ALS BROEDERS SAMENWONEN DOOR WATER EN VUUR Ds. v. Heesen tot secundus dep. Geest, verz. Militairen Ds. Boonstra tot sec. dep. vacaturebeur ten Ds. Vlaardingerbroek tot sec. dep. exa mina. 10. Br. de Bruyne komt ter vergadering en rapporteert namens de Comm. predi- kantstractementen a. wat kindergelden betreftde comm. adviseert aan het verzoek, door br. Bo- gaards te Yerseke, deputaat ad hoe, aan onze classis gedaan, om toe te treden tot de prov. kindergeldenregeling, te voldoen. Na brede bespreking besluit de classis vooralsnog niet tot de gemeenschappelijke regeling toe te treden wel zal onze comm. zo mogelijk aan de provinciale besprekin gen deelnemen b. wat de pred. tract, betreftde comm. adviseert een overgangsmaatregel om lei ding te geven aan het streven, de pred. tract, te brengen op het peil van de leraarssalarissen gegeven worden een minimum- en een maximumschaal, waar tussen de salariëring der pred. zich dient te bewegen bij genoemd streven. 11Afgevaardigden doen verslag van de besprekingen in de kerkeraden n.a.v. het staatje van de pred. tract, in vergelij king met de leraarssalarissen, dat aan de kerkeraden is toegezonden. Alle kerken op drie na willen direct of geleidelijk het tract, aan 't leraarssal. gelijk maken of hebben al een regeling die hierop neer komt bedoelde drie kerken menen, dat dit voor hen practisch niet mogelijk is. 12. Souburg stelt voor de suggesties van de laatstgehouden Gen. Syn. t.a.v. de klei ne kerken, die moeilijk een vol tractement kunnen opbrengen, nader te bestuderen en te trachten tot toepassing er van in onze classis te komen. (Deze suggesties bestaan in combinatie van kleine kerken of het gedeeltelijk afstaan van een pred. van een kleine gemeente aan een naburige grote kerk.) In een uitvoerige discussie wordt op prakt, moeilijkheden gewezen en komt naar voren, dat hier geen taak voor de classis ligt. Desniettemin wordt besloten, dat een comm., bestaande uit primi kerk- visitatoren, de toepassing van punt 3 van de richtlijnen pred. tract, van de Gen. Syn. 1961 nader zal bestuderen. 13. Br. de Bruyne vraagt in Jan. 1962 van de kerken te mogen vernemen, hoe voor dat jaar het tract, is vastgesteld dan zou bezien kunnen worden of er voor de in 't vorige art. genoemde comm. mis schien ook iets te doen valt. 14. Br. Lavooij, ter vergadering geko men, presenteert een voorstel betr. de voor 1962 toe te passen classicale quota- tiecijfers. Aldus goedgevonden. Tevens besloten, dat br. Lavooij hiervan mede deling zal doen aan de cl. deputaatschap- pen, die daar belang bij hebben. 15. Ds. Streefkerk doet voorlezing van de regeling der vacaturebeurten voor St. Laurens, Westkapelle/Domburg, Arnemui- den aldus aanvaard regeling zal gepu bliceerd worden in de kerkbode. 16. Als primi kerkvisitatoren worden herkozen en weer benoemd Di. Streefkerk, v. Til, Verschoor en v. Wouwe als se cundi visitatoren Di. v. Heesen en Ytsma als examinatoren dogmatiek Di. Verschoor en v. Wouwe. 17. Oostkapelle verschaft de door de vorige vergadering gevraagde inlichtingen betreffende aldaar samen met de Hervorm den gehouden kerkdiensten, die een amb telijk karakter droegen. 18. Blijkens besluit van de Gen. Syn. moet er van een bijzondere noodsituatie sprake zijn wil men gecombineerde ambte lijk geleide erediensten mogen houden. De classis is van oordeel, dat zo'n noodsitua tie in Oostkapelle niet aanwezig was en acht daarom de handelwijze van Oostk. bedenkelijk, te meer, daar men hierover met de classis niet van tevoren overleg had gepleegd. 