het bijzonder onderwijs: zij subsidieert het en ontleent daaraan het recht bepaalde eisen te stellen. Maar die eisen zijn grondwettelijk be perkt. En naar veler mening gaat de Overheid te ver, wanneer ze zich tot in onderdelen bemoeit met de inrichting van het bijzonder onderwijs. In de derde plaats menen wij, dat Overheid en maatschappij ten opzichte (vervolg op pagina 2) van Barendrecht uitspreken, maar ho pelijk zullen zij evenals Barendrecht aandacht aan hetgeen geschiedt schen ken. Dat ds. van Hattem daarbij over tuigd is, dat indien dit geschieden zou ,de meerderheid van onze kerkelijke ver gaderingen zich tégen deze actie zou den uitspreken is zijn mening, waar te genover die van anderen geplaatst mag worden, maar in het artikel van ds. Toornvliet citeert spreekt ds. van Hat tem alleen maar de wens uit dat „van boven af" aandacht geschonken zal worden aan hetgeen „van onder op" geschiedt. En naar zijn mening is dat ook de wens van de achttien, tenminste op de maandag 12 maart gehouden persconferentie, werd ook gewezen op synodale uitspraken, die ten gunste van de actie der achttien zouden pleiten. Is dit anders weergeven van wat iemand geschreven heeft niet juist maar iemand kan zich vergissen en we willen dan ook graag aannemen, dat ds. Toornvliet de woorden „hoe die dan ook uitvallen moge" over het hoofd ge zien heeft evenmin juist is de wijze waarop ds. Toornvliet de instructie van de Classis Barendrecht bestrijdt. Het geeft toch zeker geen pas om het vol gende te schrijven „Classis Barendrecht waar blijft Uw geloof, Uw vertrouwen Moge Christus zelf door Zijn Geest de werking van dit stuk beperken en deze geest doorbre ken". Dergelijke zinsneden passen niet daar zij suggereren, dat geloof en vertrou wen, ja zelfs de Heilige Geest afwezig waren op de vergadering van de Clas sis Barendrecht. Zo mogen wij toch als broeders niet met elkaar discussiëren We mogen toch elkaar niet de Heilige Geest, geloof en vertrouwen ontzeg gen Op de persconferentie der acht tien is door één der Gereformeerde pre dikanten gezegd, dat wij in Christus één zijn ook met de vrijzinnigheid, dat had hij ontdekt, en wij moesten dat maar ontdekken. Maar zouden we dan niet beginnen om te „ontdekken" dat wij als gereformeerden met al onze ver schillende opvattingen ten aanzien van de achttien en hun streven, ten aanzien van de oecumene, enz. in Christus één zijn. Geldt hier niet eerder het woord dat van achter de tafel der achttien viel, dat wij in een verschillend reage ren op het evangelie elkaar herkennen moeten Laat ons toch alsjeblieft bewaard blij ven voor een mentaliteit, waarin wij aan de ander, omdat hij de zaken anders ziet liggen, de Heilige Geest ontzeggen. Het is makkelijk om neer te schrijven Moge Christus zelf door Zijn Geest de werking van dit stuk beperken en deze geest doorbreken. Maar door dit te schrijven vallen er woorden waarin de Heilige Geest gebonden wordt aan één bepaalde groep of één bepaald streven. Laat ons voorzichtig zijn. Ds. Toorn vliet moge dan wel schrijven dat de dreiging van een kerkscheuring er niet is tenzij men deze van een bepaalde zijde zou forceren door zelf de gerefor meerde kerken te verlaten of anderen uit te werpen. Waar we echter elkaar de Geest gaan ontzeggen, daar is de scheuring een feit ondanks de eenheid van het kerkverband. Laten we er voor waken om de Heilige Geest voor onze groep of actie te monopoliseren en ons steeds weer afvragen in het licht van het Woord want de Geest werkt nooit los daarvan of wij op de goe de weg zijn in ons voor of tegen zijn van een bepaald iets. En waar op grond van de Heilige Schrift en de uit deze Schrift afgeleide belijdenis er bezorgd heid is bij velen, dan geeft dat anderen geen recht om te zeggen Moge de Heilige Geest de werking van uw woor den beperken en uw mentaliteit door breken. Dan geeft dat alleen het recht om met alle middelen, die men heeft en die geoorloofd zijn, de bezorgdheid te trachten te doorbreken. Wij kunnen niet vinden dat dit nu gebeurd is. Daar om Zo nietv. H.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1962 | | pagina 1