^^eeuwóe 3£erkbocle r PSALMBERIJMING cYYleditatie GOD IN DE NEDERLAAG KNIPSELS met kanttekeningen RONDOM EEN OFFICIEEL WEEKBLAD TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48 Medewerkers A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. D. J. Couvée, Bennekom Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, Oud-Vossemeer Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Mej. F. A. Groot Nibbelink, Grijpskerke Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Goes J. Wattel, Gapinge. 17e JAARGANG No. 9 1 SEPTEMBER 1961 Abonnementsprijs 3,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 12 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 12 ct. Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, Tel. 2438 Giro no. 42280 Nogmaals Deze week is de generale synode onzer kerken weer bijeen gekomen. Na een tijd van werkzaamheden in stilte in de diverse commissievergade ringen zijn nu de volle synodezittingen, waarin het werk der commissies en de vele rapporten besproken zullen wor den, aangevangen. Daarom willen wij in deze dagen onze synode in het gebed aan de Here opdragen, wij willen Hem vragen de leden de leiding van Zijn Heilige Geest te schenken, opdat zij in de veelheid der moeilijke vraagstukken wijze be sluiten mogen nemen. Één van deze vraagstukken, die ter tafel komt is de kwestie rondom de be rijming Hasper of wel het „Psalter 1949". De Particuliere Synode van Brabant en Limburg heeft zich tot de Generale Synode gewend met het ver zoek zich in verbinding te stellen met de stichting Psalmgezang" om door een nadere samenspreking te pogen te komen tot een oplossing in betrekking tot het geschil tussen de stichting en de Gereformeerde Kerken. De Particu liere Synode nam dit besluit nadat door de Classis Almkerk de volgende over wegingen ter tafel waren gelegd a) dat de stichting (Psalmgezang) zich nog steeds niet neerlegt bij de arbitrale beslissing uit 1958, zodat er nog steeds een conflict bestaat tussen stichting en kerken b) dat de stichting stelt dat ze door bevoegde kerkelijke instanties is ge stimuleerd tot het doen van belang rijke uitgaven, zonder dat hierte genover daarmee overeenstemmen de ontvangsten werden gewaar borgd, waardoor voor de stichting, door het overschakelen van de ge reformeerde kerken op de interker kelijke psalmberijming) een groot financieel nadeel is ontstaan c) dat het beneden de waardigheid van de gereformeerde kerken en, naar schriftuurlijke maatstaven gemeten, ook niet juist moet worden geacht geen aandacht te besteden aan de nadelige gevolgen die de stichting, mogelijk mede door toedoen van de kerken te dragen kreeg. Er is in deze overwegingen veel wat ons aanspreekt. Reeds eerder hebben wij er op gewezen hoe indien er werkelijk van een overeenkomst en van het aanvaarden van het Psalter 1949 door onze kerken sprake is onze kerken gehouden zijn om de eenmaal gemaakte afspraken met betrekking tot dit Psalter na te komen, ongeacht de interkerkelijke berijming, beter bekend als het „Dichterspsalter". Toch voorzien wij, hoe de beslissing rondom de psalmberijming ook uit moge vallen, dat een nieuwe berijming of dit nu het Psalter '49 of het Dichters- psalter is of nog een andere berij ming -niet zo maar voetstoots door ieder aanvaard zal worden. Er zijn in onze kerken nu eenmaal een wel licht niet eens zo heel klein aantal personen, die de oude berijming gaarne willen handhaven, weer anderen zien niets liever dan dat het Psalter '49 de plaats van deze berijming in zal nemen en weer anderen houden het bij het Dichterspsalter, terwijl er dan ook nog mensen zijn, die geen van deze drie berijmingen kunnen waarderen. Hier zal inderdaad niet lichtvaardig een be sluit mogen vallen, hier is uiterste waakzaamheid, grote voorzichtigheid en wijsheid nodig. Dezer dagen vroegen wij ons echter af of een keuze van één dezer berijmin gen inderdaad nodig is. Het is nu zo, dat de berijming van 1773 de berijming is die het meest zij het dan ten dele gebruikt wordt, verder heeft de synode het gebruik van het psalter 1949 aanbevolen en verzocht het Dich terspsalter te beproeven. Al bladerend in het psalter dat in de kerken in Oost-Friesland en Bent- heim gebruikt wordt vroegen wij ons echter