3£erkbocle
v*J
SYNODALIA
Er gebeurt immers niets
KNIPSELS
<~~YYl&ditatia
met kanttekeningen
17e JAARGANG No. 14
6 OKTOBER 1961
„Ik woretol"
en ontkom
OFFICIEEL WEEKBLAD TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150)22 48
Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. D. J. Couvée, Bennekom
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, Oud-VossemeerDr. P. C. Kraan, Vlissingen
Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Mej. F. A. Groot Nibbelink, Grijpskerke
Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Middelburg.
Abonnementsprijs
3,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
12 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 12 cent
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, tel. 2438
Giro no. 42280
-X
Waar blijft de belofte van zijn komst
2 Petrus 3 4
Er zijn mensen, die zeggen Sinds de wereld geschapen is, is er eigen
lijk nog nooit echt iets gebeurd. Alles gaat gewoon door. Jaar in, jaar
uit, eeuw in, eeuw uit, het is altijd hetzelfde geboren worden, eten,
drinken, werken, slapen en sterven. Steeds dezelfde tredmolen. Geslacht
na geslacht. En dan moet de Kerk dat nodig zeggen Jezus komt,
Maranatha. Deze wereld gaat voorbij". Hoe kun je nu zo iets zeggen
Er gebeurt immers niets. Het is alle eeuwen door dezelfde geschiedenis.
Men zou denken, dat juist dit uitstel de mensen er toe zou brengen,
des te vuriger te roepen ,,Kom, Here Jezus". Maar zo is het toch niet
bij de spotters. Integendeel, zij vinden het eigenlijk wel goed zo. Zij
vinden het niet zo erg, dat er niets gebeurt. Want nu kunnen zij ook
rustig voortgaan met te leven, zoals zij leven.
Ik denk dat u dat ook wel eens zegtals er nu vandaag eens iets
gebeurde, ik wou dat er eens iets gebeurde, dan zou ik kunnen geloven.
Maar de dagen gaan voorbij en er gebeurt nooit wat. En dus
Maar is dat nu wel zo
Is het waar, dat er werkelijk niets gebeurt
Wat dwaas eigenlijk om dat te vragen waar blijft de belofte van
zijn komst
Moet er dan nog meer gebeuren Heeft God nog niet duidelijk ge
noeg gesproken Is het nog niet genoeg geweest
Wij zien toch dagelijks Gods profetieën in vervulling gaan
De tekenen der tijden, zoals de Bijbel die noemt.
Hoe komt het dan, dat de mensen dat zeggen er gebeurt immers niets?
Ik denk, omdat zij niet geloven in die éne gebeurtenis, die centraal
staat in de geschiedenis van de wereld. De dood en de opstanding van
de Here Jezus Christus.
Er is iets gebeurd. Er heeft een kruis op Golgotha gestaan en er was
een open graf in de hof van Jozef. Hij is overgeleverd om onze over
tredingen en opgewekt om onze rechtvaardiging.
Dat is het nieuws voor vandaag het bloed van Jezus, Gods Zoon,
reinigt van alle zonden.
En dit is het nieuws voor morgen omdat er iets gebeurd is, daarom
gaat er ook iets gebeuren.
Hij komt. Jezus komt. Maranatha.
Hoek A. J. VERBEEK.
UIT HET DAGBOEK
VAN EEN PREDIKANT
Zoals we in de dagbladen hebben
kunnen lezen heeft de Generale Syno
de, die inmiddels tot in januari ver
daagd is, in een recordtempo de indruk
wekkende agenda afgewerkt. De nieu
we vergadermethode, waarbij eerst de
rapporten in diverse commissies bespro
ken werden, heeft dus wel vruchten af
geworpen. Waarbij komt, dat het heus
geen onbelangrijke kleine zaken zijn,
die in de afgelopen weken besproken
werden.
Dank zij de goede zorgen van thuis
en de luchtverbinding Nederland-Ca
nada zitten wij hier in Montreal met
een groot aantal knipsels voor ons,
waaruit blijkt dat er hard gewerkt is
en belangrijke besluiten genomen zijn.
We willen van enkele daarvan iets zeg
gen.
Merkten wij in ons vorige artikel
reeds het een en ander op met betrek
king tot het zenden van waarnemers
naar de Assemblee van de Wereldraad
van Kerken in New Delhi, waarbij we
aantekenden, dat hier zeker niet over
één nacht ijs gegaan zou worden en een
eventuele beslissing geen overhaast be
sluit zou zijn, het besluit is nu gevallen
en er zullen waarnemers naar New
Delhi vertrekken. Met 43 tegen 9 stem
men besloot namelijk de synode om
waarnemers te zenden en dit o.m. op
grond van de volgende overweging
„in het stadium, waarin de be
studering van het oecumenisch
vraagstuk thans gekomen is, is
het wenselijk gebleken contact
of opnieuw contact op te nemen,
zowel met de Wereldraad als
met de I.C.C.C., door middel
van waarnemers".
