eeuwóe 3£erlzbode JALOERSHEID 1961 r V. Kwijnende Jeugddiensten FLITSEN UIT JEZUS en.... MARS 17e JAARGANG no. 2526 22 DECEMBER 1961 «Ik wor»tol" en ontkom OFFICIEEL WEEKBLAD TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48 Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. D. J. Couvée, Bennekom Drs. A. Elshout, KoudekerkeDs. A. Koning, Oud-VossemeerDr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Mej. F. A. Groot Nibbelink, Grijpskerke Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Middelburg. Abonnementsprijs 3,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 12 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 12 cent Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, tel. 2438 Giro no. 42280 A <~YyiecLitatie En men noemt Hem Vredevorst. Jes. 9:5. Welkom. Kerstnacht, schoner dan de dagen Welkom, stille nacht, heilige nacht. Maar de slechten verdragen niet het licht, dat uit uw duisternissen blinkt. Want de 'jacht, die. wij belevendn. de wereldgeschiedenis, is niet schoon, ook niet stil en heilig. De wereld doet niet anders dan de nacht somber, dreigend, tragisch maken. En de zalige werkelijkheid van Bethle- liems wonder vervaagt ze tot een poëtisch sprookje. Wachter, wat is er van de nacht De morgenstond is gekomen en het is nóg nacht. Want wie heerst er in onze rampzalige wereld, na zóveel eeuwen Christendom Jezus of Mammon Jezus of Venus Jezus of Mars Zijn deze tegenstellingen oneerbiedig Zeg dan, dat het leven der mensheid zelf ze geschapen heeft en deze profanie in het aanzijn ge roepen heeft. Het zijn déze gruwelijke werkelijkheden, die u zien moet vóór u de werkelijkheid, die uit de eeuwigheid daalde, bewondert. We gaan ter pelgrimsvaart naar de kribbe maar we zijn mensen van déze tijd. Jezus' naam is Vredevorst. Onze tijd, onze wereld wil ook vrede. De mensen zeggen, dat ze Mars onttronen willen, want deze geharnaste god verwoest onze bloeiende landen en zijn voetstappen druipen van bloed. De groten der aarde komen samen om de misdadige macht van deze god te besnoeien. Maar tegelijkertijd gaat men voort zich steeds sterker te bewapenen. En ondanks alle loffelijke en minder lofwaardige inspanningen blijft het alles zoals het was en is Het blijft nachtMars blijft op de troon... En waarom Omdat men niet erkent en wil de heerschappij van de Vredevorst. Om tot de vrede te komen, hebben wij nodig, niet vredewensers en vredepraters en vrededromers, maar de Vredevorst dat wil zeggen Die, die over de vrede gebiedt, die de vrede beschikt, en die alleen mach tig is Mars te onttronen. Toen dit goddelijk Prinsje geboren werd, donderde niet, zoals bij de geboorte van wereldlijke prinsen, het kanongeschut, maarzongen engelen het vredelicd. En toen Hij optrad als Messias, leerde Hij Zijn discipelen niet exer ceren. maar Hij bestrafte hen: .Steek uw zwaard in de schede!'' En om aan de oorlogsgod zijn geweldvermogen te onttrukken, kwam Hij hem tegen met het kruis, en zo jubelt de Schrift Hij heeft de over heden en machten (waarbij ook Mars hoort) ontwapend en openlijk ten toon gesteld, en zó (n.l. door het kruis) over hen gezegevierd" (Coll. 2: 15). En daar moeten de volken heen, naar Golgotha, wanneer ze ont wapenen willen. Daar moeten we allen heen. om onze vijandschapswapenen af te leg gen, waarmee we strijden tegen God, tegen onszelf en tegen elkander. De ergste oorlogsgod zit binnen in onze ziel ten troon, en deze afgod moet eerst vallen. Maar ook is dit waar Schijnbaar mag Mars in de wereld heersen hij mag zijn glorie vermenigvuldigen door de wereld in spanning en drei ging en onrust te houden in werkelijkheid is zijn rijk ten einde. De engelen hebben gelijk Het zal zijn Vrede op aarde Door de wereldstormen heen