af waarom niet de weg ge volgd, die onze kerken in Duitsland en onze zusterkerken in de Verenigde Sta ten en Canada gevolgd hebben Bezien wij namelijk het psalmboek van de ,,Altreformierte Kirchen in Nie- dersachsen" dan valt ons op, dat hierin geen 150 psalmen maar 175 psalmen zijn opgenomen. Van sommige psalmen zijn namelijk twee en van een enkele zelfs drie berijmingen opgenomen zo bijvoorbeeld van psalm 71, die aange geven worden als psalm 71a, 71b en 71c. In het Hymnal" van de Christian Reformed Church is men nog veel ver der gegaan en naar ik meen te herin neren overschrijdt het aantal psalmbe rijmingen hier zelfs de driehonderd. De samenstelling van een dergelijke IN DE HANDEN DER HEIDENEN Zou God ons kunnen overleveren in de handen der heidenen Ds. P. J. Richel wijst er op dat dit zeer zeker niet uitgesloten is. Immers had „chris telijk" Europa vroeger aan Azië en Afrika een boodschap te brengen de opstanding van Jezus Christus uit de dood, tegenwoordig hebben wij weinig anders te bieden dan een welvaart vrij van ziekte en honger en daarna is het afgelopen. Daarom.: „Ondanks de gigantische bewapening van het Westen zou God ons wel eens bundel voor onze kerken, zou onzes inziens niet alleen veel narigheid voor komen, maar ook zou de rijkdom, die wij in de psalmen hebben nog rijker uit komen. Waarom ons binden aan één enkele berijming van een bepaalde psalm, wanneer er meerdere mooie be rijmingen zijn, die elk op eigen wijze de rijkdom van deze psalm vertolken Allereerst zou nodig zijn, dat uit de oude berijming, die psalmen verwijderd werden, die qua berijming niet in onze kerken thuis horen, vele mooie klas sieke psalmen zullen echter op deze wijze behouden worden, vervolgens worde een schiftingsproces toegepast op de beide andere bundels, waarna uit de overgebleven psalmen uit oude berijming en de beide nieuwe berijmin gen en misschien zijn er zelfs nog wel enkele andere berijmingen van be paalde psalmen op te nemen een psalmbundel worde saamgesteld, met rijke keus. Indien een dergelijke bundel te ver werkelijken zou zijn dan willen we desnoods nog wel enkele jaren wach ten op een nieuwe psalmbundel. v. H. in de handen der heidenen kunnen over geven. Wij hebben ons zelf aan hen gelijkgesteld, ja misschien staan wij met ons modern atheïsme onder hen. God is niet gebonden aan de synodale of vrijgemaakte kerken. Hij kan ook vandaag nog uit stenen Abraham kinderen verwekken, omdat Hij de levende God is." EEN NIEUWE NAAM In „Contact", veertiendaags orgaan binnen de vrijgemaakte kerken, schrijft mr. van Zwieten het volgende „Ds. D. Zemel, schrijvende in het Geref. Kerkblad voor Overijsel en Gelderland van 8 juli 1961 over de promotie van dr. C. Trimp, laat zich in het slot van zijn artikel als volgt uit „We durven haast niet te schrijven van blijdschap op blijdschap". Dat schijnt tegenwoordig niet meer te mogen. Ech ter alle kankerpitten ten spijt schrijven we nochtans Het was ons verkwik king op verkwikking. Dankbaarheid je gens de Here van de gemeente vervult ons hart". Een vraag aan ds. ZemelWie zijn die kankerpitten Medebroeders en zusters soms Waar en wanneer hebben die over de promotie van dr. Trimp ge kankerd En, om eens even de onbeschaafde ter minologie van ds. Zemel over te ne men als er ergens gekankerd wordt, het is mij niet bekend wie en wat zou daarvan de oorzaak kunnen zijn Ds. Zemel leze met aandacht wat zijn collega ds. Visee onder Geestelijk, Geestig of Geestrijk in hetzelfde blad schreef." SCHADE AAN HET KERKELIJK BESEF Dr. J. Schelhaas is in „Waarheid en Eenheid" een aantal artikelen begon nen onder de vraag „Gereformeerden waarheen dit naar aanleiding van hetgeen de dagbladen over „Woud- schoten" meldden en over de oproep van de „achttien" inzake kerkelijke hereniging met de Ned. Herv. Kerk. Hij schrijft hierin onder meer Hier is samengaan onmogelijk, maar zo vraagt dr. Schelhaas dan, „hoe kan men dan over de noodzakelijkheid van een vereniging Hervormd-Gerefor meerd spreken, zoals dit is geschied „Zolang er de onmogelijkheid is, kan de noodzakelijkheid niet bestaan. En zolang de Herv. Kerk niet tot de 'ge hoorzaamheid aan Gods Woord is te ruggekeerd, is het bestaan van onze kerken roeping en plicht. En zolang