19. Een commissie, bestaande uit de Di. v. d. Bom, Gommer, v. Heesen, Vlaar dingerbroek en Ytsma wordt benoemd om van dergelijke problemen een principiële en praktische studie te maken. 20. Rondvraag art. 48. Souburg ver zoekt de classis voor het emeritaatsfonds een eigen girorekening te openen en zou graag zien, dat de quaestor classis voort aan de betaling der quota niet meer al leen per kerkbode, maar ook per aan schrijving aan de kerken zou vragen. Vrouwenpolder dankt voor vertegenwoor diging van de classis bij afscheid Ds. v. d. Wal. 21. Pers. rondvraag. Ds. Vlaardinger broek vraagt naar een brief, die namens de classis, alweer enkele jaren geleden, aan een broeder in M. geschreven zou worden, maar die waarschijnlijk nooit verzonden is. Zal onderzocht worden. Ds. Streefkerk wijst op een kerk, die herhaal de malen slechts door één afgev. verte genwoordigd is. 22. De classis besluit zich te doen ver tegenwoordigen op de afscheidsreceptie van koster Drost (zie art. 1); dhr. en mevr. Drost, binnengekomen, worden door de praeses toegesproken ook de nieuwe koster, br. Corstanje. Br. Drost antwoordt met woorden van dankbaarheid. 23. Korte notulen van deze vergadering worden gelezen en goedgekeurd. 24. Volgende vergadering dinsdag 13 febr. 1962. Moderamen Ds. v. d. Bom, praeses Ds. Bohlmeijer, assessor Ds. Streefkerk, scriba I Ds. Ytsma, scriba II. 25. De plv. scriba II eindigt met dank gebed de praeses sluit de vergadering. Namens de classis, J. Vlaardingerbroek, plv. scriba II. KORT VERSLAG van de vergadering der classis Zierikzee op 15 november 1961 gehouden te Zierikzee. Namens de samenroepende kerk van Scharen- dijke opent ouderling Lemsom de vergadering. Na de constituering van de vergadering fungeren als praeses: Ds. B. Wentsel, als as sessor I: Ds. Y. J. Tiemersma en als assessor II: ouderling J. M. de Waal. De praeses herinnert in zijn openingswoord aan het jubileum met betrekking tot de Neder landse Geloofsbelijdenis, welk feit in onder scheidene plaatsen op verblijdende wijze met aandacht werd ontvangen. Hij vestigt er de aandacht op dat de vefgader- datum van de classis een historische genoemd kan worden. Op 15 november 1832 verscheen namelijk de brochure van Hendrik de Cock: ,,Twee wolven in de schaapskooi van Christus". Verder memoreert hij de teleurstellingen, welke de kerken van Bruinisse en Scharendijke ondervonden bij het beroepingswerk en wenst hij deze kerken volharding toe. Notulen. Br. de Waal leest de notulen van de vorige vergadering, welke door de classis worden vastgesteld. Naar aanleiding van de notulen deelt Ds. Tiemersma mede, dat naar het oordeel van de kerkeraad geen termen aanwezig geacht werden om officiële stappen te ondernemen voor het doen plaats vinden van de bediening van het Heilig Avondmaal in het ziekenhuis. Wèl is de kerkeraad van Zierikzee bereid, op aanvraag, betrokken kerken en patiënten van dienst te zijn. Ingekomen stukken. Het Algemeen Kerkelijk Bureau zond: de lijst (vervolg op pag. 3) GEESTELIJKE VOLKSGEZONDHEID In voorgaande artikelen hebben we ons bezonnen op de meest gewone en gezonde manier van samenwonen, nl. van de ouders en hun jonge kinderen. Ik zal nu met U andere en soms minder gezonde vormen van samenwonen bezien. Gelukkig is in Zeeland de woningnood niet meer zo hoog, dat wij hier veelvuldig het bewonen van één woning door twee voor elkaar geheel vreemde gezinnen tegen komen. In de grote steden in Holland is het instituut van „inwoning" nog steeds een gevaar voor de volksgezondheid. Wel zien we in de