eeuwóe
3£erkbocle
Rondom een
Psalmberijming
C'Yïledltatie
ELKANDER AANVAARDEN
KLEINE
VOSSEN
17e JAARGANG No. 30
26 JANUARI 1962
OFFICIEEL WEEKBLAD TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150)22 48
Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. D. J. Couvée, Bennekom
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, Oud-VossemeerDr. P. C. Kraan, Vlissingen
Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Mej. F. A. Groot Nibbelink, Grijpskerke
Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Middelburg.
Abonnementsprijs
3,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
12 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 12 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 2438
Giro no. 42280
Nogmaals
Na de artikelen, die wij naar aanlei
ding van het Psalter-Hasper in ons blad
schreven, willen wij er thans nog een
maal op terug komen en wel naar aan
leiding van de synodezittingen van 10
en 11 januari, waar uitvoerig in open
bare discussie deze zaak aan de orde
gesteld werd.
Hierbij zijn verschillende zaken aan
het licht gekomen, die wij naar recht
en billijkheid onze lezers niet mogen
onthouden.
De kwestie Hasper kwam thans op
nieuw aan de orde door een voorstel
van de particuliere synode van Noord-
Brabant en Limburg om een nadere sa-
menspreking te arrangeren met de
„Stichting Geestelijke Liederen", om
zö tot overeenstemming te komen in
zake de door deze synode genoemde
punten. Daartoe wilde men een com
missie ad hoe benoemd zien, die zo mo
gelijk tot een minnelijke schikking zou
komen omtrent een financiële tegemoet
koming van de Gereformeerde Kerken
aan deze Stichting.
De commissie, die dit voorstel behan
deld had stelde aan de synode voor uit
te spreken dat er geen aanleiding be
stond om aan het verzoek van Noord-
Brabant en Limburg te voldoen op
grond van de volgende overwegingen
a. dat de punten, waarop het verzoek
gegrond is in onlosmakelijk verband
staan mét en met name de eerste
overweging zich in feite keert tégen
de tussen de synode en de stichting
gevoerder arbitrage, de synode niet
terug kan komen op de uitspraak
der arbiters
b. dat de pogingen om de stichting fi-
nanciëel tegemoet te komen zijn af
gestuit op de onwil van deze stich
ting, omdat zij financiële hulp an
ders dan op grond van het recht
niet wenst te accepteren.
Na een tegenvoorstel van de predi
kant-afgevaardigden van Noord-Bra
bant en Limburg, inhoudende een com
missie te benoemen om met afgevaar
digden van de stichting te spreken om
zo mogelijk tot een minnelijke schikking
omtrent een financiële tegemoetkoming
van de Kerken aan de Stichting, volgde
een uitgebreide discussie, waarin ver
schillende zaken in een geheel ander
licht kwamen te staan dan in de bro
chures van ds. Hasper het geval was.
Het zijn vooral de mededelingen van
ds. H. W. H. van Andel, destijds ad
junct-scriba van de Haagse Synode en -
lid van de door deze synode benoemde
commissie-Okma, die de zaak in een
geheel ander licht stelden.
Ds. van Andel wees er op hoe deze
zaak steeds in comité behandeld is, niet
om iets te verheimelijken, maar om be
paalde personen te sparen. De zaak is
met geduld en liefde behandeld en te
verantwoorden voor de Koning der
Kerk. Ook is de synode niet geroepen
om het vonnis van de arbiters te ver
dedigen, hij wilde toch echter wel iets
van deze arbitrage zeggen. Spreker
schetste toen hoe ds. Hasper, hoewel
steeds uitgenodigd, constant weigerde
aan elke bespreking deel te nemen en
hoe de moeilijkheid niet vast zat op de
aanbeveling van dit psalter door de sy
node, maar op de financiën hoe ds.
Hasper een miljoen gulden verlangde,
hetgeen door prof. Okma qngehoord
werd genoemdhoe de kerken meer
wilden doen dan alleen maar aanbe
velen en zelfs 25.000 gulden voteerden
en een collecte wilden houden omdat
men er van overtuigd was, dat het van
belang was, dat de berijming-Hasper
er in zou gaan. Echter ondanks het
feit, dat de deputaten tot driemaal toe
de kerken aanschreven op de synode
van Rotterdam 1952 was nog
maar ruim 8000 gulden bijeen. Klap op
Daarom, aanvaardt elkander, zoals ook Christus ons
aanvaard heeft tot heerlijkheid Gods.
Rom. 15 7.
Misschien bent u ook wel eens of zelfs meermalen tegenwoordig ge
weest bij de tewaterlating van een boot. Van tevoren wordt de helling
met vele kilo's vet ingesmeerd om de kiel gemakkelijk te laten glijden.
Bij het tewaterlaten worden de stut-houten (de stoppingen) stuk voor
stuk weggeslagen. Natuurlijk moet dit gelijktijdig zowel aan stuurboord
als aan bakboord gebeuren, omdat anders de boot zou gaan wrikken.
Ik was er eens bij tegenwoordig, dat men aan één zijde teveel hout ineens
wegsloeg en onmiddellijk kwam de schreeuw ,yan de ploegbaas ..Hou
den jullie ook rekening met de andere kant
Wanneer het schip van de kerk te water gaat, is het al niet anders.
