eeuwóe 5Cerkbode Ons is niets te dol KERK EN EREDIENST (ii) KLEINE VOSSEN 17e JAARGANG No. 29 19 JANUARI 1962 „Ik worstel" en ontkom OFFICIEEL WEEKBLAD TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150)22 48 Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. D. J. Couvée, Bennekom Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, Oua-VossemeerDr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Mej. F. A. Groot Nibbelink, Grijpskerke Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Middelburg. f Abonnementsprijs 3,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 12 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 12 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 2438 Giro no. 42280 v Naar het dagblad ,,De Rotterdam mer" meedeelt staat Rotterdam een ..oecumenische primeur" te wachten. Vertegenwoordigers van vijf verschil lende kerkelijke gezindten organiseren namelijk op donderdag 25 januari een vijfkerkentocht, die als afsluiting zal dienen van een aantal gebeurtenissen in de week van het gebed voor de een heid der kerk, die van 18 tot en met 25 januari wordt gehouden. Tot dusver aldus het bericht werd er in Rot terdam aan deze gebedsweek weinig aandacht besteed en waren er slechts bijeenkomsten in kleine kring o.a. van een Hervormde wijkgemeente, de Oud- katholieke gemeente, de Engelse Kerk en de Russisch Orthodoxe Kerk. Maar nu gaat het in Rotterdam dan anders worden. Nu de gebedsweek namelijk valt tussen de assemblee van New Del hi en het R.K. Oecumenisch Concilie is men tot de conclusie gekomen dat ge poogd moest worden tot een breder ba sis te komen. Een organisatiecomité werd gevormd, bestaande uit pastoor G. A. van Kleef (oud-kath.), ds. K. J. Kraan (geref.), kapelaan T. Naastepad (r.k.), ds. W. Vos (herv.) en da. G. A. Westerouen van Meeteren (remon strants). Het comité zal alle Christenen uit Rotterdam en omgeving oproepen tot deelneming aan de Vijfkerkentocht op 25 januari, de route van deze tocht loopt langs kerken van elk der in het comité vertegenwoordigde denomina ties. Met tussenpozen van een half uur hoopt men elke kerk te bereiken, waar na in elk kerkgebouw een dienst van ongeveer een kwartier wordt gehouden, waarin het gebed om de eenheid der kerken op de voorgrond zal staan. De diensten zijn opgezet volgens het ka rakter dat elke kerk daaraan verleent. De organisatoren willen met deze tocht een confrontatie geven van de verdeeld heid der kerken, maar ook van de be reidheid tot samenwerken in een be paald verband. Zij menen met dit eve nement te doen zien dat de oecumene niet als grootste gemene deler moet worden beschouwd, maar als een zaak, waaraan elke kerk haar bijdrage levert. Daarnaast menen de organisatoren dat in de oecumenische beweging het samen bidden een grotere plaats verdient. Vermeld wordt verder nog, dat ter voorbereiding van de kerkentocht op dinsdag 23 januari in het gereformeerd kerkelijk centrum Atrium een oecume nische avond wordt gehouden, waarop prof. dr. G. J. Hoenderdaal uit Leiden een terugblik op New Delhi zal werpen, terwijl een forum, waarin behalve de vijf bovengenoemde denominaties ook de Russisch Orth. Kerk vertegenwoor digd zal zijn, zal ingaan op gestelde vragen. Zo heeft dus Rotterdam een .oecu menische primeur", men houde ons echter ten goede, dat wij over deze pri meur niet te hard, ja zelfs helemaal niet kunnen juichen. We kunnen ons er al leen maar over bedroeven, dat men te genwoordig op het standpunt schijnt te Onze vaderen en hun stiefkind. Wanneer je als predikant voorgaat in een andere gemeente, dan pleeg je in de regel aan de ouderlingen te vra gen, welke Orde van Dienst door de gemeente ter plaatse gebruikt wordt. In negen van