grotere Zeeuwse steden steeds meer flatgebouwen verrijzen. Parallel daarmee vüllen de spreekkamers van de artsen zich met patiënten, die niet opgewassen bleken tegen het intensieve onderlinge contact, waartoe flatbewoners gedwongen zijn. Ook al spreken zij elkaar nooit, ze horen, zien, ruiken en voelen eikaars eigenaardigheden. En dat blijkt onverdraaglijk te zijn. Evenwichtige mensen ergeren zich aan een ander onder bijzondere omstandigheden: als ze moe of teleurgesteld zijn, als ze zich ergens intensief op willen concentreren of als ze zich geremd voelen in het uitleven van een eigen hobby of een hoogtepunt in het gezin. Gevoelige en onzekere mensen durven zichzelf niet te zijn, omdat ze weten dat bijna al hun intimiteiten in meer of mindere mate door de medebewoners worden bemerkt. Nerveuze en minder aangepaste persoonlijkheden kunnen geheel overstuur raken en onredelijk ruzie veroorzaken. Het „flatprobleem" staat in Zeeland pas in de kinderschoenen, maar het zou nog wel eens belangrijk kunnen worden. We zijn er weinig op vóór-bereid, en ook niet ertoe bereid. De ontwikkeling lijkt echter ook bij ons in de richting van hoogbouw te gaan en we zullen wel mee moeten. Een Amsterdammer kan zijn hart luchten door een rijk gevarieerde woordenstroom de lucht in te zenden. Dat doet de Zeeuw niet zo gauw en dat maakt het voor hem moeilijker om zich te bevrijden van opgekropte emoties. Ik wil U de Amsterdamse methode niet aanraden, want het past niet bij ons en is tenslotte ook weinig elegant. De spreekuren van de psychiaters dienen echter evenmin te druk te worden. Zullen we een beter antwoord weten te vinden Helaas kan ik II geen antwoord op deze vraag geven. Laten we eens stilstaan bij de vormen van samenwonen, die Zeeland al lang kent. Ik denk daarbij aan het samenwonen in dorps- en wijkverband en aan het samenwonen van verschillende familieleden al dan niet onder één dak. Zeeland kent nog hechte dorpsgemeenschappen, waar men niet naast elkaar, maar samen woont. Deze gemeenschappen zijn minder gesloten en exclusief dan in sommige andere plattelandsstreken in ons land. Nieuw komers worden relatief gemakkelijk opgenomen. Als er spanningen ontstaan wordt niet zo snel naar de wapenen gegrepen. Een vechtpartij en een moord zijn niet Zeeuws. Zelfs scheldpartijen komen vrij zelden voor. Als iemand de regels van de gemeenschap overtreedt zal bij ons ook geen geruchtmakend „dorpsgericht" worden voltrokken. Het valt me steeds weer op, dat in Zeeland een conflict tengevolge heeft, dat de partijen niet meer met elkaar praten. En dat betekent dat de strijdvraag ook niet zal worden opgelost. Regelmatig zie ik mensen, waarover het hele dorp spreekt, maar waarmee niemand meer een gesprek heeft over de hangende kwestie. Hele groepen kunnen zo generaties lang naast elkaar blijven leven. Hoewel de kerkelijke verdeeldheid niet eens zo ver gaat, zijn de organisaties in onze dunbevolkte provincie dusdanig verdeeld, dat er momenteel niemand is die een overzicht heeft over b.v. het maat schappelijk werk dat hier verricht wordt. Er zijn veel meer mensen bezig met van alles te organiseren, dan er werkzaam zijn met de werkelijke hulpverlening. Het kwaad dat zich gaat ontwikkelen zodra het gesprek gestaakt wordt is veel groter dan men in het begin meent. Het is een taak voor de ambtsdragers maar ook wel voor ieder van ons, om zo vroeg mogelijk bij een dreigend conflict te bemiddelen, ongeacht de schuldvraag. Hoewel deze regel voor alle tussenmenselijke contacten geldt, kan hij nog met meer