Een goed kerkelijk samenleven is alleen mogelijk, als men ook met de
ander rekening houdt. In de kerk treffen we nu eenmaal vele verschil
lende karakters aan, ook heel moeilijke soms. mensen uit onderscheiden
levenskringen, ieder met een eigen voorgeschiedenis. En van ons.allen
wordt gevraagd, dat we „in liefde en enigheid met de naaste" zullen
leven.
Dat is geen gemakkelijke zaak. Dat was al zo in de eerste christelijke
kerk. Daar waren al direct de moeilijkheden tussen joden-christenen en
heiden-christenen, die zich toespitsten bij de vraag, of je vlees, dat wel
licht aan de afgoden was geofferd, wel mocht eten. Er waren doordrijvers
naar de ene en naar de andere kant. Paulus geeft geen van beide „par
tijen" gelijk, maar vermaant naar twee kanten aanvaardt elkander, zoals
ook Christus ons aanvaard heeft.
Want eigenlijk ging het niet om dat eten van vlees, maar om een
innerlijke houding van elkander vreemd blijven, elkaar niet als volwaar
dige christenen willen accepteren.
Betekent dit „aanvaardt elkander" nu, dat we alles maar goed moeten
vinden Volstrekt niet. Er staat uitdrukkelijk bij „zoals ook Christus ons
aanvaard heeft" en ook Christus keurt onze zonde niet goed. Maar toch
..ontvangt Hij de zondaars en eet met hen". En in dat levend contact met
Christus zal men ook leren de zonde te haten en te vlieden.
U hebt moeite om een ander te aanvaarden Hebt u er wel eens aan
gedacht, wat het Christus gekost heeft om u te aanvaarden Wat moest
Hij u veel vergeven Is het dan zó moeilijk om ook uw mede-zondaar te
aanvaarden en hem of haar te helpen van het verkeerde gedrag af te
komen
Natuurlijk kunt u zeggen hij of zij is „lucht" voor me. Maar daar komt
u geen van tweeën een stap mee verder. U behoeft heus niet elke dag bij
elkaar op visite te zijn en op een gegeven ogenblik zullen we er niet voor
moeten terugschrikken het advies te geven gaan jullie nu gewoon vrien
delijk, christelijk met elkaar om, maar blijf een beetje uit de buurt van
elkaar, want jullie liggen elkander niet, vermijd zoveel mogelijk de wrij
vingspunten.
De grote fout is meestal, dat men de ander gaat meten naar eigen
sympathieën of antipathieën. Zijn we op een bepaald punt met iemand in
conflict gekomen, dan deugt er eenvoudig niets meer van hem. Hoe be
langrijker iemand zichzelf acht, des te moeilijker zal hij de waarde van
een ander kunnen erkennen, tot schade van de kerk van Christus, waar
we nog altijd belijden te geloven in de „gemeenschap der heiligen".
Het gaat toch niet om ons, maar om de eer van onze Zaligmaker, Die
zich een volk wil bereiden, waar liefde woont en de Heer zijn zegen ge
biedt. „Aanvaarden van elkander" is tot heerlijkheid Gods, om te laten
zien hoe rijk Gods barmhartigheid is, hoe groot Zijn liefde, die ons tot
liefde dringt.
Hoe is het mogelijk, dat Christus ons aanvaard heeft
Dat is wel iets om over na te denken. Daarvoor is dit stukje dan ook
een „meditatie".
k..
Koudekerke
A. ELSHOUT.
de vuurpijl was echter dat de Stichting
toen nog maar 5000 gulden had opge
maakt. Op dezelfde synode lagen ter
tafel verzoeken van niet minder dan 5
part. synoden, tal van classes en kerke
raden, om naar een interkerkelijke be
rijming te streven. Nog hield Rotterdam
vast aan Hasper en wilde deze inbren
gen in de interkerkelijke berijming. In
derdaad was de houding van de synode
Rotterdam ietwat tweeslachtig, men
sprak van aanbevelen, maar onder voor
behoud van de autonomie der plaatse
lijke kerk. Door dit besluit is echter ge
bleken, dat de kerken toch niet voor de
berijming voelden, na 1949 zijn het
slechts 45 kerken geweest, die het psal-
ter-Hasper ter beproeving hebben in
gevoerd.
Wat de inbreng in de interkerkelijke
berijming betreft, het was bij ds. Has
per alles of niets.
Ook na de synode van Leeuwarden
zijn weer pogingen aangewend om met
ds. Hasper tot een vergelijk te komen,
maar een bespreking van het modera-
men met hem had geen enkel resultaat.
Een aanbieding aan ds. Hasper werd
door hem afgewezen en hij dreef arbi
trale uitspraak door. Dat één arbiter het
niet eens zou zijn met de uitspraak was
van te voren al te verwachten, daar im
mers prof. Bergema al voorzitter ge
weest was van een comité van actie.
Wat de andere arbiters betreft mr.