moet men verflauwing der grenzen in gemeenschappelijke samenkomsten weer staan en verwerpen. Er is veel schade aan het kerkelijk be sef toegebracht, als men de indruk wekt, dat beide kerkgemeenschappen heus niet zo ver van elkaar staan en dat zij in menig opzicht eigenlijk wel kunnen samengaan. Het is juist in deze tijd van vervlakking meer dan nodig, de grenzen scherp te markeren. En dat niet, omdat wij van oordeel zouden zijn, dat in de Herv. Kerk niet veel kinderen Gods zich zou den bevinden. Wij nemen van harte aan, dat God ook in de Herv. kerk nog ve len heeft, die Hem in oprechtheid vre zen. Maar de Hervormde instelling is naar onze overtuiging zo duidelijk in strijd met Gods eis in Zijn heilig Woord, dat we deze klaar en scherp moeten bestrijden en verwerpen. Ook is bij ons niet aanwezig wat in een der referaten van Woudschoten na drukkelijk genoemd werd dat wij zo aan onze „eigen" kerk hangen, dat we daarom gemeenschap met andere kerk- formaties niet zouden begeren maar ons kerkbestaan veilig zouden willen stellen. Ik heb nog nooit in die gezindheid voor de Gereformeerde Kerken gestreden. Al kan ik die mentaliteit wel verstaan en gaat daarvan een verzoeking uit op ieder mens, die bij een kerk met toewijding aangesloten is, ik heb toch die instelling steeds afgekeurd en in mijzelf ook be streden". Van harte mee eens. ALLEEN Gaarne geven wij de volgende ge dachten van dr. C. Gilhuis door, die wij vonden in het Kerkblad van 's-Gra- venhage „In de vakantietijd gaan er duizenden gezellig uit Maar vele duizenden voelen in die tijd hun nood feller dan ooit De eenzamen. Zij, die alleen in het leven staan. Vereenzaamde ouden Vereenzaamde chronische patiënten. Vereenzaamde ongehuwden Vereenzaamde gescheidenen. Vereenzaamde ongelukkig gehuwden. Vereenzaamde onbegrepen karakters. Nu de vakantievreugd hoog om hen opspat voelen ze zich verlaten als een weggeworpen blad. Wat een onrustige nachten ,,Toen namen de Filistijnen de ark Gods, brachten haar in de tempel van Dagon en zetten haar neer naast Dagon." Eli brak zijn nek op deze tijding. Zijn schoondochter hoorde van het uhheil en stierf 'in"'het baren van Ikabod de eer is weg, want de Heer is weg. De Filistijnen waren er van overtuigd, dat de ark betekende de tegen woordigheid van de God van Israël, „dezelfde die de Egyptenaren met allerlei plagen in de woestijn geslagen heeft". Welk een overwinning Welk een nederlaag Als Dagon met de God van Israël vergeleken wordt, dan twijfelen de Filistijnen niet meer. En de moeder van Ikabod en ook de priester Eli zijn dodelijk geschokt. De Filistijnen lachten in hun vuistje, wanneer zij de machteloze God van Israël zien staan naast Dagon. Kon nu dat beeld maar zijn gevoelens tot uitdrukking brengen. Kon nu de mond van Dagon zich maar even bewegen tot een grijns. Heel even maar, wat zouden de onderdanen van Zijne Majesteit daar een genoegen aan beleven. Maar als ze goed luisteren, dan horen ze de jammerklachten uit het gebied van Israël en dat geeft toch wel voldoening. Bestaat Dagon tegenwoordig nog Het zal ook wel een god van de vruchtbaarheid geweest zijn, een god van de reserves op de bank, een god van de spaarkassen en levensver zekeringen, een god van de welvaart en de macht. En dan behoeven we niet meer te vragen, of deze Dagon nog bestaat. Hij is er levensgroot. En in dezelfde tempel, dat is op onze aarde, staat de ark Gods. Daarom hebben de machthebbers zo veel praats. Daarom is er ook vandaag zoveel zelfverzekerdheid onder de zeer belangrijke personen. Daarom heeft bezit en invloed en macht ieder voor zich een Dagons- grijns, wanneer in het tumult en het ellebogenwerk de machteloosheid van de God van Israël blijkt. God ook vandaag in de nederlaag. Dat is een moeilijk te verteren zaak. Daarop zou een mens, die wel zou willen geloven, zijn nèk breken. Daardoor zou een mens het besterven van angst en de geboorte van kinderen willen tegenhouden. Alleen, één vraag betekent Jezus Christus niet God in onze neder laag En heeft de moeilijk grijnzende Dagon in zijn eigen domein zich niet verplicht gevoeld te buigen, zo diep, dat hij tenslotte aan stukken lag Zierikzee Y. J. TIEMERSMA.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1961 | | pagina 1