klem worden toegepast op de relatie tussen Christenen, ook buiten ons eigen kerkgenootschap. Onthoudt elkaar de broedernaam niet en realiseer U hoe goed het is om als broeders samen te wonen. Tenslotte nog een enkel woord over het familieleven. Hoewel de beweeglijkheid van de bevolking ook in Zeeland sterk is toegenomen, zien we nog sterke familie banden. Soms gaat dit te ver: moeders bemoeien zich te veel met het huishouden van hun dochters of schoondochters, vaders geven hun zonen onvoldoende zelf standigheid, dochters offeren hun toekomst op om hun ouders te verzorgen. Samen wonen eist ook dat men elkaar vrijheid gunt. Juist door de hechte banden die veel families in Zeeland kennen, bestaat er een neiging om te kort te doen aan de persoonlijke vrijheid. En als iemand toch een eigen weg kiest, ontstaat een breuk. De muur die dan wordt opgetrokken is vaak even dik als die in Berlijn. Het gesprek, waarin wij elkaar moeten zoeken, is geen polemiek, geen discussie en liefst ook geen onderhandeling. Het betekent een open oor, een pogen tot begrijpen en een zoeken naar woorden, die uit het hart komen en het andere hart raken. De aanval is de beste verdediging, maar een gesprek is geen gevecht. Begin dus niet met aan te vallen, laat de schuldvraag niet in het centrum van Uw belangstelling staan. Als U meent, dat de ander fouten heeft gemaakt, bedenk dan dat Uw mening ook fout zou kunnen zijn en dat U alle omstandigheden niet kent. Beschuldig niet direct, maar vraag liever: Was dat wel juist Wij mogen allen meewerken om het samenwonen mogelijk te maken: in ons gezin, onze familie, onze kerk, onze provincie. Lupus est homo homini (De ene mens is een wolf voor de andere), maar niet als Christus ons hart regeert. A. J. BOOM. Feuilleton door J. BRANDENBURG Een verhaal uit de bezettingstijd LIX Verbolgen keerde Gerda zich van de vorstelijke bloe men af. Het bloed steeg Dina naar het hoofd. Zeg, stel jij je niet zo aan, doe niet zo overdreven. Het lijkt wel of bij jouw alle manieren op de loop zijn. Ik vind het geval van Rudolf Weber in elk opzicht iets aparts. Je kunt niet zeggen, dat hij een Duitser is als andere Duitsers, waar we niets mee te maken hebben gehad. Ik ben blij met zijn bloemen en zal ze een ere plaats geven. Hij weet in elk geval wat manieren zijn. Rudolf is een christen, die we als een broeder moeten behandelen. Hij kan er ook niets aan doen, dat hij ge dwongen wordt soldaat te zijn, zei mevrouw. Dina knikte zeer overtuigd. O, zo, daar ben ik het mee eens, zei ze. Allicht ben jij het daar mee eens. Jij wordt zelf nog eens een Duitse, kindje. Let op mijn woorden. Bah hoe is 't mogelijk. De tranen brandden in haar ogen. Ik verbied je zo te spreken, Gerda. Jij wordt ver teerd door enkel haat. Hoe moet het er in jouw ziel te genwoordig wel uitzien O, misschien niet zo best. Maar als straks de inva sie komt, vecht hij tegen Henk en hitst hij zijn soldaten misschien wel op Henk een kogel door zijn hart te jagen. Vlammend rood tekende haar wangen. Haar ogen wa ren donker van woede en haat. Haar moeder verbleekte. Kindje, wat zeg jij de dingen toch altijd vreselijk cru. Maar meer zei ze niet. Ze stond weer door de onver biddelijke logica van haar kind voor de gruwelijke con sequentie van deze oorlog. In de grond der zaak had haar kind gelijk. Maar wat moest ze doen O, als Rudolf tegen onze soldaten ging vechten, ze zou zijn aanwezig heid in haar huis niet meer kunnen dulden. Maar toch, moest zijn geval niet afzonderlijk gezien worden Was het wel zeker, dat