de tien gevallen krijg je dan ten antwoord ,,U bent hier geheel vrij", 'k Weet niet, hoe u denkt over dit woordje ,,vrij". Te denken geeft het in elk geval. Ik kan u zeggen, dat het aan deze vrijheid te danken is, dat er in onze Geref. Kerkenwel ongeveer 100 onderling verschillende vormen van Eredienst worden gevonden. Voor beeld de inzameling van de gaven vindt in de ene gemeente nog plaats onder het zingen van een lied in een staan, dat hoe gekker het gaat des te beter het is. Men wil de deelnemers confronteren met de gebrokenheid van de kerk, men wil laten zien, dat de oecumene een zaak. is, waaraan elke kerk haar bijdrage levert èn men wil samen bidden voor de eenheid van de kerk. Daarom sleept men op één avond een groot aantal mensen van de ene kerk naar de andere, organiseert men een vijfkerkentocht. Onwillekeurig dringt zich de verge lijking met de elfstedentocht bij je op, waarbij het er om gaat op de schaats elf steden aan te doen. Helaas is dit sportieve evenement dit jaar in het wa ter gevallen, maar we krijgen nu een soort kerkelijke marathon vijf kerken op één avond en in elke kerk samen bidden voor de eenheid. En om dan nog even in de schaatsenwereld te blij ven zullen de organisatoren hiervan niet over één nacht ijs gegaan zijn en het wel met elkaar eens zijn wat deze tocht en de daaraan verbonden conse quenties betreft, glad ijs is het zeer ze ker wel. We lezen in dezelfde krant, waaruit we bovenstaand nieuws gaarden ook een verslag van de generale synode onzer kerken, die, handelende over de terzijdestelling van de vervangingsfor mule, uitsprak dat onze kerken gebon den zijn aan de drie formulieren van enigheid. In deze drie formulieren staan nog steeds de artikelen over de kerk, staan nog steeds de catechismus vragen over heiligen, goede werkenen de mis, en één van deze drie formulie ren zijn nog steeds de Dordtse Leer regels. Wellicht dat één of andere boze lezer, die de dolheid van het oecume nisch drijven toejuicht, al klaar staat om te vertellen, dat deze formulieren hem gestolen kunnen worden en dat we aan de Bijbel alleen genoeg hebben. Dan moge ik deze lezers eens verwij zen naar de brief van Johannes en naar wat de Here Jezus zelf zegt in het hogepriesterlijk gebed dat zij allen één zijn, die door hun woord aposto lisch getuigenis) in Mij geloven. Waar blijft dit apostolisch getuigenis in die kerken, waar men de godheid van de Heiland niet wenst te belijden, waar men zijn geboorte uit de maagd Maria en zijn opstanding loochent Waar blijft dit apostolisch getuigenis, waar men leert, dat de genade onze goede werken aanvult Mogen wij bidden om de eenheid met hen, die de waarheid van dit getuigenis geweld aandoen, of moeten wij bidden voor hun bekering Dit is het gladde ijs, waarop we ons vandaag-de dag wagen, dat we niet meer bidden voor de bekering van hen, maar om de eenheid met hen. Ja dat men boos wordt, wanneer men het eer ste zou willen voorstellen het zijn im mers zegt men dan onze mede christenen, alleen dienen ze God op een andere wijze. Maar wij vragen ons af of deze redenering niet stamt uit het niet meer zich onder het Woord stellen en uit het feit, dat de belijdenis voor sommigen niet meer functioneert. Dan schijnt inderdaad niets te dol te zijn als het woord eenheid maar kan vallen. v. H. andere gemeente wordt zij ingekleed op Anglicaanse wijze, compleet met Schriftwoord, aanbieding van, en gebed over de offeranden Alles met el kaar geeft de liturgische situatie in onze kerken het beeld te zien van een kol kende beek. De Synode doet krachtige popingen om deze beek te keren, maar het lukt niet daarom ligt er éénmaal p. j. op de kerkeraadstafel een syno daal verzoek om in de Eredienst ,,orde