brengt Jezus ons het rijk, waarin de bergen vrede dragen. Voor het geloof is ook nu de Kerstnacht schoner dan de dagen. Het is een stille, heilige nacht. Want we hebben de ster van de geboren Koning gezien, en Zijn naam is VREDEVORST Kruiningen J. KOOLSTRA. Je moet wel diaken zijn om een hel der overzicht te hebben van de tegen woordig welgevulde collecte rooster, maar je hoeft helemaal geen diaken te zijn om te weten, dat in alle Gerefor meerde Kerken in Nederland op de eerste Kerstdag een collecte gehouden wordt voor de arbeid van de verkondi ging van de Blijde Boodschap aan het Joodse volk Deze gewoonte bestaat al een hele tijd. En ik zou ook niet weten, op welke dag deze collecte beter tot haar recht zou kunnen komen, dan op de Kerstdag. Dat is immers de dag. waarop de Kerk over de ganse wereld haar blijd schap nauwelijks op kan zij ontving het grote geschenk van Gods liefde Jezus Messias Van die blijdschap wil de Kerk meedelen vanzelfsprekend aan de wereld, ja, maar zeker niet min der vanzelfsprekend ook aan het Jood se volk. Want het geschenk van de Messias is toch in de eerste plaats be stemd voor het Joodse volk Hij is de wens aller vaderen. En als ik Zacharias hoor zingen, dan weet ik het weer Jezus is het bewijs, dat God ..omziet naar Zijn volk Israël Maar wanneer Israël niet omziet naar de Messias, dan legt God Zijn grote geschenk dat in de eerste plaats voor Israël bestemd is in de handen van de Kerk. Maar de Kerk kan die weelde niet op, en daarom gaat zij met de grote ..Joden-en-Heidenzendeling" Paulus Is raël jaloers maken Israël, het Joodse volk moet tot zijn grote verbazing mer ken, dat er een gemeente is uit de hei denen, die in alle opzichten de echte gelaatstrekken vertoont van het ware Israël. Israël moet daar jaloers op wor den. Ik denk aan een rijke jongen met prachtig speelgoed, maar het verveelt hem allemaal. Maar als zijn arme vriendje met glinsterende ogen met de prachtige trein speelt, dan wordt hij geprikkeld tot jaloersheid dan weet Daar het uiteraard niet wel mogelijk is om binnen het bestek van een kerk bode-artikel alle gebeurtenissen van het afgelopen jaar op kerkelijk gebied sa men te persen, stellen wij ons tevreden met het memoreren van enkele feiten, die dat jaar als het ware karakterise ren. En dan gaat 1961 de geschiedenis in als het jaar van de synode van Apel doorn en het jaar van de oecumene. Wc kunnen in plaats van het officiële ..synode van Apeldoorn" ook zeggen het jaar van de record-synode. Nog nimmer werd in zo'n korte tijd op zulk een efficiente' wijze een groot agendum afgehandeld. Mee door de nieuwe wijze van vergaderen, die thans ook in de Chr. Geref. Kerken ingang heeft ge vonden. waarbij eerst verschillende commissies de diverse rapporten enz. bestuderen, werd veel tijd gewonnen, terwijl er grondig gewerkt werd. Be langrijke zaken kwamen aan de orde zoals werelddiaconaat, publiciteit, uit breiding gezangenbundel, nieuwe psalm berijming. onze verhouding tot de Oecumene en de crematie. Allemaal punten waaruit blijkt dat de Gerefor meerde Kerken allerminst verstard zijn. En al wordt dan niet over alle vraag stukken gelijk gedacht, we zijn er sa men mee bezig. Dat betekent ook dat het laatste woord ten aanzien van en kele punten nog niet gesproken is. Er zijn nu waarnemers naar de Wereld raad assemblee in New Dehli geweest, straks zullen er waarnemers zijn op het vijfde plenaire congres van de I.C.C.C., ook wat betreft de crematie is de dis cussie door de uitspraak van de synode (niet vóór en niet tegen) pas op gang gekomen. De nieuwe psalmberijming zal beproefd worden, hetzelfde geldt van de uitbreiding gezangenbundel. Vele zaken zullen nog door- en uitgepraat moeten worden, maar er wordt gepraat