Dit betekent dus, dat we hier niet
mogen spreken van een stap van onze
kerken in de richting van de Wereld
raad van Kerken, doch dat in verband
met de bestudering van het oecumeni
sche vraagstuk zowel naar de assemblee
van deze Raad als naar het komende
congres van de I.C.C.C. afgevaardig
den zullen worden gezonden. Naast de
studie die men tot nu toe vanuit schrif
telijke bronnen omtrent deze organisa
ties gemaakt heeft, gaan er dus nu
mensen heen om hun ervaringen straks
in het midden der kerken neer te leg
gen. We kunnen dus spreken van een
meer uitgebreide studie van het oecu
menisch vraagstuk. Wie het anders uit
wil leggen doet zeker geen recht aan
het besluit der synode.
Gezangen.
Een ander punt dat in deze weken
is afgehandeld betreft een nieuwe ge
zangenbundel. Deze bevattende onge
veer 120 gezangen is door de synode
voorlopig aanvaard en vrij gegeven
voor gebruik in de eredienst. Als ar
gumentatie werd aangevoerd, dat niet
gewacht kon worden totdat de her
vormde bundel klaar zou zijn, daar dit
nog geruime tijd zou duren. De gezan
gen, die we nu aangeboden gekregen
hebben, zijn dezelfde, die ook in de
hervormde bundel zullen worden opge
nomen, hoewel deze laatste veel uitge
breider zal zijn. Naast deze nieuwe
aangeboden bundel mogen voorts nog
de 59 gezangen gezongen worden, zo
als we die thans in gebruik hebben, en
die naar het zich laat aanzien nog wel
enige tijd in gebruik zullen blijven,
daar in de bundel van 120 verschillen
de gezangen niet opgenomen zijn, die
zo langzamerhand een grote plaats zijn
gaan innemen, bijv. het bekende „O,
hoofd vol bloed en wonden".
Hoewel de nieuwe gezangbundel dus
aangeboden en vrijgegeven is, betekent
dit nog niet dat deze ingevoerd zal
worden, aan de mindere vergaderingen
is nu de vraag voorgelegd of dit ge
zangboek al dan niet kan worden in
gevoerd. Er is dus niet dit ten over
vloede een nieuwe gezangbundel in
Dinsdagavond. Vandaag enkele be
zoeken gedaan bij onkerkelijken. Vrien
delijk ontvangen. Maar wat was de
reactie, verschillend. De één bruut af
wijzend, de ander dom onverschillig,
een derde vol tegenwerpingen en listige
bedenkingen. Zou het vrucht gedragen
hebben Wil de heilige Geest door die
muren van onverschilligheid heenbre-
ken en al die barricaden opruimen
Ja, wat een verschillende reacties.
Dat kan trouwens ook niet anders,
want er is onder de mensen een grote
verscheidenheid. Ze zijn waarlijk niet
allen naar één patroon te knippen.
Dat is in eigen kerkelijke gemeente
al zo. Bij het gewone huisbezoek ont
moeten we ook verschillende typen. En
dan zijn we nog bij „onze" mensen, die
geregeld te kerk gaan en mee het
avondmaal houden. Maar als we zover
komen op huisbezoek, dat we open en
eerlijk kunnen praten over onze hou
ding tegenover God en zijn Woord,
onze verhouding tot het evangelie en
de welstand van het geloof (kwam het
bij alle bezoeken maar zoverdan
ontmoeten we grote verscheidenheid.
Moeilijkheden, waar de één mee zit,
blijken voor de ander niet te bestaan.
De blijdschap, waar de één ten volle
in deelt, schijnt voor de ander wel on
bereikbaar.
Maar bij onkerkelijken is die ver
scheidenheid niet minder. Sommigen
willen de van de kerk niets weten en
zijn bruut afwijzend. Praat hun niet
over de kerk Daar hebben ze genoeg
ellende en narigheid van gezien en be
leefd. Ze herinneren het zich nog als
de dag van gisteren, dat van een aan
grenzend perceel weiland een paar jon
ge beesten de sloot oversprongen en in
hun moestuin terecht kwamen en daar
behoorlijk hebben huisgehouden. En
laat de eigenaar van die beesten nu
uitgerekend ouderling zijn in de kerk
En nog niet zo lang geleden kwam het
zoontje van de buurman thuis met een
bloedend verwonde scheen. Wat was
er gebeurd Hij was gevallen, doordat
het zoontje van de dominee hem met
z'n autostep had aangereden. Nee,
praat me niet van de kerk
Anderen zijn volkomen apatisch en
onverschillig. Ze worden niet heet en
niet koud. Je kunt zeggen, wat je wilt,
maar het glijdt hun alles als water langs
de kleren. Ze hebben geen belangstel
ling. Ze leven hun eigen leventje in
volkomen zelfgenoegzaamheid en over
de dag van morgen maken ze zich geen
zorg.
