eeuwóe
3£erkbocle
FEEST van het (DOOR)GEVEN
r
kBeine vossen
ter f,
No ff anderhalf miljoen
^ctings^
16c JAARGANG No. 47
19 MEI 1961
„Ik worstel
OFFICIEEL WEEKBLAD TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48
Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. D. J. Couvée, Bennekom
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, Oud-VossemeerDr. P. C. Kraan, Vlissingen
Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Mej. F. A. Groot Nibbelink, Grijpskerke
en ontkom Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Goes J. Wattel, Gapinge.
t
Abonnementsprijs
3,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
12 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 12 ct.
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, Tel. 2438
Giro no. 42280
Wanneer we horen dat Pinksterfeest
Zendingsfeest is, dan worden wij door
deze simpele slagzin bepaald bij het
feit dat de Kerk, die in de wereld naar
buiten treedt een gezonden Kerk is.
Gezonden met de boodschap der ver
lossing, gezonden om die boodschap
door te geven. We zien het gebeuren
bij de uitstorting van de Heilige Geest
op de Pinksterdag de discipelen gaan
getuigen van de opgestane Heiland. En
heel het boek der Handelingen door
lezen wij van het gezonden zijn van de
Kerk tot de wereld. Het éne de uit
storting des Geestes is onlosmake
lijk met het andere het gezonden
zijn en getuigen verbonden. De Hei
lige Geest maakt mensen tot getuigen,
zoals de Heiland het voor Zijn- hemel
vaart tot Zijn jongeren zegtgij
zult kracht ontvangen, wanneer de
Heilige Geest over u komt, en gij zult
mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in
geheel Judéa en Samaria en tot het
uiterste der aarde (Hd. 1 8, 9). Waar
de Heilige Geest komt daar wordt ge
tuigd, daar wordt de beslotenheid door
broken en met de blijde boodschap der
verlossing naar buiten getreden.
Pinksterfeest is Zendingsfeest want
Pinksteren betekent de Kerk die door
de Heilige Geest niet zwijgen kan. En
die Kerk dat zijn wij de Kerk die niet
zwijgen kan, dat is maar niet een or
ganisatie, die onder meer een afdeling
heeft gevormd, die zich bezig houdt
met getuigen, omdat er nu eenmaal lie
den zijn, die zoiets noodzakelijk achten,
een tak waarvoor we al of niet voelen.
Wanneer we het zo stellen, dan zijn
we het gezicht op de Kerk kwijt. Tot
het wezen van de Kerk behoort dat zij
getuigt, dat zij die samen de Kerk vor
men niet kunnen nalaten te getuigen
van wat zij gezien en gehoord hebben
(Hd. 4:20). Wij zijn een getuigende
Kerk, wij zijn getuigen door de Heilige
Geest. Daarom is Pinksterfeest Zen
dingsfeest, daarom is Pinksteren het
feest van het doorgeven. Maar dan ook
van het geven, en dan doelen we niet
allereerst op de zendingscollecte, maar
daarop dat wij onszelf geven. Want de
Kerk in beweging betekent, dat wij in
beweging zijn. Wij zitten niet op de
tribunes te kijken naar het werk van
de Kerk, maar wij staan als Kerk zelf
in de arena van de wereld met de bood
schap van het Heil. De Kerk in bewe
ging, dat is nietwij geven iets voor
de Zending, voor de Evangelisatie
enz., om dan verder op de tribune te
gaan zitten kijken wat men er in de
wereld van maakt. Neen wij zijn de
gezondenen en dat is bepalend voor
onze zendingsgave, we geven dan na
melijk niet iets voor een goed doel dat
ons wel aanspreekt of voor iets dat een
NOG EENS S.S.K.
Mag ik even inhaken op het stukje
van Ds. van Hattem Er zijn nu nog
.slechts" 3 kerken, die niet meedoen,
al zijn dat er dan 3 te veel. Willen de
kerkeraden zich echter op hun volgen
liefhebberij is van enkelingen en dat
toch ook moet gebeuren, maar wij gaan
ons zelf geven, ons zelf inzetten als ge
zondenen van Christus in deze wereld.