er is belangstelling, er is leven. Dit zijn verblijdende factoren, die moed geven. We denken verder aan de naamsver andering van het deputaatschap voor de Zending onder de Joden, dat thans heet deputaatschap voor de evangelie verkondiging onder Israël. Een naams- hij weer, wat hij voor schatten bezit Zo gaat de Kerk Israël jaloers ma ken op tweeërlei wijze. In de eerste plaats door metter daad te laten zien, welke blijdschap zij gevonden heeft in de Messias. Ik herinner mij de beroem de vergelijking van Gunning. De Joden lijken op mensen, die een berghelling beklimmen een uitermate vermoeiend werk. Met rimpels in het voorhoofd en tanden op elkaar geklemd vechten zij zichzelf omhoog daarboven op de top moet het immers te vinden zijn. Christenen gelijken op mensen, die van een berg afdalen hun voetstap is licht en er is een glans in hun ogen en een lied op hun lippen. Zij hebben de berg top gehad. De bergtop de bergtop der genade. Wat vindt u van die vergelijking Voor de Joden gaat hij wel aardig op, maar voor de christenen Of meent u, dat de Joden met hun ghetto-erva- ring, zonder moeite aan de christenen kunnen zien, dat ze nu al 19 eeuwen met de engelen bezig zijn te zingen Ere zij God in de hoogste hemelen en vrede op aarde voor mensen des wel- behagens Ik vermoed van niet. En toch moet vanwege de beloften Israël jaloers worden Vandaar, dat de Kerk ook nog op andere wijze zoekt naar het hart van Israël. Zij zoekt Israël op met de Blijde Boodschap, die verborgen ligt in de naam Zacharias „De Here ziet naar u om". Dit goede bericht wordt namens onze Kerken verkondigd aan de Joden in Nederland en in de staat Israël. Ach ter de missionaire predikanten staan de Kerken, ook die van Zeeland. Aan deze Kerken is en wordt de Grote Blijdschap verkondigd. En dat wij die Grote Blijd schap niet voor onszelf kunnen houden, dat zal te merken zijn aan de collecte op de Eerste Kerstdag. Aardenburg J. D. DE VRIES. verandering, waarmee onze kerken be wezen hebben èn de Schrift én de tijd waarin wij leven te verstaan. De Zen ding kon meer vaste vorm geven aan de PARUBA plannen. In het komende jaar zal daarom ook meer voor de zen ding gevraagd worden, omdat het werk zich gaat uitbreiden. Waar één deur zich sluiten gaat. daar gaan andere deuren open. Ook wat het zendings werk betreft mogen wij dankbaar zijn voor de vele wegen die gebaand zijn. Naast de synode en de daar behan delde rapporten en vragen noemen wij anderzijds de oecumene als karakteris tiek voor 1961. En dat niet alleen bin nen. maar ook buiten onze kerken. Niet minder dan drie grote oecumenische vergaderingen werden binnen onze ge zichtskring gehouden. Het begon in Praag met een samenkomst van de eer ste Algemene Christelijke Vredescon ferentie. gevolgd door een vergadering van de Europese Alliantie van de I.C.C.C. te Brunnen in Zwitserland, waar de oecumenische openheid zo ver ging waarschijnlijk per vergissing dat er een spreker optrad, die juist uit Praag was teruggekeerd en er zeer po sitief tegenover staat. En tenslotte zag 1961 de derde Assemblee van de We reldraad in New Delhi. Wat onze eigen kerken aangaat, de verhouding met de Vrijgemaakte Kerken kwam weer ter sprake en van Apeldoorn ging een dui delijk antwoord uit op de laatste Vrij gemaakte afwijzing tot samenspreking. Dat de scheuring van 1944/45 steeds meer verabsoluteerd wordt en zelfs tot een werk des Heren verheven wordt, moet ons droef stemmen, toenadering tot elkander schijnt verder weg dan ooit. Er zijn echter in dezen nog licht punten. bijvoorbeeld als we naar Baarn zien, waar men elkaar ondanks de kras se uitspraken van Assen toch schijnt te kunnen vinden en waar zelfs al sprake is van gezamelijk avondmaal. Zal van Baarn de vitorie