te bewaren". Waarom lukt het niet Naar ik meen, omdat wij ,,van huis uit" verleerd zijn te leven bij een vaste Orde van Eredienst ,,Van huis uit", d.w.z. van uit het huis van onze vaderen, die niet terugdeinsden voor de moeilijkste theo logische vragen, maar de liturgie be handelen als een stiefkind. Ik moet hier de naam noemen van de beroemde pre dikant Petrus Datheen, wiens psalmbe rijming in Middelburg nog wordt ge zongen Hij heeft, behalve de H. Cate chismus, ook gedeelten van de liturgie van de Paltz (de toen Geref. land streek rondom Heidelberg vertaald in het Nederlands. En dit vertaalde erf goed uit de Paltz vormt nu de hoofd moot van de grotendeels onder 't stof geraakte ..christelijke gebeden en for mulieren", die u achter in uw psalm boekje vindt Het is te betreuren, dat Datheen en zijn theologisch nageslacht, die zich veelzins terecht Calvinisten noemen, niet voldoende gezien hebben, wat Calvijn bewoog, toen hij de R.K. Mis van de Middeleeuwen wilde her vormen Calvijn wilde terug naar de practijk van de oude chr. Kerk de Kerk van de apostelen en martelaren waarin de Eeredienst gestalte krijgt rondom de brandpunten van het gepre dikte Woord en het gebroken Brood. Calvijn wilde geen vernieuwing, maar hervorming van wat verbasterd is. Wanneer u nog de beschikking hebt over een oud psalmboekje van vóór 1933, dan valt uw oog (zie achter de Belijdenisgeschriften) op een veelbelo vende titel ,,De liturgie der Geref. Kerken in Nederland, of Formulieren, bij dezelven in de uiterlijke Dienst ge bruikelijkU bladert verder, en ontdekt8 gebeden, te gebruiken bij kerkelijke vergaderingen, of in het huisgezin, maar slechts 6 gebeden, be stemd voor de EredienstTe bidden ,,des Zondags vóór of na de predica te". Twee voorbeelden in het gebed na de predicate (gebed voor alle nood!) brengt Datheen tot onze verbazing de Apostolische Geloofsbelijdenis onder dak. In het gebed vóór de predicate worden drie zelfstandige delen aan el kaar gesmeed a. schuldbelijdenis, b. gebed om de opening van het Woord, c. Onze Vader. Hieruit groeide latei- het zg „grote gebed". Zoals u ziet, is hier eigenlijk geen plaats meer voor een genadeverkondiging. Maar dat is het ergste niet. Verdrie tiger is, dat Datheen ons géén Orde van Dienst naliet, waarin hij de ver schillende liturgische handelingen op hun plaats bracht. Op de 14 gebe den volgen de bekende Formulieren (Doop, Avondmaal enz.). En er staat niet bij, welke plaats zij krijgen in het geheel van de Dienst. Men heeft de erfenis van Datheen dan ook wel eens genoemd een bundel „zwevende" for mulieren. Maar dat is iets anders, dan een Dienstboek, waarin het gelaat van de Eredienst der Kerk is afgedrukt De Vaderlandse Kerk bleef de voet sporen van Datheen drukken. Binnen het bestek van dit artikel kan ik u dit niet van stap tot stap laten zien. Maar in de 17e en 18e Eeuw (Gouden Eeuw) geeft de kerkdienst ongeveer het vol gende beeld te zien alvorens de Die naar binnen komt, zet eerst de voor zanger een Psalm in, en daarna leest de voorlezer de H. Schrift, de Wet, de Geloofsbelijdenis (zie boven) en zo no dig een Formulier. Als dan „de leraar" de kansel bestegen heeft, vindt de „eigenlijke" Dienst haar weg volgens deze armoedige orde Votum gebed Preek (lied Gebed Zegen Zoals u ziet, werd de „eigenlijke" Dienst overheerst door de preek, en daarmee maar al te vaak door de pre dikheer De Gouden Eeuw is de tijd van de ontstellende verheerlijking der predikheren. Belangrijke momenten als de lezing van de H. Schrift en de Ge- loosbelijdenis (waarbij juist de Gemeen te aan het woord kan komen werden willekeurig verplaatst en als „klein goed" vóór het Votum geplaatst. En zo moest de gemeente langzamerhand wel