Dit betekent dat we zondag niet
klaar zijn wanneer onze Pinkstergave
in de collectezak gedeponeerd is.
Dat betekent dat we nooit klaar ko
men, dat we steeds weer onszelf zullen
moeten inzetten als getuigen van Chris
tus in Zijn dienst, gedreven door Zijn
Geest. Sir Francis Ibiam, de gouver
neur van Oost Nigeria, heeft onlangs
gezegd ,,Het Woord van God is niet
iets om te ontvangen en dan voor jezelf
te houden. ,,Gij hebt om niet ontvangen,
geeft om niet." Het moet worden door
gegeven van de een aan de ander tot
de gehele schepping het blijde nieuws
heeft gehoord en ontvangen". Doorge
ven van het blijde nieuws met de ge
hele inzet van onszelf, gezondenen zijn
omdat we Kerk van Christus zijn en
daarom Kerk in beweging, want het is
Pinksteren geweest, de Geest is uitge
stort. v. H.
Aan de provincies Noord Brabant,
Limburg en Gelderland komt de eer
toe de slagzin van de Stichting Steun
Kerkbouw ,,Voor honderd procent voor
de één procent" als eersten te hebben
waargemaakt. Werd voor Brabant en
Limburg gerekend op een bedrag van
224.640,toegezegd werd een be
drag van ƒ234.021,05, waaruit blijkt
dat men in deze provincies met meer
dan honderd procent (104%) achter
de actie staat. In Gelderland kwam het
tot een bedrag van 600.847,62 aan
toezeggingen terwijl gerekend werd op
599.040,hier dus de volle hon
derd procent. Gemiddeld echter is de
stand pas 75 aan toezeggingen of
bijna 5J^ millioen. Ruim anderhalf mil
joen scheiden ons dus nog van het
streefbedrag van 7 miljoen. De percen-
tagecijfers van de andere provincies
zijn Zeeland, Noord- en Zuid-Hol
land elk 79 Utrecht 76 Overijs
sel 72%, Friesland 62 Drenthe 51
en Groningen tot nu toe slechts 48
De actie is echter nog niet afgelo
pen, zo kwamen in de laatste week
nog enkele grote bijboekingen binnen
met name uit de noordelijke provincies,
we zijn dan ook vol goede hoop, dat
de actie zal slagen. Maar laten de 79
die we in Zeeland bereikt hebben,
ons niet verleiden tot de gedachte, dat
het zo wel kan, laten wij er een eer in
stellen om tot de volle honderd procent
te komen, dat het kan hebben de an
dere zuidelijke provincies bewezen en
ligt Zeeland ook niet in het Zuiden
v. H.
de vergadering nog eens hierover be
zinnen
Welke kerken het zijn Och, 't is
niet nodig ze op te noemen. De be
treffende kerkeraden weten het zelf
wel.
Wat zou het fijn zijn als we konden
zeggenZeeland heeft voor 100
meegedaan.
Voor het provinciaal comité,
M. A. Elshout—van der Ros
(prov. correspondente).
Dooft de Geest niet uit
1 Thessalonicenzen 5 19.
De Geest is als vuur en Christenen zijn als gloeiende kolen.
Ze horen bij elkaar, de Heilige Geest en de christen. Dat staat vast.
De Here Jezus heeft het twee maal gezegd.
De Geest zal van Mij getuigen en gij moet ook getuigen (Joh. 15 26,
27).
Gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en
gij zult mijn getuigen zijn(Hand. 1:8).
De Geest zet de christenen in vuur en vlam, een vuurgloed des Heren.
Dat werd heel duidelijk op de Pinksterdag, toen allen tezamen bijeen
waren.
Allen tezamen bijeen Daar slaat het vuur in, daar plant het zich
voort, daar werkt het aanstekelijk daarom moeten wij onze bijeenkom
sten niet verzuimen
De Geest is als vuur en de christenen zijn als gloeiende kolen.
Dit vuur is een verterend vuur Het gaat gepaard met het geluid als
van een geweldige windvlaag. Storm en vuur. Bij het horen van dat ge
luid worden mensen bevreesd. Het is ook levensgevaarlijk Ananias viel
neer en blies de adem uit. En grote vrees kwam over allen, die het hoor
den. En Sapphira viel neer en blies de adem uit. En een grote vrees
kwam over de gehele gemeente en over allen, die dit hoorden.