beginnen De verhou ding tot de Chr. Gereformeerde Kerken blijft ongewijzigd, de verhouding vrij gemaakt—chr. gereformeerd is van dien aard. dat van een eventuele vereniging van deze beide kerkengroepen weinig sprake meer is. Met name de Wekker en het Kerkblad van het Noorden ke ren zich tegen het absolutisme van de Vrijgemaakten. Het nodige stof woei in onze kerken vervolgens op door de verklaring van de Achttien (waarvan negen gerefor meerde predikanten), dat de gedeeld- heid tussen de Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken onduldbaar is. De verklaring werd gevolgd door de Woudschotenconferentie. waarop over „Hereniging" als een noodzakelijk iets werd gesproken. Besloten werd een boekje uit te geven, dit verschijnt dezer dagen, en in het voorjaar van 1962 een Hervormd-Gereformeerd Congres in Utrecht te beleggen. Een brief aan de kerkeraden ondertekend door een aan tal deelnemers van Woudschoten en enkele van de Achttien volgde op dit alles, hierin worden de kerkeraden op gewekt om met de oproep ernst te ma ken en contact met de Ned. Herv. Ge meente ter plaatse te zoeken. Ander zijds verscheen een ernstig oproep in Waarheid en Eenheid om tegen deze gang van zaken te waarschuwen en riep men op om alle krachten te bun delen tegen de doorbraak van Barthi- anisme en midden-orthodoxie in onze kerken. Het grote bezwaar, dat tegen de actie van de Achttien aangevoerd kan worden is, dat blijkens een verkla ring van de vrijzinnige ds. van Houten, die tot de Achttien behoort, de negen gereformeerde ondertekenaars „bereid zijn de hervormde kerk te aanvaarden zoals deze is (dus inclusief de vrijzin nigen)". Helaas is tot nu toe van geen der gereformeerde ondertekenaars deze verklaring van ds. van Houten tegen gesproken. De oproep van de Achttien heeft weerklank gevonden en tegen spraak uitgelokt. Prof. Waterink sprak zelfs van een déraillement. Al met al heeft deze oproep ons echter tot bezin ning genoopt op onze verhouding tot de Ned. Hervormde Kerk. Dat daarom het in 1962 te houden congres in geen geval een „herenigingscongres" is, zo als we het onlangs hoorden betitelen, staat wel vast. Ook ten aanzien van de Wereldraad van Kerken blijven de meningen ver deeld. er zijn voorstanders van aanslui ting bij deze Raad, er zijn echter ook zeer veel tegenstanders. Dat er waar nemers naar New Delhi geweest zijn, behoeft geenszins er op te wijzen, dat onze kerken langzaam in de richting van deze Raad groeien. Rondom de Wereldraad zijn nog vele vragen, ener zijds verscheen er een voortreffelijk boekje „Het Licht der Wereld" ander zijds maken vele die aanhangers zijn moderne theologiën lid van deze Raad uit. Enerzijds hoort men stijf en strak volhouden, dat deze Raad slechts een gespreksgemeenschap wil zijn. ander zijds blijkt uit de officiële publicaties, dat men op weg is naar de Eenheid. Met spanning wachten we daarom op het rapport, dat door de waarnemers zal worden uitgebracht. Nog één punt willen we noemen, voordat we van het jaar 1961 afscheid nemen, de grote sprong actie van de Stichting Steun Kerkbouw. Dat deze voortreffelijk geslaagd is, mag er ook op wijzen, dat wij levende kerken zijn. waarin de verantwoordelijkheid voor het gemeenschappelijk belang gevoeld wordt. Dat daarbij niet alleen gelet wordt op eigen belang, maar ook op dat van anderen bewijst de opbrengst van de collecte voor het werelddiaco naat, waarin thans onze kerken ook ac tief deelnemen, met name in Pakistan. Hong Kong en Iran. Het jaar 1961 overziende mogen we besluiten, dat onze kerken levende ker ken zijn zeker achter het éne zet de één vraagtekens, terwijl de ander uit roeptekens zet en omgekeerd. Er is ech ter omtrent alles wat ons bezig houdt een open discussie, dat verblijdt ons en wij danken God voor zijn genade ook in 1961 weer aan ons bewezen. v. H. 