Grosheide adviseerde de synode iemand
aan te wijzen, die volkomen objectief
was en'niets met de zaak te maken had
gehad. Hij belde in tegenwoordigheid
van het moderamen dr. J. Schouten op,
die opmerkte, er niets van af te weten,
„dan moeten we u juist hebben" was
het antwoord van mr. Grosheide. De
beide arbiters Bergema en Schouten
wezen vervolgens dr. A. A. L. Rutgers
aan, zo is de arbitragecommissie ge
vormd. Dat echter één der arbiters wei
gerde te tekenen had niet publiek be
horen te komen.
De Stichting had het recht om voor
de arbitrage uitspraak alles in te bren
gen. Ds. Hasper heeft toen echter niet
de getuigen opgeroepen, terwijl hij nu
in zijn brochure „Doe Recht" een ver
wijt maakt over het niet oproepen.
De zaak is aldus ds. van Andel
in een volkomen vals licht gesteld. Hij
is zelf altijd voor een tegemoetkoming
van ds. Hasper geweest, maar dan niet
als een soort gewetensgeid of recht,
dan verzet hij zich om der wille van
de waarheid. Als er een vorm gevonden
kan worden om tot overleg te komen,
dan juicht hij dit toe, maar dan wil hij
eerst de nadrukkelijke Verklaring, dat
ds. Hasper zijn schandalige strijd tegen
de Gereformeerde Kerken staakt.
Deze verklaring die onder doodse stil
te werd aangehoord, heeft onzes inziens
nu eindelijk volledige opening van za
ken gegeven. We betreuren het dat
deze zo laat komt. Vele jaren van on
smakelijke geharrewar zijn hier aan
voorafgegaan, we kunnen echter begrij
pen, dat het niet eerder kon én gezien
de arbitrage uitspraak, die lopende was,
èn daarna gezien het feit, dat men ver
schillende personen heeft willen sparen.
Een openbare behandeling was echter
nu gezien de inhoud van de brochures
van ds. Hasper onafwendbaar. In het
bij hun voorstel gevoegde memorandum,
spraken de predikanten Visser en de
Graaf er van dat „niei kan worden ge
tuigd voor God en wereld, dat hier
waarlijk naar recht gehandeld en ge
sproken is". Dat men tot deze conclu
sies kwam alleen maar kennisnemende
van wat ds. Hasper ten aanzien van de
zaak schreef, lag voor de hand, na de
opening van zaken dcor ds. van Andel
hebben ook zij echter deze zinsnede uit
hun memorandum teruggenomen.
Laten wij hopen dat deze onverkwik
kelijke zaak nu heeft afgedaan, te lang
al heeft dit geduurd.
v. H.
We hadden 't over 't gebruik van
sterke uitdrukkingen als vreselijk, ver
schrikkelijk, allerellendigst, duivels,
hels, daemonisch e.d.
We werden door de spoorwegramp-
1962 er aan herinnerd, dat we maar
heel zuinig moeten zijn met deze kwali
ficaties en dat we de meest „hoge
woorden" maar moeten bewaren voor
heilig terrein. En ook hier moeten we
niet al te kwistig gebruik maken van
de meest aangrijpende, onheilspellende,
ontroerende zegswijzen en uitroepen.
Spoedig is de grens van ons vermogen
deze te verwerken bereikt. Er staan ze
ker heel aangrijpende, verbijsterend-
ernstige uitdrukkingen in de Bijbel,
maar de Here Jezus en de Apostelen
hebben ze spaarzamelijk gebezigd. Het
is een bekend feit, dat het gehoor heel
spoedig gewend raakt aan de felste en
hardste woordgebruiken, en dat, hoe
feller de aanklachten tegen de zonda
ren knetteren, hoe groter de slaapzucht
wordt. Men staat er soms versteld van,
hoe in bepaalde kringen net over de
„hel" gesproken wordt, alsof men er
gens op visite gaat. Met een onvertrok-
ken gezicht verklaart men, tussen twee
slokjes koffie in, dat men, als hij zo
blijft, „achter mekaar" verloren gaat
(historisch
Hier is 't gebruik van ernstige ver
maningen tot misbruik geworden en
heeft men een zeker welbehagen in de
barste uitdrukkingen.
Wil men ten dezen de volle ernst van
Gods oordelen laten gelden, dan moet
men ze niet klakkeloos bezigen, anders
gaat de „rek" er uit. Dan worden het
versleten termen, die niet de minste in
druk meer maken en is 't gevaar groot,
dat kinderen uit zo'n kring voor kennis
geving aannemen, dat men voor de ver
doemenis geboren is.
Dit wil evenwel niet zeggen, dat we
in de prediking en in de gesprekken
steeds moet zoeken naar de zachtste,
fluwelige bewoordingen, want 't gaat
inderdaad om een eeuwig wel of een
eeuwig wee.
De Here Jezus, Die toch zich zelf
ten voorbeeld stelde als de Zachtmoe
dige, heeft felle woorden gebruikt van
„in 't helse vuur geworpen worden,
waar de worm niet sterft en 't vuur niet
wordt uitgeblust", Hij sprak van adde-
rengebroedsel, hoe zult ge de eeuwige
verdoemenis ontvluchten en tegen de