Mijn volgend bezoek was weer heel
anders. Ik werd vriendelijk ontvangen
en ik kreeg een kop koffie en een ciga-
ret. Van enige tegenstand was geen
sprake. Er was geen offensief en daar
om hoefde ik me niet verdedigen. Zo
dat ik dus rustig kon vertellen van het
wonder Gods in de zending van zijn
Zoon en de stichting van zijn kerk èn
dat ons een open deur gegeven is ter
ontkoming uit dit moeitevolle leven.
De man luisterde belangstellend. Hij
had werkelijk aandacht, waardoor mijn
vrijmoedigheid groeide en ik hem per
soonlijk uitnodigde, eens te komen luis
teren. Want de kerkdeuren staan elke
zondag open en het kost niets, 't Is
vrij entrée.
Maar daar ging hij niet direct op in.
Daar kon hij nog niet toe komen.
Ik heb toen iets gezegd van de nood
zaak van de beslissing en de ontzag
lijke betekenis van het afwijzen van de
blijde boodschap. Zo iets van de wel
aangename tijd. Of ik het iets te me
thodistisch heb aangepakt, weet ik niet,
maar op dat ogenblik had ik er de vrij
moedigheid toe. Natuurlijk heb ik daar
bij ook laten uitkomen, dat afwijzen ons
voor grote verantwoordelijkheid stelt.
Dat het, als we de weg wél weten
(vervolg op pag. 2)
onze kerken ingevoerd, er is ons een
gezangbundel aangeboden, waarvan de
synode gezegd heefthieruit mag in
de eredienst gezongen worden. Of deze
bundel echter ingevoerd zal worden
moet worden afgewacht. Het lijkt ons
daarom goed dat deze liederen op hun
waarde getoetst worden, opdat ook in
dezen straks weloverwogen besluiten
genomen worden.
Crematie.
Nog maar enkele weken geleden
protesteerden de kerken der Gerefor
meerden gezindte in de omgeving van
Rotterdam tegen de plannen voor de
bouw van een crematorium in deze
stad, en nog maar enkele maanden ge
leden sprak de classis 's-Gravenhage
zich eveneens uit tegen de bouw van
een crematorium in of nabij de Hof
stad.
De Generale Synode heeft zich ech
ter niet hierbij aangesloten, want op
een verzoek van de Classis Winscho
ten om een uitspraak te doen hoe de
Gereformeerde Kerken te staan hebben
tegenover de lijkverbranding en of een
kerkeraad zich desgevraagd bij een
lijkverbranding kan doen vertegen
woordigen, sprak de synode uit, dat er
geen bijbelse motieven tegen de cre
matie bestaan.
„Het cremeren van doen, mits
niet uit motieven van ongeloof
of van bijgeloof, is als zodanig
niet persé in strijd met het chris
telijk geloof, en geeft de kerk
dan ook geen reden, haar „me
dewerking" aan deze vorm van
lijkbezorging te onthouden, of
haar vertegenwoordiging hierbij
te weigeren."
Men geve zich echter aldus het
synodebesluit bewust rekenschap
van het feit, waarom men zowel van
de in de Heilige Schrift voorkomende
gewoonte als van de oude christelijke
traditie van het begraven afwijkt.
Het cremeren als zodanig acht de
synode niet in strijd met de Heilige
Schrift, de motieven echter die er ach
ter kunnen zitten, kunnen dit echter
wel zijn, reden waarom gevraagd zal
moeten worden, waarom men van de
oude gewoonte afwijkt.
Heeft de synode nu uitgesproken, dat
er geen bijbelse motieven tegen de cre
matie zijn, de synode heeft zeker niet
uitgesproken dat er motieven voor deze
wijze van dodenbezorging zijn. Wij ne
men aan dat er daarom het laatste
woord binnen onze kerken nog niet
over gesproken is en zullen graag in
de toekomst ook nog eens op dit on
derwerp terugkomen. v. H.
STOF TOT NADENKEN
verschafte ons ds. P. J. Richel in de
'Haarlemse Kerkbode met onderstaande
regels
„Wanneer onzerzijds ernstig bezwaar
wordt gemaakt tegen de overwaardering
van het ambt bij Rome, kan ik zeer
goed begrijpen dat vele Roomse chris
tenen niets begrijpen van de ambts
waardering in de Reformatorische ker
ken, waar in de practijk vele dienaren
des Woords die volgens het formulier
van de bevestiging hun ambt ontlenen
aan dat der apostelen, gedegradeerd zijn
tot vrijgestelden, die hun uiterste best
doen een menigte vast te houden. Men
kan, naar ik meen, moeilijk beweren
dat onze kerkinrichting het oerbeeld der
kerken, zoals Handelingen ons dit toont,
met name in de moedergemeente van
Jeruzalem, in duidelijke trekken ver
toont. Wij hebben ons met zorg af te
vragen in hoeverre onze kerk-inrichting
alsmede onze eredienst beeld is van een
bepaalde culturele periode".
Denkt u er ook eens over na.
v. H.