'k Geloof niet dat we als Gerefor meerde Kerken hier veel last van heb ben. Reden om over het verloop hier van te klagen, hebben we niet om de eenvoudige reden dat ze maar weinig voorkomen. Of er niet soms gesproken kan worden van kwijnende kerkdien sten Wat de middagdiensten in de grote stadskerken betreft zeer zeker. Maar kwijnende jeugddiensten? Men zal vragen hoe ik hierover kom te schrij ven Wel, dat vindt oorzaak in wat ik las in „Hervormd Nederland" in welk blad zekere H. A. V. er over schrijft en tegelijk enkele uitvallen aan het adres onzer kerken doet. Hij schrijft dat de jeugddiensten wel eens hun tijd gehad kunnen hebben. Een der oorza ken zou dan zijn dat „veel dominees zo met beide benen in het gewone leven staan, dat hun preken helemaal niet meer onverstaanbaar zijn voor de niet geroutineerde kerkganger. Dat is mis schien wel een van de voornaamste oor zaken waardoor de belangstelling voor de jeugddiensten kwijnt. Mij dunkt dat wat hier gezegd wordt van die domi nees nu eens prettig is voor die „velen", die aldus een hoog cijfer van de jeugd krijgen, 't Is ze van harte gegund. Als de (Herv.) jeugd, die uit de kerk weg bleef om allerlei redenen, ingebeeld of waar, weer trouw gaat kerken, verheugt zich mijn gereformeerde ziel hierover. We begrijpen het ook wel een beet je vooral als de schrijver zegt, dat veel jeugdpreken doodgewone oude men- senpreken waren, gelardeerd met en kele vlotte uitdrukkingen en waarin veel „jij en jullie" moesten suggereren, dat het heus geen gewone kerkdienst was. Dat de jeugd daar genoeg van heeft en weer de weg der ouderen opgaat, is verblijdend dan is dit been ook weer in het lid. H. A. V. veronderstelt dat de jeugddiensten wel eens hun tijd ge had kunnen hebben. Nu wil ik er niet op stoffen dat we dit niet anders ver wacht hadden en altijd wel gezegd hebben. Wel wil ik wijzen op een paar eigenaardige dingen die we in dit ver band van de schrijver te horen krijgen over onze Geref. jeugd en onze kerken. Als H. A. V. het heeft over de jeugddiensten, die een ogenblik het be staan schenen te rekken, noemt hij de belangstelling van de Geref. jeugd voor deze diensten, maar doet dan tevens een uitval naar deze jeugd. Hij schrijft over „belangstelling van de gereformeerde jeugd voor de her vormde jeugddiensten, zich openbarend in een gelijk blijven van het aantal, ge paard gaande met een opvallend gro tere oneerbiedigheid tijdens de dienst (ik onderstreep, B. W.). Zie, dit doet me vragen of inderdaad onze geref. jeugd zo opvallend oneerbiedig is tij dens de dienst 'k Heb geen enkele reden om aan 's schrijvers waarheidszin te twijfelen. De geref. jeugd die naar deze diensten gaat of ging, doet dit zonder ouderlijk toezicht, hetgeen al een vreemd geval is naar mijn gevoelen. Dat een geref. gezin des zondags morgens (want van twee maal kerken, zal in zulke gezinnen wel geen sprake zijn) opbreekt en uitééngaat in verschil lende richtingen, zo op hoop van ze gen, is al een vreemd geval en geeft te denken hoe kwalijk het kerkelijk besef er hier bij zal staan. Maar 't kan zijn dat de jonge lieden zich zonder dit ouderlijk toezicht wat onordelijk gedragen hebben. Nogmaals zij gezegd, dat ik aan de waarheidszin van de scribent niet twijfel, maar of het hem niet schort aan de nodige ob jectiviteit betwijfel ik wel. Waarom moet dit nu zo in de krant Bovendien bevalt me de volgende uitval naar de kant onzer kerken hele maal niet „In de gereformeerde ker ken, waar alle dingen circa vijfentwin tig jaar later plegen te komen dan bij ons, begint men nu jeugddiensten te

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1961 | | pagina 1