Begrijpt u nu, waarom mensen dit vuur willen doven
Dit vuur is een verterend vuur
Daarom worden alle bestrijdingsmiddelen tebaat genomen zand er
over we praten er niet meer over. (Hand. 4 18.) Het baatte niet. Stop
het in de doofpotdan gaat het wel uit(Hand. 5:18.) Het baatte niet.
Gooi de gloeiende kolenmassa uit elkaar, dan gaat het vuur wel uit
(Hand. 8:1.) Zelfs dat baatte niet. Integendeel, het werd steeds sneller
lopend vuur
Niets is tegen dit vuur opgewassen. Niets kan het tegenhouden. Niets
kan het doven. Wie dit vuur bestrijdt, zal het verliezen. De strijd tegen
dit vuur is een hopeloze strijd. Dit vuur te doven is zinloos. Saulus, een
der meest verbeten blussers, wordt Paulus, een der meest vurige fakkel
dragers. Plotseling is het er, je weet niet, vanwaar het komt, of waar
het heen gaat. Zo is de Geest.
En Christenen zijn als gloeiende kolen, in vlam gezet door die Geest.
Vooral als zij tezamen bijeen zijn, als zij één zijn, werken zij zo aan
stekelijk Dan verdeelt het vuur zich en ieder wordt aangestoken. Wordt
het iemand te heet, onttrekt hij zichzelf aan de gloed, hij zal lauw worden,
totdat de gróte dag van vuur verschijnt. Dan zal er geen onttrekken meer
bij zijn. En de hitte zal ondragelijk zijn.
Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt.
Dooft de Geest niet uitU hebt er uzelf mee Andere christenen
stapelt God als gloeiende kolen op uw hoofd. Zijn werk gaat door
De Geest is niet te dovendoor niemand, door niets
Domburg
F. L. VAN DER BOM.
Steunen" en steunen" zijn twee.
Het ene is iets heerlijks en verkwik
kends, het andere is iets naargeestigs
en verdrietigs.
Steunen" in de zin van onder-steu
nen is als een verkwikkende regen op
't dorrend veldgewas „steunen" in de
zin van jammeren en klagen over al
dat „gesteun", is als een schrale oosten
wind, die 't kleurig bloemtapijt doet
verleppen en verwelken.
„Steunen" in de verheven zin van
't Woord als helpen, bijstaan, lenigen-
van-nood, geeft drievuldig plezier,
't Geeft plezier aan hem, die een steun-
actie organiseert. Met spannend ver
wachten scheurt hij de licht-groene
giro-enveloppe open, roept z'n vrouw
er bij en zegt met warme tinteling in
z'n stem kijk nou toch eens, is dat
niet prachtig, en nog wel van iemand,
die er niet aan kan denken een snoep^-
reisje te maken naar de Ardennen, laat
staan naar de Apenijnen, maar des
noods uitstelt een mantel te kopen, hoe
wel de oude vrijwel uit de mode is. Nee,
wijfje, da's toch prachtig, dat is „steu
nen" in de adelijke zin van 't woord,
de engelen houden er aantekening van:
een rijksdaalder, uitgespaard uit de
mond, uit 't modemagazijn, uit een
ouwe stoel, die nodig moest worden
overtrokken, maar moet wachten. Ja,
de engelen hebben ook hun boekhou
ding, geloof ik. Dat „steunen" geeft
dus al groot genoegen aan de tussen
persoon, die een steunactie organiseert.
Als je die girostrookjes deskundig be
snuffelt, dan ruiken ze toch zo heerlijk,
dan gaat er van uit de geur van naas
tenliefde, van medelijden, van barm
hartigheid, van toewijding, van dank
baarheid, van offervaardigheid, van
zelfverloochening, van wegcijfering-
van-eigen-verlangens, van het-zich-ver-
plaatsen-in-de-omstandigheden-van-an-
deren.
Die ,,steun"-vreugde heb ik in m'n
leven veel mogen smaken, zowel in de
dertiger jaren, toen we de verdrukte
i nil