hij tegen onze jongens vechten zou Was het niet mogelijk, dat hij. zoals van vele Duitsers verteld werd, hier in Zeeland zich zonder vechten aan de geallieerden zou overgeven, omdat hij in zijn hart hoopte op vernietiging van het Nazi-regime Daar zat ze al weer met het probleem. Al vroeg op haar verjaardag omsloot het als een vampier al haar ge dachten. En ze had zich zo stellig voorgenomen deze dag te beschermen en zo mogelijk alle gepraat over de oorlog en wat daarmee samenhing, buiten de muren van haar huis te sluiten. Eén dag mocht je toch wel voor je zelf houden Hoe kwamen ze er ook al weer over te spreken? O, ja, door die bloemen. Ja, die bloemen moesten in de kamer blijven. Het geval Rudolf Weber was in elk geval iets aparts Gerda liep met een boos gezicht de kamerdeur uit en smeet deze hard achter zich dicht. Maar haar koude practische redenering liet haar moe der die dag niet meer los. Ze stelde Henk en Rudolf steeds weer tegenover el kander. Hoe was het mogelijk, dat de een de ander de dood injoeg. Here, is het werkelijk mogelijk, dat uw kinderen in dit leven als vijanden tegenover elkander staan, elkaar zelfs vermoorden en toch direct daarna als uw kinderen samen, naast elkaar, voor Uw troon staan Ze kon er niet meer uitkomen. Hoe zou dominé Ver- sendaal hierover denken, dacht ze onwillekeurig. In de middag vroeg ze de Duitse officier de avond in hun midden te zijn, maar hij weigerde beleefd. Hij stelde het verzoek op hoge prijs, maar hij voelde, dat hij daar die avond niet paste. Ook al wilde de familiekring hem dulden, het was niet zeker, dat een bredere vriendenkring er ook zo over dacht en hij zou niet graag een schaduw op haar verjaardag werpen. Goddank zei Gerda, toen mevrouw het 's avonds aan tafel meedeelde. Maar Dina stonden de tranen in de ogen. Het werd een drukke avond. Dominé en mevrouw Versendaal kwamen al vroeg. Daarna de gemeente-secretaris, die ongetrouwd was. Dan dokter Schaarsbergen met zijn echtgenote en nog enkele zakencollega's van De Wilde. De grote kamer was geheel bezet. De smaakvol ge arrangeerde hoek verlichting, die voor deze avond brand de, maakte het interieur intiem en gezellig. Omdat niemand banaal wilde zijn, begon niemand over de oorlog of wat daarmee samenhing. Maar geen enkel ander gesprek floreerde. De mensen waren slechts van één ding vervuld. Het bleef bij algemene opmerkingen, vragen en antwoorden, omdat er nu eenmaal iets gezegd moest worden. Onder de dames vlotte het nog het best. Het huishouden blijft tenslotte altijd een dankbaar onder werp. Maar om kv/art voor negen draaide De Wilde het knopje van de radio op Londen en verzocht even stilte. Het politiek weekoverzicht wilde niemand graag missen. Er kwam een gunstig getint overzicht. De Russen hiel den zich goed en uit alles was wel komen vast te staan, dat het Duitse offensief was vastgelopen. Toen nog en kele berichten over tochten van de R.A.F. Maar toen was het ijs ook gebroken. De radio zelf had het gesprek geopend. Het ging over de Russische veldtocht. De gemeente-secretaris, die een expert was in het Napoleontisch tijdvak, waarin hij na 22 juni 1941 was begonnen te studeren, vertelde over Napoleon en hoe die met de Russen gevaren was. Er werd druk gediscussieerd, tot plots Willem opstond en even stilte verzocht voor Gerda, die een kort gedicht wilde voordragen. Er werd geapplaudiseerd. Gerda stond bij de brede porte brisee's. Ze had een verhoogd kleurtje en haar ogen glinsterden. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1961 | | pagina 2