vergeten, dat Eredienst maar niet is een „alleenspraak" van de predikant, maar gemeenschappelijke Dienst der aanbid ding. Synodebesluiten uit die tijd ma ken ten overvloede nog duidelijk, dat het Avondmaal hier en daar zelfs niet eens meer 3 of 4 maal per jaar gevierd werd Deze liturgische verschraling is alléén te verklaren vanuit het ene grote manco de Gereformeerde Kerken mis ten een vaste Orde van Dienst. Dit was dus de erfenis, die op onze kelijke tafel lag bij de aanvang van deze eeuw. Het is te danken aan nie mand minder dan Dr. Abr. Kuyper wiens Heraut-artikelen over de litur gie in 1911 gebundeld verschenen in een magistraal, maar weinig gelezen, •standaardwerk „Onze Eredienst" dat er na de vorige wereldoorlog een roep van hervorming gehoord werd. En in 1923 werden dan ook belangrijke voorstellen gedaan over de juiste plaats en de juiste vorm van de Schuldbelijde nis en de Inzameling der gaven. Deze belangrijke voorstellen werden op de beroemde Synode van Middelburg (1933) op dood spoor gereden. Deze Synode is beroemd, omdat ze waar schijnlijk de eerste Gereformeerde Sy node is geweest, die een Orde van Dienst opstelde Deze Orde is momen teel nog onveranderd van kracht in de Vrijgemaakte Kerken. Ook in onze Kerken is zij van kracht, maar dan in het licht van de Rotterdamse Synode besluiten van 1952 wij zingen na de Wet een lied van schuldbelijdenis, ge volgd door de genadeverkondiging met een Schriftwoord. Maar hiermee is het laatste woord gelukkig nog niet gespro ken. Want Middelburg en Rotterdam hebben de restauratie van het gebouw van de liturgie niet grondig, d.w.z. vanaf de bodem, aangepakt. Wanneer u een Gothische Kathedraal, die mis vormd is tot een gehoorzaal, wilt her stellen, dan bent u ook nog niet klaar, wanneer u hier een stuk metselwerk wegbreekt, en daar een venster in oude luister herstelthet geheel moet wor den bekeken Zo moet ook het grond patroon van de Eredienst herontdekt worden, zoals het zich weeft rondom de brandpunten het gepredikte Woord het gebroken Brood. Dat grondpa troon die Orde is daarom belang rijk, omdat zij de gemeente bewaart tegen willekeur, en omdat zij de delen van de Dienst hun eigen plaats biedt. Want als de delen van de Dienst op hun plaats gebracht zijn, dan stempelen ze met elkaar de Dienst tot die waar achtige ontmoeting tussen God en de gemeente, die haar weg vindt in een voortdurende wederzijds spreken, han delen en geven. De Synode van 1961 heeft dit ge zien, toen zij Deputaten benoemde, die met elkaar gaan spreken over de vraag, hoe de viering van het Avondmaal het best tot zijn recht kan komen. Wanneer nl. het Avondmaal vaker dan 4 keer per jaar gevierd zal worden wat wij hopen -dan is het duidelijk, dat dit moeilijk kan met behulp van het huidige herschreven formulier. En zo staan deze Deputaten dan ook voor de op dracht om niet maar „een Formulier te wijzigen", maar om, na grondige be zinning, de noodzaak van een Orde voor de Hoofddienst vast te stellen, waarin de Dienst van de Heilige Schrift en de Dienst van de Heilige Tafel hun plaats krijgen. Als deze noodzaak wordt gezien, en uitgesproken, dan schieten wij op in de richting van het doel een Dienstboek, waarin het ge laat van onze Eredienst is vastgelegd. De Geref. Werkgroep voor Liturgie verheugt zich er over bij dit alles de helpende hand te mogen bieden. Aardenburg J. D. DE VRIES. (Wordt vervolgd) In het gewone leven hebben we niet dikwijls „superlativen" nodig. U zult vragen, wat zijn dat voor dingen „su perlativen" Wel, dat zijn woorden in de meest sterke vorm om onze ver wondering, onze angst, onze vreugd uit te drukken. Er zijn mensen evenwel,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1962 | | pagina 1